De displayweergave Resterende looptijd geeft de tijd tot het
verlopen van de garantie van uw insulinepomp weer.
Voor leenpompen beperkt de resterende looptijd de gebruiksduur.
Als u de insulinepomp in gebruik neemt, begint de timer met het
terugtellen van het aantal nog resterende dagen. Voordat de
resterende looptijd verstreken is, wordt u er door Waarschuwing
W39: Waarschuwing looptijd aan herinnerd, dat de gebruiksduur
van de insulinepomp teneinde loopt, zodat u hierop tijdig actie
kunt ondernemen. Als de looptijd verstreken is, verschijnt de
Onderhoudsmelding M25: Einde looptijd en wordt uw
insulinepomp in de STOP-modus gezet. De insulinepomp kan niet
meer in de RUN-modus worden gezet.
6.6 Versie
Voor referentiedoeleinden kunt u bekijken welke softwareversie
op uw insulinepomp werkzaam is.
man_06455298001_D_nl.indb 8404.05.2016 11:39:16
7
85
De verschillende modi op uw insulinepomp helpen u de signalen
en andere functies van uw insulinepomp aan te passen aan
verschillende situaties. Van fabriekswege bevindt uw
insulinepomp zich in de modus Normaal. In dit hoofdstuk leert u
hoe u van de ene modus kunt overschakelen naar een andere
modus.
In het hoofdstuk over instellingen leert u hoe u een modus kunt
instellen, zodat deze zo goed mogelijk aan uw voorkeuren
tegemoetkomt. Zie hoofdstuk8.3.1, pagina105.
Er zijn 4 verschillende signaalmodi:
Normaal
Stelt het signaal in, waaraan u in de meeste
van uw dagelijkse levensomstandigheden
de voorkeur geeft.
Trilling
Stelt het signaal zodanig in, dat alleen een
trilsignaal wordt afgegeven.
7 Modi voor verschillende levensomstandigheden
Zacht
Stelt het signaal zodanig in, dat dit bijv.
tijdens meetings niet storend is.
Hard
Stelt het signaal zodanig in, dat dit in een
luide omgeving hoorbaar is.
Signaal uitstellen
U kunt het signaal zodanig instellen, dat u hierdoor tijdens het
slapen niet wordt gestoord. (Waarschuwingen kunnen worden
uitgesteld tot het tijdstip, waarop u normaal gesproken wakker
wordt.) Deze functie is beschikbaar in alle 4 signaalmodi.
Vliegtuigmodus
De Vliegtuigmodus verandert het signaal niet, maar schakelt de
Bluetooth functie van uw insulinepomp uit. U heeft deze modus
nodig als u per vliegtuig reist, waarbij het niet toegestaan is om
Bluetooth communicatie te gebruiken.
man_06455298001_D_nl.indb 8504.05.2016 11:39:16
86
De signaalmodus wijzigen
12
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Modi te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Modi verschijnt.
Druk op o om Signaalmodus te
selecteren.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
De displayweergave Signaalmodus
verschijnt.
Druk op x of z om naar Normaal,
Trilling, Zacht of Hard te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
4
De insulinepomp keert terug naar de displayweergave Status en
de nieuwe modus is onmiddellijk actief. In het hoofdstuk over
instellingen leert u hoe u de signaalmodi aan uw persoonlijke
behoeften aan kunt passen. Zie hoofdstuk8.3.1, pagina103.
man_06455298001_D_nl.indb 8604.05.2016 11:39:16
7
87
De vliegtuigmodus in- of uitschakelen
12
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Modi te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Modi verschijnt.
Druk op z om naar Vliegtuigmodus te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
De displayweergave Vliegtuigmodus
verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Aan
of Uit te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
4
De insulinepomp keert terug naar de displayweergave Status. De
Vliegtuigmodus is onmiddellijk actief en de Bluetooth
communicatie wordt uitgeschakeld. In de displayweergave Status
verschijnt het vliegtuigsymbool.
man_06455298001_D_nl.indb 8704.05.2016 11:39:17
88
man_06455298001_D_nl.indb 8804.05.2016 11:39:17
8
89
8 Afstemmen van uw insulinepomp op uw persoon
Uw insulinepomp biedt een groot aantal opties om deze aan de
behoeften van uw individuele behandeling en aan uw
persoonlijke voorkeuren aan te passen.
U kunt aanpassingen maken van:
Herinneringen
Helpen u aan de taken van uw
diabetesbeheer te herinneren.
Communicatie
Met de communicatie-instellingen kunt
u de communicatie van uw
insulinepomp met andere apparaten
beheren.
Apparaat-
instellingen
Er is een groot aantal opties om uw
insulinepomp aan uw persoonlijke
voorkeuren aan te passen, zodat deze
zo goed mogelijk in overeenstemming
is met uw dagelijkse behoeften.
Therapie-
instellingen
Helpen u om uw insulinepomp optimaal
aan de behoeften van uw persoonlijke
behandeling aan te passen.
Tijd en datum
Zorgen ervoor, dat uw
insulinetoediening altijd op tijd plaats
vindt.
man_06455298001_D_nl.indb 8904.05.2016 11:39:17
90
De instellingen invoeren
12
De displayweergave van het hoofdmenu
Menuverschijnt.
Druk op z om naar Instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Instellingen verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Herinneringen, Communicatie, Apparaat-
instellingen, Therapie-instellingen of Tijd
en datum te gaan.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
man_06455298001_D_nl.indb 9004.05.2016 11:39:17
8
91
8.1 Herinneringen gebruiken
Om u aan alle taken die gerelateerd zijn aan het beheer van uw
diabetes te helpen herinneren, biedt uw insulinepomp een groot
aantal Herinneringen.
Iedere herinnering kan worden ingesteld op Uit, Eenmalig of
Herhalen. Als de herinnering is ingesteld op Eenmalig, wordt het
akoestische signaal van de herinnering alleen op de aangegeven
dag afgegeven. Als de herinnering is ingesteld op Herhalen,
wordt het akoestische signaal van de herinnering iedere dag op
dezelfde tijd afgegeven.
U kunt de volgende opties gebruiken:
Bolus
toedienen
Herinnert u eraan om een bolus op een
gespecificeerde tijd toe te dienen. U kunt
maximaal 5 herinneringen aan het
toedienen van een bolus instellen.
Gemiste bolus
Deze herinnering wordt weergegeven, als
er binnen 2 uren voor de ingestelde tijd
geen bolus is toegediend. U kunt
maximaal 5 herinneringen aan een
gemiste of vergeten bolus instellen.
Wekkerfunctie
Het akoestische signaal voor deze
herinnering wordt op een gespecificeerde
tijd weergegeven. U kunt maximaal 5
herinneringen van de wekkerfunctie
instellen.
Infusieset
vervangen
Herinnert u eraan om de infusieset na een
gespecificeerd aantal dagen te
vervangen.
man_06455298001_D_nl.indb 9104.05.2016 11:39:17
92
12
Het menu Herinneringen verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Bolus
toedienen, Gemiste bolus of
Wekkerfunctie te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Herinnering 1
(2, 3, 4 of 5) verschijnt, waarin de uren
zijn gemarkeerd.
Druk op x of z om de uren in te stellen.
Druk op o.
4
Druk in het menu Instellingen op x of z
om naar Herinneringen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
5
De minuten zijn gemarkeerd.
Druk op x of z om de minuten in te
stellen.
Druk op o.
6
De displayweergave Herinnering 1 (2, 3, 4
of 5) / Akoestisch signaal verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Akoestisch signaal 1 tot 10te gaan.
Druk op o.
Een herinnering Bolus toedienen, herinnering Gemiste bolus of Wekkerfunctie instellen
3
De displayweergave Bolus toedienen,
Gemiste bolus of Wekkerfunctie
verschijnt.
Druk op x of z om naar Herinnering 1
(2, 3, 4 of 5 te gaan).
Druk op o om dit te selecteren.
man_06455298001_D_nl.indb 9204.05.2016 11:39:18
8
93
De displayweergave Herinnering 1 (2, 3, 4
of 5) / Status verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Uit,
Eenmalig of Herhalen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
7
Opmerking
Als de herinnering wordt weergegeven, moet u tweemaal
op o drukken om de signalen uit te schakelen en de
herinnering te bevestigen. Deblokkeer de toetsblokkering,
als de toetsen zijn geblokkeerd. Zie hoofdstuk8.3.3,
pagina111.
man_06455298001_D_nl.indb 9304.05.2016 11:39:19
94
12
Het menu Herinneringen verschijnt.
Druk op z om naar Infusieset vervangen
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De uren zijn gemarkeerd.
Druk op x of z om de uren in te stellen.
Druk op o.
4
Druk in het menu Instellingenop o om
Herinneringen te selecteren.
5
De minuten zijn gemarkeerd.
Druk op x of z om de minuten in te
stellen.
Druk op o.
6
De displayweergave Infusieset vervangen
/ Akoestisch signaal verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Akoestisch signaal 1 tot 10 te gaan.
Druk op o.
De herinnering Infusieset vervangen instellen
3
De displayweergave Infusieset vervangen
verschijnt, waarin de dagen zijn
gemarkeerd.
Druk op x of z om het aantal dagen,
waarna het akoestische signaal van de
herinnering wordt afgegeven, in te stellen.
Druk op o.
man_06455298001_D_nl.indb 9404.05.2016 11:39:19
8
95
De displayweergave Infusieset vervangen
/ Status verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Uit,
Eenmalig of Herhalen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
7
man_06455298001_D_nl.indb 9504.05.2016 11:39:20
96
8.2 Communicatie met andere
apparaten
Door middel van Bluetooth draadloze technologie kan uw
insulinepomp gegevens en zelfs commando’s uitwisselen met
andere Accu-Chek-apparaten, zoals een bloedglucosemeter of
een personal computer, waarop gebruik wordt gemaakt van
Accu-Chek-software. Neem voor een lijst van Accu-Chek-
apparaten die kunnen communiceren met uw insulinepomp
contact op met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de
binnenzijde van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing) of
kijk op www.accu-chek.com.
Voordat uw insulinepomp met een ander apparaat kan
communiceren, moeten deze worden gekoppeld. Dit betekent,
dat de apparaten in staat moeten worden gesteld elkaar d.m.v.
een individuele code te herkennen. Als de insulinepomp met een
ander apparaat is gekoppeld, kunnen ze d.m.v. een stabiele en
veilige Bluetooth verbinding gegevens uitwisselen.
