50 Copyright © Acronis, Inc., 2000-2010
Bladeren als u handmatig naar de gewenste locatie wilt navigeren. Geef de back-up bij voorkeur
een betekenisvolle naam, zoals 'Back-up_gegevensschijf.tib.' Als u op dezelfde locatie
(bijvoorbeeld op een externe harde schijf) verschillende back-uparchieven opslaat, kunt u
wellicht beter een nieuwe map maken telkens als u een nieuw back-uparchief maakt. Klik
hiervoor op Nieuwe map maken op de werkbalk bovenaan en geef de gewenste naam op voor
de nieuwe map.
4. Lees zorgvuldig het overzicht van de bewerkingen die het programma zal uitvoeren tijdens het
back-upproces. Klik op Doorgaan als u de standaardinstellingen wilt gebruiken om de back-
uptaak uit te voeren. Klik in het andere geval op Opties om de instellingen te wijzigen.
5. Op de wizardpagina Planning kunt u de gewenste planning instellen voor de back-uptaak. Door
regelmatig terugkerende volledige, incrementele en/of differentiële back-ups te plannen en die
indien nodig automatisch te laten consolideren door het programma, kunt u eenvoudig het
gewenste back-upbeleid implementeren. Lees Voorbeelden van geplande back-uptaken (p. 137)
voor meer informatie.
6. Kies een back-upmethode. Lees Wat is het verschil tussen een volledige, incrementele en
differentiële back-up? (p. 20) voor een gedetailleerde beschrijving van de verschillende back-
upmethoden. Voor welke back-upmethode u het beste kiest, is afhankelijk van het back-upbeleid
dat u hanteert.
7. Op de volgende wizardpagina kunt u de bestanden en mappen opgeven die u van het back-
upproces wilt uitsluiten. Stel dat u enkele films naar de gegevensschijf hebt gekopieerd vanaf
dvd. Een back-up maken van deze films heeft weinig zin, omdat u altijd nog over de originele
dvd's beschikt, mochten de films onverwachts verloren gaan. Bovendien nemen dergelijke films
zeer veel schijfruimte in.
8. Stel de gewenste back-upopties in. Als uw gegevensschijf bijvoorbeeld vertrouwelijke gegevens
bevat, kunt u de gegevens in de back-up wellicht beter coderen. Desgewenst kunt u ook de back-
up automatisch op fouten controleren vlak nadat deze is gemaakt, maar u kunt dat natuurlijk ook
later doen.
9. Kies de gewenste instellingen om de back-up automatisch te consolideren als het door u gekozen
back-upbeleid dat vereist. Lees Consolidatieopties instellen (p. 87) voor meer informatie.
10. Geef desgewenst een beschrijving op voor de back-up. Merk op dat u dit ook later kunt doen.
11. Klik op Doorgaan om het back-upproces te starten nadat u de gewenste instellingen hebt
gekozen voor de back-uptaak.
Als u er bij het instellen van de back-uptaak voor hebt gekozen de back-up niet te valideren, raden
we u ten sterkste aan dit achteraf te doen, hetzij handmatig, hetzij door een validatietaak in te
stellen. Neem de gewoonte aan om uw back-ups altijd op fouten te controleren! Zo komt u later niet
voor verrassingen te staan.
6.3.4. Een back-up maken van afzonderlijke bestanden en
mappen
Hoewel een image van een gegevensschijf of -partitie alle bestanden en mappen op die schijf of
partitie bevat, zijn er situaties denkbaar waarin een back-up maken van een volledige partitie niet
meteen de meest doeltreffende oplossing is. Stel dat u aan een dringend project werkt en alleen
wijzigingen aanbrengt in bestanden die verband houden met dat project. In dat geval vergt een back-
up maken van de volledige gegevenspartitie inclusief de projectbestanden veel meer tijd en
schijfruimte en is alleen van de projectbestanden een back-up maken veel doeltreffender. Daarom
