677312
202
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/214
Next page
NL: 06455298001/D Datum van uitgifte: 2016-03
De merknaam en logo’s Bluetooth
®
zij n geregistreerde
handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van
deze merken door Roche is een licentie verkregen. Alle overige
productnamen en handelsmerken zij n het eigendom van hun
respectieve eigenaars.
NovoRapid
®
en PumpCart
®
zij n geregistreerde handelsmerken
van Novo Nordisk A/S.
Toegelaten/ingeschreven/geregistreerd onder de productnaam:
Accu-Chek Insight insulin pump
ACCU-CHEK, ACCU-CHEK INSIGHT, ACCU-CHEK FLEXLINK,
ACCU-CHEK 360° en ACCU-CHEK TENDERLINK zij n merken
vanRoche.
© 2016 Roche Diabetes Care
Roche Diabetes Care GmbH
Sandhofer Strasse 116
68305 Mannheim, Germany
www.accu-chek.com
Gebruiksaanwijzing
Accu-Chek
®
Insight-insulinepomp
PDF
LAN
ExA
Kat. 04
Approved according to
SOP 04.07.08 – Anl. A, Vers. 02
The Signature will not be printed!
man_06455298001_D_nl.indb 1 04.05.2016 11:38:35
Voor hulp met en aanvullende informatie over de Accu-Chek Insight-insulinepomp kunt u contact opnemen met*:
Uw insulinepomp
q Snelle bolus-toetsen
Display
x Omhoog-toets
o OK-toets
z Omlaag-toets
l Zoom-toets
Opmerking Als u zich in de displayweergave Status bevindt en langer dan 10 seconden niet op toets o, x of z
heeft gedrukt, worden deze toetsen geblokkeerd (zie hoofdstuk8.3.3, pagina111). De toetsblokkering
vergrendelt de Snelle bolus-toetsen q niet. De Snelle bolus-toetsen q blij ven actief, zelfs als de
toetsblokkering voor de toetsen aan de voorzij de is ingeschakeld.
Druk binnen 1 seconde op de volgende toetsen om de toetsen aan de voorzij de te deblokkeren om verder
te gaan met het instellen van uw insulinepomp: een van de toetsen q, hierna x en vervolgens z of een
van de toetsen q, hierna z en vervolgens x.
Nederland
Tel. 0800-022 05 85
(Accu-Chek Diabetes Service)
www.accu-chek.nl
België
Tel: 0800-93626 (Accu-Chek Service)
www.accu-chek.be
Luxembourg
PROPHAC S.à r.l.
5, Rangwee
L-2412 Howald
Phone +352 482 482 500
diagnostics@prophac.lu
* Houd er rekening mee dat de afdeling Customer Service van de vertegenwoordiging van Roche in het land waar u woont mogelijk alleen ondersteuning
kan bieden in de officiële taal/talen van het land.
man_06455298001_D_nl.indb 2 04.05.2016 11:38:36
Onderdelen van de insulinepomp en accessoires
Adapter & slang
Batterij
Deksel van het
batterij-
compartiment
Ampul
insulinepomp
man_06455298001_D_nl.indb 1 04.05.2016 11:38:36
Aangesloten insulinepomp
man_06455298001_D_nl.indb 2 04.05.2016 11:38:37
Hartelijk dank voor uw keuze voor de Accu-Chek Insight
insulinepomp. Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor u, als
persoon met diabetes, ouder van of zorgverlener aan een
persoon met diabetes en voor zorgverleners. De
gebruiksaanwijzing bevat alle noodzakelijke informatie voor een
veilig en efficiënt gebruik van uw Accu-Chek Insight
insulinepomp. Onafhankelijk van uw ervaring met
insulinepomptherapie, adviseren wij u om deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te lezen, voordat u uw
insulinepomp in gebruik neemt. Deze gebruiksaanwijzing is uw
eerste bron van informatie bij vragen of problemen, die kunnen
ontstaan bij het gebruik van uw insulinepomp. Als u de
antwoorden niet in deze gebruiksaanwijzing kunt vinden,
adviseren wij u contact op te nemen met Accu-Chek Diabetes
Service van Roche (zie achterin deze gebruiksaanwijzing aan de
binnenkant van de omslag de gegevens van de lokale vestiging).
Uw Accu-Chek Insight-insulinepomp is bedoeld voor de met
ingestelde- en variabele snelheden continue onderhuidse
toediening van U100-insuline voor het beheer van diabetes
mellitus.
Of de insulinepomptherapie geschikt is voor de behandeling
van uw diabetes mellitus, dient door uw zorgverlener te
worden vastgesteld.
U dient pas met de insulinepomptherapie te beginnen, als u de
hiervoor vereiste instructiecursus heeft gevolgd.
Het exacte type insuline, dat voor de behandeling van uw
insulineafhankelijke diabetes mellitus dient te worden gebruikt,
zal door uw zorgverlener worden voorgeschreven.
De insulinepomp is uitsluitend geïndiceerd voor de
toediening van kortwerkende humane insuline of
snelwerkende insulineanalogen met een concentratie U100.
Raadpleeg daarnaast ook de met uw insuline en infusieset
geleverde gebruiksaanwijzingen.
Beste Accu-Chek Insight-insulinepompgebruiker,
man_06455298001_D_nl.indb 3 04.05.2016 11:38:37
Meer over deze gebruiksaanwijzing
Om een veilig en gemakkelijk gebruik van uw nieuwe Accu-Chek
Insight-insulinepomp te waarborgen, bevat deze
Gebruiksaanwijzing de volgende functies om u snel en
gemakkelijk door displayweergaven te kunnen verplaatsen:
w WAARSCHUWING
Een Waarschuwing geeft veiligheidsinformatie, die uw
volledige aandacht vereist en u informatie geeft over gevaren
voor uw gezondheid. Het negeren van deze informatie zou tot
levensbedreigende situaties kunnen leiden.
Opmerking
Een Opmerking geeft belangrijke informatie over de
efficiënte en probleemloze werking van
uw nieuwe Accu-Chek Insight-
insulinepomp.
Voorbeeld
Een Voorbeeld laat u zien, hoe een functie in het
dagelijkse leven kan worden gebruikt. Let er hierbij wel
op, dat medische- of therapiegerelateerde details
uitsluitend als voorbeeld dienen en niet bedoeld zijn om te
worden toegepast op uw persoonlijke medische
behoeften. Bespreek uw persoonlijke behandeling altijd
met uw zorgverlener.
man_06455298001_D_nl.indb 4 04.05.2016 11:38:37
Opmerking
De illustraties in deze gebruiksaanwijzing
kunnen enigszins afwijken van de
weergave op uw huidige apparaat.
