548123
907
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/916
Next page
Help en zelfstudies
ADOBE
®
PHOTOSHOP
januari 2014
Bepaalde koppelingen verwijzen naar Engelstalige inhoud.
Nieuw in Photoshop
Mogelijk wordt bepaalde inhoud die u bereikt via de koppelingen op deze pagina, alleen in het Engels weergegeven.
Nieuw in Photoshop CC
Naar boven
Adobe® Photoshop® CC wordt geleverd met verschillende nieuwe en verbeterde functies voor een betere digitale beeldbewerking. Lees verder
voor een korte kennismaking met de nieuwe functies en voor koppelingen naar bronnen die meer informatie bieden.
Opmerking: voert u een upgrade uit vanuit Photoshop CS5, raadpleeg dan Nieuw in Photoshop CS6 voor een overzicht van de nieuwe functies in
Photoshop CS6 en Photoshop 13.1 voor Adobe Creative Cloud.
Photoshop CC | januari 2014
Photoshop CC | september 2013
Photoshop CC | juni 2013
Photoshop CC | januari 2014
3D-objecten afdrukken
Nieuw in Photoshop CC | Januari 2014
U kunt in Photoshop elk compatibel 3D-model afdrukken zonder u zorgen te hoeven maken over de beperkingen van 3D-printers. Ter
voorbereiding op het afdrukken maakt Photoshop 3D-modellen automatisch waterdicht.
Zie 3D-objecten afdrukken voor meer informatie.
Een 3D-model afdrukken
A. 3D-model B. Afdrukplaat C. Overlay voor printergrootte
Perspectief verdraaien
Nieuw in Photoshop CC | Januari 2014
Met Photoshop kunt u het perspectief in afbeeldingen gemakkelijk aanpassen. Deze functie is bijzonder handig voor afbeeldingen met rechte lijnen
en platte oppervlakken, bijvoorbeeld afbeeldingen van gebouwen of architectuur. U kunt deze functie ook gebruiken om objecten met verschillende
perspectieven samen te voegen tot één afbeelding.
Ga voor meer informatie naar Perspectief verdraaien.
A. Vlakken definiëren in de modus Lay-out B. Perspectief aanpassen in de modus Verdraaien
Gekoppelde slimme objecten
Nieuw in Photoshop CC | Januari 2014
U kunt nu gekoppelde slimme objecten maken die voor de inhoud naar externe afbeeldingsbestanden verwijzen. De inhoud van een gekoppeld
slim object wordt bijgewerkt wanneer het bronbestand ervan wordt gewijzigd. Met gekoppelde slimme objecten kunt u een gedeeld bronbestand
gebruiken in meerdere Photoshop-documenten. Gekoppelde slimme objecten zijn vooral handig als u in een team werkt of als elementen opnieuw
worden gebruikt in verschillende ontwerpen.
Gekoppelde slimme objecten worden in het deelvenster Lagen aangeduid met een koppelingspictogram (
).
Zie Gekoppelde slimme objecten maken voor meer informatie.
3D-beeldbewerking
Verbeterd in Photoshop CC | januari 2014
U kunt 3D-lagen nu delen aan de hand van Sketchfab, een webservice voor het publiceren en weergeven van interactieve 3D-modellen.
Selecteer 3D > 3D-laag delen op Sketchfab in Photoshop.
U kunt UV-structuren nu opnieuw genereren voor objecten en materialen in de geselecteerde 3D-laag. Deze optie is vooral nuttig voor het
opnieuw toewijzen van parameters aan 3D-objecten die zijn gedownload van internet. Selecteer 3D > UV's opnieuw genereren in Photoshop.
U kunt nu gemakkelijk alle objecten in een scène groeperen. Selecteer 3D > Alle objecten in scène groeperen in Photoshop.
U kunt nu een doorsnede toepassen op een 3D-model. Zie deze veelgestelde vragen voor meer informatie.
Het menu 3D bevat nu een handige optie voor het verenigen van alle elementen in een 3D-scène om de scène waterdicht te maken.
Selecteer 3D > Scène verenigen voor afdrukken in 3D.
Adobe Camera Raw
Verbeterd in Photoshop CC | januari 2014
Adobe Camera Raw biedt nu de volgende verbeteringen:
Automatisch rechttrekken van een afbeelding via een van de volgende bewerkingen:
Dubbelklik op het gereedschap Rechttrekken ( ) op de werkbalk.
Dubbelklik terwijl het gereedschap Rechttrekken is geselecteerd ergens in de voorbeeldafbeelding.
Druk terwijl het gereedschap Uitsnijden is geselecteerd op de Command-toets (op Mac) of Ctrl-toets (in Windows) om tijdelijk over te
schakelen naar het gereedschap Rechttrekken. Dubbelklik vervolgens ergens in de voorbeeldafbeelding.
Witte tinten en Zwarte tinten ondersteunen nu functionaliteit voor automatische niveau-instelling wanneer u op de schuifregelaars dubbelklikt
terwijl u Shift-toets ingedrukt houdt (Shift+dubbelklikken).
Functionaliteit voor automatische kleurtemperatuur en tint. Houd Shift ingedrukt en dubbelklik in de voorbeeldafbeelding om deze
functionaliteit te gebruiken.
Optie om een achtergrondkleur voor het werkgebied te kiezen en de zichtbaarheid van het haarlijnkader rond de afbeelding aan te passen.
Klik met de rechtermuisknop buiten de afbeelding in het werkgebied en selecteer en optie in het contextmenu.
Naar boven
Option+klikken-ondersteuning voor de dialoogvensters Synchroniseren, Nieuwe voorinstelling, Instellingen opslaan en Kopiëren/plakken
(Bridge). Wanneer u Option ingedrukt houdt en op een selectievakje klikt, wordt dit exclusief geselecteerd. Met nog een keer Option+klikken
herstelt u de vorige staat van het selectievakje.
Zie Nieuwe functies in ACR 8.x.
Photoshop CC | september 2013
Afbeeldingselementen genereren op basis van lagen
Nieuw in Photoshop CC | September 2013
U kunt JPEG-, PNG- of GIF-afbeeldingselementen genereren op basis van de inhoud van een laag of laaggroep in een PSD-bestand. Er worden
automatisch elementen gegenereerd wanneer u een ondersteunde extensie voor een afbeeldingsindeling toevoegt aan de naam van een laag of
laaggroep. U kunt desgewenst ook de parameters voor kwaliteit en grootte opgeven voor de gegenereerde afbeeldingselementen.
Het genereren van afbeeldingselementen op basis van een PSD-bestand is bijzonder handig wanneer u websites ontwerpt voor verschillende
apparaten.
Ga voor meer informatie naar Afbeeldingselementen genereren op basis van lagen.
Op basis van lagen/laaggroepen gegenereerde afbeeldingselementen
Verbeterde camerabewegingreductie
Verbeterd in Photoshop CC | September 2013
Verbeteringen in de gebruikersinterface voor productiviteitswinst
Optie om artefactonderdrukking uit te schakelen
Ondersteuning voor HiDPI-voorvertoningen op retina-displays
Betere prestaties op grote schermen
Zie Vervaging door camerabeweging verminderen voor meer informatie.
Verbeterde gebruikersinterface camerabewegingreductie
Andere verbeteringen
Meer stabiliteit bij het opslaan van bestanden naar netwerklocaties
Integratie tussen Photoshop en Behance is nu beschikbaar in verschillende talen. Zie Uw werk delen op Behance.
Naar boven
Geïntegreerde ondersteuning voor PSDX-bestanden (alleen-lezen)
Nieuwe besturingselementen voor het wijzigen van het bereik en de tolerantie voor Schaduwen, Hooglichten en Middentonen
Verbeterde prestaties en stabiliteit tijdens het werken met de functies waarbij de inhoud behouden blijft
Hoger aantal metingen: 700 tot 10.000
Betere selectie van ankerpunten: als u op een geselecteerd ankerpunt klikt, wordt dat ankerpunt geselecteerd en wordt de selectie van
andere ankerpunten opgeheven
32-bits ondersteuning voor 24 filters. Zie Overzicht van de filtereffecten.
Vastlopen wordt voorkomen via betere GPU-detectie en uitschakeling
Nieuwe optie voor het selecteren van alle lagen/actieve lagen voor gereedschappen Padselectie en Direct selecteren
Wijzigingen in de modus Isolatie:
Ondersteuning voor aangepaste sneltoetsen voor het activeren en afsluiten van de modus Isolatie
De optie om de modus Isolatie te activeren door te dubbelklikken is niet meer beschikbaar in de modusActieve lagen
Als u de modus Isolatie afsluit, worden de filters niet uitgeschakeld, maar worden de standaardwaarden hersteld voor het laagfilter
Nieuwe optie in het pop-upmenu van het deelvenster Eigenschappen om de weergave van het deelvenster tijdens het maken van
vormlagen te bepalen
Selectie van padpunten blijft niet langer behouden als u overschakelt tussen lagen
Photoshop CC | juni 2013
Vervaging door camerabeweging verminderen
Nieuw in Photoshop CC
Photoshop beschikt over een intelligent mechanisme dat automatisch de vervaging reduceert in foto's die met een bewogen camera zijn genomen.
Indien noodzakelijk, kunt u geavanceerde instellingen aanpassen om de afbeelding verder te verscherpen. De functie voor het reduceren van
bewogen foto's kan de vervaging verbeteren die het resultaat is van verschillende typen camerabeweging, zoals lineaire beweging, boogvormige
beweging, draaivormige beweging en zigzag-beweging.
Reductie camerabeweging | Een Voor/Na-voorbeeld
Afbeeldingen die geschikt zijn voor reductie camerabeweging
De functie voor het reduceren van camerabeweging werkt het beste bij goed belichte foto's met weinig ruis. De volgende soorten stilstaande
beelden zijn vooral geschikt voor reductie camerabeweging:
Beelden die binnen of buiten zijn vastgelegd met een objectief met een lange brandpuntsafstand
Binnenopnamen van een statische scène die met een lange sluitertijd en zonder flits zijn genomen
Bovendien kan reductie camerabeweging helpen de vage tekst te verscherpen in foto's die zijn genomen met een bewogen camera.
