Br
B
B
Br
Gr
G
Y
Bk
Br
BG 2000-SV
Delta Performance SV
Y/Gr
Br
Br
Or
BBB
B
Or
B
Y/Gr
Or
Gr
G
Bk
Y
B
Y/Gr
Y/Gr
12
1
3
4
711
10
9
8
2
6
5
7
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Voedingsprincipe
De ketel werkt met éénfasige stroom 230 V - 50 Hz. Aan de buitenzijde
van de ketel moet een kast met algemene onderbreker en zekeringen
van 6 A worden gemonteerd om de stroomvoorziening van de ketel
te kunnen onderbreken tijdens de onderhoudsbeurten en vóór elke
interventie aan het apparaat.
Conformiteit
De installatie moet voldoen aan de geldende plaatselijke normen
en voorschriften.
Veiligheid
De roestvrijstalen boiler moet afzonderlijk op de aarding zijn
aangesloten.
Het is belangrijk vóór elke interventie de
stroomvoorziening van de ketel te onderbreken.
Elektrische bedrading van de ketel SV (fig. 10)
1. Regelthermostaat (60/90°C)
2. Maximaalthermostaat (95°C)
3. Veiligheidsthermostaat met handmatige herinschakeling
(max. 103°C)
4. Hoofdschakelaar
5. Reset
6. Verklikkerlampje branderbeveiliging
7. Zomer-winterschakelaar
8. Stroomvoorziening van de ketel
9. Omgevingsthermostaat
(optioneel)
10. Aansluiting circulator verwarming
11. Aansluiting van de stroomvoorziening van de ketel
(Aansluiting 6 pennen)
12. Branderaansluiting
(Aansluiting 7 pennen)
Elektrische bedrading van de ketel MV (fig. 11)
1. Potentiometer (60/90°C)
2. Maximaalthermostaat (95°C)
3. Veiligheidsthermostaat met handmatige herinschakelingl
(max. 103°C)
4. Hoofdschakelaar
5. Reset
6. Verklikkerlamp branderbeveiliging
7. Zomer-winterschakelaar
8. Stroomvoorziening van de ketel
9. Omgevingsthermostaat
(optioneel)
10. Aansluiting circulator verwarming
11. Aansluiting van de stroomvoorziening van de ketel
(Aansluiting 6 pennen)
12. Branderaansluiting
(Aansluiting 6 pennen)
13. Ventilatoraansluiting (PWM en 230 V)
14. NTC-voelerC
15. Elektronische strip
16. Bedienings- / regelrelais
Draadlegende
B. Blauw
Bk. Zwart
Br. Bruin
G. Grijs
Gr. Groen
Or. Oranje
R. Rood
W. Wit
Y. G eel
Y/Gr. Geel/groen
Delta performance SV (fig. 10)