810559
7
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/54
Next page
WARMTEPOMP
LUCHT / WATER
MET REGULERING
ACOND® THERM
BEDIENINGSHANDLEIDING
v. sw. 160.XX
IN HET KORT:
als u de warmtepomp wilt inschakelen/uitschakelen:
Als het symbool op het display staat, is de warmtepomp uitgeschakeld.
Als u de warmtepomp wilt inschakelen, drukt u op .
Er verschijnt een bevestigingsvenster. Ga naar JA en bevestig met de knop . De
warmtepomp start in de automatische modus.
Als u de warmtepomp wilt uitschakelen, gebruikt u de pijlen om het deelvenster
Instellingen te selecteren. U gaat er via de pijl > in, u bladert naar de knop
Warmtepomp uitschakelen (UIT) , bevestigt dat met de pijl > of met de knop . Er
verschijnt een bevestigingsvenster. Ga naar JA en bevestig met de knop . De
warmtepomp wordt uitgeschakeld. In uitgeschakelde toestand wordt de
watertemperatuur gecontroleerd tegen bevriezing.
Als u de kamertemperatuur wilt instellen:
Als u de verlangde kamertemperatuur wilt instellen, houdt u de knop x ingedrukt om
naar de taakbalk te gaan. Druk op de >, +/– of . Het display toont de huidige
waarde van de verlangde kamertemperatuur
Door op de +/– knop te drukken, stijgt of daalt de verlangde temperatuur met 0,1°C.
Druk, nadat de verlangde kamertemperatuur is bereikt, op de knop .
Zie voor meer informatie hfdst. 3.1.7 op pagina 19.
Als u de buitentemperatuur wilt vaststellen:
Houd de X-knop ingedrukt om naar de taakbalk te gaan. Naast het symbool
staat de buitentemperatuur.
Om de temperatuur van warm gebruikswater (SWW) te bepalen:
Als de SWW-installatie daarmee is uitgerust, gebruikt u de pijl omhoog of omlaag
op de taakbalk om naar het deelvenster Temperatuur SWW te gaan, waar de
actuele temperatuur en de verlangde temperatuur getoond worden.
warmte
pompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 1
1 Verklaring van symbolen,
geldigheid van de documentatie ............. 3
1.1 Gebruikte symbolen ................................... 3
1.2 Geldigheid van de documentatie ............... 3
2 Belangrijke informatie ..................... 3
2.1 Veiligheid .................................................... 4
2.1.1 Persoonlijke beschermingsmiddelen ........ 4
2.1.2 Brandbestrijdingsmiddelen ....................... 4
2.1.3 Onderhoud van de installatie ................... 5
2.1.4 Installatie en onderhoud ........................... 6
2.1.5 Levensgevaar door elektrische stroom .... 6
2.1.6 Risico op letsel door ijsvorming ................ 6
2.2 Service-inspecties en onderhoud .............. 6
2.2.1 Systeemaanpassingen ............................. 8
2.3 Bescherming tegen beschadiging .............. 8
2.3.1 Kwaliteit en volume van het water ............ 8
2.3.2 Roestvrijstalen watertanks ....................... 8
2.4 Technische gegevens .............................. 10
2.4.1 Bedrijfsomstandigheden van de ACOND
warmtepomp .......................................... 12
2.5 Beschrijving van de werking van de
warmtepomp ............................................ 13
2.5.1 Verwarming ............................................ 13
2.5.2 Ontdooien .............................................. 14
2.5.3 Ongunstige klimatologische
omstandigheden .................................... 14
2.5.4 Omschakeling zomer/winter ................... 15
3 Bediening van de warmtepomp .... 16
3.1 Bediening van de warmtepomp via de
interieurbesturingsunit.............................. 16
3.1.1 Interieurbesturingsunit C-ID ................... 16
3.1.2 Betekenis van de afzonderlijke symbolen
op het C-ID-deelvenster ......................... 16
3.1.3 Basisweergave - besparing .................... 18
3.1.4 Taakbalk ................................................ 18
3.1.5 Bediening van het display ..................... 19
3.1.6 Hoe schakelt u de warmtepomp in? ...... 19
3.1.7 Hoe stelt u de verlangde
kamertemperatuur in? ........................... 19
3.1.8 Hoe stelt u de temperatuur van het
retourwater vast en verandert die? ........ 20
3.1.9 Hoe stelt u de temperatuur van het SWW
vast? ...................................................... 20
3.1.10 Hoe bepaalt u de gemiddelde
buitentemperatuur vast en hoe stelt u de
temperatuur voor stopzetting van de
verwarming in? ...................................... 21
3.1.11 Hoe stelt u de temperatuur van het
uitlaatwater voor koeling in? .................. 21
3.1.12 Deelvenster Instellingen ........................ 21
3.1.12.1 Hoe stelt u het type regulering
van de warmtepomp in? ......... 22
3.1.12.2 Hoe stelt u in hoe de
warmtepomp moet draaien? ... 22
3.1.12.3 Hoe schakelt u de warmtepomp
uit? .......................................... 23
3.1.12.4 Informatie over de
ethernetinterface weergeven .. 23
3.1.13 Weergave, storing bevestigen ............... 23
3.2 Bediening via de webinterface................. 24
3.2.1 De warmtepomp aansluiten op het internet
24
3.2.2 Inloggen bij het systeem ........................ 24
3.2.2.1 Via de website www.acond.cz: 24
3.2.2.2 Maak een permanente
verbinding met de service
TecoRoute via de lijn ............... 27
3.2.2.3 In het plaatselijke netwerk: ...... 27
3.2.3 Startpagina ............................................ 27
3.2.4 Betekenis van de pictogrammen
(symbolen)............................................. 28
3.2.4.1 Zomer-/winterbedrijf ................ 29
3.2.5 Waarden instellen .................................. 30
warmte
pompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 2
3.2.6 Keuze van het reguleringsssysteem ...... 31
3.2.6.1 AcondTherm® ......................... 32
3.2.6.2 Ekviterm ................................... 32
3.2.6.3 Standaard ................................ 32
3.2.7 Een besturingsmodus selecteren ........... 32
3.2.7.1 Automatische selectie –
drukknop AUT .......................... 32
3.2.7.2 Warmtepomp – knop
Warmtepomp ........................... 32
3.2.7.3 Bivalente bron – BIV-knop ....... 33
3.2.7.4 Koeling - KOEL-knop ............... 33
3.2.7.5 Uitgeschakeld – UIT-knop ....... 33
3.2.8 Zonnepaneel .......................................... 33
3.2.9 Bassin .................................................... 34
3.2.10 Storing bevestigen ................................. 34
3.2.11 Tijdsschema’s ........................................ 34
3.2.11.1 Circuit1, Circuit2,
Verwarmingswater ................... 35
3.2.11.2 Tijdsschema SWW .................. 36
3.2.12 Informatie ............................................... 36
3.2.13 Equithermcurve ...................................... 38
3.2.14 Temperatuurverlopen ............................. 38
4 Alarmen, storingen en deze
verhelpen ........................................ 39
4.1 Storing bevestigen ................................... 39
5 Accumulatievaten en SWW-tanks . 42
6 Regelmatige inspecties .................. 43
6.1 Inspectie van de inlaat- en uitlaatroosters
en de openingen ...................................... 43
6.2 Controleer het koelvloeistofcircuit ........... 43
6.3 Bedrijfs-controle ....................................... 44
6.4 Drukregeling in het verwarmingssysteem 44
6.4.1 Drukregelingsprocedure in het systeem en
in het expansievat ................................. 44
6.5 Filters reinigen in het verwarmingssysteem
................................................................. 45
6.5.1 Reinigingsmethode voor een filter ......... 46
6.6 Ontluchting van het systeem ................... 47
6.7 Inspectie van de magnesiumanode ......... 47
6.7.1 Werkwijze bij inspectie (vervanging) van
de anode ............................................... 47
6.8 Veiligheidsklep ......................................... 48
7 Verwijdering .................................... 48
8 Technische informatie
overeenkomstig Verordening (EU)
nr. 813/2013 van de Commissie ..... 48
9 Links ................................................ 53
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 3
1 Verklaring van symbolen, geldigheid van de
documentatie
1.1 Gebruikte symbolen
Belangrijke informatie die geen betrekking heeft op risico’s op letsel of op
materiaalbeschadigingen zijn gemarkeerd met een witte letter in een blauwe
cirkel. Ze zijn door lijnen boven en onder de tekst gemarkeerd
De waarschuwingsinstructies in de tekst zijn gemarkeerd met een rode
gevarendriehoek met een wit uitroepteken en zijn omgeven met een kader
1.2 Geldigheid van de documentatie
De aanwijzingen in deze documentatie zijn van toepassing op de ACOND PRO®
warmtepompmodellen
lucht/water met ACOND® THERM met de sw-versie 160.27 en nieuwer.
Bij niet-naleven van deze aanwijzingen tijdens installatie, bediening en onderhoud vervallen de
verplichtingen van ACOND a.s. die voortvloeien uit de garantievoorwaarden.
ACOND a.s. behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen
aan te brengen in delen van de documentatie en de specificaties.
© 02/2022 Copyright ACOND a.s.
2 Belangrijke informatie
Als de installatie in de winter niet wordt gebruikt of om operationele
redenen niet kan worden gestart (bijvoorbeeld door een ernstige storing)
en niet is gevuld met antivries, moet het water uit het
verwarmingssysteem worden afgetapt, anders bestaat het risico op
schade aan de installatie door vorst.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 4
!! Koppel de warmtepomp niet voor langere tijd (meerdere dagen) af van
de voeding !!
De back-up-accu kan leeg raken, de besturingssoftware kan worden
gewist en er kunnen data verloren gaan. Elk bezoek van de technicus
wordt in rekening gebracht volgens de actuele prijslijst van Acond a.s.
De installatie mag niet worden bediend door personen met verminderde
mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis (inclusief kinderen),
tenzij ze onder toezicht staan van geïnstrueerde personen die verantwoordelijk
zijn voor hun veiligheid.
2.1 Veiligheid
Het gebruik van de installatie is veilig bij correct gebruik.
De constructie en het ontwerp van de installatie voldoen aan de relevante DIN/VDE-
voorschriften.
Elke persoon die aan de installatie werkt, moet vóór aanvang van de werkzaamheden
de relevante aanwijzingen lezen, begrijpen en opvolgen.
Elke persoon die aan de installatie werkt, moet de plaatselijk geldende
arbeidsveiligheids – en veiligheidsvoorschriften in acht nemen. Dit geldt met name voor
het gebruik van persoonlijke beschermende kleding.
2.1.1 Persoonlijke beschermingsmiddelen
Elke persoon die onderhoud, reparatie en recuperatie uitvoert, moet
beschermende handschoenen en oogbescherming dragen.
2.1.2 Brandbestrijdingsmiddelen
De installatie is onder normale omstandigheden veilig. In geval van onvoorziene
omstandigheden en onjuiste bediening van de installatie kan het beschadigd raken en kan er
brand ontstaan. Om een brand te blussen, is het noodzakelijk om brandblussers te gebruiken
die geschikt zijn voor het blussen van elektrische installaties, dus
Poederbrandblusser
Sneeuwbrandblusser
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 5
Gasbrandblusser
Let op, de unit bevat ontvlambare koelvloeistof!