Uw insulinepomp kan in totaal met maximaal 5 andere apparaten
worden gekoppeld. Als u een ander apparaat met uw
insulinepomp wilt koppelen, terwijl er al 5 apparaten met uw
insulinepomp zijn gekoppeld, moet u eerst de koppeling met een
van de gekoppelde apparaten verbreken.
In dit hoofdstuk leert u hoe u:
jBluetooth draadloze technologie in- en uit kunt schakelen
juw insulinepomp beschikbaar kunt maken voor andere
apparaten
jde lijst van gekoppelde apparaten (Apparatenlijst) kunt
bekijken
juw insulinepomp kunt koppelen met een ander apparaat
jeen apparaat van de lijst met gekoppelde apparaten kunt
verwijderen (de koppeling verbreken)
Opmerking
Communicatie met een ander apparaat is alleen mogelijk,
als de display van de insulinepomp is uitgeschakeld, de
apparaten zijn gekoppeld en beide apparaten de
Bluetooth draadloze technologie
hebben ingeschakeld.
man_06455298001_D_nl.indb 9604.05.2016 11:39:20
8
97
8.2.1 Bluetooth draadloze technologie in- en
uitschakelen
Er zijn 2 manieren om de Bluetooth functie in- en uit te
schakelen:
jU kunt gebruik maken van de Vliegtuigmodus. Als de
Vliegtuigmodus ingeschakeld is, is de Bluetooth functie
uitgeschakeld.
jU kunt Bluetooth in het menu Communicatie in- of
uitschakelen.
Als de Bluetooth functie uitgeschakeld is, verschijn het
vliegtuigsymbool in de displayweergave Status.
1
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Communicatie te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
2
Het menu Communicatie verschijnt.
Druk op o om Bluetooth te selecteren.
3
De displayweergave Bluetooth verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Uit of
Aan te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Opmerking
Het uitschakelen van Bluetooth draadloze technologie
verlengt de gebruiksduur van de
batterij.
man_06455298001_D_nl.indb 9704.05.2016 11:39:20
98
1
8.2.2 De insulinepomp beschikbaar maken voor
andere apparaten
Voor communicatie met sommige apparaten is het nodig, dat de
insulinepomp beschikbaar is. Dit betekent, dat de insulinepomp
een signaal uitzendt, dat het andere apparaat kan detecteren,
waardoor de insulinepomp opgemerkt kan worden.
Raadpleeg voor nadere uitleg en instructies ook de documentatie
die is geleverd met het apparaat, waarmee de insulinepomp zou
moeten communiceren.
Zorg ervoor, dat Bluetooth draadloze technologie is ingeschakeld
voordat Beschikbaarheid wordt ingeschakeld.
Druk in het menu Instellingen op z om naar Communicatie
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
2
Het menu Communicatie verschijnt.
Druk op z om naar Beschikbaarheid te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Beschikbaarheid
verschijnt.
Druk op o om dit te bevestigen.
4
Het andere apparaat geeft het
serienummer van de insulinepomp weer.
Ga verder overeenkomstig de instructies
van het andere apparaat.
man_06455298001_D_nl.indb 9804.05.2016 11:39:21
8
99
8.2.3 De lijst van gekoppelde apparaten bekijken
In deze lijst kunt u alle apparaten, die momenteel met uw
insulinepomp gekoppeld zijn, bekijken. Uw insulinepomp kan in
totaal met maximaal 5 andere apparaten worden gekoppeld.
1
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Communicatie te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
2
Het menu Communicatie verschijnt.
Druk op z om naar Apparatenlijst te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Apparatenlijst
verschijnt.
Druk op z om de complete lijst te
bekijken.
Druk op o om terug te keren naar het
de displayweergave Status.
man_06455298001_D_nl.indb 9904.05.2016 11:39:21
100
3
2
1
8.2.4 De insulinepomp met andere apparaten
koppelen
Om uw insulinepomp met een ander apparaat te koppelen, moet
u ook weten hoe u de communicatie op het andere apparaat
inschakelt. Het is aan te bevelen om de gebruiksaanwijzing van
het andere apparaat bij de hand te hebben, als u met de
koppelingsprocedure start.
Zorg ervoor dat de Bluetooth draadloze communicatie, voordat u
met de koppelingsprocedure start, op beide apparaten is
ingeschakeld.
Plaats de apparaten zo dicht mogelijk bij elkaar.
Het is aan te bevelen om de koppeling uit te voeren in een
afgezonderde omgeving, waar geen andere apparaten Bluetooth
signalen of radiosignalen uitzenden. Zorg er ook voor, dat de
batterijen geladen zijn.
Start de koppelfunctie op het apparaat, dat u met de
insulinepomp wilt koppelen, volgens de gebruiksaanwijzing
hiervan of de instructies van de gebruikte software.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Communicatie te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Communicatie verschijnt.
Druk op z om naar Apparaat toevoegen
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De insulinepomp geeft de
displayweergave Bevestig
serienummer weer.
Bevestig het serienummer van de
insulinepomp op het andere apparaat,
zodra dit op de display wordt
weergegeven.
man_06455298001_D_nl.indb 10004.05.2016 11:39:21
8
101
78
6
54
Beide apparaten geven vervolgens een
code op de display weer.
Druk, als de codes op beide apparaten
identiek zijn op o om dit te bevestigen.
Terwijl het andere apparaat een
bevestiging stuurt, geeft de insulinepomp
de displayweergave Apparaat toevoegen
weer.
Even geduld, a.u.b. …
De insulinepomp geeft de display-
weergave Apparaat toevoegen weer,
terwijl met de koppeling wordt
verdergegaan.
Even geduld, a.u.b. …
De insulinepomp geeft de
displayweergave Koppeling geslaagd
weer.
Druk op o om dit te bevestigen.
Voordat de apparaten met het
communiceren kunnen beginnen, moet
de display van de insulinepomp worden
uitgeschakeld.
Druk op o om dit te bevestigen.
man_06455298001_D_nl.indb 10104.05.2016 11:39:22
102
Opmerking
Als de koppeling om een of andere reden niet succesvol
was, geeft de insulinepomp de displayweergave
Verbinding mislukt weer.
Probeer het opnieuw, bij voorkeur in een
minder drukke omgeving en met nieuwe
batterijen.
man_06455298001_D_nl.indb 10204.05.2016 11:39:22
8
103
8.2.5 Een apparaat uit de lijst verwijderen
Als u een apparaat uit de lijst verwijdert, wordt de koppeling
tussen de insulinepomp en dit apparaat verbroken. De
insulinepomp kan niet langer d.m.v. de Bluetooth draadloze
technologie met dit apparaat communiceren.
Als u toch wilt dat dit apparaat met uw insulinepomp kan
communiceren, moet u de insulinepomp opnieuw met het
apparaat koppelen, zoals eerder in dit hoofdstuk is beschreven.
Zie hoofdstuk8.2.4, pagina100.
1
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Communicatie te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
2
Het menu Communicatie verschijnt.
Druk op z om naar Apparaat verwijderen
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Apparaat verwijderen
verschijnt.
Druk op x of z om naar het apparaat,
dat u uit de lijst wilt verwijderen, te gaan.
Druk op o om dit te bevestigen.
man_06455298001_D_nl.indb 10304.05.2016 11:39:23
104
8.3 Apparaat-instellingen
De Apparaat-instellingen bieden een groot aantal opties om uw
insulinepomp aan uw persoonlijke voorkeuren aan te passen,
zodat deze zo goed mogelijk in overeenstemming is met uw
dagelijkse behoeften.
U kunt aanpassingen maken van:
Instellingen
modus
Afstemmen van de instellingen van
Normaal, Zacht, Trilling en Hard op uw
persoonlijke wensen.
Gebruikers-
profiel
Selecteren van Expressief of Verminderd.
Toets-
blokkering
Bij gebruik van de toetsblokkering
worden de toetsen aan de voorzijde van
uw insulinepomp uitgeschakeld, zodat
deze niet per ongeluk kunnen worden
ingedrukt.
TaalDe door u gewenste taal selecteren.
Display
De weergave van de display op uw
persoonlijke wensen afstemmen.
man_06455298001_D_nl.indb 10404.05.2016 11:39:23
8
105
8.3.1 Uw Instellingen modus op uw persoon
afstemmen
Voor alle Signaalmodi kunt u het geluidsniveau van het
akoestische signaal aanpassen en selecteren of u wilt, dat uw
insulinepomp een akoestisch signaal, een trilsignaal of beide
tegelijkertijd afgeeft, als er een gebeurtenis (waarschuwing,
herinnering, foutmelding, onderhoudsmelding) wordt
weergegeven.
Het is ook mogelijk om de signalen van waarschuwingen voor
een gespecificeerde tijdsperiode uit te stellen.
Omdat foutmeldingen en onderhoudsmeldingen uw onmiddellijke
aandacht behoeven, kunnen deze signalen van gebeurtenissen
niet worden uitgesteld. Daarnaast wordt het akoestische signaal
van de door u ingestelde herinneringen ook niet uitgeschakeld.
man_06455298001_D_nl.indb 10504.05.2016 11:39:23
106
12
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op o om Instellingen modus te
selecteren.
De displayweergave Normaal, Zacht,
Trilling of Hard verschijnt.
Druk op o om Volume te selecteren.
4
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
5
De displayweergave Volume verschijnt.
Druk op x of z om het gewenste
geluidsniveau te selecteren.
Druk op o om dit te bevestigen.
Het geluidsniveau van een modus aanpassen
3
Het menuInstellingen modus verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Normaal, Zacht, Trilling of Hard te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
man_06455298001_D_nl.indb 10604.05.2016 11:39:23
8
107
12
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op o om Instellingen modus te
selecteren.
De displayweergave Normaal, Zacht,
Trilling of Hard verschijnt.
Druk op z om naar Signaal te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
4
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
5
De displayweergave Signaal verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Geluid, Trilling of Geluid en trilling te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het signaal voor herinneringen, waarschuwingen, onderhoudsmeldingen en foutmeldingen selecteren
3
Het menu Instellingen modus verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Normaal, Zacht, Trilling of Hard te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
man_06455298001_D_nl.indb 10704.05.2016 11:39:24
108
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op o om Instellingen modus te
selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Instellen van Signaal uitstellen
Het is mogelijk om de signalen van waarschuwingen voor alle
modi voor een gespecificeerde tijdsperiode uit te stellen.