De met blauw gemarkeerde gedeelten hebben betrekking op
functies, die onderdeel zijn van de lessen van de basale training.
Het wordt ten zeerste aanbevolen, dat u deze gedeelten
zorgvuldig doorleest, voordat u de pomp in gebruik neemt.
De met paars gemarkeerde gedeelten hebben betrekking op
functies, die onderdeel zijn van de lessen van de optionele
training.
Het wordt ten zeerste aanbevolen, dat u deze gedeelten
zorgvuldig doorleest, voordat u de betreffende functie in gebruik
neemt.
man_06455298001_D_nl.indb 5 04.05.2016 11:38:37
man_06455298001_D_nl.indb 6 04.05.2016 11:38:37
1 Insulinepompfuncties 1
1.1 Verplaatsen door de menu’s 6
2 Ingebruikname van uw insulinepomp 13
2.1 Plaatsen van de batterij 14
2.2 Basaal profiel 1 instellen 23
2.3 Een nieuwe ampul plaatsen 26
2.4 De slang en de canule van de infusieset vullen 31
3 Gebruik van uw pomp in het
dagelijkse leven 37
3.1 Dragen van uw pomp 37
3.2 Stoppen en starten van uw insulinepomp 41
3.3 Uw insulinepomp en water 45
3.4 Vervangen van het slanggedeelte (adapter en slang) 47
3.5 Displayweergaven Quick info 52
3.6 Algemene veiligheidsinformatie 54
4 Toediening van bolussen 55
4.1 Standaardbolus 55
4.2 Snelle bolus 57
4.3 Een bolus annuleren 60
4.4 Vertraagde bolus 62
4.5 Multiwave-bolus 65
5 Opties voor een basaal profie 69
5.1 Tijdelijke basale dosering (TBD) 70
5.2 Aanvullende basale profielen 74
5.3 Een basaal profiel activeren 77
6 Uw gegevens bekijken 79
6.1 Gegevens van gebeurtenissen 82
6.2 Bolusgegevens 82
6.3 TBD-gegevens 83
6.4 Dagtotalen 83
6.5 Resterende looptijd 84
6.6 Versie 84
7 Modi voor verschillende levensom-
standigheden 85
8 Afstemmen van uw insulinepomp op uw
persoon 89
8.1 Herinneringen gebruiken 91
8.2 Communicatie met andere apparaten 96
8.3 Apparaat-instellingen 104
8.4 Therapie-instellingen 117
8.5 Instellen van tijd en datum 129
man_06455298001_D_nl.indb 7 04.05.2016 11:38:37
Appendix F: Details over gebruikersprofielen 184
Appendix G: Lijst van accessoires 192
Verklarende woordenlijst 193
Trefwoordenregister 201
9 Onderhoud van uw insulinepomp 133
9.1 Inspectie van uw insulinepomp 133
9.2 Schade aan uw insulinepomp 134
9.3 Reparatie van uw insulinepomp 134
9.4 Onderhoud van uw insulinepomp 135
9.5 Bewaren van uw insulinepomp 136
9.6 Afvalverwijdering: weggooien van uw insulinepomp 137
10 Reageren op een pompmelding 139
10.1 Lijst van herinneringen 142
10.2 Lijst van waarschuwingen 144
10.3 Lijst van onderhoudsmeldingen 146
10.4 Lijst van foutmeldingen 149
Appendix A: Technische gegevens 152
Appendix B: Configuratie van de parameters 168
Appendix C: Afkortingen 172
Appendix D: Symbolen 174
Appendix E: Garantie en verklaring van
overeenstemming 182
man_06455298001_D_nl.indb 8 04.05.2016 11:38:37
1
1
1 Insulinepompfuncties
3 basismodi
RUN-modus: Als uw insulinepomp normaal werkt, bevindt deze
zich in de RUN-modus. In deze modus geeft uw pomp insuline
aan uw lichaam af in de vorm van de basale dosering, bolussen
en tijdelijke basale doseringen (TBD).
PAUZE-modus: Als u de batterij of ampul verwijdert, terwijl uw
insulinepomp zich in de RUN-modus bevindt of na sommige
Onderhoudsmeldingen, schakelt uw insulinepomp over naar de
PAUZE-modus. De insulinetoediening stopt automatisch en wordt
hervat, zodra u de betreffende meldingen heeft bevestigd en,
indien noodzakelijk, een nieuwe batterij of ampul heeft geplaatst.
De toediening van de actuele tijdelijke basale doseringen en
bolussen gaat hierna weer verder.
STOP-modus: Als de insulinepomp zich langer dan 15 minuten
in de PAUZE-modus bevindt, schakelt deze over naar de
STOP-modus. De displayweergave Pomp gestopt verschijnt, de
insulinepomp stopt volledig en alle actuele tijdelijke basale
doseringen en bolussen worden geannuleerd. In de STOP-modus
moet u uw insulinepomp vanuit het hoofdmenu Menu opnieuw
starten en uw tijdelijke basale doseringen en bolussen opnieuw
instellen. Zie hoofdstuk3.2, pagina41. Als u uw insulinepomp
Sturing van een reeks van handelingen (Wizards)
Bij de insulinepomptherapie moeten soms ingewikkelde stappen
worden uitgevoerd. Voor meerdere functies, die in een bepaalde
volgorde moeten worden uitgevoerd, biedt de insulinepomp u
voorgeprogrammeerde Wizards om u door het proces leiden.
Er zijn Wizards om u te helpen met:
j het plaatsen van een nieuwe ampul
j het vullen van de infusieset
j het plaatsen van een nieuwe batterij
j het koppelen
j Bluetooth
®
draadloze communicatie
man_06455298001_D_nl.indb 1 04.05.2016 11:38:38
2
Gebruikersprofielen voor speciale situaties
Als het gebruikersprofiel Expressief is ingeschakeld, zijn de
bladerfuncties op de insulinepomp uitgeschakeld, waardoor alle
waarden uitsluitend in afzonderlijke stappen kunnen worden
ingesteld. Daarnaast helpen geluidspatronen u om te controleren
of u een waarde correct heeft ingevoerd. Dit kan nuttig zijn als u
visueel gehandicapt bent. Voor meer informatie kunt u contact
opnemen met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de
binnenzijde van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing).