Koppel de installatie los van stroombronnen als er sprake is van een
koelvloeistoflek en neem contact op met een servicebedrijf!
Let op, de unit bevat ontvlambare koelvloeistof!
Koppel de installatie in geval van brand los van
stroverkoepovedrkoeoomnet en bel 112!
Gebruik geen open vuur in de buurt van de buitenunit!
2.1.3 Onderhoud van de installatie
Gebruik geen chloor om roestvrijstalen oppervlakken te behandelen en vermijd
schurende materialen en draadborstels!
U kunt roestvrijstalen oppervlakken als volgt behandelen:
Met speciale producten voor roestvrijstalen materialen en waarmee u roest wegschuurt
en het oppervlak beschermt.
Voor ontvetting kan een zeepsoort worden gebruikt.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 6
2.1.4 Installatie en onderhoud
Neem de plaatselijke voorschriften in acht!
Installeer de warmtepomp alleen buiten of in machinekamers die voldoen aan de norm
ČSN EN 378-3!
Installeer de warmtepompen niet in ventilatiesystemen!
Vernauw of stop de luchtgeleidende zijkanten van de warmtepomp niet!
Start de warmtepomp nooit als de ventilatorkap is verwijderd!
Installatie, onderhoud en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door
geautoriseerde installatietechnici (zie hfdst. 9 )
2.1.5 Levensgevaar door elektrische stroom
Koppel vóórdat u de warmtepomp opent of voordat u werkzaamheden aan de el. delen
gaat verrichten de installatie geheel af van de netspanning volledig en neem
maatregelen tegen onbedoeld inschakelen
Laat de elektrische aansluiting en werkzaamheden aan el. delen uitsluitend over aan
een gespecialiseerde elektricien.
Houd u bij de installatie en uitvoering van werkzaamheden aan de el. installatie aan de
relevante EN- en VDE-normen en leef de lokale veiligheidsvoorschriften na.
2.1.6 Risico op letsel door ijsvorming
De luchttemperatuur ligt bij de luchtuitlaat van de warmtepomp
ongeveer 5°C onder de omgevingstemperatuur, dus de omgeving kan bevroren
en glad zijn. Installeer de warmtepompen daarom zodanig, dat de luchtafvoer
niet naar voetgangersroutes geleid wordt.
2.2 Service-inspecties en onderhoud
De exploitant is verantwoordelijk voor de veiligheid en ecologische
onschadelijkheid van de warmtepomp. Als er koelvloeistof lekt uit een niet goed
afgedichte plek, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of schade aan het milieu.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 7
Als u een niet goed afgedichte plek vindt, waaruit koelvloeistof lekt, koppel dan de warmtepomp
los van het stroomnet en beveilig hem tegen onbedoeld inschakelen (bijv. door een schriftelijke
mededeling bij de stroomonderbreker). Informeer de klantenservice.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 8
2.2.1 Systeemaanpassingen
Voordat u de instellingen van de regelcomputer wijzigt, moet u eerst weten wat
deze wijzigingen inhouden!
Breng geen ontwerpwijzigingen aan die de veilige werking van de warmtepomp
kunnen benadelen!
Wijzigingen aan de volgende onderdelen mogen alleen worden uitgevoerd door geautoriseerde
installateurs:
Warmtepompunit
Leidingen voor koelvloeistof en water, voeding
2.3 Bescherming tegen beschadiging
2.3.1 Kwaliteit en volume van het water
Al het water (inclusies het verwarmingswater) moet voldoen aan de parameters voor drinkwater
volgens de norm ČSN 252/2004 Coll. Daarnaast moet de maximale totale hardheid lager zijn
dan 1,25 mmol/l, het chloridegehalte lager dan 85 mg/l en de pH in de bereik van 6,8 tot 8,0.
Tabel 1: Hoeveelheid water in de installatie
Model
PRO-N
PRO-R
Watervolume in de installatie [l]
1,45
2,7
2.3.2 Roestvrijstalen watertanks
Het Acond verwarmingssysteem kan worden uitgerust met een roestvrijstalen tank voor de
accumulatie van verwarmingswater of een roestvrijstalen tank voor warm gebruikswater (hierna
tank genoemd). Hoewel dit roestvrijstalen tanks betreft, zijn ze niet onderhoudsvrij! De
aanwijzingen voor de installatie en het onderhoud van tanks worden gegeven in de
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 9
documentatie van het Accumulatievat en de SWW-tanks, die is inbegrepen bij de levering
van de tanks.
De tanks zijn ontworpen voor de accumulatie van verwarmingswater en als
drinkwaterreservoir. Zie voor de eisen aan het water 2.3.1 .
De tank mag niet in gebruik worden genomen en verder worden bediend zonder een volledig
functionerende veiligheidsklep. De max. mogelijke werkdruk van de tank is 0,6 MPa.
Het af en toe lekken van water uit de veiligheidsklep bij het verwarmen van
warm gebruikswater is een normaal fenomeen dat wordt veroorzaakt door de
uitzetting van thermaal water (ongeveer 10l per week). Permanente
waterlekkage duidt op een defecte veiligheidsklep en veroorzaakt grote
energieverliezen.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 10
2.4 Technische gegevens
De volgende technische gegevens en prestatieparameters gelden voor een gemiddeld klimaat
en voor een unit met schone warmtewisselaars!
Tabel 2: Technische gegevens
Model
PRO-N
PRO-R
Aanvoerspanningscode;
zekeringen*) **)
3~N/PE/400V/50Hz; B16A
3~N/PE/400V/50Hz; B20A
Spanningscode buitenunit;
zekeringen*) **)
1~N/PE/230V/50Hz; B16A
3~N/PE/400V/50Hz; B16A
Maximale stroom buitenunit [A]
13
12
Startstroom [A]
5
5
Mate van bescherming van de
buitenunit
IP44
IP44
Afmetingen (HxBxD) [mm]
730x1127x498
1070X1426x557
Pompgewicht [kg]
115
195
Nominaal vermogen [kW] ***)
5
10
Maximaal warmteverlies van het
object [kW] ***)
8
18
Koelvloeistof
R290
R290
Koelvloeistofgewicht [kg]
1,35
2,75
Maximaal toelaatbare druk -
hogedrukdeel [bar]
26
26
Maximaal toelaatbare druk -
lagedrukdeel [bar]
26
26
Akoestisch vermogen bij A7/W55
[dB(A)]
48,4±1,5
49,3±1,5
Temperatuurlimieten lucht [°C]
-22 tot 35
-22 tot 35
Temperatuurlimieten water [°C]
20 tot 70
20 tot 70
Minimale waterdoorstroming
[m3/h]
0,7
1,5
Maximale waterdoorstroming
[m3/h]
3
3
*) leef de lokale voorschriften na
**) kan variëren afhankelijk van bivalente bronnen
***) toepassingen voor gemiddelde temperaturen (A-10/W55) volgens 14 511
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 11
****) bij de verliezen van het object (bij -15°C) moet de verwarming van het SWW of het bassin,
als dat geïnstalleerd is, bijgerekend worden. Voor de genoemde vermogens moet op correcte
wijze een bivalente warmtebron ontworpen worden.
Tabel 3: Prestatiegegevens van nominale omstandigheden EN 14 511
Model
PRO-N
PRO-R
Verwarmingsvermogen A7/W35
[kW]
3,28
6,77
COP A7/W35 [1]
4,9
5,22
Verwarmingsvermogen A2/W35
[kW]
2,74
5,7
COP A2/W35 [1]
4,31
4,49
Verwarmingsvermogen A7/W55
[kW]
3,87
7,41
COP A7/W55 1 [1]
3,28
3,29
Tabel 4: Vermogensgegevens, equithermische regulering
Model
PRO-N
PRO-R
Verwarmingsvermogen A12/W27
[kW]
1,81
4,05
COP A12/W27 [1]
6,27
7,11
Verwarmingsvermogen A7/W27
[kW]
1,63
3,81
COP A7/W27 [1]
5,55
6,33
Verwarmingsvermogen A2/W30
[kW]
2,54
5,46
COP A2/W30 [1]
4,94
5,03
Verwarmingsvermogen A-7/W34
[kW]
4,17
9,23
COP A-7/W34 [1]
3,14
3,24
Verwarmingsvermogen A12/W34
[kW]
1,76
3,88
COP A12/W34,8 [1]
5,36
5,92
Verwarmingsvermogen A7/W36
[kW]
1,60
3,52
COP A7/W36 [1]
4,41
4,97
Verwarmingsvermogen A2/W42
[kW]
2,48
5,53
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 12
COP A2/W42 [1]
3,74
3,87
Verwarmingsvermogen A-7/W52
[kW]
4,08
9
COP A-7/W52 [1]
2,38
2,5
SCOP W35 [1]**)
4,74
5,05
SCOP W55 [1]**)
3,68
3,93
Tabel 5: Doorstromingswaarden voor nominale omstandigheden volgens EN 14 511
Model
PRO-N
PRO-R
A7/W35
Ventilatortoerental [1/min]
320
337
Waterdoorstroming [m3/h]
0,58
1,19
Drukverschil [kPa]
-2,93
-3,83
A2/W35
Ventilatortoerental [1/min]
320
337
Waterdoorstroming [m3/h]
0,48
0,99
Drukverschil [kPa]
-2,07
-2,7
A7/W55
Ventilatortoerental [1/min]
320
337
Waterdoorstroming [m3/h]
0,42
0,81
Drukverschil [kPa]
-1,32
-1,73
2.4.1 Bedrijfsomstandigheden van de ACOND warmtepomp
Aan de in deze alinea genoemde voorwaarden moet zijn voldaan voor de
correcte werking van de warmtepomp. Als er niet aan wordt voldaan, worden de
hulpverwarmingsstaven bevestigd, wordt de warmtepomp evt. volledig
uitgeschakeld en wordt de verwarming alleen met verwarmingsstaven gebruikt.
De temperatuur van het water dat uit het systeem terugkeert, moet ten minste 20°C zijn.
Bij een lagere omgekeerde temperatuur (bijv. als de warmtepomp voor het eerst start of
na een langere stilstand en start in een gekoeld object), worden de extra
verwarmingsstaven tegelijkertijd met de warmtepomp gestart.
De minimaal ingestelde kamertemperatuur is gerelateerd aan de minimale
temperatuurvoorwaarde van omgekeerd. Voor systemen zonder accumulatievat is de
laagst instelbare temperatuur 15°C, voor systemen met een accumulatievat kan de
verlangde temperatuur van te verwarmen object lager zijn (antivries – minimaal 10°C).
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 13
De regeling handhaaft de ingestelde temperatuur in de ruimte met een tolerantie van +/-
0,5°C. De regeling stabiliseert na significante ingrepen binnen 24 uur voor
vloerverwarming of binnen 12 uur voor een systeem voorzien van radiatoren. Een
verandering in de verlangde kamertemperatuur van meer dan 1,5°C, het inschakelen
van het systeem, het niet goed functioneren van een van de temperatuursensoren, het
wijzigen van het type regulering, enz. worden beschouwd als een belangrijke ingreep in
de regulering.