Omdat foutmeldingen en onderhoudsmeldingen uw onmiddellijke
aandacht behoeven, kunnen deze signalen van gebeurtenissen
echter niet worden uitgesteld.
Ook het akoestische signaal van de door u ingestelde
herinneringen wordt niet uitgeschakeld.
Het menu Instellingen modus verschijnt.
Druk op x of z om naar Normaal,
Trilling, Zacht of Hard te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
123
man_06455298001_D_nl.indb 10804.05.2016 11:39:24
8
109
45
De displayweergave Signaal uitstellen
verschijnt, waarin de starttijd is
gemarkeerd.
Druk op x of z om de starttijd in te
stellen.
Druk op o.
De displayweergave Signaal uitstellen /
Status verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Uit,
Eenmalig of Herhalen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
7
De displayweergave Normaal, Zacht,
Trilling of Hard verschijnt.
Druk op z om naar Signaal uitstellen te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
6
De eindtijd wordt gemarkeerd.
Druk op x of z om de eindtijd in te
stellen.
Druk op o.
Wanneer ingesteld op Eenmalig, wordt het signaal slechts
eenmaal uitgesteld. Wanneer ingesteld op Herhalen, wordt het
signaal iedere dag gedurende de gespecificeerde tijd uitgesteld.
Als de tijd van de uitstelling is verstreken, wordt de uitgestelde
waarschuwing weergegeven.
man_06455298001_D_nl.indb 10904.05.2016 11:39:25
110
8.3.2 Het gebruikersprofiel selecteren
In het gebruikersprofiel Expressief zijn de bladerfuncties op de
insulinepomp uitgeschakeld, waardoor alle waarden uitsluitend in
afzonderlijke stappen kunnen worden ingesteld. Daarnaast
helpen geluidspatronen u om te controleren of u een waarde
correct heeft ingevoerd. Dit kan nuttig zijn als u visueel
gehandicapt bent. Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de binnenzijde
van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing).
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Gebruikersprofiel te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Gebruikersprofiel
verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Standaard, Expressief of Verminderd te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het gebruikersprofiel selecteren
In het gebruikersprofiel Verminderd worden alle akoestische
signalen één octaaf lager weergegeven. Dit kan nuttig zijn als u
slechthorend bent.
123
man_06455298001_D_nl.indb 11004.05.2016 11:39:25
8
111
8.3.3 Aanpassen van de toetsblokkering
De functie toetsblokkering blokkeert automatisch de toetsen o,
x en z aan de voorzijde van de insulinepomp, als u een van
deze toetsen niet gedurende een gespecificeerde tijdsduur heeft
ingedrukt. Dit helpt een onbedoelde bediening van de
insulinepomp te voorkomen, als er onbedoeld op toets o, x of
z is gedrukt (bijvoorbeeld als u uw insulinepomp onder uw
kleding draagt of als een toets door een voorwerp in uw zak
wordt aangeraakt). De toetsblokkering is van fabriekswege
ingeschakeld. De toetsblokkering vergrendelt de Snelle
bolus-toetsen q niet. De Snelle bolus-toetsen q blijven
actief, zelfs als de toetsblokkering voor de toetsen aan de
voorzijde is ingeschakeld.
In deze paragraaf leert u hoe u de tijdsduur, voordat de toetsen
automatisch worden geblokkeerd, in moet stellen. Het is in het
menu Apparaat-instellingen mogelijk om een tijd tussen 4 en
60seconden in te stellen. Opmerking: Als de tijdsduur op
meer dan 10 seconden is ingesteld, is het risico dat de
insulinepomp per ongeluk wordt bediend verhoogd. Het
aftellen van deze tijd tot het blokkeren start zodra de
insulinepomp naar de displayweergave Status terugkeert.
Opmerking
Als u zich in de displayweergave Status
bevindt en langer dan 10 seconden niet op
toets o, x of z heeft gedrukt, worden
deze toetsen geblokkeerd.
Druk binnen 1 seconde op de volgende
toetsen om de toetsen aan de voorzijde te
deblokkeren om verder te gaan met het instellen van uw
insulinepomp: een van de toetsen q,
hierna x en vervolgens z of een van de
toetsen q, hierna z en vervolgens x.
w WAARSCHUWING
Onopgemerkte uitschakeling van de toetsblokkering of
inschakeling van de Snelle bolus-functie leidt mogelijk tot
onbedoelde acties van de pomp. Dit kan ertoe leiden dat er te
veel of te weinig insuline wordt toegediend, met potentieel
ernstige gevolgen voor uw gezondheid, zoals hyperglykemie
of hypoglykemie.
man_06455298001_D_nl.indb 11104.05.2016 11:39:26
112
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Toetsblokkering te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Toetsblokkering
verschijnt.
Druk op x of z om de actuele waarde in
het gewenste aantal seconden te
wijzigen.
Druk op o om dit te bevestigen.
De toetsblokkering aanpassen
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
123
BELANGRIJKE INFORMATIE
jZorg ervoor dat de toetsen aan de voorzijde van de pomp en de Snelle bolus-toetsen niet per ongeluk kunnen worden ingedrukt,
in het bijzonder wanneer u uw pomp in een zak van uw kleding of onder uw kleding draagt. U kunt uw pomp in een beschermhoes
dragen.
jOuders, wettelijke vertegenwoordigers en zorgverleners dienen kinderen onder hun hoede te adviseren niet met de pomptoetsen
te spelen om onbedoelde bediening van de pomp te voorkomen.
jPatiënten dienen ervoor te zorgen dat ze de tijd waarna de functie toetsblokkering wordt ingeschakeld aanpassen op hun
individuele behoeften. Wij adviseren het minimum tijdsinterval van 4 seconden, met name voor kinderen.
jVoor pediatrische patiënten of patiënten, die bezorgd zijn dat ze de Snelle bolus-functie onbedoeld activeren, is de minimale
instelling van 0,1 eenheden de aanbevolen instelling van de bolusstappen voor snelle bolus.
jDe Snelle bolus-functie kan met de Accu-Chek 360°-configuratiesoftware worden ingeschakeld of uitgeschakeld. De functie
Snelle bolus is van fabriekswege uitgeschakeld.
man_06455298001_D_nl.indb 11204.05.2016 11:39:26
8
113
8.3.4 De taal selecteren
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Taal te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Taal verschijnt.
Druk op x of z om naar de gewenste
taal te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
123
man_06455298001_D_nl.indb 11304.05.2016 11:39:26
114
1
De helderheid aanpassen
8.3.5 Aanpassen van de display
U kunt de helderheid, kleur van de achtergrond en oriëntatie van
de display van uw insulinepomp aan uw eigen voorkeuren
aanpassen om u te helpen de display onder verschillende
condities af te lezen.
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Display te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingenop z om naar Apparaat-
instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Display verschijnt.
Druk op o om Helderheid te selecteren.
De displayweergave Helderheid
verschijnt.
Druk op x of z om de helderheid naar
wens aan te passen.
Druk op o om dit te bevestigen.
234
man_06455298001_D_nl.indb 11404.05.2016 11:39:27
8
115
De oriëntatie wijzigen
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Display te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Display verschijnt.
Druk op z om naar Oriëntatie te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
4
De displayweergave Oriëntatie verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Standaardof Omgedraaid te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Zolang de display van de insulinepomp is overgeschakeld naar
Omgedraaid, zijn de functies van de toetsen x en z ook
omgedraaid.
123
man_06455298001_D_nl.indb 11504.05.2016 11:39:27
116
De kleur van de achtergrond wijzigen
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Display te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Display verschijnt.
Druk op z om naar Kleur achtergrond te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Kleur achtergrond
verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Donker of Licht te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
5
De displayweergave Status verschijnt in
de gewijzigde kleur van de achtergrond.
4
123
man_06455298001_D_nl.indb 11604.05.2016 11:39:28
8
117
8.4 Therapie-instellingen
Met de Therapie-instellingen kunt u uw insulinepomp met
betrekking tot uw insulinebehoefte afstemmen op uw persoon.
w WAARSCHUWING
Het is essentieel, dat u de correcte therapie-instellingen
gebruikt. Anders kan de verkeerde hoeveelheid insuline
worden toegediend, hetgeen kan leiden tot het risico van een
hypoglykemie of een hyperglykemie. De Therapie-instellingen
dienen door uw zorgverleners te worden aangeleverd en u
dient dit met hun te bespreken, voordat u enige wijzigingen
aanbrengt.
U kunt het volgende aanpassen:
Automatisch
uit
De tijd instellen voor Onderhoud M23:
Automatisch uit.
Bolus-
instellingen
De stappen van de snelle bolus, de
toedieningssnelheid, de maximum
bolushoeveelheid en de instelling van de
uitsteltijd instellen.
Instellingen
infusieset
De vulhoeveelheid van de slang en de
canule van de infusieset instellen.
Niveau
ampulwaar-
schuwing
De hoeveelheid instellen voor
Waarschuwing W31: Ampul bijna leeg.
man_06455298001_D_nl.indb 11704.05.2016 11:39:28
118
1
Het menu Therapie-instellingen
verschijnt.
Druk op o om Automatisch uit te
selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Therapie-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergaveAutomatisch uit
verschijnt.
Druk op x of z om vande actuele
waarde naar het gewenste aantal uren
over te schakelen.
Druk op o om dit te bevestigen.
8.4.1 De functie Automatisch uit aanpassen
De functie Automatisch uit is een veiligheidsfunctie voor
noodsituaties. De functie activeert de onderhoudsmelding M23:
Automatisch uit en stopt de insulinestroom, als u geen toets op
uw insulinepomp aanraakt of als u gedurende het geselecteerde
aantal uren geen communicatie d.m.v. Bluetooth draadloze
technologie met uw insulinepomp heeft gehad.
De fabrieksinstelling van Automatisch uit is ingesteld op 0 h,
hetgeen betekent dat de functie is uitgeschakeld.
234
man_06455298001_D_nl.indb 11804.05.2016 11:39:29
8
119
Reageren op de onderhoudsmelding M23: Automatisch uit
12
Deblokkeer de toetsblokkering, als de
toetsen zijn geblokkeerd. Zie
hoofdstuk8.3.3, pagina111.