Als het gebruikersprofiel Verminderd ingeschakeld is, worden alle
akoestische signalen één octaaf lager weergegeven. Dit kan
nuttig zijn als u slechthorend bent. Zie hoofdstuk8.3.2,
pagina110, Het gebruikersprofiel selecteren.
Toetsen blokkeren om onbedoeld indrukken te voorkomen
De toetsblokkering schakelt de toetsen aan de voorzijde van uw
insulinepomp uit, zodat deze niet per ongeluk kunnen worden
ingedrukt, als u uw insulinepomp onder uw kleding draagt. De
toetsblokkering is van fabriekswege ingeschakeld. De
toetsblokkering vergrendelt de Snelle bolus-toetsen q niet. De
Snelle bolus-toetsen q blijven actief, zelfs als de
toetsblokkering voor de toetsen aan de voorzijde is ingeschakeld.
Druk binnen 1 seconde op de volgende toetsen om de toetsen
om een of andere reden wilt stoppen, kunt de insulinepomp ook
m.b.v. het hoofdmenu Menu overschakelen naar de STOP-
modus.
De displayweergave aanpassen aan uw wensen
U kunt de helderheid van de fullcolourdisplay van uw
insulinepomp aanpassen, zodat deze het best aan uw wensen
tegemoet komt. De achtergrondkleur kan eveneens worden
aangepast aan uw persoonlijke voorkeur. Door de
displayweergave te draaien kan deze ook onder een lastige hoek
worden afgelezen (bijvoorbeeld als de insulinepomp aan uw riem
is bevestigd). Zie hoofdstuk8.3.5, pagina114, Aanpassen van de
displayweergave.
De displayteksten voor betere leesbaarheid vergroten
Met de Zoom-toets kunt u de grootte van de displayteksten voor
betere leesbaarheid vergroten. Zie hoofdstuk1.1.4, pagina12,
Zoom-modus.
man_06455298001_D_nl.indb 2 04.05.2016 11:38:38
1
3
aan de voorzijde te deblokkeren: een van de toetsen q, hierna
x en vervolgens z of een van de toetsen q, hierna z en
vervolgens x. Zie hoofdstuk8.3.3, pagina111.
w WAARSCHUWING
Gebruik altijd een hoogwaardige batterij
•Uw Accu-Chek Insight-insulinepomp gebruikt een 1,5 V AAA
alkaline (LR03)- of lithium (FR03)-batterij.
Alkalinebatterijen: gebruik alleen hoogwaardige
alkalinebatterijen die geschikt zijn voor energie-intensieve
apparaten als flitseenheden van fotocamera’s.
Lithiumbatterijen: gebruik alleen lithiumbatterijen die
voldoen aan IEC 60086-4. Wij bevelen als batterij aan
Energizer Ultimate Lithium, FR03, AAA, 1,5 V, aangezien
deze met succes bij de Accu-Chek Insight-insulinepomp is
getest. Neem contact op met Accu-Chek Diabetes Service
van Roche als u een ander dan het aanbevolen type
lithiumbatterij wilt gebruiken.
•Zorg er altijd voor dat bij het vervangen van de batterij het
juiste batterijtype wordt geselecteerd.
Basale doseringen per uur instellen tussen 0,02 en 25 U/h
U kunt de afzonderlijke basale doseringen per uur voor elk uur
van de dag instellen in maximaal 24 tijdsperiodes met een duur
van 15 minuten tot 24 uren. De basale dosering per uur kan
worden ingesteld op minimaal 0,02 en maximaal 25 U/h. Denk
eraan, dat uw basale profiel altijd moet worden aangeleverd of
besproken met uw zorgverlener.
Instelling van maximaal 5 verschillende basale profielen
U kunt maximaal 5 basale profielen definiëren, die elk bij een
verschillende dagelijkse routine horen. U kunt bijvoorbeeld een
profiel voor werkdagen en een profiel voor de weekeinden
maken. Zie hoofdstuk5, pagina69, Opties voor een basaal
profiel.
Zelfgevulde of fabrieksmatig gevulde ampullen gebruiken
U kunt gebruikmaken van fabrieksmatig gevulde 1,6 ml
NovoRapid
®
PumpCart
®
(controleer de beschikbaarheid in uw
land op www.novonordisk.com of vraag Accu-Chek Diabetes
Service van Roche).
Uw gebruikelijke insuline werkt met de 2 ml Accu-Chek Insight-
insulinepompampul. Het Accu-Chek Insight-vulsysteem voor
man_06455298001_D_nl.indb 3 04.05.2016 11:38:38
4
toe leiden dat de insuline na het toedienen uit uw huid lekt of als
u tijdens de bolustoediening pijn voelt. Zie hoofdstuk8.4.2,
pagina120, Uw bolusinstellingen aanpassen.
Een vertraging (uitsteltijd) vóór de bolustoediening
gebruiken
In sommige situaties (b.v. gastroparese (vertraagde
maagontleding)) kan het zinvol zijn een bolus te starten nadat u
bent begonnen met eten. Met de instelling van de uitsteltijd kunt
u een vertraging tussen de instelling van een bolus en de
daadwerkelijke start van de bolustoediening specificeren.
Bespreek het gebruik van de instelling van een uitsteltijd met uw
behandelteam. Zie hoofdstuk8.4.2, pagina120, Uw bolus-
instellingen aanpassen.
Vertraagde bolus
Voor situaties, waarbij bolusinsuline niet in één keer maar over
een bepaalde tijdsperiode moet worden toegediend, kunt u een
Vertraagde bolus gebruiken. De hoeveelheid Vertraagde bolus
wordt toegediend over een tijdsperiode, die u naar behoefte kunt
instellen. Dit is in het bijzonder nuttig als u langzaam verterend
voedsel eet of tijdens langdurige buffetten. Zie hoofdstuk4.4,
pagina62, Vertraagde bolus.
insulinepompampullen maakt het mogelijk om de ampullen
automatisch te vullen met insulineflacons.
Verstoppingen detecteren
Uw insulinepomp detecteert iedere blokkering in de infusieset,
die de insulinetoediening zou kunnen voorkomen. U wordt hier op
de display door een dienovereenkomstige Onderhoudsmelding op
gewezen. De insulinepomp kan echter niet detecteren of de
infusieset lekt of dat de canule uit de infusieplaats is geschoten.