Zie Vervaging door camerabeweging verminderen voor meer informatie.
Verbeteringen op gebied van afbeeldingsgrootte wijzigen
Verbeterd in Photoshop CC
De opdracht Afbeeldingsgrootte bevat nu een methode voor Details handhaven en voor betere scherpte bij het vergroten van afbeeldingen.
Bovendien is het dialoogvenster Afbeeldingsgroottebijgewerkt ten behoeve van de gebruiksvriendelijkheid:
In een venster ziet u een voorvertoning van de parameters voor het wijzigen van de grootte. Als u de grootte van het dialoogvenster wijzigt,
wordt de grootte van het voorvertoningsvenster ook gewijzigd.
De optie Schaalstijlen wordt in- en uitgeschakeld in het tandwielmenu rechts boven in het dialoogvenster.
In het pop-upmenu Afmetingen kiest u verschillende maateenheden om de afmetingen van de einduitvoer weer te geven.
Klik op het koppelingspictogram om de optie voor het behouden van de verhoudingen in of uit te schakelen.
De opties in het menu Nieuwe pixels berekenen zijn gerangschikt op gebruik en bevatten ook de nieuwe methode voor het behouden van
randen.
Zie Afbeeldingen vergroten/verkleinen voor meer informatie.
Oorspronkelijke, niet-uitgesneden afbeelding
Scherpe afbeelding waarvan het formaat is gewijzigd met behoud van de details
Opmerking:
Opmerking:
Uw werk delen op Behance
Nieuw in Photoshop CC
U kunt uw creatieve afbeeldingen rechtstreeks vanuit Photoshop als werk in uitvoering uploaden naar Behance. Behance is het toonaangevende
onlineplatform waar u uw creatieve werk kunt tentoonstellen of nieuw creatief werk kunt ontdekken. Op Behance kunt u een portfolio van uw werk
maken en dit op een efficiënte manier onder de aandacht brengen van een groot publiek om feedback te krijgen. U kunt nieuwe afbeeldingen
uploaden, maar ook revisies van afbeeldingen die u eerder hebt geüpload.
Op dit moment is het in Frankrijk en Japan niet mogelijk om Behance te integreren met Photoshop CC.
Revisies uploaden naar Behance...
U kunt uw werk vanuit Photoshop op een van de volgende manieren delen:
Zorg dat u een document hebt geopend en selecteer Bestand > Delen op Behance.
Zorg dat u een document hebt geopend en klik op de knop Delen op Behance ( ) in de linkerbenedenhoek van het documentvenster.
U kunt een nieuw Behance-portfolio beginnen met behulp van uw Adobe-id of u kunt deze id gebruiken om een koppeling te maken naar uw
bestaande Behance-account.
Meer informatie over de integratie tussen Photoshop en Behance vindt u op Uw werk delen op Behance. Voor meer informatie over het gebruik
van Behance raadpleegt u de Veelgestelde vragen.
U moet 13 jaar of ouder zijn om u te kunnen aanmelden bij Behance.
U kunt afbeeldingen van 320 x 320 pixels of groter delen.
Instellingen synchroniseren met Adobe Creative Cloud
Nieuw in Photoshop CC
Wanneer u op meerdere computers werkt, kan het beheren en synchroniseren van voorkeuren op de verschillende computers veel tijd in beslag
nemen. Het is een ingewikkeld proces waarbij vaak fouten ontstaan.
Met de nieuwe functie Instellingen synchroniseren kunt u voorkeuren en instellingen synchroniseren via Creative Cloud. Als u twee computers
gebruikt, kunt u er met de functie Instellingen synchroniseren gemakkelijk voor zorgen dat de instellingen op de twee computers gesynchroniseerd
blijven. De synchronisatie vindt plaats via uw Adobe Creative Cloud-account. De instellingen worden geüpload naar uw Creative Cloud-account en
vervolgens naar de andere computer gedownload en daarop toegepast.
Opmerking:
Kies Bewerken > Instellingen synchroniseren en selecteer de relevante opties. Zie Instellingen synchroniseren met Adobe Creative Cloud voor
meer informatie.
3D-beeldbewerking
Verbeterd in Photoshop CC
Zie ook 3D-functies | Alleen Creative Cloud voor informatie over exclusieve Creative Cloud-functies die aan Photoshop CS6 zijn
toegevoegd. Deze functies zijn ook beschikbaar in Photoshop CC.
Tekenen in 3D
Photoshop CC beschikt over verschillende verbeteringen waarmee u 3D-modellen met meer controle en grotere nauwkeurigheid kunt tekenen.
Wanneer u tekent in de standaardmodus Actief tekenen in 3D, ziet u hoe uw penseelstreken in real-time worden bijgewerkt in zowel de 3D-
modelweergave als in de 3D-structuurweergave. De modus Actief tekenen in 3D resulteert bovendien in aanzienlijk betere prestaties en minimale
vervorming.
Projectietekenen is de standaardtekenmethode voor 3D in Photoshop CS5 en CS6. Deze methode is ook beschikbaar in Photoshop CC. U kunt
overschakelen op deze methode voor tekenen in 3D door 3D > Tekenen met projectie gebruiken te selecteren.
Naast Actief tekenen in 3D beschikt Photoshop CC over de volgende verbeteringen op het gebied van tekenen in 3D:
Wanneer u verschillende structuurtypen voor tekenen gebruikt, kunt u het doel zien in zowel 3D-modelweergave als in de 3D-
doelstructuurweergave.
U kunt ervoor kiezen uw 3D-objecten te tekenen in de modus Niet verlicht. Deze modus negeert alle belichting in de scène en laat
onbewerkte structuurgegevens van het juiste type rond de 3D-objecten lopen. Door in de modus Niet verlicht te tekenen, kunt u met grotere
kleurprecisie en zonder schaduwen tekenen.
Beschikbare methoden voor tekenen in 3D
De verschillende tekenmethoden zijn geschikt voor verschillende manieren van gebruik. Photoshop CC biedt de volgende methoden voor tekenen
in 3D:
Actief tekenen in 3D: (standaardinstelling in Photoshop CC) de penseelstreken die in de 3D model- of -structuurweergave worden
aangebracht, worden in real-time weergegeven in de andere weergave. Deze manier van tekenen in 3D zorgt voor uitstekende prestaties en
minimale vervorming.
Tekenen met laagprojectie: (verbeterd in Photoshop CC) Deze tekenmethode wordt gebruikt wanneer het gereedschap Verloop en filters
worden gebruikt. Bij de methode voor tekenen met laagprojectie wordt een getekende laag samengevoegd met de onderliggende 3D-laag. Tijdens
de samenvoeging wordt de verf automatisch op de desbetreffende doelstructuren geprojecteerd.
Projectietekenen: (enige methode in Photoshop CS6) Projectietekenen is geschikt voor het tegelijkertijd tekenen van meerdere structuren of
voor het tekenen van de naad tussen twee structuren. Deze methode leidt echter over het algemeen tot minder goede prestaties en er kunnen
barsten ontstaan als u complexe 3D-objecten tekent.
Structuur tekenen: u kunt de tweedimensionale structuur openen en er direct op tekenen.
Zie Tekenen in 3D voor meer informatie.
Actief tekenen in 3D in Photoshop
Het 3D-deelvenster
Het deelvenster 3D in Photoshop CC is aanzienlijk verbeterd, zodat u gemakkelijker met 3D-objecten kunt werken. In overeenstemming met het
deelvenster Lagen is het deelvenster 3D nu opgesteld als een scènediagram of -structuur met hoofdobjecten en onderliggende objecten.
U kunt op verschillende manieren werken met 3D-objecten in het scènediagram:
Objecten verwijderen
Objecten opnieuw ordenen
De volgorde van objecten omkeren
Objecten invoegen
Objecten dupliceren
Instanties maken van objecten (gekoppelde instanties of losgekoppelde instanties)
Objecten groeperen
U kunt deze opties kiezen in het contextmenu dat is gekoppeld aan een 3D-object. Klik in Windows met de rechtermuisknop op een object om het
desbetreffende contextmenu te openen. Als u het contextmenu in Mac OS wilt openen, klikt u op het object terwijl u Control ingedrukt houdt.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar voor bepaalde typen 3D-objecten.
Zie Instellingen in het deelvenster 3D | Photoshop CC voor meer informatie.
Gekoppelde instantie: in het object aangebrachte wijzigingen worden weerspiegeld in de instantie
Instantie losgekoppeld van het oorspronkelijke object
Filters
Verbeterd in Photoshop CC
Verbeteringen in het filter Slim verscherpen
U kunt met het verbeterde filter Slim verscherpen resultaten van hoge kwaliteit produceren dankzij de adaptieve verscherpingstechnologie die ruis
en halo-effecten minimaliseert.
Het gestroomlijnde interfaceontwerp voor dit filter biedt geoptimaliseerde besturingselementen voor doelgericht verscherpen. Gebruik de
schuifregelaars voor snelle aanpassingen en de geavanceerde besturingselementen om de resultaten te perfectioneren.
Zie Overzicht van de filtereffecten en De scherpte en vervaging van afbeeldingen aanpassen voor meer informatie.
Het dialoogvenster Slim verscherpen
Verbeteringen in de filters Minimaal en Maximaal
De filters Maximaal en Minimaal zijn bijgewerkt. U kunt nu in het menu Behouden kiezen voor vierkantigheid of afronding als u de straalwaarde
opgeeft. Straalwaarden kunnen nu als decimalen worden ingevoerd.
Zie Overzicht van de filtereffecten voor meer informatie.
Vierkante vorm of ronde vorm behouden
Adobe Camera Raw als een filter
Nieuw in Photoshop CC
In Photoshop CC is Adobe Camera Raw ook beschikbaar als een filter. Wanneer u een afbeelding verwerkt in Photoshop, kunt u ervoor kiezen het
Camera Raw-filter (Filter > Camera Raw-filter) toe te passen op afbeeldingen die al zijn geopend in Photoshop. Dit betekent dat u Camera Raw-
aanpassingen kunt toepassen op meer bestandstypen, zoals PNG-, TIFF-, JPEG-bestanden, videoclips, enz. Afbeeldingen die met het Camera
Raw-filter worden verwerkt, kunnen zich op elke laag bevinden.