Druk nogmaals op o om de melding te
bevestigen. Start de insulinetoediening
opnieuw of onderneem andere benodigde
actie.
Druk, als de onderhoudsmelding wordt
weergegeven, op o om de signalen van
de onderhoudsmelding uit te schakelen.
Opmerking
Het wordt ten zeerste aanbevolen
om uw bloedglucosespiegel na de
weergave van een
onderhoudsmelding M23 te
controleren.
man_06455298001_D_nl.indb 11904.05.2016 11:39:29
120
8.4.2 Uw bolusinstellingen aanpassen
Met de Bolusinstellingen kunt u uw insulinepomp met betrekking
tot uw behoefte aan bolusinsuline afstemmen op uw persoon.
U kunt het volgende aanpassen:
jde bolusstappen van de snelle bolus
jde toedieningssnelheid
jde maximale bolushoeveelheid
jde instelling van de uitsteltijd
w WAARSCHUWING
Het is essentieel, dat u de juiste bolusstappen van de snelle
bolus gebruikt. Anders kan dit ertoe leiden dat er te veel of te
weinig insuline wordt toegediend, met potentieel ernstige
gevolgen voor uw gezondheid, zoals hyperglykemie of
hypoglykemie.
man_06455298001_D_nl.indb 12004.05.2016 11:39:29
8
121
Het menu Therapie-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naarBolusinstellingen te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Therapie-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menuBolusinstellingen verschijnt.
Druk op o om Bolusstappen snelle
bolus te selecteren.
De displayweergave Bolusstappen snelle
bolus verschijnt.
Druk op x of z om de gewenste waarde
van de bolusstap in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
De bolusstappen van de snelle bolus aanpassen
Een bolusstap van de snelle bolus is het aantal eenheden
insuline, dat wordt ingesteld door in de functie Snelle bolus op
q te drukken. U kunt 0,1, 0,2, 0,5, 1,0 of 2,0 eenheden per
toetsdruk instellen.
Zie hoofdstuk4.2, pagina57.
4
1
23
man_06455298001_D_nl.indb 12104.05.2016 11:39:29
122
Druk in het menu Instellingenop z om
naar Therapie-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menuTherapie-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naarBolusinstellingen te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Bolusinstellingen verschijnt.
Druk op z om naar Toedieningssnelheid
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Aanpassen van de toedieningssnelheid
Voor meer comfort tijdens de insulinetoediening kunt u de
toedieningssnelheid aanpassen. Een standaard
Toedieningssnelheid maakt de bolustoediening zeer snel. Een
lage Toedieningssnelheid kan geriefelijker zijn, als u grote
bolushoeveelheden nodig heeft en/of als u pijn voelt of er insuline
uit de infusieplaats lekt tijdens de bolustoediening.
U kunt de toedieningssnelheid instellen op:
jZeer langzaam (3 U/min)
jLangzaam (6 U/min)
jGemiddeld (9 U/min)
jStandaard (12 U/min)
12
3
man_06455298001_D_nl.indb 12204.05.2016 11:39:30
8
123
De displayweergave Toedieningssnelheid
verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Zeer
langzaam, Langzaam, Gemiddeld of
Standaard te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
4
man_06455298001_D_nl.indb 12304.05.2016 11:39:30
124
De maximale bolushoeveelheid aanpassen
Met de functie Max. bolushoeveelheid kunt u de
bolushoeveelheid, die kan worden ingesteld, beperken. Dit helpt
onbedoelde overdosering van insuline voorkomen.
Het menu Therapie-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naarBolusinstellingen te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om naar Therapie-
instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Bolusinstellingen verschijnt.
Druk op z om naar Max.bolushoeveelheid
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Max.
bolushoeveelheid verschijnt.
Druk op x of z om de gewenste
maximale bolushoeveelheid in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
1
234
man_06455298001_D_nl.indb 12404.05.2016 11:39:31
8
125
1
De instelling van de uitsteltijd aanpassen
In sommige situaties (b.v. gastroparese (vertraagde
maagontleding)) kan het zinvol zijn een bolus te starten nadat u
bent begonnen met eten. Met de Instelling uitsteltijd kunt u een
vertraging tussen de instelling van een bolus en de
daadwerkelijke start van de bolustoediening specificeren.
Bespreek het gebruik van de Instelling uitsteltijd met uw
behandelteam.
Het menu Therapie-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Bolusinstellingen te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingenop z om naar Therapie-
instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Bolusinstellingenverschijnt.
Druk op z om naar Instelling uitsteltijd te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Instelling uitsteltijd
verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Aan
of Uit te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
234
man_06455298001_D_nl.indb 12504.05.2016 11:39:31
126
Opmerking
Instellen van de uitsteltijd
Met Instelling uitsteltijd ingeschakeld, kunt u telkens als u
een nieuwe bolus instelt een uitsteltijd instellen.
Na het instellen van de bolushoeveelheid (standaardbolus)
of de vertraagde duur (vertraagde- of multiwave-bolus)
verschijnt de displayweergave Stel uitsteltijd in:
Druk op x of z om de uitsteltijd in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
Het instellen van de bolus gaat vervolgens verder zoals
gebruikelijk.
De bolustoediening start nadat de
uitsteltijd is verstreken.
man_06455298001_D_nl.indb 12604.05.2016 11:39:31
8
127
1
8.4.3 De instellingen van de infusieset aanpassen
Met de Instellingen infusieset kunt u de vulhoeveelheid van de
slang en de canule van uw infusieset aanpassen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de infusieset voor de juiste
vulhoeveelheid van de infusieset.
Het menu Therapie-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naarInstellingen infusieset
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menuInstellingen op z om naar Therapie-
instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergaveStel vulhoeveelheid
slang in verschijnt.
Druk op x of z om de vulhoeveelheid
van de slang in te stellen.
Druk op o.
De displayweergave Stel vulhoeveelheid
canule in verschijnt.
Druk op x of z om de vulhoeveelheid
van de canule in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
234
man_06455298001_D_nl.indb 12704.05.2016 11:39:32
128
8.4.4 Het niveau van de ampulwaarschuwing
aanpassen
Als de hoeveelheid insuline in de ampul van uw insulinepomp
bijna op is, activeert uw insulinepomp een Waarschuwing W31:
Ampul bijna leeg om u eraan te herinneren, dat u de ampul
binnenkort moet vervangen.
U kunt het in uw ampul resterende aantal eenheden insuline
specificeren, dat de waarschuwing activeert.
1
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Therapie-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
2
Het menu Therapie-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naarNiveau
ampulwaarschuwing te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Niveau
ampulwaarschuwing verschijnt.
Druk op x of z om de hoeveelheid voor
de waarschuwing in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
man_06455298001_D_nl.indb 12804.05.2016 11:39:32
8
129
1
8.5 Instellen van tijd en datum
w WAARSCHUWING
Het is essentieel, dat u de correcte tijd en datum op uw
insulinepomp instelt, inclusief am en pm voor de 12-uurs
weergave. Anders krijgt u niet de juiste hoeveelheid insuline
op de juiste tijd.
Druk in het menu Instellingen op z om naar Tijd en datum te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Tijd en datum
verschijnt.
Druk op o om Tijd te selecteren.
De displayweergave Tijd verschijnt,
waarin het veld van de uren is
gemarkeerd.
Druk op x of z om de uren in te stellen.
Druk op o.
Het veld van de minuten is gemarkeerd.
Druk op x of z om de minuten in te
stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
Instellen van de tijd
234
man_06455298001_D_nl.indb 12904.05.2016 11:39:33
130
Instellen van de datum
12
De displayweergave Tijd en datum
verschijnt.
Druk op z om naarDatum te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Tijd en datum te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Datum verschijnt,
waarin het veld van het jaar is
gemarkeerd.
Druk op x of z om het jaar in te stellen.
Druk op o.
4
Het veld van de maand is gemarkeerd.
Druk op x of z om de maand in te
stellen.
Druk op o.
5
Het veld van de dag is gemarkeerd.
Druk op x of z om de dag in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
man_06455298001_D_nl.indb 13004.05.2016 11:39:33
8
131
Aanpassen van de tijdweergave
U kunt kiezen of de tijd op de insulinepomp in de
24-uurs weergave of de 12-uurs weergave (met de
toevoegingam of pm) wordt weergegeven.
12
De displayweergave Tijd en datum
verschijnt.
Druk op z om naar Tijdweergave te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Tijd en datum te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Tijdweergave
verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar 24 u
of 12 ute gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
man_06455298001_D_nl.indb 13104.05.2016 11:39:34
132
man_06455298001_D_nl.indb 13204.05.2016 11:39:34
9
133
9 Onderhoud van uw insulinepomp
9.1 Inspectie van uw insulinepomp
Om een nauwkeurige insulinetoediening te kunnen waarborgen,
dient u de insulinepomp op de juiste wijze te onderhouden.
Controleer de insulinepomp en de display overdag en voor u gaat
slapen regelmatig, in het bijzonder als u om welke reden dan ook
niet in staat bent om de akoestische signalen te horen of de
trilsignalen te voelen.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Accu-Chek Insight-steriele producten en
Accu-Chek Insight-accessoires, die speciaal zijn ontwikkeld voor
gebruik met uw insulinepomp. U vindt een lijst van lijst van
steriele producten en accessoires in Appendix G: Lijst van
accessoires, page192. Vervang deze producten en gooi ze weg
conform de aanbevelingen van uw arts of behandelteam en volg
de aanwijzingen in bij deze producten geleverde
gebruiksaanwijzingen op.
man_06455298001_D_nl.indb 13304.05.2016 11:39:34
134
9.2 Schade aan uw insulinepomp
Als de insulinepomp gevallen is, kan deze beschadigd raken en
kan de waterdichte afdichting scheuren. Gebruik het speciaal
voor uw insulinepomp ontwikkelde draagsysteem, dat helpt
voorkomen, dat uw insulinepomp op de grond valt. Raadpleeg de
brochures en catalogi van Accu-Chek-steriele producten en
accessoires voor meer informatie of neem contact op met
Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie achterin aan de
binnenkant van de omslag).
Als u uw insulinepomp heeft laten vallen:
jControleer of alle aansluitingen van uw infusieset nog goed
vast zitten en sluit deze opnieuw aan of bevestig deze beter,
als dit niet het geval is.
jControleer uw insulinepomp en de bijbehorende steriele
producten en accessoires op scheurtjes en barsten.
jVervang de ampul, als deze beschadigd is.