2 opties om een standaardbolus toe te dienen
Om een standaardbolus toe te dienen heeft u 2 opties: u kunt
door de menu’s lopen of de functie Snelle bolus, waarmee u een
standaardbolus in afzonderlijke stappen in kunt stellen zonder
zelfs maar op de display te kijken, gebruiken. Zie hoofdstuk4.1,
pagina55, Standaardbolus. Zie hoofdstuk4.2, pagina57, Snelle
bolus.
Instelbare bolussnelheid
U kunt de toedieningssnelheid van de bolussen aanpassen. Dit is
zeer zinvol als u grote bolushoeveelheden moet toedienen, die er
man_06455298001_D_nl.indb 4 04.05.2016 11:38:38
1
5
Multiwave-bolus
In situaties, waarbij u maaltijden met zowel snel- als
langzaamwerkende koolhydraten eet, zou u graag over een zowel
snelwerkende als langwerkende bolus beschikken. De
multiwave-bolus combineert een standaardbolus en een
vertraagde bolus en beschikt hierdoor over een direct werkend
en een langwerkend deel. Dit kan ook een goede optie zijn, als u
van plan bent om langzaamwerkende koolhydraten te eten en
tegelijkertijd een verhoogde bloedglucosespiegel moet
corrigeren. Zie hoofdstuk4.5, pagina65, Multiwave-bolus.
Verschillende modi voor verschillende
levensomstandigheden
Uw insulinepomp beschikt over meerdere modi om aan diverse
situaties in het dagelijkse leven het hoofd te bieden.
Bijvoorbeeld:
j Tijdens meetings kan uw insulinepomp naar de modus Zacht
worden overgeschakeld. ’s Nachts kunnen niet-kritische
waarschuwingsmeldingen worden uitgesteld tot een
gespecificeerd tijdstip, dat u wakker wordt.
j In de vliegtuigmodus worden de draadloze communicatiemo-
gelijkheden via Bluetooth op uw insulinepomp uitgeschakeld.
Zie hoofdstuk7, pagina85, Modi voor verschillende
levensomstandigheden.
Persoonlijk instelbare herinneringen aan een gemiste bolus,
het vervangen van de infusieset en het toedienen van een
bolus en de wekkerfunctie
Veel aspecten van uw diabetesbeheer vereisen regelmatige
aandacht en actie. Uw insulinepomp kan u hierbij met een set
van herinneringen behulpzaam zijn om u te herinneren aan:
j het toedienen van een bolus
j het vervangen van de infusieset
j het controleren of u een bolus heeft gemist of bent vergeten
U kunt de wekkerfunctie zelfs voor uw persoonlijke gemak
instellen. Zie hoofdstuk8.1, pagina91, Herinneringen gebruiken.
man_06455298001_D_nl.indb 5 04.05.2016 11:38:38
6
1.1 Verplaatsen door de menu’s
q Snelle bolus-toetsen
Display
x Omhoog-toets
o OK-toets
z Omlaag-toets
l Zoom-toets
man_06455298001_D_nl.indb 6 04.05.2016 11:38:38
1
7
Toets Functie
o
j Naar het volgende menuniveau
verplaatsen
j Bevestigen van een instelling
j Starten van een functie
q
In de meeste situaties hebben de 2 q
toetsen een identieke functie en kunnen deze
afwisselend worden gebruikt:
j Naar het voorgaande invoerveld (terug)
verplaatsen
j Annuleren van een instelling
j Stoppen van een functie
j Starten van het instellen van Snelle bolus
j Instellen van de hoeveelheid van Snelle
bolus
j Annuleren van een bolus
j Naar de displayweergave Status verplaatsen
(dubbelklikken)
j Stoppen van het de herhaalde
waarschuwing van de STOP-modus
x
j Omhoog verplaatsen in de displayweergave
van een menu
j Verhogen van een instelling
j Functie om toegang tot een Quick info-
displayweergave te krijgen
Toets Functie
z
j Omlaag verplaatsen in de displayweergave
van een menu
j Verlagen van een instelling
j Functie om toegang tot een Quick info-
displayweergave te krijgen
Een toets q,
hierna x en
vervolgens z
of
een toets q,
hierna z en
vervolgens x
j Deblokkeren van de toetsblokkering door
deze toetsen binnen 1 seconde snel achter
elkaar in te drukken
l
j Vergroten van de tekens op de display
j Verkleinen van de vergrote tekens op de
display
In veel gevallen wordt op de display aanvullende informatie
gegeven over het gebruik van de toetsen.
man_06455298001_D_nl.indb 7 04.05.2016 11:38:38
8
1 2
Druk op x of z om naar het gewenste
submenu te gaan.
Druk op o om het gemarkeerde menu
te openen.
Druk in de displayweergave Status op
o.
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
3
Door middel van de toetsen x en z kunt
u de blauwe balk (cursor) naar boven
resp. beneden in het menu verplaatsen.
1.1.1 Verplaatsen door de displayweergaven
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u zich in het algemeen door de
displayweergave kunt verplaatsen en hoe u de functies van uw
insulinepomp kunt gebruiken.
man_06455298001_D_nl.indb 8 04.05.2016 11:38:39
1
9
5
Als de blauwe balk het menuonderdeel
van uw keuze markeert, moet u op o
drukken om het volgende menuniveau te
openen.
Als een bepaalde instelling is gemarkeerd
en met kleine naar boven en beneden
wijzende pijltjes wordt weergegeven,
wordt de waarde met de toetsen x en z
verhoogd resp. verlaagd.
4
6
7
Als u terug moet naar het voorgaande
niveau en een functie moet annuleren,
moet u op q drukken. In dit geval
worden echter geen van de door u
gemaakte instellingen opgeslagen.
Om een waarde te bevestigen, moet u op
toets o drukken. Nadat u de instelling
heeft voltooid, moet u nogmaals op o
drukken om dit te bevestigen en de
functie te starten.
Opmerking
Door een enkele maal op x of z te drukken, wordt de
waarde per stap gewijzigd, terwijl de
waarde door het ingedrukt houden van x
of z snel word gewijzigd (”scrollen”).
man_06455298001_D_nl.indb 9 04.05.2016 11:38:39
10
1.1.2 Kennismaking met de displayweergave
Een schuifbalk aan de rechterkant geeft
aan of er meer menuonderdelen
beschikbaar zijn dan op dit moment de
display worden weergegeven.