Bij lagere buitentemperaturen wordt de hulpverwarmingsstaaf ingeschakeld als de
warmtepomp onvoldoende vermogen heeft. De warmtepomp wordt evt. uitgeschakeld
en alle geïnstalleerde verwarmingsstaven worden ingeschakeld.
In de zomer, bij hoge buitentemperaturen (>28°C), kan zich bij de verwarming van SWW
de storing A01 - hoge druk – voordoen tijdens het verwarmen van SWW. In dit geval
wordt aanbevolen om de verlangde SWW-temperatuur te verlagen.
Voor de juiste werking van de AcondTherm-regeling mag het verwarmingssysteem in de
ruimte met de kamerthermostaat niet zijn uitgerust met een andere bovengeschikte
regulering. Als dit niet wordt nageleefd, bevelen we aan om Ekviterm of Standard te
gebruiken (zie hfdst. 3.2.6 op blz 31).
2.5 Beschrijving van de werking van de warmtepomp
2.5.1 Verwarming
ACOND® is een warmtepomp die warmte-energie voor het huis genereert volgens de huidige
behoefte. Warmwaterverwarming vindt continu plaats, evt. volgens het SWW-
verwarmingsschema. Bij een toename van de gemiddelde buitentemperatuur (gemiddeld in 3
dagen, temperatuur gemeten ‘s ochtends, 's middags en 's avonds) boven de waarde "Einde
van de verwarming", stopt de verwarming van het huis.
Bij het verwarmen van een zeer koud voorwerp wordt de hulpverwarmingsstaaf
ingeschakeld (de zog. bivalentie) ingeschakeld. Nadat de temperatuur van het
systeem boven de 21 °C is gestegen, draait de warmtepomp volgens de
ingestelde modus(zie hfdst. 3.2.7 op blz. 32).
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 14
2.5.2 Ontdooien
Tijdens bedrijf wordt de luchtwarmtewisselaar (verdamper) gekoeld door een gekoeld
koelmedium en is bedekt met ijsvorming vanwege de vochtigheid van de buitenlucht. Daarom
draait de ACOND warmtepomp® in de automatische modus voor het ontdooien van de
luchtwarmtewisselaar.
De ontdooisequentie wordt geactiveerd wanneer de temperatuur van de verdamper van de
buitenunit onder de ingestelde waarde daalt. De vierwegklep in het koelvloeistofcircuit schakelt
de richting van de koelvloeistofstroom om en de ventilator stopt. Warme koelvloeistof verwarmt
de condensator (platen-/buizenwisselaar) niet, maar verwarmt integendeel de ijslaag op de
luchtwarmtewisselaar. Dit proces stopt als de temperatuur van de verdamper de ingestelde
temperatuur bereikt heeft. De vierwegklep schakelt de richting van de koelvloeistofstroom terug
en de warmtepomp wekt opnieuw verwarmingsenergie op voor het verwarmingssysteem.
Tijdens het ontdooien verandert de richting van de koelvloeistofstroom, wordt de
luchtwarmtewisselaar een condensator en wordt de condensor voor het
verwarmen van het verwarmingssysteem een verdamper. Voor korte tijd
verandert het geluid van de warmtepomp, wat veroorzaakt wordt door
omschakeling van de richting van de koelvloeistofstroom en een verandering in
de drukverhoudingen in het koelvloeistofcircuit.
Bij het ontdooien van de verdamper wordt thermische energie uit het verwarmde
verwarmingssysteem van het huis gehaald. Er wordt een accumulatievat gebruikt om de
temperaturen in evenwicht te brengen.
Door het correct ontdooien van de buitenunit zijn de minimumtemperatuur van
het retourwater en de minimumtemperatuur in de accumulatietank ingesteld op
20°C
2.5.3 Ongunstige klimatologische omstandigheden
Bij een zeer langdurige hoge luchtvochtigheid en temperaturen net onder nul kunnen het
rooster en de omgeving van de ventilator bevriezen. Dit is geen storing, maar een fysiek
fenomeen. Het kan nodig zijn om de warmtepomp tijdelijk te stoppen met de hoofdzekering en
de ijsvorming zeer voorzichtig mechanisch te verwijderen.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 15
2.5.4 Omschakeling zomer/winter
In de zomer schakelt de warmtepomp in wanneer het systeem uitgerust is met:
een volwaardige verwarming van het SWW en als SWW tot onder de ingestelde waarde
daalt
als het accumulatievat voorverwarming van de SWW mogelijk maakt, en als een variant
van voorverwarmen in de zomer wordt gekozen - dan wordt de temperatuur in het
accumulatievat op 45°C gehouden.
Er wordt tussen zomer-/wintermodus geschakeld volgens de ingestelde
gemiddelde buitentemperatuur of door op het zon/sneeuwpopsymbool te
klikken. De waarde van de gemiddelde buitentemperatuur wordt berekend als
het gemiddelde van de ochtend-, middag- en avondtemperaturen van de
buitenlucht over de afgelopen 3 dagen.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 16
3 Bediening van de warmtepomp
Bediening van de warmtepomp is mogelijk:
1. d.m.v. een internetbrowser via de site www.acond.cz bij aansluiting van een regulering
van de warmtepomp op het Internet – hfdst. 3.2
2. via een directe verbinding op de installatieplaats in het lokale netwerk – hoofdstuk
3.2.2.3
3. via de binnenunit in de referentieruimte – hoofdstuk 3.1
3.1 Bediening van de warmtepomp via de
interieurbesturingsunit
3.1.1 Interieurbesturingsunit C-ID
De C-ID interieurbesturingsunit wordt gebruikt om de kamertemperatuur,
retourwatertemperatuur, SWW-temperatuur (indien aanwezig) weer te
geven en in te stellen, om de modus en de soort regulering aan te passen
en om de toestand van de warmtepomp en de buitentemperatuur weer te
geven.
Waarschuwing! De binnenbesturingsunit moet zodanig op de muur
worden geplaatst dat hij vrij toegankelijk is – d.w.z. hij mag niet worden
bedekt met meubels, gordijnen, gordijnen, enz. Bij bedekking bestaat het
risico op verslechtering van de temperatuurregulering in de ruimte en op
daaraan gerelateerde hogere stookkosten.
3.1.2 Betekenis van de afzonderlijke symbolen op het C-ID-deelvenster
C-ID
Symbool
Omschrijving
AT
AcondTherm-regulering
EKV
Regulering Ekviterm
STD
Regulering Standard
Aut
Automatische modus
Warmtepomp
Modus van de warmtepomp
Biv
Bivalentiemodus
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 17
C-ID
Symbool
Omschrijving
Koel
Koelmodus (indien aanwezig)
Man
Handmatige modus
Uitgeschakeld
OA vt
Als het symbool is ingeschakeld, is een
hoog elektriciteitstarief van kracht
De buitentemperatuur heeft gegeven
voor beëindiging van de verwarming
bereikt – zomerbedrijf
Winterbedrijf
Als de installatie een storing vertoont,
verschijnt er een venster met een
beschrijving van de storing.
De storing wordt ook op de taakbalk
getoond.
"Vakantie"-modus volgens een
tijdsschema
Buitentemperatuur
De verlangde temperatuur wordt op dit
moment door een tijdsschema geregeld.
Graden Celsius
Systeemcirculatiepomp
Ontdooien van de buitenunit
Verwarming van warm gebruikswater
Ingeschakelde bivalentie – graad 1 en 2
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 18
C-ID
Symbool
Omschrijving
Compressor van de buitenunit
Ventilator van de buitenunit
Circulatiepomp pekel
Circulatiepomp platenwisselaar
3.1.3 Basisweergave - besparing
In de basisweergave toont het display de huidige
kamertemperatuur, het type regulering, de huidige modus
of het storingssymbool. Druk op een willekeurige knop op
het display om naar de taakbalk te gaan.
Opm.: Het display keert na 2 minuten inactiviteit automatisch terug naar de
basisweergave
3.1.4 Taakbalk
De taakbalk toont de huidige kamertemperatuur, de
buitentemperatuur, het type regulering, de actuele modus en
een eventueel ander symbool, waarvan de betekenis in het
hoofdstuk wordt beschreven 3.1.2.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 19
3.1.5 Bediening van het display
Gebruik de pijl omhoog en pijl omlaag (,) om tussen de weergavepanelen te schakelen.
Gebruik de pijl naar rechts (>) om naar parameterinstellingen te gaan.
Met de +/ knoppen verhoogt en verlaagt u de verlangde temperatuur. Als u deze knoppen
ingedrukt houdt, verandert de verlangde temperatuur sneller. Na zeven seconden permanent
ingedrukt houden van de knop stopt de verandering van de temperatuurwaarde. Haal uw vinger
twee seconden van de knop en druk hem zo nodig opnieuw in.
Met de linkerpijl (<) keert u terug naar het vorige venster. Instellingen uit het vorige venster
worden niet opgeslagen.
De knop OK() dient voor bevestiging van het verzoek tot
bevestiging van de instellingswijzigingen.
Als u de X-knop gedurende 1s ingedrukt houdt, keert u van de
overige vensters naar de basisweergave terug.
3.1.6 Hoe schakelt u de warmtepomp in?
Als de warmtepomp is uitgeschakeld, worden het symbool en de temperatuur van de
ruimte op het display weergegeven. De pijl omhoog of omlaag kan worden gebruikt om te
schakelen tussen kamertemperatuur, retourwatertemperatuur, SWW-temperatuur (indien
aanwezig) en de buitentemperatuur. De warmtepomp wordt ingeschakeld als u op de knop
drukt, waarmee het deelvenster voor bevestiging van
inschakeling van de warmtepomp opgeroepen wordt. Nadat
de warmtepomp is ingeschakeld, werkt hij in de automatische
modus.
3.1.7 Hoe stelt u de verlangde kamertemperatuur in?
Ga naar de taakbalk, houd de knop x ingedrukt en druk op de
pijl >, de knop +/- of op om de verlangde temperatuur in de
ruimte in te stellen. Het display toont de huidige waarde van
de verlangde kamertemperatuur. Door op de knop + of - te
drukken, stijgt of daalt de verlangde temperatuur met 0,1 °C.
Als u deze knoppen ingedrukt houdt, verandert de verlangde
temperatuur sneller. Druk, nadat de verlangde
Warmtepomp is uitgeschakeld
Buitentemp.: 45,0°C
Warmtepomp inschakelen
Warmtepomp werkelijk inschakelen?
NEE JA
Afstelling ingevoerde temperatuur in de
ruimte 20°C
<-Terug Bevestig V
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 20
kamertemperatuur is bereikt, op de knop . Hiermee wordt de gewenste waarde opgeslagen
en gaat u terug naar de taakbalk.
De regeling handhaaft de ingestelde temperatuur in de ruimte met een
tolerantie van
+/- 0,5°C. Deze tolerantie wordt alleen in uitzonderlijke gevallen overschreden
(bijvoorbeeld na het opnieuw opstarten van het systeem, na een verandering in
de gewenste temperatuur, na ventilatie, enz.).