Nadat u deze controles heeft voltooid, moet u de batterij
verwijderen deze opnieuw plaatsen, waardoor de functietest
wordt gestart.
9.3 Reparatie van uw insulinepomp
Voer zelf geen service of reparaties aan uw insulinepomp uit.
Gebruik ook geen smeermiddelen voor het pompmechanisme.
Voor vragen kunt u contact opnemen met Accu-Chek Diabetes
Service van Roche (zie de binnenzijde van de omslag achterin de
gebruiksaanwijzing).
man_06455298001_D_nl.indb 13404.05.2016 11:39:34
9
135
9.4 Onderhoud van uw insulinepomp
9.4.1 Reiniging van uw insulinepomp
U kunt uw insulinepomp het beste schoonmaken, als u de
ampul vervangt. Gebruik een zachte doek om de buitenkant van
de insulinepomp schoon te maken. Gebruik, indien nodig, een
schone katoenen doek die bevochtigd is met alcohol
(70 % isopropanol of 50 % propanol) en zorg ervoor dat er geen
vloeistof in de insulinepomp binnendringt. Als dit niet tot het
gewenste resultaat leiden, kunt u contact opnemen met
Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de binnenzijde van
de omslag achterin de gebruiksaanwijzing) voor meer informatie.
w WAARSCHUWING
Verwijder altijd de ampul en de adapter. Zorg ervoor, dat uw
insulinepomp zich tijdens het schoonmaken in de PAUZE- of
de STOP-modus bevindt. Druk tijdens het schoonmaken niet
op de toetsen van uw insulinepomp, omdat uw instellingen
hierdoor per ongeluk gewijzigd kunnen worden. Gebruik voor
het schoonmaken geen oplosmiddelen, sterke detergentia,
bleekmiddelen, schuursponsjes of scherpe voorwerpen,
aangezien deze de insulinepomp kunnen beschadigen.
9.4.2 Batterijen
Het is belangrijk, dat u de batterij regelmatig vervangt en dat u
voldoende reservebatterijen beschikbaar heeft. De gebruiksduur
van de batterij is afhankelijk van het gebruik van uw
insulinepomp, uw persoonlijke instellingen, de toegediende
doseringen, de temperatuur en andere factoren. Zie Appendix A:
Technische gegevens, page152 voor de aanbevolen batterijen
en hun respectieve gebruiksduur. Zie hoofdstuk2.1, pagina14
voor aanwijzingen over het vervangen van de batterij.
9.4.3 Deksel van het batterijcompartiment
Om te waarborgen dat uw insulinepomp waterdicht blijft, moet u
de deksel van het batterijcompartiment vervangen als deze
opgebruikt of vuil lijkt, doch ten minste elke 6 maanden.
man_06455298001_D_nl.indb 13504.05.2016 11:39:34
136
9.5 Bewaren van uw insulinepomp
w WAARSCHUWING
Als u de insulinepomp langere tijd niet gebruikt, dient het
apparaat op de juiste manier te worden bewaard om eventuele
functioneringsproblemen later te voorkomen.
Voor het bewaren van uw insulinepomp, dient u deze in de
STOP-modus te zetten en vervolgens:
jde batterij te verwijderen om de gebruiksduur te verlengen
jde ampul te verwijderen
jde deksel van het batterijcompartiment te plaatsen
juw insulinepomp in zijn verpakking te bewaren
Bewaarcondities
Temperatuur+5 tot +45 °C
Luchtvochtigheid
20 tot 85 % relatieve
luchtvochtigheid
Atmosferische druk
70 kPa tot 106 kPa
(700 tot 1.060 mbar)
man_06455298001_D_nl.indb 13604.05.2016 11:39:34
9
137
9.6 Afvalverwijdering: weggooien van
uw insulinepomp
Omdat uw insulinepomp tijdens het gebruik met bloed in contact
kan komen, vormt de insulinepomp een potentieel infectiegevaar.
Als zodanig is de Europese richtlijn 2002/96/EG (richtlijn
betreffende afgedankte elektrische- en elektronische apparatuur
(AEEA)) niet van toepassing en mag de insulinepomp niet met
andere elektronische apparaten worden weggegooid. Als uw
insulinepomp moet worden weggegooid, dient u deze terug te
sturen naar Roche (adres, zie de binnenzijde van de omslag
achterin de gebruiksaanwijzing) voor een professionele
afvalverwijdering.
Ampul, infusieset en accessoires
Voor aanwijzingen over het weggooien van de ampul, infusieset
en accessoires wordt verwezen naar de met het betreffende
product geleverde aanwijzingen.
Batterij
Gooi lege batterijen correct weg, b.v. met het klein chemisch
afval (KCA) of recycle ze conform de hiervoor geldende lokale
voorschriften.
man_06455298001_D_nl.indb 13704.05.2016 11:39:34
138
man_06455298001_D_nl.indb 13804.05.2016 11:39:34
10
139
10 Reageren op een pompmelding
Uw insulinepomp helpt u met een groot aantal meldingen en
veiligheidsinformatie bij het beheer van uw diabetes. Het is
essentieel, dat u aandacht besteedt aan deze meldingen en,
indien nodig, hierop actie onderneemt.
Uw insulinepomp geeft deze meldingen weer door middel van
akoestische signalen en trilsignalen. U kunt hetzij de akoestische
signalen, hetzij de trilsignalen uitschakelen, maar voor uw
veiligheid kunt u beide bij het eerste alarmsignaal niet
tegelijkertijd uitschakelen.
man_06455298001_D_nl.indb 13904.05.2016 11:39:34
140
Uw insulinepomp kan een signaal afgeven voor de volgende
meldingen:
Herinneringen
U kunt een groot aantal Herinneringen
instellen om u te helpen herinneren aan
de taken van uw diabetesbeheer.
Herinneringen stoppen de
insulinetoediening niet.
Waar-
schuwingen
Een Waarschuwing wordt geactiveerd
door de insulinepomp, als uw aandacht
op korte termijn vereist is. Bijvoorbeeld:
als de ampul bijna leeg is, wordt de
Waarschuwing W31: Ampul bijna leeg
gegeven.
Waarschuwingen stoppen de
insulinetoediening niet.
Onder houds-
meldingen
Een Onderhoudsmelding wordt
geactiveerd, als uw onmiddellijke actie
vereist is om het functioneren van de
insulinepomp in stand te houden.
Bijvoorbeeld: als de ampul leeg is, wordt
voor Onderhoudsmelding M21: Ampul
leeg een akoestisch signaal afgegeven.
Nadat er een onderhoudsmelding is
weergegeven, bevindt de insulinepomp
zich in de PAUZE- of de STOP-modus.
Start de insulinetoediening, indien nodig,
opnieuw.
Foutmeldingen
Een Foutmelding geeft aan dat uw
insulinepomp op het moment niet goed
werkt. Na een foutmelding bevindt de
insulinepomp zich in de STOP-modus.
Verderop in dit hoofdstuk zult u leren,
welke acties u moet ondernemen in
reactie op een foutmelding.
Alle meldingen behoren tot de categorie met lage prioriteit
conform EN 60601-1-8:2006.
man_06455298001_D_nl.indb 14004.05.2016 11:39:34
10
141
Als u een melding niet binnen 60 seconden heeft bevestigd,
wordt deze nogmaals afgegeven. Zelfs als het akoestische
signaal is uitgeschakeld of op een lager dan het maximale
geluidsniveau is ingesteld, zal het geluidsniveau van het
akoestische signaal, als er geen bevestiging wordt gegeven,
toenemen tot het maximum. De akoestische- en trilsignalen
blijven op het maximale niveau, totdat u een bevestiging heeft
gegeven.
Reactie op een herinnering, waarschuwing, onderhoudsmelding of foutmelding
12
Deblokkeer de toetsblokkering, als de
toetsen zijn geblokkeerd. Zie
hoofdstuk8.3.3, pagina111.
Druk nogmaals op o om de melding te
bevestigen. Onderneem vervolgens de
benodigde actie.
Als de melding wordt weergegeven, moet
u op o drukken om de signalen uit te
schakelen.
man_06455298001_D_nl.indb 14104.05.2016 11:39:34
142
10.1 Lijst van herinneringen
In het hoofdstuk over instellingen leert u hoe u Herinneringen kunt gebruiken en instellen. Zie hoofdstuk8.1, pagina91.
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Herinnering
Bolus toedienen Herinnering (1 tot 5):
Herinnert u eraan om, wanneer van toepassing, een bolus toe
te dienen.
Gemiste bolus Herinnering (1 tot 5):
Controleer of u het toedienen van een noodzakelijke bolus heeft
gemist of bent vergeten.
Wekkerfunctie (1 tot 5):
Wakker worden!
Herinnering Vervang infusieset:
Vervang uw infusieset, wanneer van toepassing.
man_06455298001_D_nl.indb 14204.05.2016 11:39:35
10
143
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Herinnering
Herinnering TBD einde:
Het tijdstip van een ingestelde tijdelijke basale dosering is
verstreken. Controleer of u een nieuwe in moet stellen.
man_06455298001_D_nl.indb 14304.05.2016 11:39:35
144
10.2 Lijst van waarschuwingen
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Waarschuwing
W31 Ampul bijna leeg:
De ampul in uw insulinepomp is bijna leeg. Zorg ervoor, dat u
een volle ampul klaar heeft liggen.
W32 Batterij bijna leeg:
De batterij in uw insulinepomp is bijna leeg. Zorg ervoor, dat u
een nieuwe batterij bij de hand heeft.
W33 Ongeldige tijd/datum:
Als de insulinepomp meer dan een uur zonder stroom is
geweest, zijn de tijd en de datum mogelijk niet meer juist. Stel
de juiste tijd en datum in.Stel de tijd en datum in. Zie
hoofdstuk8.5, pagina129.
W34 Einde garantie:
De garantieperiode van uw insulinepomp is verstreken. Neem
contact op met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de
binnenzijde van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing) om
de benodigde acties te bespreken.
man_06455298001_D_nl.indb 14404.05.2016 11:39:36
10
145
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Waarschuwing
W36 TBD geannuleerd:
Een tijdelijke basale dosering is geannuleerd. Controleer of de
annulering gewenst is. Programmeer een nieuwe TBD, indien
noodzakelijk.