Als verschillende stappen onderdeel zijn
van een reeks (Wizard), geven getallen in
de rechter bovenhoek van de display aan
hoeveel stappen er nog moeten worden
uitgevoerd.
In ieder menu kunt u de functie Thuis
gebruiken om terug te keren naar de
displayweergave Status:
Druk op z om naar Thuis te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
In het hoofdmenu Menu vindt u de
volgende functies:
Bolus
Basaal
Stop pomp
Start pomp
Pompgegevens
Modi
Instellingen
Ampul en infusieset
Thuis
man_06455298001_D_nl.indb 10 04.05.2016 11:38:40
1
11
1.1.3 Displayweergave Status
De displayweergave Status geeft de actuele status van uw
insulinepomp weer. U kunt bijvoorbeeld zien of uw insulinepomp
zich in de modus RUN, STOP of PAUSE bevindt en of er
momenteel bolussen of tijdelijke basale doseringen worden
toegediend.
U kunt de complete lijst van op de display weergegeven symbolen bekijken in Appendix D: Symbolen, page174.
Actuele tijd
Symbool van de basale
dosering
Actief basaal profielActuele basale dosering per uur
Toetsblokkering ingeschakeld
Batterijenstatus Actuele datum
Status-symbool
Vliegtuigmodus
man_06455298001_D_nl.indb 11 04.05.2016 11:38:41
12
1.1.4 De vormgeving van de displayweergave
U kunt voor de displayweergave van uw insulinepomp uit
meerdere vormgevingen kiezen. De insulinepomp gebruikt de in
de fabriek ingestelde donkere achtergrondkleur en de normale
lettergrootte.
In het hoofdstuk over instellingen leert u hoe de vormgeving van
de displayweergave aan uw persoonlijke wensen kunt
aanpassen. Zie hoofdstuk8.3.5, pagina114, Aanpassen van de
displayweergave.
Donkere achtergrondkleur
Lichte achtergrondkleur Zoom-modus
Met de donkere achtergrondkleur worden
op de display witte tekens op een zwarte
achtergrond weergegeven.
Met de lichte achtergrondkleur worden op
de display zwarte tekens op een witte
achtergrond weergegeven.
Als u gedurende 1 seconde op l drukt,
worden de tekens op de display vergroot.
Als u gedurende 1 seconde nogmaals op
l drukt, worden de tekens weer in de
normale grootte weergegeven.
Opmerking
In de Zoom-modus is het mogelijk,
dat de inhoud van de
displayweergave niet volledig
zichtbaar is op de display.
l is verlicht zolang
de Zoom-modus is
ingeschakeld.
man_06455298001_D_nl.indb 12 04.05.2016 11:38:41
2
13
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd, hoe u uw nieuwe insulinepomp
moet voorbereiden en met de insulinepomptherapie moet
beginnen.
Voordat u uw insulinepomp in gebruik kunt nemen, moet u:
j de batterij plaatsen
j de tijd en datum instellen
j ten minste één basaal profiel instellen
j de ampul plaatsen
j de slang van de infusieset met de adapter met de
insulinepomp verbinden en dit met insuline vullen
j de slang met het naaldgedeelte van de infusieset verbinden en
het naaldgedeelte met insuline vullen (de infusieset vullen)
Denk eraan, dat u uw bloedglucosespiegel voor een succesvolle
insulinepomptherapie regelmatig moet controleren. Daarom
adviseren wij u om uw bloedglucose zo vaak met een
bloedglucosemeter te meten als door uw arts of behandelteam is
voorgeschreven (ten minste 4 maal per dag).
w WAARSCHUWING
Dit product bevat kleine onderdelen. Er bestaat
verstikkingsgevaar, als kleine onderdelen (b.v. dopjes en
dergelijke) ingeslikt worden.
2 Ingebruikname van uw insulinepomp
man_06455298001_D_nl.indb 13 04.05.2016 11:38:41
14
2.1 Plaatsen van de batterij
Uw Accu-Chek Insight-insulinepomp gebruikt een 1,5 V AAA
alkaline (LR03)- of lithium (FR03)-batterij.
w WAARSCHUWING
•Alkalinebatterijen: gebruik alleen hoogwaardige
alkalinebatterijen die geschikt zijn voor energie-intensieve
apparaten als flitseenheden van fotocamera’s.
Lithiumbatterijen: gebruik alleen lithiumbatterijen die
voldoen aan IEC 60086-4. Wij bevelen als batterij aan
Energizer Ultimate Lithium, FR03, AAA, 1,5V, aangezien
deze met succes bij de Accu-Chek Insight-insulinepomp is
getest. Neem contact op met Accu-Chek Diabetes Service
van Roche als u een ander dan het aanbevolen type
lithiumbatterij wilt gebruiken.
•Zorg er altijd voor dat bij het vervangen van de batterij het
juiste batterijtype wordt geselecteerd.
Uw insulinepomp wordt aangezet, zodra u de batterij plaatst.
Als u de batterij verwijdert, houdt uw insulinepomp de tijd en de
datum nog ongeveer 10 uren vast.
Als u de batterij verwijdert, terwijl uw insulinepomp insuline aan
het toedienen is (RUN-modus), stopt de insulinepomp
automatisch (PAUZE-modus) en start weer zodra u een nieuwe
batterij heeft geplaatst. Na een bevestiging word de toediening
van de tijdelijke basale doseringen en bolussen, die op dat
moment werden toegediend, voortgezet. Als de insulinepomp
zich in de PAUZE-modus bevindt, geeft de insulinepomp zolang
de batterij is verwijderd elke 8 seconden een pieptoon af.
De insulinepomp stopt echter volledig en annuleert tijdelijke
basale doseringen en bolussen, als deze langer dan 15 minuten
zonder batterij is geweest (STOP-modus). Zodra u de batterij
heeft vervangen, moet u de insulinepomp opnieuw starten vanuit
het hoofdmenu Menu en alle tijdelijke basale doseringen en
bolussen opnieuw instellen. Zie hoofdstuk3.2, pagina41.