3.1.8 Hoe stelt u de temperatuur van het retourwater vast en verandert die?
Druk op de pijl omhoog of de pijl omlaag om naar het
deelvenster Retourwatertemperatuur te gaan. De werkelijke
retourwatertemperatuur en de verlangde
retourwatertemperatuur worden weergegeven. Als
standaardregeling is ingesteld, kan de verlangde temperatuur
van het retourwater te worden gewijzigd: druk op de pijl >, evt.
op +/- of . Het display toont de huidige waarde van de
gewenste retourwatertemperatuur. Met behulp van de
knoppen +/- wijzigt u de temperatuur. Druk, nadat de
verlangde retourwatertemperatuur is bereikt, op de knop .
Hiermee wordt de gewenste waarde opgeslagen en gaat u terug naar het deelvenster
Retourwatertemperatuur.
De retourwatertemperatuur kan alleen worden ingesteld in de modus
Standard (ST).
3.1.9 Hoe stelt u de temperatuur van het SWW vast?
Het deelvenster voor SWW kan alleen worden weergegeven als de verwarming van het SWW
via de warmtepomp gebeurt. Gebruik de pijl of pijl van de hoofdpagina om naar het deelvenster
SWW-temperatuur te gaan. De werkelijke temperatuur van het SWW en de verlangde
temperatuur van het SWW worden getoond. Druk op de pijl >. Het display toont de huidige
waarde van de ingevoerde temperatuur van het SWW die opnieuw gewijzigd kan worden met
de knoppen + en -. Nadat u de verlangde temperatuur van het SWW hebt ingevoerd, drukt u op
Temperatuur retourwater
Ingevoerde temperatuur retourwater
Ingevoerde temperatuur SWW
Instellingen >
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 21
. Hiermee wordt de verlangde waarde bewaard en komt u terug naar het deelvenster
Temperatuur van het SWW.
Het kloksymbool aan de rechterkant van het deelvenster signaleert een blokkering van de
verwarming van het SWW door het tijdsschema.
3.1.10 Hoe bepaalt u de gemiddelde
buitentemperatuur vast en hoe stelt u de
temperatuur voor stopzetting van de verwarming in?
Gebruik de pijl omhoog of omlaag om het deelvenster Gemiddelde buitentemperatuur te
selecteren. De gemiddelde buitentemperatuur van de afgelopen 3 dagen en de waarde die
overschreden moet worden om het stookseizoen te
beëindigen, worden getoond. Druk op de pijl > het display
toont de gemiddelde buitentemperatuur voor beëindiging van
het het stookseizoen. Met de knoppen + en - kan de waarde
worden gewijzigd. Door op de knop
te drukken wordt de verlangde waarde opgeslagen en keer u
terug naar het scherm Gemiddelde buitentemperatuur.
Opm.: Zie voor meer informatie hfdst. 2.5.4 Omschakeling zomer/winter
3.1.11 Hoe stelt u de temperatuur van het uitlaatwater voor koeling in?
Het deelvenster voor de Koelwatertemperatuur kan alleen met de pijlen omhoog en omlaag
worden bereikt in de koelmodus en die kan alleen in de zomermodus worden ingesteld.
Daarmee wordt de huidige en de verlangde temperatuur aan de uitgang van de warmtepomp
getoond. Nadat u op de pijl > hebt gedrukt, kan de verlangde temperatuur aan de uitgang van
de warmtepomp gewijzigd worden. De bewerking eindigt door op te drukken. Daarmee wordt
de gewenste waarde opgeslagen en gaat u terug naar het deelvenster Koelwatertemperatuur.
3.1.12 Deelvenster Instellingen
In het deelvenster Instellingen kunt u het type regulering wijzigen, de warmtepomp in- en
uitschakelen en de bedrijfsmodus aanpassen. Nadat u op de pijl > hebt gedrukt, verschijnt een
menu met de afzonderlijke keuzemogelijkheden.
Temperatuur water voor koelen
Ingevoerde watertemperatuur
Instellingen >
Instellingen Selectie >
Gemiddelde buitentemperatuur
Einde stookseizoen
Instellngen >
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 22
Gebruik de pijlen omhoog en omlaag om tussen de menu-items te bewegen. De pijl naar rechts
of de knop dient om een menu-item te selecteren.
3.1.12.1 Hoe stelt u het type regulering van de warmtepomp in?
Nadat u het item "Reguleringselectie" hebt gekozen, kunt u
het type regulering kiezen. Beweeg opnieuw tussen de items
met de pijl omhoog en omlaag en selecteer het item door op
. te drukken.
Opm.: Zie hfdst. 3.2.6 voor meer informatie over de types regulering .
3.1.12.2 Hoe stelt u in hoe de warmtepomp moet draaien?
Nadat u het item "Modusselectie" hebt geselecteerd, wordt een menu weergegeven met de
selectie van bedrijfsmogelijkheden van de warmtepomp. De
koelmodus wordt alleen weergegeven in de zomer. U beweegt
tussen de menu-items via de pijl omhoog en de pijl omlaag.
Om de modus in te stellen drukt u op de knop . Als de modus
Man wordt weergegeven op de taakbalk of in de
basisweergave, dan is de warmtepomp in onderhoud bij een
servicetechnicus.
Kies regulering
AcondTherm [AT]
Ekviterm [EKV]
Standard [ST]
< Terug Bevestig V
Selectie regulering
Selectie modus
Warmtepomp inschakelen [UIT]
Info
< Terug
Kies modus:
Automatisch [AUT]
Alleen warmtepomp [Wp]
Bivalentie [BIV]]
Koeling [KOEL]
< Terug Bevestig V
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 23
Opm.: Voor meer informatie over de beschrijving van modi, zie hfdst. 3.2.7.
3.1.12.3 Hoe schakelt u de warmtepomp uit?
Met het item Warmtepomp uitschakelen (UIT) in het instellingenscherm kunt u de warmtepomp
uitschakelen. Nadat u het hebt geselecteerd, verschijnt er een bevestigingsdialoogvenster. Na
het bevestigen met "JA" wordt de installatie uitgeschakeld.
3.1.12.4 Informatie over de ethernetinterface weergeven
In het Instellingenvenster kunt u informatie oproepen over het
ETH-kanaal, waarmee de warmtepomp met het lokale netwerk
is verbonden. Deze informatie kan nuttig zijn voor een
technicus die de internetverbinding van de warmtepomp
herstelt.
Opm.: ETH1 wordt alleen gebruikt voor het aansluiten van een
servicetechnicus. ETH2 wordt gebruikt om de warmtepomp met het internet te
verbinden.
3.1.13 Weergave, storing bevestigen
Als er een storing in de warmtepomp optreedt, verschijnt
er onmiddellijk op het display een deelvenster met de
foutcode, een symbool en een korte beschrijving van de
storing. De fout kan worden bevestigd door op te
drukken. Als het probleem zich niet blijft voordoen, begint
de warmtepomp te draaien. Als de storing aanhoudt, kan
de fout niet worden bevestigd.
Om de werking van warmtepompcomponenten, weergavetemperaturen, etc. in te
stellen/controleren, kunt u door op de x-knop te drukken naar de standaardschermen gaan. Na
20s inactiviteit wordt het scherm met de storing getoond.
Info ETH 1 (in het midden)
Warmtepomp werkelijk uitschakelen?
NEE JA
Bevestig V
Storing A07
LAGE TEMPERATUUR AAN DE UITSTROOM
X Cancel Bevestig V
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 24
Opm.: Meer informatie over storingen vindt u in hfdst. 4 .
3.2 Bediening via de webinterface
3.2.1 De warmtepomp aansluiten op het internet
Een servicemonteur realiseert tijdens de installatie de aansluiting van de warmtepomp op het
internet of later via de servicetelefoonlijn van Acond (+420 601 373 073). Nadat de gebruikers
zich hebben aangemeld komen ze bij een webserver met een warmtepompdatabase.
Als er tijdens de installatie bij de klant een vast IP-adres wordt toegewezen aan
de warmtepomp, zorg er dan voor dat de oorspronkelijke adresruimte behouden
blijft bij het vervangen van de router of de modem binnen het thuisnetwerk. Elke
serviceoproep als gevolg van het opnieuw plannen van het IP-adres van de
warmtepomp wordt in rekening gebracht volgens de geldige prijslijst van Acond.
3.2.2 Inloggen bij het systeem
3.2.2.1 Via de website www.acond.cz:
Typ in de adresbalk van uw internetbrowser (Google Chrome, Firefox, Internet Explorer, enz.):
www.acond.cz . Bevestig met Enter en de webpagina van Acond (zie Afb. 1).
Afb. 1 Website van Acond a.s. met login voor de warmtepomp (langwerpige tegel hieronder)
Klik onderaan op de tegel met het opschrift ACONDTHERM LOGIN en er verschijnt een
inlogpagina, zieAfb. 2.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 26
Voer in de vakken Gebruikersnaam en Wachtwoord acond in (ingesteld in de fabriek – u kunt
zowel de naam als het wachtwoord wijzigen op de pagina Informatie, zie hfdst. 3.2.12 aan de
zijkant36).
Voer uw naam en wachtwoord in, bevestig ze met de knop Login of met de toets Enter en de
hoofdpagina verschijnt – zie Afb. 5.
Afb. 5 Hoofdpagina van de webbrowser
Afb. 4 Inloggen bij de warmtepomp
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 27
Waarden die wit omcirkeld of wit oplichten, kunnen worden bewerkt (gewijzigd).
3.2.2.2 Maak een permanente verbinding met de service TecoRoute via de lijn
Na het invoeren van uw naam en wachtwoord en het bekijken van de inlogpagina op de
TecoRoute-server (zie Afb. 2), kunt u het selectievakje "Een link maken voor permanente
aanmelding" inschakelen om de volgende keer gemakkelijker te kunnen inloggen. Er wordt een
webpagina weergegeven met een tabel, zie Afb. 6. Het is een goed idee om deze pagina te
bookmarken, ev. op het bureaublad of de browserbalk. Nadat u op login hebt gedrukt,
verschijnt er een pagina met de login op de pomp (zie Afb. 4) en gaat verder met de eerder
beschreven procedure.
3.2.2.3 In het plaatselijke netwerk:
Typ in de adresbalk van uw internetbrowser (Google Chrome, Firefox, Internet Explorer, enz.)
het IP-adres van uw warmtepomp (verschaft de installatiefirma). De aanmeldingswebpagina
wordt weergegeven - zie Afb. 4.
Voer in de vakken Gebruikersnaam en Wachtwoord acond in (ingesteld in de fabriek – u kunt
zowel de naam als het wachtwoord wijzigen op de pagina Informatie, zie hfdst. 3.2.12 aan de
zijkant 36).
Voer uw naam en wachtwoord in, bevestig ze met de knop Login of met de toets Enter en de
hoofdpagina verschijnt – zie Afb. 6.
3.2.3 Startpagina
Aan de linkerkant van de bovenste website is er een menu voor het selecteren van individuele
subpagina's met de technische gegevens van de warmtepomp.
1. De homepage (Afb. 5) verschijnt wanneer u inlogt op het systeem en op elk willekeurig
moment als u op het pictogram met het huis klikt.