Camera Raw-filter (Shift + Ctrl/Cmd + A) in Photoshop
Zie deze video over Camera Raw als een filter gebruiken in Photoshop voor meer informatie.
Adobe Camera Raw
Zie het video-overzicht van Adobe Camera Raw 8 voor informatie over recente verbeteringen in Camera Raw.
Bestandsbeheervoorkeuren voor JPEG- en TIFF-bestanden
Nieuw in Photoshop CC
Er zijn nieuwe voorkeuren beschikbaar waarmee u kunt bepalen hoe JPEG- en TIFF-bestanden worden verwerkt in Photoshop. Deze instellingen
zijn vooral handig als u altijd Camera Raw gebruikt wanneer u een afbeelding verwerkt of als u Camera Raw juist selectief wilt gebruiken. Een
fotograaf wil waarschijnlijk elke afbeelding eerst verwerken met het dialoogvenster Camera Raw en deze daarna pas openen in Photoshop. Een
arteditor of een vormgever wil daarentegen het dialoogvenster Camera Raw waarschijnlijk alleen maar openen voor afbeeldingen die eerder met
Camera Raw zijn verwerkt.
Als u de voorkeuren in Photoshop wilt wijzigen, klikt u op Voorkeuren > Bestandsbeheer > sectie Bestandscompatibiliteit > Camera Raw-
voorkeuren > sectie JPEG- en TIFF-beheer. U kunt kiezen of het dialoogvenster Camera Raw automatisch wordt geopend als u een JPEG- of
TIFF-bestand opent. Kies bijvoorbeeld een optie in de vervolgkeuzelijst JPEG:
JPEG-ondersteuning uitschakelen. Wanneer u een JPEG-bestand opent in Photoshop, wordt het dialoogvenster Camera Raw niet geopend.
JPEG-bestanden met instellingen automatisch openen. Wanneer u een JPEG-bestand opent in Photoshop, wordt het dialoogvenster Camera
Raw alleen geopend als het JPEG-bestand eerder met Adobe Camera Raw is verwerkt.
Alle ondersteunde JPEG-bestanden automatisch openen. Het dialoogvenster Camera Raw wordt altijd geopend als u een JPEG-bestand
opent.
Gebruik het TIFF-vervolgkeuzemenu voor vergelijkbare opties voor TIFF-bestanden.
Gereedschap Vlekken verwijderen
Verbeterd in Photoshop CC
Het gereedschap Vlekken verwijderen (dialoogvenster Camera Raw >Vlekken verwijderen of de sneltoets B) functioneert nu net zo als het
Retoucheerpenseel in Photoshop. Met het gereedschap Vlekken verwijderen tekent u over een element in uw foto en selecteert u een brongebied
dat voor uw geselecteerde gebied kan worden gebruikt. Het gereedschap doet de rest voor u. Als u op de schuine streep (/) drukt, kiest Camera
Raw het brongebied voor u.
Een lijn die moet worden geretoucheerd (links), wordt geïdentificeerd en geselecteerd, er wordt een passend brongebied bij gezocht (midden),
waarna de lijn wordt verwijderd (rechts)
U kunt het gereedschap Vlekken verwijderen gebruiken om zichtbare onvolkomenheden te verwijderen, maar niet alle onvolkomenheden in de foto
zijn zichtbaar in de normale weergave (zoals sensorstof of vlekken of onvolkomenheden in een portret). Met de optie Vlekken visualiseren van het
gereedschap Vlekken verwijderen kunt u kleinere en minder duidelijke onvolkomenheden zichtbaar maken. Wanneer u Vlekken visualiseren
selecteert, wordt de afbeelding omgekeerd. U kunt de contrastniveaus van de omgekeerde afbeelding variëren om de onvolkomenheden
duidelijker zichtbaar te maken. Vervolgens kunt u met het gereedschap Vlekken verwijderen in deze weergave alle onvolkomenheden verwijderen.
Zie het artikel over het verbeterde gereedschap Vlekken verwijderen in Photoshop CC voor meer informatie.
Radiaalfilter
Nieuw in Photoshop CC
Met het nieuwe gereedschap Radiaalfilter (dialoogvenster Camera Raw > gereedschap Radiaalfilter of de sneltoets J) kunt u ovaalvormige
selectiekaders definiëren en gelokaliseerde correcties toepassen op deze gebieden. De correcties kunnen binnen of buiten de selectiekaders
worden toegepast. U kunt meerdere radiaalfilters in een afbeelding plaatsen en verschillende aanpassingen toepassen op elk filter.
De afbeelding zoals deze is genomen (links) en de afbeelding waarin op het onderwerp is scherpgesteld met een soort vigneteffect dat is
gecreëerd met radiaalfilters (rechts)
In de bovenstaande afbeelding is bijvoorbeeld een vigneteffect gesimuleerd. Er zijn twee overlappende radiaalfiltergebieden gedefinieerd over het
gezicht van de persoon heen, waarbij het ene gebied iets groter is dan het andere. Met behulp van het grotere radiaalfiltergebied zijn
aanpassingen aangebracht om de gebieden achter het gezicht minder te laten opvallen. Het tweede, kleinere radiaalfiltergebied is aangepast om
het gezicht lichter en duidelijker te maken.
Zie het artikel over het gereedschap Radiaalfilter voor meer informatie.
De modus Upright
Nieuw in Photoshop CC
Met de functie Upright (dialoogvenster Camera Raw > Lenscorrectie > tabblad Handmatig) in Camera Raw kunt u de inhoud van een afbeelding
automatisch rechtzetten. De modus Upright corrigeert automatisch het perspectief van de elementen in een foto. De functie heeft vier instellingen
waaruit u kunt kiezen:
Automatisch: gebalanceerde perspectiefcorrecties
Vlakte: perspectiefcorrecties ten gunste van de horizontale details
Verticaal: perspectiefcorrecties ten gunste van de verticale details
Volledig: combinatie van de perspectiefcorrecties Vlakte, Verticaal en Automatisch
U kunt een instelling toepassen, door de andere instellingen bladeren en vervolgens de instelling kiezen die het beste bij uw foto past.
Voorbeeldafbeelding voordat de perspectiefcorrectie is toegepast (links) en na gebruik van de instelling Automatisch van de functie Upright
(rechts)
Er is bovendien een nieuwe schuifregelaar Verhouding toegevoegd. Met de schuifregelaar Verhouding kunt u de verhouding van de afbeelding
horizontaal of verticaal wijzigen. Als u de schuifregelaar naar links schuift, verandert u het horizontale aspect en als u deze naar rechts schuift,
wijzigt u het verticale aspect van de foto.
Zie het artikel over Automatische perspectiefcorrectie in Camera Raw voor meer informatie.
Meerdere paden selecteren
Verbeterd in Photoshop CC
Opmerking:
Dankzij de nieuwe verbeteringen in Photoshop CC kunt u met meerdere paden werken. U kunt opdrachten toepassen op meerdere paden in het
menu van het deelvenster Paden. Het is vooral erg prettig dat het nu mogelijk is meerdere paden tegelijk te selecteren en te verwijderen.
U kunt nu de volgende handelingen uitvoeren:
Meerdere paden selecteren door Shift ingedrukt te houden en te klikken op paden in het deelvenster Paden
Houd Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en klik om niet-aangrenzende paden te selecteren
Sleep het gereedschap Padselectie en het gereedschap Direct selecteren over meerdere paden om deze te bewerken, zelfs als de paden
zich op verschillende lagen bevinden.
Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleep een pad in het deelvenster Paden om het pad te dupliceren
U verandert de positie van een pad door het pad te verslepen in het deelvenster Paden. U kunt paden alleen opnieuw rangschikken als het
geen vorm-, tekst- of vectormaskerpaden zijn.
Verwijder meerdere geselecteerde paden in één keer.
Zie Verplaatsen met behoud van inhoud voor meer informatie.
Rechthoeken en afgeronde rechthoeken wijzigen
Verbeterd in Photoshop CC
U kunt de afmetingen, de plaatsing en de hoekstralen van een rechthoek of afgeronde rechthoekvorm aanpassen nadat deze is gemaakt. Elke
hoek kan afzonderlijk worden aangepast en u kunt de rechthoeken op meerdere lagen gelijktijdig aanpassen.
Zie Vormen wijzigen voor meer informatie.
Ondersteuning voor Indische talen
Nieuw in Photoshop CC
U kunt nu tekst in 10 Indische talen in uw Photoshop-documenten typen, namelijk Bengaals, Gujarati, Hindi, Kannada, Malayalam, Marathi, Oriya,
Punjabi, Tamil en Telugu.
Als u ondersteuning voor Indische talen wilt inschakelen, selecteert u Voorkeuren > Tekst > Midden-Oosten en Zuid-Azië. De wijzigingen treden in
werking in het volgende document dat u maakt.
Wanneer u ondersteuning voor Indische talen inschakelt, worden twee aanvullende composers ingeschakeld in het pop-upmenu van het
deelvenster Alinea:
• Single-line Composer
• Every-line Composer
U kunt ondersteuning inschakelen voor Midden-Oosten en Zuid-Azië of Oost-Aziatisch in een document.
Systeemoptie voor anti-aliastekst
Verbeterd in Photoshop CC
De nieuwe systeemoptie voor anti-aliasitekst zorgt voor een realistische voorvertoning van de manier waarop uw tekst op het web wordt
weergegeven. Deze nieuwe optie is vrijwel identiek aan de opties voor anti-aliasing in populaire browsers voor zowel op Windows als op Mac
gebaseerde rendering.
Andere verbeteringen
De galerie Vervagen functioneert aanzienlijk beter. De galerie Vervagen gebruikt nu OpenCL voor zowel voorvertoningen als voor het
uiteindelijke resultaat.
Meerdere verbeteringen op gebied van de migratie van voorinstellingen:
Voorinstellingen worden nu zowel gemigreerd vanuit de gebruikersbibliotheekmap als vanuit de map met voorinstellingen voor
toepassingen
Actieve voorinstellingen worden nu samen met niet-geladen voorinstellingen gemigreerd
Alleen voorinstellingen voor de vorige versie worden gemigreerd. Zo worden CS6-voorinstellingen bijvoorbeeld gemigreerd terwijl CS5-
voorinstellingen worden genegeerd.