De instellingen van uw insulinepomp (zoals de basale doseringen
per uur, de nog in de ampul aanwezige hoeveelheid insuline, de
bolusstappen, het actieve gebruikersprofiel en de
alarminstellingen) en het geheugen van de gebeurtenissen (het
overzicht van de bolussen en de alarmen, het overzicht van de
per dag toegediende hoeveelheid insuline en tijdelijke basale
doseringen) blijven altijd opgeslagen, ongeacht de toestand van
de batterij of de tijdsduur, dat de insulinepomp zonder stroom is
geweest.
Om te waarborgen, dat uw insulinepomp waterdicht blijft, moet
de deksel van het batterijcompartiment elke 6 maanden worden
vervangen. Appendix G: Lijst van accessoires, pagina192.
man_06455298001_D_nl.indb 14 04.05.2016 11:38:41
2
15
Gebruik geen oplaadbare of zinkkoolbatterijen. Deze batterijen kunnen net als
oude batterijen lekken en de contacten van de batterij in uw insulinepomp
corroderen. Dit kan een elektronische kortsluiting veroorzaken, waardoor een
warmteontwikkeling tot wel 43°C kan ontstaan.
Controleer voordat u een batterij plaatst of deze niet beschadigd is (b.v. een
beschadiging aan de plastic isolatiecoating) of lekt, aangezien een beschadigde of
lekkende batterij uw insulinepomp kan beschadigen.
De batterij plaatsen
Zorg ervoor, dat er tijdens het vervangen of het plaatsen van de batterij geen vuil of
vocht in het batterijcompartiment kan komen. Als u uw insulinepomp voor het eerst in
gebruik neemt, moet u met stap 6 beginnen.
1
Om een onbedoelde insulinetoediening te
voorkomen, moet u ervoor zorgen, dat de
infusieset niet met uw lichaam is
verbonden.
Draai de adapter linksom naar een 120°
positie.
Duw de vergrendeling van de deksel van
het batterijcompartiment in de richting
van de pijl (naar het ampulcompartiment).
3
Opmerking
U kunt de batterij vervangen zonder
de adapter te verwijderen door de
adapter slechts 90° te draaien.
120°
2
man_06455298001_D_nl.indb 15 04.05.2016 11:38:42
16
4 6
Verwijder de deksel van het
batterijcompartiment en de oude batterij.
Plaats de nieuwe batterij met de positieve
pool (+) eerst en de negatieve pool (−)
naar buiten wijzend in het
batterijcompartiment.
Plaats de deksel van het
batterijcompartiment bovenop de batterij.
7 8
Druk de deksel zover mogelijk in het
batterijcompartiment tot u de
vergrendeling hoort klikken.
5
U kunt het omhoogklapbare hendeltje
gebruiken om de deksel van het
batterijcompartiment gemakkelijk te
verwijderen.
man_06455298001_D_nl.indb 16 04.05.2016 11:38:45
2
17
Na het plaatsen van de batterij begint de insulinepomp met de
opstartprocedure.
Als de insulinepomp na het plaatsen van de batterij niet met de
opstartprocedure begint, moet u controleren of de batterij correct
is geplaatst (positieve pool eerst).
De eerste keer dat u een batterij plaatst of als de insulinepomp
langer dan 10 uren zonder batterij is geweest, wordt de Wizard
Instellen gestart om u te helpen bij het instellen van de eerste
instellingen van uw insulinepomp, zoals de tijd en de datum.
man_06455298001_D_nl.indb 17 04.05.2016 11:38:45
18
Opstartprocedure en de Wizard Instellen
Nadat u een nieuwe batterij heeft geplaatst, voert uw
insulinepomp onmiddellijk een functietest uit. Controleer de
display en de akoestische- en trilsignalen om er zeker van te zijn,
dat uw insulinepomp goed functioneert.
Als er iets in de functietest niet goed lijkt te werken, moet u
contact opnemen met Accu-Chek Diabetes Service van Roche.
De opstartprocedure is verschillend, als u:
j uw insulinepomp voor het eerst in gebruik neemt.
j uw insulinepomp start, nadat deze meer dan 10 uren zonder
stroom is geweest.
j een nieuwe batterij plaatst, terwijl de insulinepomp zich in de
PAUZE-modus bevindt.
U komt hierover in het volgende hoofdstuk meer te weten.
Opmerking
Als u zich in de displayweergave Status
bevindt en langer dan 10 seconden niet op
toets o, x of z heeft gedrukt, worden
deze toetsen geblokkeerd.
De toetsblokkering vergrendelt de Snelle
bolus-toetsen q niet. De Snelle bolus-toetsen q
blijven actief, zelfs als de toetsblokkering voor de toetsen
aan de voorzijde is ingeschakeld.
Druk binnen 1 seconde op de volgende toetsen om de
toetsen aan de voorzij de te deblokkeren om verder te gaan
met het instellen van uw insulinepomp: een van de toetsen
q, hierna x en vervolgens z of een van de toetsen q,
hierna z en vervolgens x.
U kunt de tijdsduur aanpassen, voordat de
toetsblokkering wordt ingeschakeld. Zie
hoofdstuk8.3.3, pagina111.
man_06455298001_D_nl.indb 18 04.05.2016 11:38:46
2
19
4
De display wordt blauw. Controleer of het
oppervlak helemaal blauw is.
5
De display wordt zwart. Controleer of het
oppervlak helemaal zwart is.
1 2
De display wordt rood. Controleer of het
oppervlak helemaal rood is.
De display wordt groen. Controleer of het
oppervlak helemaal groen is.
3
Nadat de deksel van het
batterijcompartiment is gesloten, wordt
de Functietest pomp automatisch gestart.
Volgorde van de functietesten
man_06455298001_D_nl.indb 19 04.05.2016 11:38:46
20
6
De displayweergave Trillingtest verschijnt
en de insulinepomp geeft trilsignalen af.
Controleer of u de trilsignalen kunt
voelen.
7
De displayweergave Geluidstest verschijnt
en de insulinepomp geeft een serie
pieptonen af. Controleer of u de pieptonen
kunt horen.
Als u uw insulinepomp voor het eerst in gebruik neemt of als uw
insulinepomp meer dan 10 uren zonder stroom is geweest,
geleidt de Wizard Instellen u door de stappen van het instellen
van de tijd en de datum. Anders gaat de startprocedure verder
met stap 6 op pagina 22.
man_06455298001_D_nl.indb 20 04.05.2016 11:38:46
2
21
Instellen van de tijd, de datum en het type batterij
1 2
De displayweergave Stel minuten in
verschijnt.
