warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 13
• De regeling handhaaft de ingestelde temperatuur in de ruimte met een tolerantie van +/-
0,5°C. De regeling stabiliseert na significante ingrepen binnen 24 uur voor
vloerverwarming of binnen 12 uur voor een systeem voorzien van radiatoren. Een
verandering in de verlangde kamertemperatuur van meer dan 1,5°C, het inschakelen
van het systeem, het niet goed functioneren van een van de temperatuursensoren, het
wijzigen van het type regulering, enz. worden beschouwd als een belangrijke ingreep in
de regulering.
• Bij lagere buitentemperaturen wordt de hulpverwarmingsstaaf ingeschakeld als de
warmtepomp onvoldoende vermogen heeft. De warmtepomp wordt evt. uitgeschakeld
en alle geïnstalleerde verwarmingsstaven worden ingeschakeld.
• In de zomer, bij hoge buitentemperaturen (>28°C), kan zich bij de verwarming van SWW
de storing A01 - hoge druk – voordoen tijdens het verwarmen van SWW. In dit geval
wordt aanbevolen om de verlangde SWW-temperatuur te verlagen.
• Voor de juiste werking van de AcondTherm-regeling mag het verwarmingssysteem in de
ruimte met de kamerthermostaat niet zijn uitgerust met een andere bovengeschikte
regulering. Als dit niet wordt nageleefd, bevelen we aan om Ekviterm of Standard te
gebruiken (zie hfdst. 3.2.6 op blz 31).
Er bestaat een kans op condensatie bij een uitlaattemperatuur van een
warmtepomp onder de 18°C! Daarom is het niet mogelijk om een temperatuur in
het verwarmingssysteem van lager dan 18°C in te stellen, waardoor de
temperatuur van het water waarmee de woonvertrekken worden gekoeld,
beperkt wordt.
2.5 Beschrijving van de werking van de warmtepomp
2.5.1 Verwarming
ACOND® is een warmtepomp die warmte-energie voor het huis genereert volgens de huidige
behoefte. Warmwaterverwarming vindt continu plaats, evt. volgens het SWW-
verwarmingsschema. Bij een toename van de gemiddelde buitentemperatuur (gemiddeld in 3
dagen, temperatuur gemeten ‘s ochtends, 's middags en 's avonds) boven de waarde "Einde
van de verwarming", stopt de verwarming van het huis.
Bij het verwarmen van een zeer koud voorwerp wordt de hulpverwarmingsstaaf
ingeschakeld (de zog. bivalentie) ingeschakeld. Nadat de temperatuur van het
systeem boven de 21 °C is gestegen, draait de warmtepomp volgens de
ingestelde modus(zie hfdst. 3.2.7 op blz. 32).