Het is niet nodig het systeem opnieuw op te starten na het migreren van voorinstellingen.
Wijzigingen in de Windows-dialoogvensters Openen/Opslaan:
Wijzigingen in de volgorde en plaatsing van bepaalde besturingselementen
De optie Kleine letters gebruiken is verwijderd. U kunt de instelling voor het gebruik van kleine letters of hoofdletters voor
bestandsextensies wijzigen in het dialoogvenster Voorkeuren.
De waarschuwingspictogrammen en het venster met waarschuwingsteksten zijn vervangen door de knop Waarschuwing, die naast de
knoppen Opslaan en Annuleren wordt weergegeven. Wanneer u op deze knop Waarschuwing klikt, wordt in Photoshop een
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Juridische kennisgevingen | Online privacybeleid
berichtvenster weergegeven met de reden van de waarschuwing. Als er geen waarschuwingen zijn voor een document, wordt de knop
Waarschuwing verborgen.
De knop Waarschuwing
Een hoekbesturingswidget voor penselen is nu zowel beschikbaar op de optiebalk als in het contextmenu.
De optie Afdrukgrootte tonen is hersteld.
De gammawaarde voor tekst wordt nu automatisch ingesteld voor nieuwe systeemopties.
Het opslaan van uw werk op netwerkshares in Mac OS X functioneert nu beter
De metagegevens en de ICC-profielen worden nu opgenomen wanneer u een document opslaat als een PNG-bestand.
U kunt CSS-code (Cascading Style Sheet) nu rechtstreeks exporteren uit lagen of groepen. Selecteer Laag > CSS kopiëren.
Verbeteringen voor CSS kopiëren:
De eenheden voor CSS kopiëren zijn nu altijd pixels (px)
Voor het instellen van transparantie met CSS kopiëren worden nu verlopen gebruikt
Verbeterde plaatsing van getransformeerde tekst
Er wordt nu geen breedte meer gegenereerd voor niet-alineatekst
U kunt nu meerdere tekststijlen selecteren en verwijderen
U kunt nu de wijzigingstoets Shift gebruiken als u paden maakt.
Wijzigingen op productniveau
Alle eigenschappen in Photoshop Extended CS6 zijn nu beschikbaar in Photoshop CC. Photoshop CC kent geen afzonderlijke Extended-
versie.
De volgende toepassingen worden niet langer standaard geïnstalleerd met Photoshop CC:
Bridge CC; zie Nieuw in Adobe Bridge CC voor een lijst met nieuwe functies.
Extension Manager
ExtendScriptToolkit
Opmerking: als u Bridge CC, Extension Manager of de ExtendScriptToolkit wilt downloaden, meldt u zich aan bij Adobe Creative Cloud,
gaat u naar Apps en downloadt u de gewenste toepassing.
Nieuwe systeemvereisten voor Photoshop CC:
Ondersteuning voor Mac OS X 10.7 (Lion) en 10.8 (Mountain Lion)
Mac OS X 10.6 (Snow Leopard) wordt niet officieel ondersteund. Het is vooral belangrijk om te weten dat u niet kunt werken met
videobestanden in Mac OS X 10.6. U kunt wel een tijdlijn met stilstaande beelden maken en effecten toevoegen, zoals overgangen. U
kunt dit werk echter alleen exporteren met de optie Bestand > Exporteren > Video renderen > Photoshop-afbeeldingsvolgorde.
Het filter Belichtingseffecten (Filter > Renderen > Belichtingseffecten) werkt alleen met 8-bits RGB-afbeeldingen in Photoshop CC.
Perspectief verdraaien | Photoshop CC
Naar boven
Naar boven
Naar boven
Achtergrond
Vereiste: de grafische processor inschakelen
Perspectief aanpassen
Veelgestelde vragen
Met Photoshop kunt u het perspectief in afbeeldingen gemakkelijk aanpassen. Deze functie is bijzonder handig voor afbeeldingen met rechte lijnen
en platte oppervlakken, bijvoorbeeld afbeeldingen van gebouwen of architectuur. U kunt deze functie ook gebruiken om objecten met verschillende
perspectieven samen te voegen tot één afbeelding.
Achtergrond
Som kan een object er in een afbeelding anders uitzien dan hoe het er in werkelijkheid uitziet. Dit is te wijten aan perspectiefvervorming.
Afbeeldingen van hetzelfde object die vanaf verschillende camera-afstanden en onder verschillende kijkhoeken zijn vastgelegd, kunnen een
andere perspectiefvervorming hebben.
Perspectivische vervorming in afbeeldingen van hetzelfde object dat is vastgelegd van verschillende afstanden en onder verschillende hoeken
(Creative Commons-afbeelding, met dank aan: SharkD)
Vereiste: de grafische processor inschakelen
Photoshop heeft minimaal 512 MB aan video-RAM (VRAM) nodig om de functie voor perspectiefvervorming te kunnen uitvoeren. Raadpleeg
Veelgestelde vragen over de processor in Photoshop CC voor nadere informatie.
Als vereiste voor het aanpassen van perspectief, moet u ervoor zorgen dat de grafische processor is ingeschakeld in uw Photoshop-voorkeuren.
1. Selecteer Bewerken > Voorkeuren > Prestaties.
2. Selecteer in het gebied GPU-instellingen de optie GPU gebruiken.
3. Klik op Geavanceerde instellingen. Zorg dat GPU gebruiken om sneller berekeningen uit te voeren is geselecteerd.
4. Klik op OK.
Perspectief aanpassen
Vlakken definiëren
Voordat u het perspectief aanpast, moet u de vlakken binnen de architectuur in de afbeelding definiëren.
1. Open de afbeelding in Photoshop.
2. Selecteer Bewerken > Perspectief verdraaien. Lees de tip op het scherm en sluit deze.
3. Teken vierhoekige elementen langs de vlakken van de architectuur in de afbeelding. Probeer tijdens het tekenen van de vierhoekige
elementen de randen parallel aan de rechte lijnen in de architectuur te houden.
Teken de randen van de vierhoekige elementen ruwweg parallel aan de lijnen in de architectuur. Zoals u in de illustratie kunt zien, kunt u twee
vlakken magnetisch op elkaar uitlijnen. Hier ziet u een aantal vlakken die zijn gedefinieerd voor een gebouw.
De vlakken manipuleren
1. Schakel vanuit de modus Lay-out over naar de modus Verdraaien.
De modus Verdraaien
2. Manipuleer het perspectief op een van de beschikbare manieren:
Verplaats de hoeken van de vierhoekige elementen (punten), al naar gelang van toepassing. U kunt het perspectief van deze afbeelding
bijvoorbeeld zodanig aanpassen dat de twee zijden van het gebouw in gelijke mate worden verkort. Het resulterende perspectief benadert
dan een directe weergave van het gebouw vanuit een hoek.
Het perspectief aanpassen, zodat de twee zijden van het gebouw in gelijke mate worden verkort
Houd Shift ingedrukt en klik op een afzonderlijke rand van een vierhoekig element om dit recht te trekken en zo te houden tijdens verdere
perspectiefbewerkingen. Deze rechtgetrokken randen worden geel gemarkeerd in de modus Verdraaien. U kunt de hoeken van de
vierhoekige elementen (punten) verplaatsen voor een fijnere controle over de perspectiefaanpassing.
Houd Shift ingedrukt en klik op een afzonderlijke rand van een vierhoekig element om te zorgen dat deze recht blijft tijdens verdere
perspectiefbewerkingen. De geselecteerde rand uiterst rechts in deze afbeelding is geel gemarkeerd.
De geselecteerde rand wordt rechtgetrokken. De rechtgetrokken rand blijft bovendien behouden tijdens verdere perspectiefbewerkingen.
Houd Shift ingedrukt en klik nogmaals op de rand als u het rechttrekken niet wilt behouden.
In de modus Verdraaien kunt u op de volgende pictogrammen voor automatische perspectiefvervorming klikken:
Automatisch nivelleren bij horizontale lijnen
Horizontaal nivelleren
Automatisch rechttrekken bij verticale lijnen
Pijltoetsen
H
L
B
Enter
Shift ingedrukt houden en klikken
Shift ingedrukt houden (en een rand slepen)
Naar boven
Verticaal rechttrekken
Automatisch verticaal en horizontaal rechttrekken
Horizontaal en verticaal rechttrekken
3. Nadat u klaar bent met het aanpassen van het perspectief klikt u op het pictogram Perspectief verdraaien vastleggen ( ).
Sneltoetsen
De volgende sneltoetsen vergemakkelijken aanpassing van het perspectief:
Verplaatst een hoek van een vierhoekig element (punt) een klein stukje
Verbergt het raster wanneer u in de modus Verdraaien werkt
Schakelt over naar de modus Lay-out
Schakelt over naar de modus Verdraaien
In de modus Lay-out kunt u op Enter drukken om snel over te schakelen naar de modus Verdraaien. In de modus Verdraaien legt u met de
Enter-toets de huidige perspectiefwijzigingen vast.
(modus Verdraaien) Trekt een afzonderlijke rand van een vierhoekig element recht en zorgt dat deze recht
blijft tijdens verdere perspectiefbewerkingen. Houd Shift ingedrukt en klik nogmaals als u de rechtgetrokken rand niet wilt behouden.
(modus Verdraaien) Beperkt de vorm van een vlak terwijl het wordt verlengd
Veelgestelde vragen
Kan ik verschillende perspectieven in dezelfde afbeelding bewerken?
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Ja. Wanneer u verschillende perspectieven in dezelfde afbeelding bewerkt, kunt u:
Een bepaald perspectief in een bepaald gedeelte van de afbeelding ongewijzigd laten en het perspectief voor de rest van de afbeelding
aanpassen. Dat doet u als volgt:
1. Teken een vierhoekig element om het gedeelte van de afbeelding waarvan u het perspectief wilt behouden. Zorg dat dit vierhoekige
element niet magnetisch wordt uitgelijnd op een van de andere vlakken waarvan u het perspectief aanpast.
2. Zorg dat dit vierhoekige element ongewijzigd blijft terwijl u met de andere vlakken werkt waarvan u het perspectief wilt aanpassen.