W38 Bolus geannuleerd:
Er is een bolus geannuleerd. Controleer of de annulering
gewenst is. Programmeer een nieuwe bolus, indien
noodzakelijk.
W39 Waarschuwing looptijd (uitsluitend voor leenpompen):
De looptijd van uw insulinepomp vervalt binnenkort. Neem
contact op met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de
binnenzijde van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing) om
de benodigde acties te bespreken.
man_06455298001_D_nl.indb 14504.05.2016 11:39:37
146
10.3 Lijst van onderhoudsmeldingen
Nadat een Onderhoudsmelding is weergegeven, bevindt uw insulinepomp zich in de STOP- of PAUZE-modus en zal deze overschakelen
naar STOP, als u de insulinetoediening niet binnen de eerstvolgende 15 minuten hervat. Start de insulinetoediening, indien van
toepassing, opnieuw.
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Onderhoudsmelding
M20 Ampul niet geplaatst:
Plaats een ampul.
M21 Ampul leeg:
Er bevindt zich geen insuline meer in de ampul. Plaats een
nieuwe ampul.
M22 Batterij leeg:
De batterij in uw insulinepomp is leeg. Plaats een nieuwe
batterij.
man_06455298001_D_nl.indb 14604.05.2016 11:39:38
10
147
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Onderhoudsmelding
M23 Automatisch uit:
U heeft gedurende de voor Automatisch uit gespecificeerde
tijdsperiode niet op enige pomptoets gedrukt. Zie
hoofdstuk8.4.1, pagina118. Na een onderhoudsmelding M23
bevindt de insulinepomp zich in de STOP-modus.
M24 Verstopping:
De insuline kan niet vrij doorstromen. Vervang de gehele
infusieset. Als de onderhoudsmelding nogmaals wordt
weergegeven, moet u de ampul eveneens vervangen.
M25 Einde looptijd (uitsluitend voor leenpompen):
De looptijd van uw insulinepomp is verstreken. Neem contact
op met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de
binnenzijde van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing) om
de benodigde acties te bespreken. Na een onderhoudsmelding
M25 bevindt de insulinepomp zich in de STOP-modus.
M26 Vervanging ampul niet voltooid:
De procedure van het vervangen van de ampul werd
onderbroken. Voer de vervanging van de ampul opnieuw uit.
man_06455298001_D_nl.indb 14704.05.2016 11:39:39
148
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Onderhoudsmelding
M27 Downloaden gegevens mislukt:
De gegevensoverdracht naar een computer is onderbroken.
Start het downloaden van de gegevens opnieuw.
M28 Pauzemodus beëindigd:
Uw insulinepomp is meer dan 15 minuten in de PAUZE-modus
geweest en is overgeschakeld naar STOP. TBD en bolussen zijn
geannuleerd. Start de insulinetoediening opnieuw en stel de
TBD en de bolussen opnieuw in, indien van toepassing.
M29 Type batterij niet ingesteld:
Het type batterij is tijdens de opstartprocedure niet ingesteld.
Stel het juiste type batterij in.
M29 Type ampul niet ingesteld:
Het type ampul is tijdens de de procedure voor het vervangen
van de ampul of tijdens opstartprocedure niet ingesteld. Stel
het juiste type ampul in.
man_06455298001_D_nl.indb 14804.05.2016 11:39:40
10
149
10.4 Lijst van foutmeldingen
Als er een foutmelding wordt weergegeven, heeft de insulinepomp een ernstiger probleem gedetecteerd en bevindt de insulinepomp
zich in de STOP-modus. Als u het probleem na een eerste poging niet op kunt lossen en de foutmelding terug blijft komen, moet u voor
advies contact opnemen met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de binnenzijde van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing)
en, indien nodig, overgaan op een alternatieve insulinebehandeling.
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Foutmelding
E6 Mechanische fout:
Het mechanische systeem van de insulinepomp functioneert
niet goed. Vervang de batterij en de ampul.
E7 Elektronische fout:
Vervang de batterij als deze melding wordt weergegeven. Als
de melding dan nog steeds wordt weergegeven, kunt u het
probleem niet zelf oplossen. Neem voor advies contact op met
Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de binnenzijde van
de omslag achterin de gebruiksaanwijzing). Ga over op een
alternatieve insulinetherapie.
E10 Fout bij het terugzetten:
De aandrijfstang is tijdens het plaatsen van de ampul niet
correct teruggezet. Vervang de batterij en voer de vervanging
van de ampul opnieuw uit.
man_06455298001_D_nl.indb 14904.05.2016 11:39:40
150
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Foutmelding
E13 Taalfout:
De insulinepomp kan de geselecteerde taal niet langer
weergeven. Vervang deze taal door een andere taal. Als u uw
taal niet kunt selecteren en de andere beschikbare talen niet
kunt lezen, moet u contact opnemen met Accu-Chek Diabetes
Service van Roche (zie de binnenzijde van de omslag achterin
de gebruiksaanwijzing).
man_06455298001_D_nl.indb 15004.05.2016 11:39:40
151
Appendices
man_06455298001_D_nl.indb 15104.05.2016 11:39:40
152
Algemene technische gegevens
Maximale afmetingen (zonder adapter)
Circa 84 × 52 × 19 mm
(3,3 × 2,0 × 0,7 inches)
Gewicht
Een lege insulinepomp: ongeveer 99 g
Insulinepomp inclusief ampul, batterij en infusieset: ongeveer 122 g
Behuizing van de Insulinepomp
Tegen schokken, krassen en geneesmiddelen bestendige kunststof, met afgeronde
hoeken
Temperatuurbereik*
Tijdens gebruik: +5 °C tot +40 °C
Tijdens opslag: +5 °C tot +45 °C
Tijdens transport: -20 °C tot +50 °C
Luchtvochtigheid
Tijdens gebruik: 20 % tot 90 % relatieve luchtvochtigheid
Tijdens opslag: 20 % tot 85 % relatieve luchtvochtigheid
Tijdens transport: 20 % tot 95 % relatieve luchtvochtigheid
Appendix A: Technische gegevens
* Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen van de insuline, die u gebruikt, voor meer informatie over de toegestane temperatuurbereiken voor gebruik, bewaring en transport.
man_06455298001_D_nl.indb 15204.05.2016 11:39:40
A
153
Algemene technische gegevens
Luchtdruk van de barometer
Tijdens gebruik: 55 tot 106 kPa (550 tot 1.060 mbar)
Tijdens opslag in transportverpakking: 70 tot 106 kPa (700 tot 1.060 mbar)
Tijdens transport: 50 tot 106 kPa (500 tot 1.060 mbar)
Stroomvoorziening
Eén 1,5 V AAA Alkaline (LR03)- of Lithium (FR03)-batterij. Gebruik alleen lithiumbatterijen
die voldoen aan IEC 60086-4. De batterijen dienen een minimum capaciteit van
1.200 mAh te hebben. Gebruik geen zinkkoolbatterijen of oplaadbare (NiCd/NiMH)
batterijen.
Gebruiksduur van de batterij
Bij gewoon gebruik (50 U/dag met U100-insuline; omgevingstemperatuur +23 °C ±2 °C
bij minimale/gemiddelde/maximale basale dosering), is de gebruiksduur van de batterij
ongeveer:
Alkaline (1200 mAh): ten minste 10 dagen met Bluetooth uit
Lithium (1200 mAh): ten minste 36 dagen met Bluetooth uit
Alkaline (1200 mAh): ten minste 9 dagen met Bluetooth aan
Lithium (1200 mAh): ten minste 35 dagen met Bluetooth aan
Tijdsduur gegevensopslag
De tijd en de datum worden tot ongeveer 10 uren na het verwijderen van de batterij veilig
opgeslagen in het geheugen. Andere insulinepompinstellingen (bijvoorbeeld de basale
doseringen per uur, de nog in de ampul aanwezige hoeveelheid insuline, de bolusstappen,
het actieve gebruikersprofiel en de alarminstellingen) en het geheugen van de
gebeurtenissen (zoals het bolusoverzicht, het overzicht van de per dag toegediende
hoeveelheid insuline, het overzicht van de tijdelijke basale doseringen en het
alarmoverzicht) blijven opgeslagen, ongeacht de energietoestand van de batterij of de
tijdsduur, dat de insulinepomp zonder batterij is geweest.
man_06455298001_D_nl.indb 15304.05.2016 11:39:40
154
Algemene technische gegevens
Basale doseringMin. 0,02 U/h, max. 25 U/h.
Bolus
De maximale bolushoeveelheid per toediening bedraagt 50 eenheden insuline. De
bolushoeveelheid voor de Snelle bolus kan worden aangepast in stappen van 0,1; 0,2; 0,5;
1,0 en 2,0 eenheden. Voor de standaardbolus, vertraagde bolus en de multiwave-bolus
kan de hoeveelheid in stappen van 0,05 eenheden worden aangepast. De duur van de
vertraagde bolus en van de multiwave-bolus kan worden aangepast in intervallen van
15 minuten tot maximaal 24 uren.
Tijdelijke basale dosering
Kan in stappen van 10 % worden aangepast, 0–90 % voor verlagingen, 110–250 % voor
verhogingen. De duur kan in intervallen van 15 minuten worden aangepast tot maximaal
24 uren. De laatst ingestelde duur wordt standaard ingesteld voor de volgende instelling
van een wijziging van de tijdelijke basale dosering.
Snelheid van de bolustoedieningzeer langzaam = 3 U/min, langzaam = 6 U/min, gemiddeld = 9 U/min, standaard = 12 U/min
Vulsnelheid12 U/min
Geluidsdruk
Naast een voelbare kennisgeving genereert de pomp een gemiddelde geluidsdruk van ten
minste 45 dB.
man_06455298001_D_nl.indb 15404.05.2016 11:39:41
A
155
Algemene technische gegevens
Melding M24: VERSTOPPING
Maximale tijd tussen verstopping en melding
Type ampulZelf gevuldFabrieksmatig gevuld
Basale dosering 1,0 U/h2:10 h3:10 h
Basale dosering 0,02 U/h*220 h280 h
Maximaal volume voor onderhouds-
melding M24: VERSTOPPING**
Zelf gevulde ampullen: 1,0 U
Fabrieksmatig gevulde ampullen: 2,0 U
Alarmdrempel voor maximale
verstopping in het systeem
330 kPa (3,3 bar)
Maximum druk350 kPa (3,5 bar)
Minimale openingsdruk
ventilatieopening adapter
0,65 bar
Stroomsnelheid (toedieningsnelheid)Variabel
Maximaal toegediende hoeveelheid als
zich één fout voordoet
≤0,8 U
Ampul
Zelf gevulde 2,0 ml Accu-Chek Insight-insulinepompampul
Fabrieksmatig gevulde 1,6 ml NovoRapid
®
PumpCart
®
(controleer de beschikbaarheid in
uw land op www.novonordisk.com of vraag Accu-Chek Diabetes Service van Roche)
* De maximale tijd wordt aangegeven met 144 h voor fabrieksmatig gevulde en zelf gevulde ampullen, omdat dit het aanbevolen interval voor het vervangen van
infusiesets is.