2. De tijdsschema's (Afb.13) geven u de mogelijkheid om de waarde van automatische
verandering van de verlangde kamertemperatuur (event. de temperatuur in het
Afb. 6: Maak een permanente link om in te loggen op de website van de warmtepomp
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 28
accumulatievat bij de regulering STANDARD) in te stellen op basis van de tijd van de
afzonderlijke dagen. Hier is het mogelijk om bijvoorbeeld b.v. een nachtelijke
temperatuurdaling te realiseren.
3. Met de equitermcurve kunt u de parameters van de equithermregulatie wijzigen
4. De verlopen van de weergave van de retourwatertemperatuur, de kamertemperatuur
en de temperatuur van het SWW in de afgelopen 24 uur.
5. Informatie e en lijst met informatie voor een servicebedrijf –- gebruikersgegevens,
geïnstalleerde softwareversie, warmtepomptype, OA-instellingen, enz.
3.2.4 Betekenis van de pictogrammen (symbolen)
Onder de selectie van de warmtepompmodus staan pictogrammen die de toestand van de
componenten van het warmtepompsysteem weergeven. De volgende tabel geeft de betekenis
van elk pictogram.
Tabel 6: Betekenis van pictogrammen die op de hoofdpagina van de warmtepomp
worden gebruikt
picto-
gram
status
picto-
gram
status
beschrijving
Inactief
Actief
Keuze van de warmtepomp
Inactief
Actief
Ventilator van de warmtepomp
Inactief
Actief
Circulatiepomp van de warmtepomp
Inactief
Actief
De warmtepomp ontdooien
Winter-/zomerbedrijf
Verwarming
Koeling
Verwarmings-/koelmodus weergeven (als er
koeling is gemonteerd)
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 29
picto-
gram
status
picto-
gram
status
beschrijving
Inactief
Actief
Circulatiepomp van het
verwarmingssysteem (alleen als er een
accumulatievat en een pomp in het
verwarmingssysteem zijn gemonteerd)
Inactief
Actief
Circulatiepomp van het 2e circuit van het
verwarmingssysteem (alleen als er een 2e
verwarmingscircuit is gemonteerd)
Inactief
Actief
Verwarming van warm gebruikswater via de
warmtepomp (hydrobox) of een
verwarmingsstaaf (voorverwarming,
elektrische boiler)
Inactief
Actief
Bivalentie – inschakeling van een extra
elektrische verwarmingsstaaf
OA
Actief
Een symbool dat een hoger tarief van el.
energie aangeeft (verschijnt naast het
onderdeel als dat niet gestart moet worden
bij een hoger tarief, zie hoofdstuk 3.2.12)
3.2.4.1 Zomer-/winterbedrijf
Het sneeuwpopsymbool duidt op de winterperiode, wanneer de verwarming van woonruimten
en de verwarming van warm gebruikswater actief zijn. Het zonnesymbool geeft de zomer aan
waarin de warmtepomp alleen warm gebruikswater verwarmt (indien aanwezig) of in een
accumulatievat de temperatuur van 45°C onderhoudt voor de voorverwarming van SWW (de
keuze bevindt zich in het midden van de hoofdpagina onderaan). In de zomermodus kunt u de
koelmodus instellen. Zie voor meer informatie hfdst. 2.5.4 op pagina 15.
De winterperiode eindigt na de waarde van Einde van het stookseizoen zoals
vermeld op de hoofdwebsite. Als u op het sneeuwpop/zonnesymbool klikt, wordt
het systeem naar zomer-/winterbedrijf omgeschakeld.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 30
3.2.5 Waarden instellen
Aan de linkerkant van de webinterface kunt u de gewenste temperatuur in de ruimte bewerken
(veranderen), evt. in de ruimtes (als er meerdere kamerthermostaten zijn geïnstalleerd). De
verlangde temperatuur is weergegeven in een wit ovaal veld. Door in de veldruimte te klikken
kunt u de waarde te wijzigen. De grootste blauwe waarde toont de huidige temperatuur in de
ruimte waar een kamerthermostaat gemonteerd is. De laagste waarde in de blauwe ovaal geeft
vervolgens de verlangde waarde in de kamer weer, die kan afwijken van de waarde van het
witte veld (als het kamertemperatuurschema actief is).
Het kloksymbool bij de verlangde kamertemperatuurwaarde betekent
dat de verlangde temperatuur in de ruimte wordt geregeld door de waarde die
is opgegeven in het kamertemperatuurschema (Hfdst. 3.2.11 op pagina 34). Als
het symbool niet wordt getoond, is de verlangde waarde de waarde die is
opgegeven in het witte invoerveld op de hoofdpagina.
In het middelste deel worden de waarden van de sensoren weergegeven – de verlangde
waarden van deze temperaturen en in de witte velden verwisselbare waarden. In het geval van
de regulering STANDARD (Hfdst. 3.2.6 op bladzijde 31) wordt hier de verlangde
watertemperatuur op de bodem van de tank ingevoerd, evt. de temperatuur van het water dat
terugkeert uit het verwarmingssysteem. Als gekozen is voor de Ekviterm- of AcondTherm-
regulering wordt deze waarde berekend op basis van de buitentemperatuur, evt. van de
kamertemperatuur, en kan deze niet handmatig worden gewijzigd.
Nadat u een waarde hebt ingevoerd, drukt u op ENTER om de wijziging te bevestigen of klikt u
op de pijl aan de rechterkant van het witte invoerveld om de
wijziging te bevestigen.
Afb. 7 Temperatuurinstelling
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 31
De Acond Therm®-regulering handhaaft de ingestelde temperatuur in de
ruimte met een tolerantie van +/- 0,5°C. Deze tolerantie wordt alleen in
uitzonderlijke gevallen overschreden (bijvoorbeeld na het opnieuw opstarten
van het systeem, na een verandering in de gewenste temperatuur, na ventilatie,
enz.).
Bij selectie van VOORVERWARMING van SWW in de ACCU wordt in de zomerperiode een
temperatuur van 45°C in het accumulatievat aangehouden voor de verwarming van warm
gebruikswater.
Bij de selectie ANTISEPSIS TOEGESTAAN wordt de boiler eenmaal per week gedesinfecteerd
middels verhitting tot 60°C. Antisepsis kan ook eenmalig worden opgeroepen door op het
opschrift START te drukken als antisepsis toegestaan is.
Als u de STILLE MODUS VAN DE WARMTEPOMP selecteert, kunt u het tijdstip opgeven
waarop de ventilatorsnelheid wordt verlaagd als gevolg van het lawaai dat de warmtepomp
maakt. In het zomerseizoen, zodra de buitentemperatuur hoger is dan 17°C, wordt het toerental
automatisch verlaagd.
3.2.6 Keuze van het reguleringsssysteem
Het reguleringssysteem kan op de startpagina worden geselecteerd met behulp van de pijlen
naar links en naar rechts (Afb. 9).
Afb. 9. Keuze van het reguleringssysteem
Afb. 8 SWW – antisepsis
STILLE MODUS VAN DE
WARMTEPOMP
ANTISEPSIS TOEGESTAAN
VOORVERWARMING VAN SWW IN
ACCU
REGULERING
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 32
3.2.6.1 AcondTherm®
Het meest besparende en handige regelgevingssysteem. De pomp berekent zelf de
noodzakelijke laagste temperatuur van het verwarmingswater. Dit systeem is de meest
besparende variant van de regeling en bespaart 15 tot 35% energie in vergelijking met andere
systemen. Het selectievakje "AT altijd" zorgt ervoor dat bij elke herstart na een stroomstoring
het systeem omschakelt naar de regulering door AcondTherm®.
Voor een juiste werking van de AcondTherm-regeling mag het
verwarmingssysteem in de ruimte met de kamerthermostaat die voorzien is van
thermostaatkoppen niet zijn uitgerust met een andere bovengeschikte
regulering. Als met zich hier niet aan wil houden, bevelen we aan om de
regulering Ekviterm of Standard te gebruiken.
3.2.6.2 Ekviterm
De watertemperatuur in het verwarmingssysteem wordt bepaald op basis van de
buitentemperatuur. Het nadeel van deze regeling is dat de curve van de vereiste temperaturen
retourwater zo moet worden aangepast dat ook onder de slechtste buitenomstandigheden
(wind, regen, sneeuw) voor de gewenste luchttemperatuur in het gebouw wordt gezorgd. Die is
meestal onnodig hoog, waardoor het elektriciteitsverbruik toeneemt.
3.2.6.3 Standaard
Er is een constante temperatuur van verwarmingswater in het verwarmingssysteem ingesteld
deze optie is voornamelijk bedoeld voor servicedoeleinden of voor de installatie van
temperatuurregeling in ruimtes door een bovengeschikt systeem.
3.2.7 Een besturingsmodus selecteren
Op de startpagina kunt u behalve de regulatieselectie (Afb. 9) ook een bedieningsmodus
instellen.
3.2.7.1 Automatische selectie – drukknop AUT
De automatische systeemselectie geeft de voorrang aan het bedrijf van de warmtepomp. Zo
nodig wordt een bivalente bron van thermische energie – elektrische verwarmingsstaven –
ingeschakeld.
3.2.7.2 Warmtepomp – knop Warmtepomp
Met deze optie kan alleen de warmtepomp draaien. De bivalente voeding (verwarmingsstaven)
is geblokkeerd en wordt alleen gestart bij een ernstige storing van de installatie.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 33
3.2.7.3 Bivalente bron – BIV-knop
Alleen de werking van een bivalente bron – verwarmingsstaven – is toegestaan voor
verwarming.
3.2.7.4 Koeling - KOEL-knop
In de zomermodus kunt u de koelmodus instellen (als die tot de uitrusting behoort). Na het
indrukken verschijnt naast de waarde "Watertemperatuur in de platenwisselaar een deelvenster
voor de mogelijkheid om de gewenste watertemperatuur voor koeling in te voeren.
3.2.7.5 Uitgeschakeld – UIT-knop
Het hele systeem wordt uitgeschakeld, inclusief de circulatiepompen. In de uitgeschakelde
toestand wordt de antivriesbeveiliging onderhouden – als de watertemperatuur in de buitenunit
onder de 7°C daalt, wordt de circulatiepomp van het primaire circuit ingeschakeld. Bij een
verdere temperatuurdaling kan ook de verwarmingsstaaf worden ingeschakeld.
3.2.8 Zonnepaneel
Om de zonnepanelen te bedienen, gebruikt u het deelvenster Zonnepaneel, dat wordt
aangeroepen door op het pictogram van het zonnepaneel onder in het hoofdscherm te klikken
(Afb. 10).
De zonnepaneelcirculatiepomp draait als de temperatuur van het zonnepaneel
de temperatuur in het accumulatievat met ten minste 8°C overschrijdt. Hij stopt
als de temperatuur van het zonnepaneel de temperatuur in het accumulatievat
met slechts 3°C of minder overschrijdt, of als de temperatuur in de
accumulatietank hoger is dan 80°C.
Als het verwarmingssysteem niet is uitgerust met zonnepanelen, wordt de knop Zonnepaneel
niet in de onderste balk getoond.
Afb. 10: Deelvenster Zonnepaneel
BUITENTEMPERATUUR
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 34
3.2.9 Bassin
Als u het bassin wilt bedienen, gebruikt u het deelvenster Bassin, dat getoond wordt als u op
het pictogram Bassin onder aan het hoofdscherm (Afb. 11) drukt. Als het systeem niet is
uitgerust met een bassin, verschijnt de knop Bassin niet in de onderste balk.
