79
Oververhit vet en olie kan snel in brand vliegen. Blijf in de buurt als u kookt met vet of olie
(bijv. als u frituurt).
Schakel de kookzones na gebruik uit.
De restwarmte van hete potten of pannen verwarmt de glaskeramische kookplaat zonder dat
de restwarmte-indicatie dit aangeeft.
Het apparaat schoonmaken
U moet het apparaat uitschakelen voordat u het schoonmaakt.
De kookzones moeten zodanig afgekoeld zijn dat u ze kunt aanraken zonder dat u zich
verbrandt.
Om veiligheidsredenen mag u het apparaat niet schoonmaken met een dampstraal of een
hogedrukreiniger.
Beschadigingen aan het apparaat voorkomen
Gebruik de kookplaat niet als werkblad of om er dingen op neer te zetten.
De kookzones mogen niet gebruikt worden als ze leeg zijn of als er geen pannen op staan.
Zorg ervoor dat potten en pannen niet kunnen leegkoken.
Glaskeramiek is ongevoelig voor temperatuurschokken en zeer resistent, maar niet
onbreekbaar. Vooral spitse en harde voorwerpen die op het kookvlak vallen, kunnen het
glaskeramiek beschadigen.
Gebruik geen gietijzeren pannen of pannen waarvan de bodem beschadigd is, die ruw zijn of
bramen hebben. Tijdens het schuiven kunnen er krassen ontstaan.
Zet geen pannen of potten op het frame van de kookplaat. Er kunnen krassen en
beschadigingen aan de lak ontstaan.
Zorg ervoor dat er geen zuurhoudende vloeistoffen, bijv. azijn, citroen of kalkoplossende
middelen op het frame van de kookplaat terecht komen. Hierdoor kunnen er matte plekken
ontstaan.
Suikerhoudende substanties moet u met een reinigingsschraper verwijderen terwijl deze
substanties nog warm zijn. Als de massa afkoelt, kunt u bij het verwijderen ervan het
oppervlak van de kookplaat beschadigen.
Houd smeltbare voorwerpen en materialen (bijv. kunststof, aluminiumfolie e.d.) uit de buurt
van het glaskeramische oppervlak.
Vastgesmolten substanties moet u met een reinigingsschraper verwijderen terwijl deze
substanties nog warm zijn. Als de massa afkoelt, kunt u bij het verwijderen ervan het
oppervlak van de kookplaat beschadigen.