Bewerk de gedeelten van de afbeelding met verschillende perspectieven onafhankelijk van elkaar.
1. Teken los van elkaar staande vierhoekige elementen rond de desbetreffende gedeelten van de afbeelding.
2. Bewerk de vierhoekige elementen onafhankelijk van elkaar.
De tips op het scherm worden niet meer weergegeven. Hoe krijg ik die terug?
Voer de volgende stappen uit:
1. Selecteer Bewerken > Voorkeuren > Algemeen.
2. Klik op Alle waarschuwingsmeldingen herstellen en klik vervolgens op OK.
Kan ik verschillende series vlakken definiëren voor dezelfde architectuur?
Ja. Ter illustratie bespreken we hier twee verschillende manieren om vlakken te definiëren voor de poort naar de Taj Mahal:
Een vierhoekig element dat losjes om de architectuur is getekend
Een andere serie vlakken die is gedefinieerd voor dezelfde architectuur. Deze serie vlakken geeft u betere controle over perspectiefaanpassingen.
Juridische kennisgevingen | Online privacybeleid
3D-objecten afdrukken | Photoshop CC
Naar boven
Opmerking:
Het afdrukken van 3D-objecten voorbereiden
Het 3D-object afdrukken en een afdrukvoorbeeld weergeven
Hulpprogramma's voor afdrukken in 3D
Veelgestelde vragen
Zie ook
U kunt in Photoshop elk compatibel 3D-model afdrukken zonder u zorgen te hoeven maken over de beperkingen van 3D-printers. Ter
voorbereiding op het afdrukken maakt Photoshop 3D-modellen automatisch waterdicht.
Het afdrukken van 3D-objecten voorbereiden
1. Selecteer Venster > Werkruimte > 3D om over te schakelen naar de 3D-werkruimte.
2. Open het 3D-model in Photoshop. Pas, indien nodig, de grootte van het 3D-model aan als u het opent.
3. Selecteer 3D > Instellingen voor afdrukken in 3D.
Instellingen voor afdrukken in 3D
4. Kies in het deelvenster Instellingen voor afdrukken in 3D of u wilt afdrukken naar een op de USB-poort van uw computer aangesloten printer
(een lokale printer) of naar een onlineservice voor afdrukken in 3D, zoals Shapeways.com.
Shapeways.com is een toonaangevende service en community voor afdrukken in 3D. Shapeways.com beschikt over verschillende
printerprofielen die u kunt gebruiken voor het afdrukken van uw 3D-modellen. Zie deze veelgestelde vragen voor meer informatie.
Als u de lijst met ondersteunde printers of Shapeways.com-profielen wilt vernieuwen, selecteert u Nieuwste printers ophalen in het pop-upmenu
Afdrukken naar.
5. Selecteer een lokale printer of een Shapeways.com-printerprofiel.
Selecteer Printer > Prijs schatten voor een geschatte prijs voor het afdrukken van het 3D-model aan de hand van beschikbare Shapeways-
com-profielen.
6. Selecteer een eenheid voor de printergrootte, zoals inch, centimeter, millimeter of pixel. Deze eenheid wordt weerspiegeld in de afmetingen
voor Printergrootte, maar ook in de afmetingen van de afdrukplaat.
Naar boven
A. 3D-model B. Afdrukplaat C. Overlay voor printergrootte
7. Selecteer een Detailniveau voor de 3D-afdruk, u kunt kiezen uit Laag, Normaal of Hoog. De voor het afdrukken van het 3D-object vereiste
tijd is afhankelijk van de hoeveelheid details die u kiest.
8. Als u niet wilt dat een overlay van de 3D-printergrootte over het 3D-model wordt geplaatst, schakelt u Overlay printergrootte tonen uit.
9. Pas de afmetingen voor Scènegrootte aan om de gewenste grootte voor het afgedrukte 3D-object op te geven. Wanneer u een waarde
wijzigt (X, Y of Z), worden de andere twee waarden proportioneel geschaald. Terwijl u de Scènegrootte wijzigt, ziet u dat de afdrukplaat
onder het 3D-model proportioneel wordt geschaald.
U kunt de waarde van een Scènegrootte-afmeting scrubben door op het afmetingslabel (X, Y of Z) te klikken en de muis naar links of rechts te
slepen. Houd Shift ingedrukt om de waarde sneller te scrubben.
10. Kies Schalen naar afdrukgrootte als u wilt dat het 3D-model automatisch wordt geschaald, zodat het de beschikbare afdrukgrootte van de
geselecteerde printer vult.
11. Als het 3D-model grijsstructuren, reliëfstructuren of dekkingsstructuren heeft, kunt u ervoor kiezen een of meerdere van deze structuren te
negeren tijdens het afdrukken van het model. U zult zien dat het 3D-model in real-time wordt bijgewerkt wanneer u deze Oppervlakdetails-
instellingen wijzigt.
12. U kunt ervoor kiezen de vereiste ondersteuningsstructuren (basisstructuren of rafts) voor het 3D-object niet af te drukken. Wees voorzichtig
met het gebruik van deze optie, aangezien het afdrukken van het 3D-model mogelijk niet lukt als u de vereiste ondersteuningsstructuur niet
afdrukt.
13. Als uw printer meerdere materialen ondersteunt, kiest u het gewenste materiaal voor het afdrukken van het 3D-object.
Het 3D-object afdrukken en een afdrukvoorbeeld weergeven
Als u alle 3D-afdrukinstellingen hebt opgegeven, voert u de volgende stappen uit:
1. Klik op het pictogram Afdrukken starten (
) of selecteer 3D > Afdrukken in 3D. Photoshop verenigt de 3D-scène en bereidt deze voor op
het afdrukproces.
2. Als u afdrukt aan de hand van een Shareways.com-profiel, verschijnt een aanwijzing met de mededeling dat de feitelijke afdrukkosten
kunnen afwijken van de weergegeven schatting. Klik op OK.
3. Gebruik de 3D-cameragereedschappen in het voorvertoningsvenster om het 3D-object te roteren, te verplaatsen of om in of uit te zoomen op
het object.
Naar boven
Afdrukplaat kalibreren
Filament laden
Filament verwijderen
Filament wijzigen
Naar boven
De 3D-camera roteren
De 3D-camera om de z-as draaien
Panoramische weergave van de 3D-camera
De 3D-camera schuiven
De oorspronkelijke locatie van de 3D-camera herstellen
Voorvertoning 3D-afdruk
4. Als u de 3D-afdrukinstellingen wilt exporteren naar een STL-bestand, klikt u op Exporteren en slaat u het bestand op de gewenste locatie op
uw computer op. U kunt een STL-bestand uploaden naar een onlineservice, zoals Shapeways.com, of u kunt het op een SD-kaart plaatsen
en lokaal afdrukken.
5. Bekijk het 3D-afdrukoverzicht en klik op Afdrukken.
U kunt een 3D-afdruktaak annuleren door 3D > Afdrukken in 3D annuleren te kiezen.
Hulpprogramma's voor afdrukken in 3D
Photoshop beschikt over interactieve hulpprogramma's die op wizards zijn gebaseerd en die u kunt gebruiken voor het configureren, kalibreren en
onderhouden van uw 3D-printer. U kunt deze hulpprogramma's alleen gebruiken als de 3D-printer ingeschakeld is en aangesloten is op uw
computer.
1. Selecteer 3D > Hulpprogramma's 3D-printer.
2. Selecteer het hulpprogramma dat u wilt starten.
Hiermee kunt u de afdrukplaat nivelleren. Dit hulpprogramma voert de volgende algemene stappen uit:
Vraagt u eventueel resterend afdrukmateriaal uit de 3D-printer te verwijderen
Initaliseert de afdrukkop
Hiermee kunt u de tussenruimte tussen de afdrukplaat en de afdrukkop voor negen spuitstukken aanpassen/afstellen
U kunt dit hulpprogramma starten in de wizardmodus of in de handmatige modus.
Hiermee kunt u een filament laden in een FDM 3D-printer (Fused Deposition Modeling).
Helpt u een filament uit een FDM 3D-printer te verwijderen
Helpt u het filament van een FDM 3D-printer te vervangen door een nieuw filament
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Veelgestelde vragen
Kan ik een doorsnede toepassen op een 3D-model voordat ik het ga afdrukken?
Ja. U kunt doorsnedes definiëren om gedeelten van een 3D-model weg te snijden voordat u het afdrukt. Voer de volgende algemene stappen uit:
1. Selecteer Venster > Werkruimte > 3D om over te schakelen naar de 3D-werkruimte.
2. Open het 3D-object dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Scène in het deelvenster 3D.
4. Selecteer in het deelvenster Eigenschappen de optie Doorsnede.
5. Geef instellingen voor de doorsnede op in het deelvenster Eigenschappen.
6. Selecteer 3D > Doorsnede toepassen op scène.
7. Druk de 3D-scène af.
Een doorsnede van de bol wegsnijden voordat u deze afdrukt
Kan ik een reliëf- of dekkingsstructuur toepassen op een 3D-model voordat ik het afdruk?
Ja. Voer de volgende algemene stappen uit:
1. Selecteer een materiaal in het deelvenster Scène.
2. Klik in het deelvenster Eigenschappen op het mappictogram (
) naast Reliëf/Dekking en laad een structuur. U kunt ook een nieuwe
structuur definiëren die u op het 3D-model wilt toepassen.
3. Als u een nieuwe structuur definieert, slaat u deze op. De structuur wordt als een reliëf- of dekkingsstructuur toegepast op het 3D-model.
4. Druk het 3D-model af.
Een reliëfstructuur op het 3D-model toepassen voordat het wordt afgedrukt
Een dekkingsstructuur op het 3D-model toepassen voordat het wordt afgedrukt
Kan ik 3D-modellen in twee kleuren afdrukken?
Als uw 3D-printer is uitgerust met twee afdrukkoppen, kunt u 3D-modellen in twee kleuren afdrukken. Het model wordt in twee kleuren
weergegeven in de 3D-werkruimte en in de 3D-voorvertoning.
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Juridische kennisgevingen | Online privacybeleid
Naar boven
Een 3D-model in twee kleuren afdrukken
Hoe worden 3D-modellen met meerdere lagen afgedrukt?