Druk op x of z om de minuten in te
stellen.
Druk op o om naar Stel jaar in te gaan.
De displayweergave Stel jaar in
verschijnt.
Druk op x of z om het jaar in te stellen.
Druk op o om naar Stel maand in te
gaan.
3
De displayweergave Stel uren in
verschijnt.
Druk op x of z om de uren in te stellen.
Druk op o om naar Stel minuten in te
gaan.
4
De displayweergave Stel maand in
verschijnt.
Druk op x of z om het jaar in te stellen.
Druk op o om naar Stel dag in te gaan.
5
De displayweergave Stel dag in
verschijnt.
Druk op x of z om de dag in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
w WAARSCHUWING
Het is essentieel, dat u de correcte tijd
en datum op uw insulinepomp instelt,
inclusief am en pm voor de 12-uurs
weergave. Anders krijgt u niet de juiste
hoeveelheid insuline op de juiste tijd.
man_06455298001_D_nl.indb 21 04.05.2016 11:38:47
22
7
De displayweergave Insulinetoediening
starten? verschijnt.
Druk op q om nee te selecteren.
Voordat u uw insulinepomp gebruikt, moet u ten minste één
basaal profiel instellen. Ga verder met het instellen van Basaal
profiel 1 op de volgende pagina.
Als er reeds een ingesteld basaal profiel bestaat, kunt u gewoon
”ja” selecteren.
8
De displayweergave Pomp gestopt
verschijnt.
De displayweergave Type batterij
verschijnt.
Druk op x of z om naar het type van de
geplaatste batterij te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
6
Opmerking
Zorg er altijd voor dat bij het vervangen
van de batterij het juiste batterijtype wordt
geselecteerd.
man_06455298001_D_nl.indb 22 04.05.2016 11:38:47
2
23
2.2 Basaal profiel 1 instellen
Uw insulinepomp geeft een continue stroom van insuline af om
aan uw basale insulinebehoefte te voldoen. Dit wordt uw basale
profiel genoemd. Om tegemoet te komen aan uw wisselende
basale insulinebehoefte kunt u dit in tijdsperiodes met
verschillende basale doseringen per uur instellen. Van
fabriekswege geeft uw insulinepomp 24 tijdsperiodes weer, één
voor ieder uur van de dag. Door de Eindtijd te wijzigen kunt u,
indien nodig, een variabel aantal tijdsperiodes (1 tot 24) met elk
een minimale duur van 15minuten en een maximale duur van
24uren instellen.
Het totaal van alle tijdsperiodes wordt een basaal profiel
genoemd. Controleer of u voor de volledige 24uren van de dag
een of meerdere basale doseringen per uur heeft ingesteld.
Uw persoonlijke instellingen van het basale profiel dienen door
uw zorgverlener te worden aangeleverd.
012345678910 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Tijd
Voorbeeld: Basaal profiel voor 18U/24 uren
Insulinetoediening
[U / h]
Basale dosering per uur
man_06455298001_D_nl.indb 23 04.05.2016 11:38:48
24
De basale dosering per uur van de eerste
tijdsperiode wordt gemarkeerd en de
volgende tijdsperiode verschijnt.
Druk op x of z om de basale dosering
per uur in te stellen.
Druk op o.
65
De displayweergave Basaal profiel 1
verschijnt. Middernacht is altijd de
Starttijd. Het Einde van de eerste
tijdsperiode wordt gemarkeerd.
Druk op x of z om de tijd in te stellen.
Druk op o.
4
De displayweergave Instellen basaal
profiel verschijnt.
Druk op o om Basaal profiel 1 te
selecteren.
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Basaal te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Basaal verschijnt.
Druk op z om naar Instellen basaal
profiel te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
man_06455298001_D_nl.indb 24 04.05.2016 11:38:48
2
25
9
De displayweergave Totale basale
dosering van Basaal profiel 1 verschijnt.
Controleer of de totale basale dosering
per dag in overeenstemming is met de
voor uw behandeling benodigde
hoeveelheid.
Druk op o om dit te bevestigen.
7
Het Einde van de tweede tijdsperiode
wordt gemarkeerd.
Ga verder met het instellen van de
Eindtijd en de basale dosering per uur
voor de rest van de 24 uren.
8
Nadat u de basale doseringen per uur
voor de volledige 24 uren van de dag
heeft ingesteld, moet u op o drukken.
10
De displayweergave Pomp gestopt
verschijnt.
De volgende stap is het plaatsen van de
ampul. Ga verder met hoofdstuk2.3,
pagina26.
Opmerking
Druk, indien nodig, op q om naar het vorige veld terug
te gaan.
man_06455298001_D_nl.indb 25 04.05.2016 11:38:49
26
2.3 Een nieuwe ampul plaatsen
Voor de eerste ingebruikname van uw insulinepomp moet u een
nieuwe ampul plaatsen.
Als de hoeveelheid insuline in uw ampul bijna op is, wordt u
hierop gewezen door waarschuwingsmelding W31: Ampul bijna
leeg, hetgeen betekent, dat er nog slechts een gespecificeerd
aantal insuline-eenheden beschikbaar is. U kunt het niveau van
de ampulwaarschuwing in Therapie-instellingen aanpassen. Als
de ampul volledig leeg is, geeft uw insulinepomp een
onderhoudsmelding M21: Ampul leeg af en moet u de ampul
onmiddellijk vervangen.
Zorg ervoor, dat u de volgende materialen bij de hand heeft:
j Een Accu-Chek Insight-insulinepompampul (zelf gevuld) of een
NovoRapid
®
PumpCart
®
(fabrieksmatig gevuld)
j Een nieuwe Accu-Chek Insight-infusieset
De ampul plaatsen
Druk in de displayweergave Status op
o.
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Ampul en
infusieset te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Opmerking
Zorg ervoor, dat de ampul en de insuline op
kamertemperatuur zijn.
De beschikbare ampul typen kunnen per land
verschillen.
w WAARSCHUWING
j Koppel de infusieset altijd af van het
lichaam voordat u de ampul
vervangt.
j Gebruik altijd een nieuwe adapter,
als u de ampul vervangt.
man_06455298001_D_nl.indb 26 04.05.2016 11:38:49
2
27
3
Het menu Ampul en infusieset verschijnt.
Druk op o om Ampul vervangen te
selecteren.