Als de bassinverwarming wordt ingeschakeld, wordt de temperatuur van het
retourgedeelte (accumulatievat) ingesteld op 45°C. Het bassin wordt alleen
verwarmd als de woonkamers verwarmd zijn en als het SWW verwarmd wordt.
3.2.10 Storing bevestigen
Afb. 12 Een storing op een webpagina weergeven
Bij een storing verschijnt er een uitroepteken naast het logo van AcondTherm op een rode
achtergrond. Als u op het uitroeptekenpictogram klikt, ziet u een beschrijving van de storing met
de OK-knop, waarmee de storing nadat die verholpen is, kan worden bevestigd (als de oorzaak
van de storing is verlopen) (Afb. 12).
3.2.11 Tijdsschema’s
Als u op het pictogram Tijdsschema's in het menu van de webpagina klikt, ziet u tabellen.
Daarin kunt u periodes opgeven, gedurende welke de temperatuur gehandhaafd zal worden die
wordt ingevoerd in het witte vak daaronder. Ook kunt u tijdsschema's instellen voor de
temperatuur van het verwarmingswater en het gedrag van de warmtepomp tijdens de vakantie.
De links naar deze schema's kunt u vinden in de rechterbenedenhoek van de pagina.
Afb. 11: Deelvenster Bassin
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 35
Afb.13 Tijdsschema kamertemperatuur
3.2.11.1 Circuit1, Circuit2, Verwarmingswater
Voor elke dag kunt u 2 periodes opgeven, waarin de kamertemperatuur (temperatuur van het
verwarmingswater in de regulering STANDARD ) wordt geregeld tot op de waarde in de witte
ovaal onder de bijbehorende tijden in deze tabel. U kunt bovenaan in de tabel kiezen of de
warmtepomp het schema zal volgen – als het vakje niet is aangevinkt, negeert de installatie de
ingestelde tijden en verwarmt het, ongeacht de tijd, het object tot de gewenste
temperatuurwaarde die op de hoofdpagina is opgegeven. De vakantiedatum is bovengeschikt
aan deze selectie en is altijd geldig.
Onderaan de pagina kunt u de vakantiedatum en de temperatuur opgeven die in de vakantie in
de ruimte aangehouden moet worden. Het is ook mogelijk om de SWW-temperatuur in
dezelfde periode in te voeren. De lopende vakantie verschijnt boven in de pagina. Als het
verwarmingssysteem bestaat uit meerdere onafhankelijke verwarmingscircuits met
afzonderlijke instellingen, dan wordt elke circuit door een eigen tijdsschema geregeld.
VAN
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 36
3.2.11.2 Tijdsschema SWW
Als u op de link Tijdsschema SWW rechtsonder in de webpagina klikt, ziet u een tabel (zie Afb.
14) om 2 tijdsperiodes in te voeren, waarin de verwarming van het SWW toegestaan wordt.
Boven in de tabel krijgt u de keuze of de warmtepomp het weergegeven tijdsschema moet
volgen. Als het selectievakje niet wordt aangevinkt, negeert de installatie de ingestelde tijden
en vindt de SWW-verwarming plaats zoals nodig, ongeacht het tijdstip.
Afb. 14 Tijdsschema voor verwarming van SWW
Pas op, de dag begint om 0:00 en eindigt om 23:59, d.w.z. bij het aanvragen
van een periode die eindigt om middernacht moet u 23:59 invoeren, niet 0:00.
3.2.12 Informatie
De pagina Informatie bevat basisinformatie over de warmtepomp en de gebruiker, de
installatieplaats en andere informatie die tijdens de installatie door de technicus is ingevoerd.
Onderaan de pagina is het mogelijk om de naam en het wachtwoord te wijzigen om toegang te
krijgen tot de warmtepompwebsite en de systeemtijd. Zowel de gebruikersnaam als het
wachtwoord mogen maximaal 10 tekens bevatten. Gebruik geen diakritische tekens (haken,
komma’s). Vervolgens vindt u op deze pagina het aantal uren dat elk systeemonderdeel actief
is geweest.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 37
Aan de rechterkant van de informatiepagina bevindt zich een menu (zie Afb. 15) dat het gebruik
van OA-signaal mogelijk maakt (= Overkoepelende Afstandsbediening, omschakelen tussen
goedkoop en duur elektriciteitstarief). Als u het selectievakje "OA schakelt SWW-verwarming
uit" inschakelt, wordt het SWW niet verwarmd op het moment van het duurdere tarief. Op
dezelfde manier geldt dat na het aanvinken van het vakje "OA schakelt de verwarming van de
warmtepomp uit" in een periode van een duurder tarief de warmtepomp niet start vanwege de
lage temperatuur in de ruimte. Na aanvinken van het laatste vakje "OA schakelt de biv-
verwarming uit" in een periode, waarin het duurdere tarief van kracht is, zal de bivalente bron
niet gaan draaien. Als het duurdere tarief van kracht is (als de OA-opties zijn aangevinkt),
verschijnt er een uitschakelpictogram naast het pictogram van het betreffende
warmtepomponderdeel. Als de vensters leeg zijn, zullen de warmtepomp en de bivalente
warmtebron draaien, ongeacht het OA-signaal.
Afb. 15 Informatie, keuze OA
SYNCHRO
VOORNAAM:
ACHTERNAAM:
STAD:
SW-VERSIE:
FW-VERSIE:
TAAKTYPE VAN DE
WARMTEPOMP:
ONTWIKKELING
MAC:
IP-ADRES:
MASKER:
ETH1
GATEWAY:
DNS:
MAC:
IP-ADRES:
MASKER:
ETH2
GATEWAY:
DNS:
INSTALLATIEDATUM:
GEBRUIKERSNAAM:
WACHTWOORD:
TIJDSINSTELLING:
CIRCULATIEPOMP VAN HET PRIMAIRE CIRCUIT
COMPRESSOR
VENTILATOR
SWW
SYSTEEMCIRCULATIEPOMP 1e CIRCUIT
SYSTEEMCIRCULATIEPOMP 2e CIRCUIT
CIRCULATIEPOMP BASSIN
GENIUS! – LUCHTVERDAMPER
CIRCULATIEPOMP ZONNEPANEEL
CIRCULATIEPOMP PEKEL
1e BIVALENTIEGRAAD
2e BIVALENTIEGRAAD
DRAAIUREN VAN INDIVIDUELE COMPONENTEN
OA SCHAKELT SWW-VERWARMING
UIT
OA SCHAKELT WARMTEPOMP UIT
VOOR VERWARMING
OA SCHAKELT BIV UIT VOOR
VERWARMING
uren : min
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 38
3.2.13 Equithermcurve
Als u op de koppeling in het menu Equithermcurve klikt, wordt er een tabel weergegeven met
de instelling van de equitherm-regulering (zie Afb. 16).
De getallen onder de horizontale lijn geven de buitentemperatuur van de breuken (punten) van
de equithermcurve aan, en de getallen boven de grafiek geven de temperatuur aan van het
verwarmingswater dat overeenkomt met deze breuken (punten). Het getal boven de grafiek
komt overeen met de temperatuur van het verwarmingswater, berekend volgens de ingevoerde
equithermcurve, afhankelijk van de huidige buitentemperatuur.
Afb. 16 De equithermische regulering instellen
3.2.14 Temperatuurverlopen
Op de pagina worden de temperatuurveranderingen van de afgelopen 24 uur weergegeven.
Naast het curvediagram is een legenda met de curvekleuren van de afzonderlijke verlopen met
selectievakjes, waarmee u de weergave van de verlopen kunt in- en uitschakelen. De knop
"Reset data" onder de grafiek zet de gegevens van de afgelopen 24 uur terug op nul.
Gegevens worden opgeslagen in een cirkelvormige buffer, d.w.z. gegevens ouder dan 24 uur
TEMPERATUUR VAN HET
RETOURWATER
TEMPERATUURONTWIKKELING
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 40
Code
ALARM
Oorzaak
Verhelpen
P09
SENSOR
KAMERTEMPERATUUR – 2.
CIRCUIT
Elektrische storing, losgekoppelde
(defecte) ruimtethermostaat
Bel de service
P10
BASSINSENSOR
Sonde ontbreekt, is defect,
defecte kabel,
sondeweerstand overschrijdt
grenswaarden
Bel de service
P11
SENSOR MENGAPPARAAT-
VLOERVERWARMING
Sonde ontbreekt, is defect,
defecte kabel,
sondeweerstand overschrijdt
grenswaarden
Bel de service
P12
TEMPERATUURSENSOR PEKEL
Sonde ontbreekt, is defect,
defecte kabel,
sondeweerstand overschrijdt
grenswaarden
Bel de service
P15
LAGEDRUKSENSOR
Sonde ontbreekt, defecte, defecte
kabel, overschreden
grenswaarden
Bel de service
P16
HOGEDRUKSENSOR
Sonde ontbreekt, defecte, defecte
kabel, overschreden
grenswaarden
Bel de service
P99
GEBLOKKEERD
De tijd is verstreken voor het
invoeren van een code ter
bevestiging van de betaling
Voer op de hoofdpagina de
bevestiging van de
betalingsbevestiging in
A01
HOGEDRUK
Activering van de pressostaat op
het koelvloeistofcircuit
Er stroomt weinig of geen water
door de platenwisselaar
Vervuild waterfilter
Gesloten kraan op het watercircuit
Waterfilter schoonmaken
Vergroot de waterstroom
door de platenwisselaar en
verlaag zo de
wateruitstroomtemperatuur
Controleer de doorvoer van
het verwarmingscircuit
A02
LAGE DRUK
Activering van de pressostaat
op het koelvloeistofcircuit
Foutief ingestelde ontdooistand
Buitentemperatuur te laag voor
gebruik warmtepomp
Lekkage van koelvloeistof
Bel de service
A03
WERKING VAN DE
COMPRESSOR,
FASEVOLGORDE
Compressor draait niet –
elektrische storing, problemen
met de stabiliteit van het el. net
(onderspanning in een
bepaalde fase)
Zorg ervoor dat de
compressor draait. Zo niet,
bel de service
A04
LAGE TEMPERATUUR VAN DE
AARDCOLLECTOR
Lage collectortemperatuur
Bel de service
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 41
Code
ALARM
Oorzaak
Verhelpen
A05
HOGE TEMP.
COMPRESSORAANZUIGING
De verdampertemperatuur
overschreed de ingestelde
waarde tijdens het
ontdooien of zelfs na het
ontdooien
Bel de service
A06
LAGE TEMP.
COMPRESSORAANZUIGING
Temperatuur van de verdamper
gedaald tot onder de ingestelde
waarde
Bel de service
A07
VORSTBESCHERMING
Watertemperatuur te laag in de
platenwisselaar
Bel de service
A08
LANGZAME VERWARMING VAN
SWW
Max. tijd voor verwarming van
SWW is verstreken
Controleer de ontluchting van
het SWW-circuit
A09
HOGE TEMP.
