Copyright © Acronis, Inc., 2000-2010 173
Bestandssysteem
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Bestandssysteem een bestandssysteem voor de nieuwe partitie.
Desgewenst kunt u elke partitie met een ander bestandssysteem formatteren.
U kunt de partitie naar behoefte niet formatteren of deze met een van de volgende
bestandssystemen formatteren:
NTFS: het standaard bestandssysteem van Windows NT, Windows 2000, Windows XP, Windows
Vista en Windows 7. Kies voor dit bestandssysteem als u een van deze besturingssystemen
gebruikt. Merk op dat NTFS-partities niet toegankelijk zijn vanuit Windows 95/98/Me en DOS.
FAT32: een verbeterde 32-bits versie van het FAT-bestandssysteem dat volumes tot 2 TB
ondersteunt.
FAT16: het standaard DOS-bestandssysteem dat door de meeste besturingssystemen wordt
herkend. Als de partitie groter is dan 4 GB, kunt u deze niet met dit bestandssysteem
formatteren.
Ext2: een standaard bestandssysteem van Linux. Dit bestandssysteem is voldoende snel, maar
het is geen journaling-bestandssysteem.
Ext3: een journaling-bestandssysteem dat officieel werd ingevoerd met versie 7.2 van Red Hat
Linux. Dit bestandssysteem is voorwaarts en achterwaarts compatibel met Linux Ext2. Het
ondersteunt meerdere journaling-modi en is met een groot aantal platformen compatibel, zowel
in 32- als 64-bits architecturen.
ReiserFS: een journaling-bestandssysteem voor Linux. dat doorgaans betrouwbaarder en sneller
is dan Ext2. Gebruik dit bestandssysteem voor een gegevenspartitie onder Linux.
Linux Swap: een wisselpartitie voor Linux. Kies voor deze optie als u meer wisselruimte nodig
hebt in Linux.
Type partitie
Voordat u de ruimte op een harde schijf kunt gebruiken, moet u deze eerst partitioneren.
Partitioneren is het proces waarbij de ruimte op een harde schijf in logische delen wordt verdeeld.
Elk logisch deel kan als een aparte schijf met een eigen stationsletter, een eigen bestandssysteem,
enzovoort fungeren. Zelfs als u niet van plan bent de harde schijf in logische delen te verdelen, moet
u deze partitioneren, zodat het besturingssysteem weet dat het de bedoeling is dat de schijf als één
geheel wordt behandeld.
Kies het gewenste type partitie. U kunt de nieuwe partitie als primair of logisch station definiëren.
Primair: selecteer deze optie als u het systeem wilt kunnen opstarten vanaf deze partitie. In het
andere geval kunt u beter een logisch station maken. Denk eraan dat een schijf maximaal vier
primaire of drie primaire en één uitgebreide partitie kan bevatten.
Opmerking: als u meerdere primaire partities maakt, kan er per keer maar één partitie de actieve
partitie zijn. De andere primaire partities blijven dan verborgen en zijn onzichtbaar voor het
besturingssysteem.
De partitie als actieve partitie instellen: de actieve partitie is de partitie die wordt gebruikt
om het besturingssysteem te laden. Als u een partitie waarop geen besturingssysteem is
geïnstalleerd als actieve partitie instelt, kunt u de computer mogelijk niet opstarten.
Logisch station: selecteer deze optie als u niet van plan bent om op deze partitie een
besturingssysteem te installeren. Een logisch station is een deel van een fysiek schijfstation dat is
gepartitioneerd en als onafhankelijke eenheid is toegewezen, maar dat als aparte schijf
functioneert.