Vanuit afdrukoogpunt wordt elke laag in het 3D-model behandeld als een 3D-object. Indien noodzakelijk, kunt u twee of meer lagen samenvoegen
(3D > 3D-lagen samenvoegen).
Zie ook
Tekenen in 3D | CC, CS6
Verbeteringen van het deelvenster 3D | Photoshop CC
Photoshop 3D-documentatie
Afbeeldingselementen genereren op basis van lagen | Photoshop CC
Naar boven
Opmerking:
Afbeeldingselementen genereren op basis van lagen of laaggroepen
Een praktijkvoorbeeld voor webontwerp
Parameters voor kwaliteit en grootte opgeven
Het genereren van afbeeldingselementen uitschakelen voor alle documenten
Veelgestelde vragen
U kunt JPEG-, PNG- of GIF-afbeeldingselementen genereren op basis van de inhoud van een laag of laaggroep in een PSD-bestand. Er worden
automatisch elementen gegenereerd wanneer u een ondersteunde extensie voor een afbeeldingsindeling toevoegt aan de naam van een laag of
laaggroep. U kunt desgewenst ook de parameters voor kwaliteit en grootte opgeven voor de gegenereerde afbeeldingselementen.
Het genereren van afbeeldingselementen op basis van een PSD-bestand is bijzonder handig wanneer u websites ontwerpt voor verschillende
apparaten.
Afbeeldingselementen genereren op basis van lagen of laaggroepen
Als u de generator voor afbeeldingselementen beter wilt begrijpen, kunt u dit eenvoudige PSD-bestand (te downoaden via deze koppeling)
gebruiken met de volgende laagvolgorde:
PSD-voorbeeldbestand en de bijbehorende laaghiërarchie
De laaghiërarchie voor dit bestand bestaat uit twee laaggroepen: Rounded_rectangles en Ellipses. Elk van deze laaggroepen bevat vijf lagen.
Voer de volgende stappen uit om afbeeldingselementen te genereren op basis van dit PSD-bestand:
1. Zorg dat het PSD-bestand geopend is en selecteer Bestand > Genereren > Afbeeldingselementen.
2. Voeg geschikte bestandsextensies toe (.jpg, .png of .gif) aan de namen van de lagen of laaggroepen op basis waarvan u
afbeeldingselementen wilt genereren. Wijzig bijvoorbeeld de naam van de laaggroepen Rounded_rectangles en Ellipses in
Rounded_rectangles.jpg en Ellipses.png en de naam van de laag Ellipse_4 in Ellipse_4.gif.
De speciale tekens /, : en * worden niet ondersteund in laagnamen.
Photoshop genereert de afbeeldingselementen en slaat deze samen met het PSD-bronbestand op in een submap. Als het PSD-bronbestand nog
niet is opgeslagen, slaat Photoshop de gegenereerde elementen op in een
nieuwe map op uw bureaublad.
Naar boven
Afbeeldingselementen worden gegenereerd op basis van de namen van lagen of laaggroepen
Het genereren van afbeeldingselementen is ingeschakeld voor het huidige document. Als deze functie eenmaal is ingeschakeld, blijft deze
steeds actief wanneer u het document weer opent. Ga naar Bestand > Genereren > Afbeeldingselementen om het genereren van
afbeeldingselementen uit te schakelen voor het huidige document.
Meerdere elementen genereren op basis van een laag of laaggroep
Als u meerdere elementen wilt genereren op basis van een laag of laaggroep, scheidt u de elementnamen met een komma (,) van elkaar. De
volgende laagnaam genereert bijvoorbeeld drie elementen:
Ellipse_4.jpg, Ellipse_4b.png, Ellipse_4c.png
Een praktijkvoorbeeld voor webontwerp
Het genereren van afbeeldingselementen uit een PSD-bestand is bijzonder handig wanneer u websites ontwerpt voor verschillende apparaten.
Neem bijvoorbeeld het volgende webontwerp en de bijbehorende laagstructuur:
Een webontwerp en de bijbehorende laaghiërarchie
We gaan het pictogram bovenaan en de bovenste rij van het afbeeldingsraster Global Hotspots extraheren als afbeeldingselementen:
Voeg een extensie voor afbeeldingsindelingen toe aan de desbetreffende laagnamen.
Opmerking:
Naar boven
Wijzig de namen van de desbetreffende lagen/laaggroepen
Er wordt één afbeeldingselement gegenereerd op basis van de inhoud van een laag of laaggroep. De laaggroep AdventureCo
Logo in de bovenstaande illustratie bevat bijvoorbeeld een vormlaag en een actieve tekstlaag. Deze lagen worden samengevoegd wanneer een
afbeeldingselement wordt gemaakt op basis van de laaggroep.
Photoshop genereert de elementen en slaat deze op dezelfde locatie op als het PSD-bronbestand.
Gegenereerde afbeeldingselementen
Parameters voor kwaliteit en grootte opgeven
JPG-elementen worden standaard met een kwaliteit van 90% gegenereerd. PNG-elementen worden standaard als 32-bits afbeeldingen
gegenereerd. GIF-elementen worden met standaard alfatransparantie gegenereerd.
Als u de namen van lagen of laaggroepen wijzigt in voorbereiding op het genereren van elementen, kunt u kwaliteit en grootte aanpassen.
Parameters voor JPG-elementen
Voeg de gewenste uitvoerkwaliteit als achtervoegsel toe aan de naam van het element—.jpg(1-10) of .jpg(1-100%). Bijvoorbeeld:
Ellipse_4.jpg5
Ellipse_4.jpg50%
Voeg de gewenste afbeeldingsgrootte van de uitvoer toe (relatief of in ondersteunde indelingen—px, in, cm en mm) als een voervoegsel in
de naam van het element. De afbeelding wordt dienovereenkomstig geschaald. Bijvoorbeeld:
200% Ellipse_4.jpg
300 x 200 Rounded_rectangle_3.jpg
10in x 200mm Rounded_rectangle_3.jpg
Opmerking: vergeet niet een spatie te plaatsen tussen het voorvoegsel en de naam van het element. Als u de grootte in pixels opgeeft,
kunt u de eenheid weglaten. Bijvoorbeeld 300 x 200.
Zoals uit de illustratie blijkt, kunt u verschillende eenheden en pixels door elkaar gebruiken als u de gewenste grootte voor de uitvoerafbeelding
opgeeft. Zo is 4in x 100 Rounded_rectangle_3.jpg een geldige laagnaam voor het genereren van elementen.
Parameters voor PNG-elementen
Voeg de gewenste uitvoerkwaliteit als achtervoegsel toe aan de naam van het element—8, 24 of 32. Bijvoorbeeld:
Ellipse_4.png24
Voeg de gewenste afbeeldingsgrootte van de uitvoer toe (relatief of in ondersteunde indelingen—px, in, cm en mm) als een voervoegsel in
Naar boven
Opmerking:
Naar boven
de naam van het element. De afbeelding wordt dienovereenkomstig geschaald. Bijvoorbeeld:
42% Ellipse_4.png
300mm x 20cm Rounded_rectangle_3.png
10in x 50cm Rounded_rectangle_3.png
Opmerking: vergeet niet een spatie te plaatsen tussen het voorvoegsel en de naam van het element. Als u de grootte in pixels opgeeft,
kunt u de eenheid weglaten. Bijvoorbeeld 300 x 200.
Zoals uit de illustratie blijkt, kunt u verschillende eenheden en pixels door elkaar gebruiken als u de gewenste grootte voor de uitvoerafbeelding
opgeeft. Zo is 4in x 100 Rounded_rectangle_3.png een geldige laagnaam voor het genereren van elementen.
Parameters voor GIF-elementen
Voeg de gewenste afbeeldingsgrootte van de uitvoer toe (relatief of in ondersteunde indelingen—px, in, cm en mm) als een voervoegsel in
de naam van het element. Bijvoorbeeld:
42% Ellipse_4.gif
300mm x 20cm Rounded_rectangle_3.gif
20in x 50cm Rounded_rectangle_3.gif
Opmerking: vergeet niet een spatie te plaatsen tussen het voorvoegsel en de naam van het element. Als u de grootte in pixels opgeeft,
kunt u de eenheid weglaten. Bijvoorbeeld 300 x 200.
Zoals uit de illustratie blijkt, kunt u verschillende eenheden en pixels door elkaar gebruiken als u de gewenste grootte voor de uitvoerafbeelding
opgeeft. Zo is 4in x 100 Rounded_rectangle_3.gif een geldige laagnaam voor het genereren van elementen.
Parameters voor kwaliteit zijn niet beschikbaar voor GIF-elementen.
Complexe laagnamen samenstellen
U kunt meerdere elementnamen opgeven met parameters terwijl u een laag benoemt voor het genereren van elementen. Bijvoorbeeld:
120% Delicious.jpg, 42% Delicious.png24, 100x100 Delicious_2.jpg90%, 250% Delicious.gif
Photoshop genereert de volgende elementen op basis van deze laag:
Delicious.jpg (een JPEG-afbeelding met de kwaliteit 8 en geschaald naar 120%)
Delicious.png (een 24-bits PNG-afbeelding, geschaald naar 42%)
Delicious_2.jpg (een JPEG-afbeelding met een kwaliteit van 90% en een absoluut formaat van 100x100 px)
Delicious.gif (een naar 250% geschaalde GIF-afbeelding)
Het genereren van afbeeldingselementen uitschakelen voor alle documenten
U kunt het genereren van afbeeldingselementen globaal uitschakelen voor alle Photoshop-documenten door uw Voorkeuren te wijzigen.
1. Selecteer Bewerken > Voorkeuren > Plug-ins.
2. Schakel Generator inschakelen uit.
3. Klik op OK.
De opdracht Bestand > Genereren is niet beschikbaar als u het genereren van afbeeldingselementen uitschakelt in de Voorkeuren. U
kunt deze functie alleen weer inschakelen in het dialoogvenster Voorkeuren.
Veelgestelde vragen
Moet ik unieke elementnamen opgeven?
Elementnamen dienen uniek te zijn op documentniveau.
Wat is het standaard kwaliteitsniveau waarop afbeeldingselementen worden gegenereerd?