** Deze waarden zijn bepaald door middel van meetmethoden conform IEC 60601-2-24:2012.
man_06455298001_D_nl.indb 15504.05.2016 11:39:41
156
Algemene technische gegevens
InfusiesetsToegepast onderdeel: De Accu-Chek Insight-infusiesets met een eigen aansluiting.
Afstandsbediening en
gegevensoverdracht
Bluetooth draadloze technologie, ISM 2,4 GHz communicatiekanaal
Veiligheid
Het veiligheidsconcept is gebaseerd op een controlesysteem, dat bestaat uit twee
microprocessors en een toezichthoudende microprocessor (toezichthoudend systeem).
Het controlesysteem is gebaseerd op een tweekanaals-softwarearchitectuur, die alle
veiligheidsrelevante functies tweemaal uitvoert.
Als er in het controlesysteem een defect of storing optreedt, wordt dit door de
toezichthoudende processor waargenomen en omgekeerd is dit ook het geval. Als er zich
bijvoorbeeld een overdosering voordoet, wordt de motor automatisch uitgeschakeld en
wordt Fout E7: Elektronische fout weergegeven.
Het controlesysteem en het toezichthoudende systeem zorgen bij foutmelding E7 voor de
afgifte van akoestische signalen (pieptonen) en voelbare signalen (trillingen). Daarnaast
geeft het controlesysteem het specifieke nummer van foutmelding E7 op de display van
de insulinepomp weer.
De motor is ook een belangrijk onderdeel van de beveiliging, aangezien de combinatie van
de controle- en toezichthoudende processors en een motor zonder koolborstels borg staat
voor een optimaal betrouwbare en nauwkeurige insulinetoediening.
IPX8
Beschermd tegen de gevolgen van een tijdelijke onderdompeling in water onder
gestandaardiseerde omstandigheden (tot 60 minuten en 1,3 meter diepte).
man_06455298001_D_nl.indb 15604.05.2016 11:39:41
A
157
Technische normen
Tabel 201: Elektromagnetische emissie
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische emissie
De Accu-Chek Insight-insulinepomp is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder omschreven. De
klant of de gebruiker van de Accu-Chek Insight-insulinepomp moet ervoor zorgen, dat de insulinepomp in een dergelijke omgeving
De Accu-Chek Insight-insulinepomp moet elektromagnetische
energie uitstralen om zijn functie uit te kunnen voeren. In zeldzame
gevallen kan de werking van elektronische apparatuur in de nabije
omgeving hierdoor worden beïnvloed.
RF-emissie
CISPR 11
Klasse B
De Accu-Chek Insight-insulinepomp is geschikt voor gebruik in alle
etablissementen, waaronder woonetablissementen en
etablissementen, die rechtstreeks zijn aangesloten op het
openbare elektriciteitsnet, dat gebouwen, die worden gebruikt voor
woondoeleinden, van stroom voorziet.
Harmonische emissie
IEC 61000-3-2
Niet van toepassing
Spanningsfluctuaties /
flikkerende emissies
IEC 61000-3-3
Niet van toepassing
man_06455298001_D_nl.indb 15704.05.2016 11:39:41
158
Tabel 202: Elektrostatische ontlading en magnetische velden bij netfrequentie (alle apparaten)
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische storings(on)gevoeligheid
De Accu-Chek Insight-insulinepomp is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder omschreven. De
klant of de gebruiker van de Accu-Chek Insight-insulinepomp moet ervoor zorgen, dat de insulinepomp in een dergelijke omgeving
wordt gebruikt.
Norm storings(on)
gevoeligheidstest
IEC 60601-testniveau*
Niveau van
overeenstemming
Elektromagnetische omgeving – richtlijnen
Elektrostatische
ontlading
IEC 61000-4-2
±8 kV contact
±15 kV lucht
±8 kV contact
±15 kV lucht
De vloer dient van hout, beton of bedekt met
keramische plavuizen te zijn. Als er vloerbedekking
van synthetische materialen is aangebracht, moet
de relatieve luchtvochtigheid ten minste 30 % zijn.
Elektrische snelle puls/piek
IEC 61000-4-4
±2 kV voor elektrische
leidingen
Niet van toepassing
Stroomstoot
IEC 61000-4-5
±1 kV lijn tot lijn
±2 kV lijn naar aarde
Niet van toepassing
Korte spanningsverlaging,
korte onderbrekingen en
spanningsfluctuatie op
elektrische leidingen
IEC 61000-4-11
<5 % UT (0,5 cyclus)
40 % UT (5 cycli)
70 % UT (25 cycli)
<5 % UT gedurende 5s
Niet van toepassing
Opmerking:UT is de wisselstroom van het elektriciteitsnet voor toepassing van het testniveau.
man_06455298001_D_nl.indb 15804.05.2016 11:39:41
A
159
* Testniveaus conform IEC 60601-1-2:2014
Norm storings(on)
gevoeligheidstest
IEC 60601-testniveau*
Niveau van
overeenstemming
Elektromagnetische omgeving – richtlijnen
Magnetisch veld bij een
netfrequentie
van (50 / 60 Hz)
IEC 61000-4-8
30 A/m400 A/m
Magnetische velden bij netfrequentie moeten een
niveau hebben als in bedrijven en ziekenhuizen
gebruikelijk is.
man_06455298001_D_nl.indb 15904.05.2016 11:39:41
160
Tabel 203: Storings(on)gevoeligheid voor elektromagnetische velden (levensfunctieondersteunende apparatuur)
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische storings(on)gevoeligheid
De Accu-Chek Insight-insulinepomp is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder omschreven. De klant of
de gebruiker van de Accu-Chek Insight-insulinepomp moet ervoor zorgen, dat de insulinepomp in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Elektromagnetische omgeving – richtlijnen
Bij het gebruik van draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur dient de aanbevolen afstand ten opzichte van de Accu-Chek
Insight-insulinepomp, met inbegrip van de kabels, in acht te worden genomen. Deze afstand wordt berekend met de vergelijking,
die van toepassing is op de frequentie van het zendapparaat.
Norm storings(on)
gevoeligheidstest
IEC 60601-testniveau*
Niveau van
overeenstemming
Elektromagnetische omgeving – richtlijnen
a)
Geleide RF
IEC 61000-4-6
3 Vrms
150 kHz tot 80 MHz
V1 = 10 Vrms 150 kHz
tot 80 MHz
d = 1,2
√
−
P150 kHz tot 80 MHz
RF-straling
IEC 61000-4-3
10 V/m
80 MHz tot 800 MHz
E1 = 10 V/m 80 MHz
tot 800 MHz
d = 1,2
√
−
P80 MHz tot 800 MHz
RF-straling
IEC 61000-4-3
10 V/m
800 MHz tot 2,5 GHz
b)
E2a = 2 V/m voor
2,3 GHz tot
2,5 GHz
c)
E2b = 10 V/m voor
800 MHz tot
2,3 GHz en
2,5 GHz tot
2,7 GHz
d = 11,7
√
−
P2,3 GHz tot 2,5 GHz
db = 2,3
√
−
P 800 MHz tot 2,3 GHz en
2,5 GHz tot 2,7 GHz
man_06455298001_D_nl.indb 16004.05.2016 11:39:41
A
161
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische storings(on)gevoeligheid
Hierbij is P het maximale uitgangsvermogen van het zendapparaat in Watt (W) volgens de fabrikant van het zendapparaat en de
aanbevolen afstand in meters (m).
De veldsterkten van vaste RF-zendapparatuur, bepaald in een onderzoek naar elektromagnetische locaties,
d)
dienen lager te zijn dan
het niveau van overeenstemming voor ieder frequentiebereik.
e)
Storingen kunnen optreden in de nabijheid van apparaten, die gemerkt zijn met het volgende symbool:
a ) Van eventueel kortere afstanden buiten de ISM-banden wordt niet verwacht, dat deze een betere toepasbaarheid van deze tabel geven.
b
) Exclusieve band voor het Bluetooth
ISM 2,4 GHz communicatiekanaal
c ) Overeenkomstige band voor de systeemapparatuur
d ) De veldsterkte van vaste zendapparatuur, zoals basisstations voor radiotelefoons (draagbaar / draadloos) en landmobiele radiotelefonie, amateurradio, AM- en
FM-radio-uitzendingen en televisie-uitzendingen kan theoretisch niet nauwkeurig worden voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving van vaste
RF-zendapparatuur te bepalen, moet worden overwogen ter plaatse een elektromagnetisch onderzoek uit te voeren. Indien de gemeten veldsterkte op de locatie,
waar de Accu-Chek Insight-insulinepomp wordt gebruikt, hoger is dan het hierboven aangegeven, van toepassing zijnde RF-overeenstemmingsniveau, moet worden
gecontroleerd of de Accu-Chek Insight-insulinepomp normaal functioneert. Indien een abnormale werking wordt geconstateerd, zijn mogelijk aanvullende
maatregelen nodig, zoals het draaien of verplaatsen van de Accu-Chek Insight-insulinepomp.
e ) Over het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte minder dan 10 V/m zijn.
Aanbevolen afstand tussen draagbare- en mobiele RF-communicatieapparatuur en de Accu-Chek Insight-insulinepomp.
De Accu-Chek Insight-insulinepomp is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving, waarin uitgezonden RF-storingen
kunnen worden beheerst. De klant of de gebruiker van de Accu-Chek Insight-insulinepomp kan elektromagnetische storingen helpen
voorkomen door een minimale afstand in acht te houden tussen draagbare- en mobiele RF-communicatieapparatuur (zendapparaten)
en de Accu-Chek Insight-insulinepomp, conform de hieronder op basis van het maximale uitgangsvermogen van de
communicatieapparatuur gegeven aanbevelingen.
