92 Copyright © Acronis, Inc., 2000-2010
aan het back-upproces toewijzen, zodat het sneller is voltooid. Het effect hiervan is van allerlei
factoren afhankelijk, onder andere van het totale CPU-gebruik.
9.4.1.6. De beveiligingsinstellingen van bestanden beheren
Beveiligingsinstellingen van bestanden behouden
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Standaard behoudt het programma de oorspronkelijke beveiligingsinstellingen van de bestanden en
mappen waarvan u een back-up maakt (dat wil zeggen de machtigingen voor lezen, schrijven,
uitvoeren, enzovoort die op het tabblad Beveiliging in het eigenschappenvenster van het
desbetreffende bestand of de desbetreffende map zijn ingesteld voor ieder gebruiker of
gebruikersgroep). Als u een beveiligd bestand of een beveiligde map terugzet naar een computer en
de gebruiker van die computer niet is opgegeven in de machtigingen, kunt u het bestand of de map
echter mogelijk niet openen of wijzigen.
Om dergelijke problemen te voorkomen, kunt u aangeven dat u de oorspronkelijke
beveiligingsinstellingen van bestanden en mappen niet wilt behouden wanneer er een back-up van
wordt gemaakt. Hiertoe schakelt u het selectievakje Beveiligingsinstellingen van bestanden
behouden uit. Dan worden aan de bestanden en mappen automatisch de machtigingen toegewezen
die zijn ingesteld voor de map waarnaar ze worden teruggezet bij het herstellen van bestanden en
mappen vanaf een back-up. (Als u de bestanden of mappen naar een hoofdmap terugzet, wijst het
programma er de machtigingen aan toe die voor de bovenliggende map of schijf zijn ingesteld.)
U kunt ook bij het terugzetten van bestanden en mappen aangeven dat u de oorspronkelijke
beveiligingsinstellingen ervan niet wilt behouden, zelfs als die beveiligingsinstellingen zijn
overgenomen op het moment dat er een back-up van werd gemaakt (zie Opties instellen voor het
herstellen van bestanden (p. 118) verderop in deze handleiding). Het resultaat is hetzelfde.
Gecodeerde bestanden niet-gecodeerd opslaan in back-up
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Als u de ingebouwde coderingsfunctie van Windows XP en hoger niet gebruikt, mag u deze optie
gewoon negeren. (Om bestanden of mappen te coderen, klikt u er met de rechtermuisknop op en
kiest u Eigenschappen > Algemeen > Geavanceerd > Inhoud versleutelen om gegevens te
beveiligen.)
Als een back-up versleutelde bestanden bevat en als u wilt dat die voor alle gebruikers toegankelijk
zijn nadat ze zijn teruggezet, dient u de optie Gecodeerde bestanden niet-gecodeerd opslaan in
back-up in te schakelen. Anders zijn de bestanden alleen toegankelijk voor de gebruiker die ze heeft
versleuteld. Ook wanneer u versleutelde bestanden naar een andere computer wilt kunnen
terugzetten, is het zinvol deze optie in te schakelen.
Merk op dat deze opties alleen van toepassing zijn op back-ups van bestanden en mappen. Daar
komt nog bij dat ze niet beschikbaar zijn voor back-uparchieven in zip-formaat.