WATERVERPLAATSING VAN
COMPRESSOR
Oververhitte buitenunit
Bel de service
A10
VENTILATORWERKING
De ventilator draait niet
Controleer of de ventilator
niet mechanisch geblokkeerd
is – verontreinigingen,
ijsvorming... Verwijder indien
mogelijk vuil/ijsvorming als de
stroomonderbreker van de
warmtepomp uitvalt.
A11
COMMUNICATIEFOUT
Bel de service
A12
ONTDOOIEN
De unit is onvoldoende ontdooit
Controleer de ijsvorming op
de buitenunit.
A13
FREQUENT ONTDOOIEN
De ontdooistand wordt te vaak
ingeschakeld
Controleer of de
ventilatorpropeller draait
Neem contact met ons op
A14
GEBLOKKEERDE SENSOREN
Elektrische storing
Start de warmtepomp
opnieuw op. Bel een service-
afdeling als de fout zich
opnieuw voordoet.
A15
HOGE TEMP. IGBT-
COMPONENT
Oververhitte elektronica
Bel de service
A16
KLEIN STROMINGVOLUME
DOOR DE PLATENWISSELAAR
Vervuild waterfilter
Belucht water circuit
Onvoldoende vermogen,
circulatiepompstoring
Maak het waterfilter schoon
Ontlucht het watercircuit
A17
KLEIN STROMINGSVOLUME
DOOR DE
PEKELPLATENWISSELAAR
Belucht pekelcircuit
Onvoldoende vermogen,
storing
pekelcirculatiepompstoring
Belucht het pekelcircuit
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 42
Code
ALARM
Oorzaak
Verhelpen
W00
HOGE TEMP. UITSTROMING UIT
DE WARMTEPOMP
Oververhit door verwarming
door zonnepaneel, bivalente
bron (bijv. verwarmingsketel
voor vaste brandstoffen)
Alleen waarschuwing,
verdwijnt vanzelf
W01
LAGE KAMERTEMPERATUUR
Meestal bij opstarten in een
koud gebouw
Alleen waarschuwing,
verdwijnt vanzelf
W02
TEMPERATUUR VAN HET
RETOURWATER
Meestal bij opstarten in een
koud huis. Allereerst wordt de
verwarmingsstaaf gestart.
Alleen waarschuwing,
verdwijnt vanzelf
W03
HOGE TEMPERATUUR VAN
IGBT-COMPONENT
Oververhitte elektronica
Alleen waarschuwing,
verdwijnt vanzelf
W04
HOGE TEMPERATUUR IN DE
ACCU
Oververhit door
zonneverwarming, bivalente
bron (bijv. verwarmingsketel
voor vaste brandstoffen)
Alleen waarschuwing,
verdwijnt vanzelf
W05
LAGE TEMPERATUUR VAN DE
VERDAMPER
Lage buitentemperatuur, hoge
luchtvochtigheid
Enige waarschuwing, start
ontdooien, verdwijnt
vanzelf
W07
LAGE TEMPERATUUR PLATEN-
WISSELAAR
Meestal bij opstarten in een
koud gebouw
Alleen waarschuwing,
verdwijnt vanzelf
W11
LANGE LEGIONELLA
Verwarming van SWW tot een
hogere temperatuur
(antisepsis) werd op het
ingestelde tijdstip niet bereikt.
Controleer de
stroomonderbreker van de
verwarmingsstaaf,
controleer afstelling van de
beveiligingsthermostaat
van de boiler
5 Accumulatievaten en SWW-tanks
Het Acond verwarmingssysteem kan worden uitgerust met een roestvrijstalen tank voor de
accumulatie van verwarmingswater of een roestvrijstalen tank voor warm gebruikswater (hierna
tanks genoemd), die moet worden geïnstalleerd en bediend in overeenstemming met de
aanwijzingen in deze documentatie.
Hoewel de tank volledig van roestvrij staal is, is hij niet onderhoudsvrij!
Volg de aanwijzingen in deze handleiding! Als men deze aanwijzingen
niet opvolgt, hoeft de garantie op deze producten niet meer geaccepteerd
te worden!
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 43
De installatie-, montage- en alle servicewerkzaamheden mogen alleen worden
uitgevoerd door een persoon met de vakbekwaamheid om de betreffende
werkzaamheden te verrichten.
De containers zijn niet bedoeld voor plaatsing in zeer agressieve omgevingen (stallen,
pluimveestallen, industriële installaties).
Elke veiligheidsklep moet minstens één keer per zes maanden regelmatig op de werking
ervan worden gecontroleerd (door het water handmatig af te tappen) en in geval van een
defect te worden vervangen. Pas op –- er kan heet water uit de klep lekken! De
containerleverancier is niet verantwoordelijk voor defecten die veroorzaakt werden door
een foute werking van de veiligheidsklep.
De tank wordt geleverd als een compleet product en kan niet verder worden aangepast.
Elke wijziging aan de tank wijziging van het oorspronkelijke gebruik, enz.) wordt
beschouwd als een grove inbreuk in het technisch ontwerp en heeft invloed op de
acceptatie van de garantie.
6 Regelmatige inspecties
6.1 Inspectie van de inlaat- en uitlaatroosters en de openingen
Controleer regelmatig of het rooster en de verdamper aan de voorkant op verontreiniging door
bladeren, papieren en ander afval. Maak zo nodig de warmtepomp schoon als hij is
uitgeschakeld.
Duw nooit vreemde voorwerpen in de buitenunit van de warmtepomp! De
warmtepomp werkt in een regelmatig onderbroken cyclus. De ventilator
draait op hoge snelheid en er kunnen verwondingen worden veroorzaakt.
6.2 Controleer het koelvloeistofcircuit
Let op, de unit bevat ontvlambare koelvloeistof!
Koppel de installatie los van stroombronnen als er sprake is van een
koelvloeistoflek en neem contact op met een servicebedrijf!
Het koelcircuit is hermetisch afgesloten en onderhoudsvrij. De regelmatige revisies zijn niet
nodig en het is evenmin nodig om een bedrijfsdagboek bij te houden.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 44
6.3 Bedrijfs-controle
Tijdens de werking van de warmtepomp is een regelmatige inspectie van de alarmindicator
vereist om snel eventuele fouten op te kunnen lossen en om de werking van de
hulpverwarmingsapparatuur (bivalentie) te minimaliseren, omdat de meeste alarmen
geactiveerd worden bij een lage kamertemperatuur.
6.4 Drukregeling in het verwarmingssysteem
Ten minste éénmaal per jaar moet de druk in de installatieleiding worden
gecontroleerd. De buitenmanometer moet een waarde tussen 1 en 1,5 bar aangeven.
Als de waarde lager is dan 0,8 bar, vul dan het water in het verwarmingssysteem
bij.
U kunt gewoon leidingwater gebruiken om het verwarmingssysteem bij te vullen. In
uitzonderlijke gevallen is kraanwater ongeschikt om het verwarmingssysteem bij te vullen -
bijvoorbeeld zeer hard water met een te hoog mineraalgehalte. Als u het niet zeker weet, neem
dan contact op met de installateur, zie blz. 9 .
Voeg geen additieven toe aan het water in de verwarmingssystemen
In een gesloten expansievat bevindt zich een met lucht gevulde blaas, die
de afwijkingen in het watervolume in het verwarmingssysteem
compenseert. Deze blaas mag op geen enkele manier worden geleegd!
Het systeem is voorzien van een veiligheidsklep. Elke veiligheidsklep moet
minstens één keer per zes maanden regelmatig op de werking ervan worden
gecontroleerd (door het water handmatig af te tappen) en in geval van een
defect te worden vervangen. Pas op – er kan heet water uit de klep lekken! De
containerleverancier is niet verantwoordelijk voor defecten die veroorzaakt
werden door een foute werking van de veiligheidsklep.
6.4.1 Drukregelingsprocedure in het systeem en in het expansievat
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 45
Houd bij het aftappen van water uit het expansievat een voldoende grote
container bij de hand: er kan een grotere hoeveelheid water uit lekken
(afhankelijk van de grootte van het expansievat).
Om de druk te controleren:
schakel de warmtepomp uit, laat de stroomonderbreker uitvallen
sluit kogelkraan 1 boven het expansievat (zie Afb. 17)
maak het aftapklepdeksel 2 open, open de afvoerklep – pas op, er kunnen tot enkele
liters water uit de afvoerklepslang lekken, dus houd een voldoende grote container klaar
gebruik een manometer (bijv. om de luchtdruk in het pneumatische systeem te meten)
en meet de luchtdruk in de luchtblaas in het expansievat.
als de luchtdruk niet overeenkomt met de informatie op het etiket van het expansievat,
vul dan de lucht in de blaas bij
sluit afvoerklep 2, en schroef het klepdeksel weer op
open kogelkraan 1 boven het expansievat
controleer op manometer 3 de waterdruk in het systeem
als de druk op manometer 3 niet overeenkomt met de informatie op het etiket van het
expansievat, vul dan opnieuw water bij in het systeem
schakel de zekering uit, schakel de warmtepomp in
Afb. 17 Aansluiting van het expansievat
6.5 Filters reinigen in het verwarmingssysteem
Expansievat
Kogelkraan
Aftapklep
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 46
Schakel de warmtepomp uit voordat u de filters in het verwarmingscircuit
schoonmaakt!
Na de installatie moeten de filters in het verwarmingssysteem 2× per jaar
schoongemaakt worden. Als duidelijk is dat 2× per jaar schoonmaken niet nodig
is, kan dit interval worden verlengd.
6.5.1 Reinigingsmethode voor een filter
Houd bij het openen van het filterdeksel een doek bij de hand, want gewoonlijk
zal er een kleinere hoeveelheid water uitstromen.
Om het filter schoon te maken:
schakel de warmtepomp uit, koppel de warmtepomp los van de voeding (schakel de
stroomonderbreker van de warmtepomp uit)
draai de afsluiters aan de voorkant en na het filter in de gesloten stand
schroef het filterdeksel los en neem het af – houd een doek bij de hand, er zal een
kleinere hoeveelheid water uitstromen.
neem het filter uit
spoel het filter af
monteer het filter opnieuw
controleer of de afdichtingsring op het filterdeksel niet
beschadigd is
schroef het deksel weer op zijn plaats en draai het vast met een
sleutel
draai de afsluiters aan de voorkant en na het filter in de
gesloten stand
schakel de zekering weer in, schakel de warmtepomp weer in
Filter
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 47
6.6 Ontluchting van het systeem
De lucht in het verwarmingssysteem vermindert de
warmteoverdracht en kan daardoor het
verwarmingsrendement aanzienlijk verminderen.
Daarom wordt bij het ontwerpen van het
verwarmingssysteem gezorgd voor voldoende
mogelijkheden voor ontluchting. Het is noodzakelijk
om de beluchting van het systeem regelmatig te
controleren en om het doorlopend te ontluchten.
6.7 Inspectie van de magnesiumanode
Als het systeem is uitgerust met verwarming van gebruikswater en als de installatie een SWW-
tank bevat (bijv. een Dražice-boiler, Hydrobox), is het noodzakelijk om de magnesiumanode in
de container te controleren. De eerste inspectie wordt uiterlijk 6 maanden na inbedrijfstelling
verricht. Afhankelijk van het resultaat wordt het interval voor verdere inspectie bepaald. De tijd
tussen de inspecties mag niet langer zijn dan 2 jaar.