JPG-elementen worden standaard met een kwaliteit van 90% gegenereerd. PNG-elementen worden standaard als 32-bits afbeeldingen
gegenereerd. GIF-elementen worden met standaard alfatransparantie gegenereerd.
Kan ik in Photoshop afbeeldingselementen genereren op basis van lagen met transparantie en andere
effecten?
Ja. Transparantie en andere op een laag toegepaste effecten worden weerspiegeld in de elementen die op basis van die laag worden
gegenereerd. Het is echter mogelijk dat deze effecten worden samengevoegd in de gegenereerde elementen.
Hoe worden afbeeldingselementen gegenereerd op basis van lagen die aflopen buiten het canvas?
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Juridische kennisgevingen | Online privacybeleid
Tenzij pixelgegevens specifiek zijn uitgemaskerd, maken alle pixelgegevens in een laag deel uit van het gegenereerde element. Lagen of
laaggroepen die aflopen buiten het canvas zijn volledig zichtbaar in het gegenereerde element.
Is een komma het enige toegestane scheidingsteken tussen de namen van afbeeldingselementen?
U kunt niet alleen een komma (,), maar ook het plus-teken (+) gebruiken als scheidingsteken tussen namen van afbeeldingselementen.
Bijvoorbeeld:
42% Rounded_rectangle_1.png24 + 100x100 Rounded_rectangle_1.jpg90%
is gelijk aan:
42% Rounded_rectangle_1.png24, 100x100 Rounded_rectangle_1.jpg90%
Zie ook
Een nadere blik op de syntax van de Photoshop Generator
Vervaging door camerabeweging verminderen | Photoshop CC
Naar boven
Naar boven
Opmerking:
Naar boven
Video | Het filter voor reductie van camerabeweging gebruiken
Afbeeldingen die geschikt zijn voor reductie camerabeweging
De automatische functie voor reductie van camerabeweging gebruiken
Meerdere bewegingssporen gebruiken voor reductie van camerabeweging
Geavanceerde instellingen voor bewegingssporen
Photoshop beschikt over een intelligent mechanisme dat automatisch de vervaging reduceert in foto's die met een bewogen camera zijn genomen.
Indien noodzakelijk, kunt u geavanceerde instellingen aanpassen om de afbeelding verder te verscherpen. Het filter Schokreductie in het menu
Filter > Verscherpen kan de vervaging verbeteren die het resultaat is van verschillende typen camerabeweging, zoals lineaire beweging,
boogvormige beweging, draaivormige beweging en zigzag-beweging.
Reductie camerabeweging | Een Voor/Na-voorbeeld
Afbeeldingen die geschikt zijn voor reductie camerabeweging
De functie voor het reduceren van camerabeweging werkt het beste bij goed belichte foto's met weinig ruis. De volgende soorten stilstaande
beelden zijn vooral geschikt voor reductie camerabeweging:
Beelden die binnen of buiten zijn vastgelegd met een objectief met een lange brandpuntsafstand
Binnenopnamen van een statische scène die met een lange sluitertijd en zonder flits zijn genomen
Bovendien kan reductie camerabeweging helpen de vage tekst te verscherpen in foto's die zijn genomen met een bewogen camera.
De automatische functie voor reductie van camerabeweging gebruiken
1. Open de afbeelding.
2. Selecteer Filter > Verscherpen > Schokreductie. Photoshop analyseert automatisch het gebied van de afbeelding dat het meest geschikt is
voor bewegingsreductie, bepaalt de aard van de vervaging en extrapoleert de juiste correcties op de hele afbeelding. U kunt de
gecorrigeerde afbeelding bekijken in het dialoogvenster Schokreductie.
Gebruik de Gedetailleerde loep in het deelvenster rechtsonder om in te zoomen op het gebied, zodat u het goed kunt beoordelen. Indien nodig,
zoomt u in of uit op een afbeeldingselement. Als u het gereedschap Handje over de Gedetailleerde loep sleept om een gebied te bekijken en
vervolgens de muisknop loslaat, ziet u een snelle voorvertoning van de wijzigingen die schokreductie op dat gebied aanbrengt.
Als er geen correcties lijken te zijn aangebracht op de afbeelding in het dialoogvenster Schokreductie, controleert u of de optie
Voorvertoning in het rechterdeelvenster is ingeschakeld.
Meerdere bewegingssporen gebruiken voor reductie van camerabeweging
Een bewegingsspoor vertegenwoordigt de vorm en de mate van de vervaging die een geselecteerd gebied van een afbeelding beïnvloedt.
Verschillende gedeelten van de afbeelding kunnen vervagingen van verschillende vormen hebben. Automatische reductie van camerabeweging
neemt alleen de bewegingssporen voor het standaardgebied van de afbeelding in overweging dat volgens Photoshop het meest geschikt is voor
bewegingsschatting. Als u de afbeelding verder wilt afstemmen, kunt u Photoshop bewegingssporen voor meerdere gebieden laten berekenen en
overwegen.
De beschikbare bewegingssporen worden vermeld in het deelvenster Geavanceerd van het dialoogvenster Schokreductie. U kunt op een
bewegingsspoor klikken om er op in te zoomen.
Meerdere bewegingssporen in het deelvenster Geavanceerd
Bewegingssporen maken en wijzigen
U kunt in Photoshop op verschillende manieren bewegingssporen maken en wijzigen. U bereikt de beste resultaten als u bewegingssporen maakt
in gebieden van de afbeelding met randcontrast. Het gebied A in de onderstaande afbeelding is bijvoorbeeld geschikter voor bewegingsschatting
dan het gebied B.
Vanwege het structuurcontrast is A geschikter voor bewegingsschatting dan B
De grenzen verplaatsen van het gebied dat momenteel de focus heeft, of deze uitbreiden of inkrimpen
U kunt de randen van het gebied in focus eenvoudig uitbreiden of inkrimpen om het bijbehorende bewegingsspoor bij te werken. Als u de focus
naar een ander gebied wilt verplaatsen, versleept u de pin in het midden van het gebied dat momenteel de focus heeft.
Photoshop een nieuw gebied voor bewegingsschatting laten voorstellen
1. Klik op het pictogram Voorgesteld bewegingsspoor toevoegen (
) in het deelvenster Geavanceerd aan de rechterkant. Photoshop
markeert een nieuw gebied van de afbeelding dat geschikt is voor bewegingsschatting en maakt het bijbehorende bewegingsspoor.
2. Voeg desgewenst meer bewegingssporen toe.
Klik op het vuilnisbakpictogram () om een of meerdere geselecteerde bewegingssporen te verwijderen.
Handmatig een nieuw gebied in de afbeelding selecteren
1. Klik op het pictogram Bewegingsschatting (
) linksboven in het dialoogvenster Schokreductie.
2. Teken ergens in de afbeelding een selectiekader. Photoshop maakt automatisch een bewegingsspoor voor het gebied dat u hebt
geselecteerd.
3. Voeg desgewenst meer bewegingssporen toe.
Een bewegingsspoor maken met het gereedschap Bewegingsrichting
1. Selecteer het gereedschap Bewegingsrichting (
) aan de linkerdeelvenster.
2. Teken een rechte lijn voor de bewegingsrichting op de afbeelding.
3. Pas indien nodig de Lengte bewegingsspoor en Bewegingsrichting aan.
Lengte bewegingsspoor en bewegingsrichting
Een bewegingsspoor wijzigen met de Gedetailleerde loep
1. Gebruik de Gedetailleerde loep om de focus op een nieuw afbeeldingsgebied te plaatsen dat geschikt is voor reductie camerabeweging.
2. Klik op het pictogram Verbeteren bij loeplocatie (
) om de focus in het linkerdeelvenster te verplaatsen naar het gebied dat is gemarkeerd
in de Gedetailleerde loep. Het bewegingsspoor voor het gebied dat eerder in de Gedetailleerde loep werd weergegeven, wordt automatisch
bijgewerkt.
Met de sneltoets q kunt u de Gedetailleerde loep vastzetten of loskoppelen.
Een bewegingsspoor wijzigen met de Gedetailleerde loep
Meerdere bewegingssporen voorvertonen en toepassen
Nadat u de vereiste bewegingssporen hebt toegevoegd, kunt u een of meerdere bewegingssporen selecteren in het deelvenster Geavanceerd en
deze toepassen op de afbeelding.
De resultaten van twee bewegingssporen voorvertonen en vergelijken
Houd Ctrl (Windows) of Command (Mac) ingedrukt en selecteer de bewegingssporen in het deelvenster Geavanceerd. Photoshop geeft
meerdere voorbeeldvensters weer voor de geselecteerde bewegingssporen.
Resultaten voor twee naast elkaar weergegeven bewegingssporen
Als u de resultaten voor twee bewegingssporen naast elkaar bekijkt, kunt u snel Vloeiend maken en Artefactonderdrukking aanpassen en zien
wat voor effect uw wijzigingen op de afbeelding hebben. Ga naar Vloeiend maken en Artefactonderdrukking.
Naar boven
Een bewegingsspoor dupliceren
Sleep een bewegingsspoor over het pictogram Voorgesteld bewegingsspoor toevoegen ( ).
Photoshop maakt een kopie van het bewegingsspoor en vergrendelt de tweede kopie.
Het is handig om twee kopieën van bewegingssporen te maken om snel Vloeiend maken en Artefactonderdrukking aan te kunnen passen en
om een voorvertoning te maken van het effect van uw wijzigingen op de afbeelding. Ga naar Vloeiend maken en Artefactonderdrukking.
Met dubbele bewegingssporen werken
Bewegingssporen opnieuw gebruiken
Nadat u bewegingssporen hebt gemaakt, kunt u deze opslaan, zodat ze op andere afbeeldingen kunnen worden toegepast.
1. Selecteer een of meerdere bewegingssporen.
2. Selecteer Bewegingsspoor opslaan in het pop-upmenu in het deelvenster Geavanceerd. U kunt bewegingssporen in twee indelingen
opslaan, namelijk KNL en PNG.
Wanneer u de opgeslagen bewegingssporen opnieuw wilt gebruiken voor een andere afbeelding, gebruikt u de optie Laden in het pop-upmenu
van het deelvenster Geavanceerd.