Nominaal maximaal
uitgangsvermogen van
het zendapparaat (W)
Afstand op basis van frequentie van het zendapparaat (m)
150 kHz tot 80 MHz
d = 1,2
√
−
P
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,2
√
−
P
800 MHz tot 2,3 GHz
2,5 GHz tot 2,7 GHz
db = 2,3
√
−
P
2,3 GHz tot 2,5 GHz
da = 11,7
√
−
P
0,0112 cm12 cm23 cm118 cm
0,138 cm38 cm73 cm373 cm
11,2 m1,2 m2,3 m11,8 m
103,8 m3,8 m7,3 m37,3 m
10012 m12 m23 m118 m
Voor zendapparatuur, waarvoor het maximale uitgangsvermogen hierboven niet wordt weergegeven, kan de aanbevolen afstand d in meters (m) worden geschat met
behulp van de vergelijking, die van toepassing is op de frequentie van het zendapparaat, waarbij P het door de fabrikant van het zendapparaat opgegeven maximale
nominale uitgangsvermogen van het zendapparaat in Watt (W) is.
man_06455298001_D_nl.indb 16204.05.2016 11:39:41
A
163
Opmerking:Bij 80 MHz en 800 MHz is de afstand voor het
hogere frequentiebereik van toepassing.
Opmerking:Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties
van toepassing. Elektromagnetische voortplanting wordt
beïnvloed door de absorptie en reflectie door structuren, objecten
en mensen.
Opmerking:Bij de berekening van de aanbevolen afstand is een
extra factor van 10/3 gebruikt om de waarschijnlijkheid te
verkleinen, dat mobiele of draagbare communicatieapparatuur
storingen zou kunnen veroorzaken, als deze onbewust in de
nabijheid van de gebruiker wordt gebracht.
man_06455298001_D_nl.indb 16304.05.2016 11:39:41
164
Nauwkeurigheid van de stroomsnelheid
bij gebruik van de Accu-Chek Insight-
insulinepompampul of de NovoRapid
®
PumpCart
®
Trompetcurve uitgezet aan de hand van gegevens verkregen
na afloop van de stabilisatieperiode
De trompetcurve geeft de nauwkeurigheid van de
toedieningsnelheid gedurende de waarnemingsperiode aan.
percentage van de fout in de stroomsnelheid (%)
duur van het waarnemingsvenster (min)
minimum van de gemeten variatie
maximum van de gemeten variatie
algeheel percentage van de fout in de stroomsnelheid
-6,0000
-3,0000
-
1,8400
-1,1455
-0,7789
-
0,4323
6,8000
2,6000
1,8800
1,5091
1,2000
0,6581
0,1240
-8
-6
-4
-2
0
2
4
6
8
060120180240300360420480540600660720780840900960
* De metingen zijn uitgevoerd bij een gemiddelde basale dosering van 1,0 U/h conform IEC 60601-2-24:2012 met de Accu-Chek Insight Flex- en Accu-Chek
InsightTender-infusiesets met een slang met een lengte van 100 cm bij kamertemperatuur. Meer dan 18 metingen uitgevoerd. Alles binnen de specificaties.
De maximale afwijking van de toegediende hoeveelheid U100-
insuline (algeheel gemiddeld percentage van de fout in de
stroomsnelheid) is ≤ ±5 %*.
man_06455298001_D_nl.indb 16404.05.2016 11:39:41
A
165
Nauwkeurigheid van de stroomsnelheid bij gebruik van de
Accu-Chek Insight-insulinepompampul of de NovoRapid
®
PumpCart
®
bij een minimum basale dosering van 0,02 U/h
Trompetcurve uitgezet aan de hand van gegevens verkregen na
afloop van de stabilisatieperiode
De trompetcurve geeft de nauwkeurigheid van de
toedieningsnelheid gedurende de waarnemingsperiode aan.
percentage van de fout in de stroomsnelheid (%)
duur van het waarnemingsvenster (min)
minimum van de gemeten variatie
maximum van de gemeten variatie
algeheel percentage van de fout in de stroomsnelheid
-100,0000
-50,0000
-42,0000
-40,0000
-36,8421
-
20,0000
120,0000
60,0000
48,0000
31,8182
32,1053
20,6452
0,0000
-150
-100
-50
0
50
100
150
060120180240300360420480540600660720780840900960
* De metingen zijn uitgevoerd bij de minimale basale dosering van 0,02 U/h conform IEC 60601-2-24:2012 met de Accu-Chek Insight Flex- en Accu-Chek Insight
Tender-infusiesets met een slang met een lengte van 100 cm bij kamertemperatuur.
De maximale afwijking van de toegediende hoeveelheid
U100-insuline (algeheel gemiddeld percentage van de fout in de
stroomsnelheid) is ≤ ±60 %*.
Het is de verantwoordelijkheid van de zorgverlener om te
bepalen of de nauwkeurigheid van de toedieningssnelheid
voldoende is voor de betreffende patiënt.
man_06455298001_D_nl.indb 16504.05.2016 11:39:41
166
Opstartgrafiek gedurende de stabilisatieperiode
De opstartgrafiek toont wijzigingen in de stroomsnelheid
gedurende de stabilisatieperiode.
stroomsnelheid (ml / h)
tijd (min)
gemeten stroomsnelheid
streefwaarde van de stroomsnelheid
0,000
0,002
0,004
0,006
0,008
0,010
0,012
15
90
165
240
315
390
465
540
615
690
765
840
915
990
1065
1140
1215
1290
1365
1440
* De metingen zijn uitgevoerd bij een gemiddelde basale dosering van 1,0 U/h conform IEC 60601-2-24:2012 met de Accu-Chek Insight Flex- en Accu-Chek Insight
Tender-infusiesets met een slang met een lengte van 100 cm bij kamertemperatuur.
** De metingen zijn uitgevoerd conform IEC 60601-2-24:2012 met de Accu-Chek Insight Flex- en Accu-Chek Insight Tender-infusiesets met een slang met een lengte
van 100 cm bij kamertemperatuur.
Invloed van de hoogte op de nauwkeurigheid van de afgifte
De maximale afwijking van de toegediende hoeveelheid (algeheel
gemiddeld percentage van de fout in de stroomsnelheid) voor
25U U100-insuline is ≤ ±5 %*, als uw Accu-Chek Insight-
insulinepomp zich ≤ 0,8m boven/onder de infusieplaats bevindt.
Bolus
Voor U100-insuline is de maximale afwijking voor een maximum
bolus ≤ ±5 % en de maximale afwijking voor een minimum bolus
≤ ±50 %.**
man_06455298001_D_nl.indb 16604.05.2016 11:39:41
A
167
man_06455298001_D_nl.indb 16704.05.2016 11:39:41
168
Appendix B: Configuratie van de parameters
Parameter
Standaardinstellingen van de
parameters
Op de pomp beschikbaar bereik/
beschikbare waarde
Maximale toediening van basale insuline ( maximale
basale dosering per uur in combinatie met een
maximale tijdelijke basale dosering)
62,5 U/h62,5 U/h
Basale standaarddosering per uur00–25 U/h
Stappen voor het instellen van de basale dosering voor
tijdsperiodes van één uur
0,01 (van 0,02 U/h tot 5.00 U/h) en
0,1 (van 5,00 U/h tot 25,0 U/h)
Basale doseringen voor tijdsperiodes van één uur0, 0,02–25,0 U/h0, 0,02–25,0 U/h
Tijdelijke basale dosering
TBD verhoging of verlaging in stappen van de
TBD-duur
Stappen van de TBD-duur
100 %
10 %
2 uren
15 min
0–250 %
10 %
15 min–24 uren
15 min
Beschikbare basale profielen55
Bolushoeveelheid per toegediende bolus0–25,0 U0–50,0 U
Bolusstappen voor snelle bolus0,5 U0,1, 0,2, 0,5, 1,0 of 2,0 U
Bolusstappen voor standaardbolus, vertraagde bolus en
multiwave-bolus
0,05 U (0–2 U)
0,1 U (2–5 U)
0,2 U (5–10 U)
0,5 U (10–20 U)
1,0 U (20–50 U)
man_06455298001_D_nl.indb 16804.05.2016 11:39:41
B
169
Parameter
Standaardinstellingen van de
parameters
Op de pomp beschikbaar bereik/
beschikbare waarde
Bolusduur (vertraagde bolus, multiwave-bolus)4 uren15 min tot max. 24 uren
Stappen van de bolusduur15 min
Snelheid van de bolustoedieningStandaard: 12 U/minStandaard: 12 U/min
Gemiddeld: 9 U/min
Langzaam: 6 U/min
Zeer langzaam: 3 U/min
Maximale bolus25 U1–50,0 U
UitsteltijdUitUit of Aan
Indien Aan: 0 tot 60 min in
stappen van 15 min
Vulhoeveelheid van de infusieset14,0 U0–25,0 U
Vulhoeveelheid van de canule0,7 U0,0–2,0 U
Oriëntatie van de displayweergaveStandaardStandaard of omgekeerd
Helderheid van de display20–5 stappen
Vertraging uitschakelen display
30 sec. (15 sec. vertraging
donkere display + 15 sec.
vertraging uitschakelen)
Achtergrondkleur van de displayDonkerDonker of licht
Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.
Product:
Forumrules
To achieve meaningful questions, we apply the following rules:
First, read the manual;
Check if your question has been asked previously;
Try to ask your question as clearly as possible;
Did you already try to solve the problem? Please mention this;
Is your problem solved by a visitor then let him/her know in this forum;
To give a response to a question or answer, do not use this form but click on the button 'reply to this question';
Your question will be posted here and emailed to our subscribers. Therefore, avoid filling in personal details.
Register
Register getting emails for ACCU-CHEK Insight insulinepomp at:
new questions and answers
new manuals
You will receive an email to register for one or both of the options.
Get your user manual by e-mail
Enter your email address to receive the manual of ACCU-CHEK Insight insulinepomp in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.
The manual is 6,37 mb in size.
You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.
Others manual(s) of ACCU-CHEK Insight insulinepomp
If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.
The email address you have provided is not correct.
Please check the email address and correct it.
Your question is posted on this page
Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.