Bij meer dan 50% verlies van magnesiumanode (oorspronkelijke diameter ca. 20 mm) is
vervanging noodzakelijk. De vervanging gebeurt ofwel door een volledige vervanging, inclusief
de messing moer, of door alleen een nieuwe anodestaaf in de oorspronkelijke messing moer te
plaatsen (opdraaien met een M8-schroef).
6.7.1 Werkwijze bij inspectie (vervanging) van de anode
schakel de warmtepomp uit, laat de stroomonderbreker uitvallen
stop de koudwatertoevoer naar de SWW-tank of sluit de ontluchtingsklep bij uitgang van
warm water af (deze hoeft niet gemonteerd te zijn)
verlaagd de waterdruk met de warmwaterkraan en sluit de kraan
schroef de anode los (de locatie is gemarkeerd met opschrift)
vervang de magnesiumanode bij een verlies van meer dan 50% (oorspronkelijke
diameter ca. 20 mm)
schroef in de anode in
stop de koudwatertoevoer naar de SWW-tank of sluit de ontluchtingsklep bij uitgang van
warm water af (deze hoeft niet gemonteerd te zijn)
schakel de zekering weer in, schakel de warmtepomp weer in
Ontluchtingsklep
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 48
6.8 Veiligheidsklep
Het Acond verwarmingssysteem kan worden uitgerust met een roestvrijstalen tank voor de
accumulatie van verwarmingswater of een roestvrijstalen tank voor warm gebruikswater met
een veiligheidsklep. Elke veiligheidsklep moet minstens één keer per zes maanden regelmatig
op de werking ervan worden gecontroleerd (door het water handmatig af te tappen) en in geval
van een defect te worden vervangen. Pas op – er kan heet water uit de klep lekken! De
containerleverancier is niet verantwoordelijk voor defecten die veroorzaakt werden door
een foute werking van de veiligheidsklep.
Het af en toe lekken van water uit de veiligheidsklep bij het verwarmen van
warm gebruikswater is een normaal verschijnsel en wordt veroorzaakt door de
thermische uitzetting van water. Permanente waterlekkage duidt op een defecte
veiligheidsklep en veroorzaakt grote energieverliezen.
7 Verwijdering
als men de apparatuur uit bedrijf neemt, moet men zich houden aan de aan de lokale wetten,
richtlijnen en normen voor regeneratie, hergebruik en verwijdering van isolatie en onderdelen
van de warmtepomp.
8 Technische informatie overeenkomstig Verordening (EU)
nr. 813/2013 van de Commissie
(1) Voor verwarmingstoestellen met warmtepomp en gecombineerde verwarmingstoestellen met warmtepomp is de nominale
warmteafgifte Prated gelijk aan de ontwerpverwarmingsbelasting van Pdesignh en is de nominale warmteafgifte van de extra
verwarming Psup gelijk aan het aanvullende verwarmingsvermogen sup (Tj).
(2) Als de energieverliescoëfficiënt Cdh niet door meting wordt bepaald, heeft deze een impliciete waarde van 0,9.
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 49
Model/len:
PRO-R
Warmtepomp lucht-water: (ja/nee)
ja
Warmtepomp pekel-water: (ja/nee)
nee
Warmtepomp water-water: (ja/nee)
nee
Lage-temperatuurwarmtepomp: (ja/nee)
nee
Apparatuur voorzien van extra verwarming: (ja/nee)
nee
Gecombineerde verwarming met warmtepomp: (ja/nee)
nee
Toepassingen: (lage temperatuur/gemiddelde temperatuur)
gemiddelde temperatuur
Klimaatsomstandigheden: (kouder/gemiddeld/warmer)
middelmatig
Item
Aanduiding
Waarde
Eenheid
Item
Aanduiding
Waarde
Eenheid
Nominale warmteafgifte (1)
Prated
10
kW
Seizoensgebonden
energie-efficiëntie van
de verwarming
ηS
155
%
Opgegeven verwarmingsvermogen voor gedeeltelijke belasting
bij binnentemperatuur 20°C en buitentemperatuur
Tj
Opgegeven verwarmingsvermogen of coëfficiënt van de
primaire energie voor gedeeltelijke belasting bij een
binnentemperatuur van 20°C en een buitentemperatuur Tj
Tj = -7°C
Pdh
9
kW
Tj = -7°C
COPd
2,5
-
Tj = +2°C
Pdh
5,5
kW
Tj = +2°C
COPd
3,9
-
Tj = +7°C
Pdh
3,5
kW
Tj = +7°C
COPd
5
-
Tj = +12°C
Pdh
3,9
kW
Tj = +12°C
COPd
6,1
Tj = bivalente temperatuur
Pdh
10,2
kW
Tj = bivalente
temperatuur
COPd
2,1
-
Tj = limiet bedrijfstemperatuur
Pdh
10,2
kW
Tj = limiet
bedrijfstemperatuur
COPd
2,1
-
Voor lucht-
waterwarmtepompen: Tj = -15
°C (als TOL <
-20°C)
Pdh
-
kW
Voor lucht-
waterwarmtepompen: Tj
= -15°C (als TOL <
-20°C)
COPd
-
-
Bivalente temperatuur
T biv
-10
°C
Voor lucht-
waterwarmtepompen:
beperk de
bedrijfstemperatuur
TOL
-10
°C
Verwarmingsvermogen bij
cyclische intervallen
Pcych
-
kW
Verwarmingsvermogen
bij cyclische intervallen
COPcyc
-
-
Energieverliescoëfficiënt (2)
Cdh
0,9
-
Limiet
bedrijfstemperatuur van
het verwarmde water
WTOL
70
°C
Stroomverbruik in andere modi dan de actieve modus
Hulpverwarming
Uitgeschakelde toestand
POFF
0,016
kW
Nominale warmteafgifte
(1)
Psup
0
kW
De status van de
uitgeschakelde thermostaat
PTO
0,016
kW
Energetisch vermogen
Elektrisch
Stand-by-modus
P SB
0,016
kW
Opwarmmodus van
compressorbehuizing
PCK
0
kW
Andere items
Vermogensregulering
variabel
Voor lucht-
waterwarmtepompen:
nominale luchtstroom in
de buitenlucht
-
3400
m
3
/h
Akoestisch vermogensniveau
in binnenruimte/buitenruimte
LWA
-/49,3
dB
Bij warmtepompen voor
nominale doorstroming
van
pekel-water
-
-
m
3
/h
Emissie van stikstofoxiden
NOX
-
mg/kWh
Voor een gecombineerde verwarming met een warmtepomp:
Opgegeven belastingprofiel
-
Energie-efficiëntie bij
waterverwarming
ηwh
%
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 50
Dagelijks elektriciteitsverbruik
Qelec
-
kWh
Dagelijks
brandstofverbruik
Qbrandstof
kWh
Contactgegevens
Acond a.s., Štěrboholská 1434/102a, 102 00 Praha 10 – Hostivař, Česká republika
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 51
Model/len:
PRO-N
Warmtepomp lucht-water: (ja/nee)
ja
Warmtepomp pekel-water: (ja/nee)
nee
Warmtepomp water-water: (ja/nee)
nee
Lage-temperatuurwarmtepomp: (ja/nee)
nee
Apparatuur voorzien van extra verwarming: (ja/nee)
nee
Gecombineerde verwarming met warmtepomp: (ja/nee)
nee
Toepassingen: (lage temperatuur/gemiddelde temperatuur)
gemiddelde temperatuur
Klimaatsomstandigheden: (kouder/gemiddeld/warmer)
middelmatig
Item
Aanduiding
Waarde
Eenheid
Item
Aanduiding
Waarde
Eenheid
Nominale warmteafgifte (1)
Prated
5
kW
Seizoensgebonden
energie-efficiëntie van
de verwarming
ηS
144
%
Opgegeven verwarmingsvermogen voor gedeeltelijke belasting
bij binnentemperatuur 20°C en buitentemperatuur
Tj
Opgegeven verwarmingsvermogen of coëfficiënt van de
primaire energie voor gedeeltelijke belasting bij een
binnentemperatuur van 20°C en een buitentemperatuur Tj
Tj = -7°C
Pdh
4,1
kW
Tj = -7°C
COPd
2,4
-
Tj = +2°C
Pdh
2,5
kW
Tj = +2°C
COPd
3,7
-
Tj = +7°C
Pdh
1,6
kW
Tj = +7°C
COPd
4,4
-
Tj = +12°C
Pdh
1,8
kW
Tj = +12°C
COPd
5,4
Tj = bivalente temperatuur
Pdh
4,6
kW
Tj = bivalente
temperatuur
COPd
2,1
-
Tj = limiet bedrijfstemperatuur
Pdh
4,6
kW
Tj = limiet
bedrijfstemperatuur
COPd
2,1
-
Voor lucht-
waterwarmtepompen: Tj = -
15°C (als TOL <
-20°C)
Pdh
-
kW
Voor lucht-
waterwarmtepompen: Tj
= -15°C (als TOL <
-20°C)
COPd
-
-
Bivalente temperatuur
T biv
-10
°C
Voor lucht-
waterwarmtepompen:
beperk de
bedrijfstemperatuur
TOL
-10
°C
Verwarmingsvermogen bij
cyclische intervallen
Pcych
-
kW
Verwarmingsvermogen
bij cyclische intervallen
COPcyc
-
-
Energieverliescoëfficiënt (2)
Cdh
0,9
-
Limiet
bedrijfstemperatuur van
het verwarmde water
WTOL
70
°C
Stroomverbruik in andere modi dan de actieve modus
Hulpverwarming
Uitgeschakelde toestand
POFF
0,016
kW
Nominale warmteafgifte
(1)
Psup
0
kW
De status van de
uitgeschakelde thermostaat
PTO
0,016
kW
Energetisch vermogen
Elektrisch
Stand-by-modus
P SB
0,016
kW
Opwarmmodus van
compressorbehuizing
PCK
0
kW
Andere items
Vermogensregulering
variabel
Voor lucht-
waterwarmtepompen:
nominale luchtstroom in
de buitenlucht
-
1600
m
3
/h
Akoestisch vermogensniveau
in binnenruimte/buitenruimte
LWA
-/48,4
dB
Bij warmtepompen voor
nominale doorstroming
van
pekel-water
-
-
m
3
/h
Emissie van stikstofoxiden
NOX
-
mg/kWh
Voor een gecombineerde verwarming met een warmtepomp:
Opgegeven belastingprofiel
-
Energie-efficiëntie bij
waterverwarming
ηwh
%
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 52
Dagelijks elektriciteitsverbruik
Qelec
-
kWh
Dagelijks
brandstofverbruik
Qbrandstof
kWh
Contactgegevens
Acond a.s., Štěrboholská 1434/102a, 102 00 Praha 10 – Hostivař, Česká republika
warmtepompen LUCHT/WATER
Bedieningshandleiding 53
9 Links
Neem in geval van problemen met de internetverbinding contact op met de service - op de
website van ACOND a.s. https://tepelna-cerpadla-acond.cz/kontakt/ klik op het pictogram voor
ondersteuning op afstand.
7


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Acond Pro N at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Acond Pro N in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2.13 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info