Bewegingssporen opslaan en laden
Geavanceerde instellingen voor bewegingssporen
Met de geavanceerde instellingen voor bewegingssporen kunt u de reductie camerabeweging verder perfectioneren.
Bewegingsspoorgrenzen
Met de instelling Bewegingsspoorgrenzen kunt u de grenzen van het bewegingsspoor aanpassen. U kunt deze waarde desgewenst aanpassen.
Bron van ruis
Photoshop maakt automatisch een schatting van de hoeveelheid ruis in de afbeelding. Selecteer indien nodig een andere waarde
(Automatisch/Laag/Normaal/Hoog).
Vloeiend maken
Door middel van vloeiend maken vermindert u hoge-frequentieruis tijdens het verscherpen. U kunt de schuifregelaar verplaatsen naar een andere
waarde dan de standaardinstelling van 30%. U kunt hiervoor het beste een lage waarde gebruiken.
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Juridische kennisgevingen | Online privacybeleid
Opmerking:
Artefactonderdrukking
Het is mogelijk dat er tijdens het verscherpen van de afbeelding enkele zichtbare ruisartefacten ontstaan. Voer de volgende stappen uit om deze
artefacten te onderdrukken:
1. Selecteer Artefactonderdrukking.
Als Artefactonderdrukking niet is ingeschakeld, genereert Photoshop ruwe voorvertoningen. Ruwe voorvertoningen zijn scherper,
maar bevatten ook meer ruisartefacten.
2. Gebruik de schuifregelaar voor Artefactonderdrukking om de waarde te verhogen. Bij een artefactonderdrukking van 100% wordt de
oorspronkelijke afbeelding weergegeven, terwijl bij een artefactonderdrukking van 0% helemaal geen ruisartefacten worden onderdrukt.
Artefactonderdrukking werkt het beste voor het onderdrukken van normale frequentieruis.
Artefactonderdrukking
Ruisartefacten
Uw werk delen op Behance | Photoshop CC
Opmerking:
Opmerking:
Naar boven
U kunt uw creatieve afbeeldingen rechtstreeks vanuit Photoshop als werk in uitvoering uploaden naar Behance. Behance is het toonaangevende
onlineplatform waar u uw creatieve werk kunt tentoonstellen of nieuw creatief werk kunt ontdekken. Op Behance kunt u een portfolio van uw werk
maken en dit op een efficiënte manier onder de aandacht brengen van een groot publiek om feedback te krijgen.
Op dit moment is het in Frankrijk en Japan niet mogelijk om Behance te integreren met Photoshop CC.
U kunt uw werk vanuit Photoshop op een van de volgende manieren delen:
Zorg dat u een document hebt geopend en selecteer Bestand > Delen op Behance.
Zorg dat u een document hebt geopend en klik op het pictogram Delen op Behance ( ) in de linkerbenedenhoek van het documentvenster.
Ga naar het Behance Help Center voor meer informatie over het gebruik van Behance.
U kunt afbeeldingen van 320 x 320 pixels of groter delen.
U moet 13 jaar of ouder zijn om u te kunnen aanmelden bij Behance.
Een afbeelding delen op Behance
1. Open de afbeelding in Photoshop en selecteer Delen op Behance.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u geen Behance-account hebt, klikt u op Start Your Public Profile en maakt u een Behance-account.
Als u voor uw Behance-account en uw Creative Cloud-lidmaatschap hetzelfde e-mailadres gebruikt, koppelt u de twee accounts door uw
Behance-wachtwoord in te voeren.
Als u voor uw Behance-account en uw Creative Cloud-lidmaatschap twee verschillende e-mailadressen gebruikt, vult u de gegevens in
onder I Have a Behance Portfolio.
3. Geef op het scherm Enter Information een titel en enkele tags op voor de afbeelding die u deelt. U kunt ook een opmerking plaatsen om het
gesprek over uw werk te starten.
Geef een titel en enkele tags op voor de afbeelding
4. Als u een feedbackcirkel hebt op Behance, kunt u uw werk desgewenst alleen met de leden van die cirkel delen.
5. Snijd op het scherm Select Cover Image de afbeelding bij om een omslagafbeelding voor uw werk te maken.
Uitsnijden om een omslagafbeelding te selecteren
6. Klik op Crop Cover & Publish. Uw afbeelding wordt in Behance als werk in uitvoering geüpload en ter beschikking gesteld voor feedback en
opmerkingen.
Werk in uitvoering dat is geüpload en live wordt weergegeven op Behance
7. Klik op View & Share On Behance om uw werk te synchroniseren met sociale netwerken, zoals Twitter, Facebook en Linkedin. De volgende
keer dat u een afbeelding uploadt, kunt u deze rechtstreeks vanuit Photoshop delen op Twitter, Facebook en Linkedin.
Opmerking:
Naar boven
Vragen om feedback via sociale netwerken
8. Als u de afbeelding verder bewerkt, kunt u revisies uploaden naar Behance.
Revisies uploaden naar Behance
Uw werk in uitvoering, zoals het op Behance wordt weergegeven
Panorama-afbeeldingen van 3200 x 320 of 320 x 3200 pixels worden ondersteund. Een maximale hoogte/breedte-verhouding van
10:1 wordt ondersteund voor panorama's.
Zie ook
Publiceren naar Behance vanuit Creative Cloud
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Juridische kennisgevingen | Online privacybeleid
Kleurbeheer toepassen op documenten bij afdrukken
Naar boven
Naar boven
Naar boven
Naar boven
Afdrukken met kleurbeheer
De kleuren door de printer laten vaststellen tijdens het afdrukken
De kleuren door de toepassing laten vaststellen tijdens het afdrukken
Aangepaste profielen voor desktopprinters aanschaffen
Kleurbeheer toepassen op PDF's voor afdrukken
Afdrukken met kleurbeheer
Met kleurbeheer voor afdrukken kunt u opgeven hoe de uitgaande afbeeldingsgegevens in Adobe-toepassingen moeten worden verwerkt, zodat de
kleuren net zo worden afgedrukt als deze op het scherm worden weergegeven. De opties voor het afdrukken van documenten met kleurbeheer zijn
afhankelijk van de Adobe-toepassing die u gebruikt en van het geselecteerde uitvoerapparaat. Over het algemeen kunt u kleuren tijdens het
afdrukken als volgt verwerken:
Door de printer de kleuren te laten vaststellen.
Door de toepassing de kleuren te laten vaststellen.
(InDesign) Gebruik geen kleurbeheer. In deze workflow worden geen kleuren omgezet. U moet misschien ook kleurbeheer in het
printerstuurprogramma uitschakelen. Deze methode is voornamelijk handig voor het afdrukken van proefdrukken of het genereren van
aangepaste profielen.
De kleuren door de printer laten vaststellen tijdens het afdrukken
In deze workflow voert de toepassing alleen de minimale kleuromzetting uit die nodig is om het document om te zetten in een kleurruimte die door
de printer wordt ondersteund. Wanneer u bijvoorbeeld CMYK- of duotoonafbeeldingen afdrukt op een inkjetprinter, zet de toepassing de afbeelding
om in RGB- of Lab-kleuren, afhankelijk van de kleurruimte die de printer ondersteunt.
Deze methode is vooral handig tijdens het afdrukken op inkjetfotoprinters, omdat voor elke combinatie van papiertype, afdrukresolutie en extra
afdrukparameters (zoals afdrukken op hoge snelheid) een ander profiel nodig is. De stuurprogramma's van de meeste nieuwe inkjetfotoprinters zijn
voorzien van nauwkeurige profielen. Hierdoor kan de printer het juiste profiel selecteren, wat tijd bespaart en de kans op fouten verkleint. Gebruik
bij voorkeur deze methode als u niet bekend bent met kleurbeheer.
Als u deze methode kiest, moet u afdrukopties instellen en kleurbeheer in het printerstuurprogramma inschakelen. Raadpleeg de Help voor meer
aanwijzingen.
Als u een PostScript-printer selecteert, kunt u profiteren van de voordelen van PostScript-kleurbeheer. Dankzij PostScript-kleurbeheer is het
mogelijk samengestelde-kleuruitvoer of kleurscheidingen op de RIP (raster image processor) uit te voeren (een proces dat in-RIP-scheidingen
wordt genoemd), zodat een programma alleen parameters voor scheiding hoeft op te geven en het apparaat de definitieve kleurwaarden kan laten
berekenen. Voor uitvoerworkflows met PostScript-kleurbeheer is een uitvoerapparaat nodig dat PostScript-kleurbeheer met PostScript Level 2,
versie 2017 of hoger, of PostScript Language Level 3 ondersteunt.
De kleuren door de toepassing laten vaststellen tijdens het afdrukken
In deze workflow worden de kleuren door de toepassing omgezet en worden kleurgegevens specifiek voor één uitvoerapparaat gegenereerd. De
toepassing gebruikt de toegewezen kleurprofielen voor het omzetten van kleuren in de kleuromvang van het uitvoerapparaat en stuurt de
resulterende waarden naar het uitvoerapparaat. De nauwkeurigheid van deze methode is afhankelijk van de nauwkeurigheid van het
geselecteerde printerprofiel. Gebruik deze workflow bij aangepaste ICC-profielen voor elke specifieke combinatie van printer, inkt en papier.
Als u deze optie kiest, moet u kleurbeheer in het printerstuurprogramma uitschakelen. Wanneer de kleuren door zowel de toepassing als door het
printerstuurprogramma worden beheerd tijdens het afdrukken, worden er onverwachte kleuren afgedrukt. Raadpleeg de Help voor meer
aanwijzingen.
Aangepaste profielen voor desktopprinters aanschaffen
Als u niet tevreden bent over het resultaat van de uitvoerprofielen die bij de printer worden geleverd, kunt u op de volgende manieren aangepaste
profielen aanschaffen:
Een profiel voor uw type printer en papier aanschaffen. Dit is doorgaans de eenvoudigste en goedkoopste manier.
Een profiel voor uw specifieke printer en papier aanschaffen. Deze methode omvat het afdrukken van een profieldoel door een printer op
907


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Adobe PHOTOSHOP 2014 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Adobe PHOTOSHOP 2014 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 26,46 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info