7 8
Als de insulinepomp gereed is met het
terugzetten van de aandrijfstang, krijgt u
de aanwijzing om de nieuwe ampul te
plaatsen en de adapter aan te sluiten.
Plaats alleen een nieuwe ampul, als de
displayweergave Plaats nieuwe ampul
en sluit de adapter aan verschijnt.
Belangrijk: Druk op o om te
bevestigen, dat u de adapter en de ampul
heeft verwijderd. De insulinepomp start
automatisch met het terugzetten van de
aandrijfstang.
Als de aandrijfstang niet wordt
teruggezet, kan uw insulinepomp of
ampul worden beschadigd.
De displayweergave Ampul vervangen
verschijnt.
4 5
Houd de insulinepomp verticaal.
Draai de adapter met de slang linksom.
Verwijder de adapter met de ampul, als u
een hoek van circa 120° heeft bereikt.
120°
6
man_06455298001_D_nl.indb 27 04.05.2016 11:38:51
28
ONJUIST
JUIST
Zorg ervoor, dat de ampul correct is
geplaatst. Als de ampul niet zoals
weergegeven is geplaatst, moet u de
stappen 1 t/m 7 controleren.
w WAARSCHUWING
Er bevindt zich een naald in het midden van de nokjes van de adapter.
Insulinetoediening kan alleen worden gegarandeerd, als de naald loodrecht in het
midden van de ampul wordt geplaatst (zie stap 10).
Naald
Zorg ervoor, dat u de insulinepomp
verticaal houdt.
Plaats de ampul – de zuiger eerst – in het
ampulcompartiment.
9
Druk de ampul niet in de insulinepomp,
als de ampul uit de insulinepomp steekt.
Anders kan de insulinepomp of de ampul
beschadigd worden.
Zorg ervoor, dat de aandrijfstang volledig
is teruggezet. Als de aandrijfstang niet
volledig is teruggezet, moet u contact
opnemen met de afdeling Accu-Chek
Diabetes Service van Roche.
man_06455298001_D_nl.indb 28 04.05.2016 11:38:53
2
29
Draai de adapter rechtsom tot dit niet
verder gaat. De adapter is correct
geplaatst als deze op één lijn ligt met de
behuizing van de insulinepomp.
Druk vervolgens op o om dit te
bevestigen.
12
De displayweergave Type ampul
verschijnt.
Druk op x of z om naar het betreffende
type ampul te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Plaats een nieuwe adapter op de
uitsparing van de bajonetsluiting van het
ampulcompartiment. Zorg ervoor, dat u
de nokjes van de adapter onder een
rechte hoek (90°) in de uitsparing van de
behuizing van de insulinepomp plaatst.
Anders kan de naald worden verbogen.
10
10
90°
13
U krijgt de aanwijzing om de infusieset
van uw lichaam af te koppelen.
Druk op o om dit te bevestigen.
JUIST
JUIST
ONJUIST
Plaats de adapter niet op de uitsparing
van de bajonetsluiting van het
ampulcompartiment, als de adapter niet
is geplaats, zoals beschreven in stap 10.
ONJUIST
120°
11
Plaats de adapter uitsluitend zoals
beschreven in stap 10 op de uitsparing
van de bajonetsluiting van het
ampulcompartiment.
man_06455298001_D_nl.indb 29 04.05.2016 11:38:55
30
Gooi de gebruikte ampul weg conform de hiervoor geldende lokale voorschriften.
w WAARSCHUWING
•Als er (b.v. voor trainingsdoeleinden) een lege ampul in de insulinepomp is
geplaatst, geeft de insulinepomp de ingestelde insulinetoedieningen (vullen van de
infusieset, basale dosering en bolustoedieningen) weer, zelfs als er, omdat de
ampul leeg is, geen insuline wordt toegediend.
•Als een onjuist type ampul wordt geselecteerd, kan dit leiden tot een te lage of te
hoge toediening van insuline.
14 15
Uw insulinepomp voert vervolgens een
functietest uit. Zie hoofdstuk2.1,
pagina19.
De insulinepomp detecteert de positie van
de zuiger in de ampul.
16
Na de functietest keert de insulinepomp
terug naar het menu Ampul en infusieset.
Slang vullen wordt door de
fabrieksinstelling geselecteerd. Ga verder
met het volgende hoofdstuk.
man_06455298001_D_nl.indb 30 04.05.2016 11:38:55
2
31
Nadat u de adapter van een nieuwe infusieset heeft aangesloten,
is het essentieel dat u de slang van de infusieset met insuline
vult. Zorg ervoor, dat het geen luchtbellen bevat.
Door de fabrieksinstelling stopt de insulinepomp met vullen bij
14 eenheden insuline. Als er geen insuline uit het koppelingsdeel
komt of als er zich na het vullen luchtbellen in de slang bevinden,
moet u de vulprocedure herhalen tot de infusieset vrij van
luchtbellen is en volledig is gevuld met insuline. Als u insuline uit
de punt van het koppelingsdeel ziet komen, drukt u op q om
het vullen te stoppen. De voor het vullen van de infusieset
benodigde hoeveelheid insuline, wordt niet opgenomen in het
overzicht van de per dag toegediende hoeveelheid insuline. In het
hoofdstuk over instellingen leert u hoe u de vulhoeveelheid aan
kunt passen. Zie hoofdstuk8.4.3, pagina127.
2.4 De slang en de canule van de
infusieset vullen
w WAARSCHUWING
Vul nooit een infusieset, die nog met uw lichaam is
verbonden, aangezien u hierbij het risico loopt van een
ongecontroleerde insulinetoediening. Volg de aanwijzingen in
de gebruiksaanwijzing van de door u gebruikte infusieset altijd
zorgvuldig op.
w WAARSCHUWING
De aanwezigheid van luchtbellen in de ampul en de infusieset
kan leiden tot de infusie van lucht in plaats van insuline. Uw
lichaam krijgt in dit geval niet de vereiste hoeveelheid insuline
toegediend. Verwijder luchtbellen tijdens het vullen van de
ampul en de infusieset, terwijl de infusieset van uw lichaam is
afgekoppeld.
man_06455298001_D_nl.indb 31 04.05.2016 11:38:55
32
De slang van de infusieset vullen
Houdt de insulinepomp tijdens het vullen verticaal, zodat de
adapter omhoog wijst om eventueel achtergebleven luchtbellen
uit de ampul en de slang te laten ontsnappen.
Als u net een nieuwe ampul heeft geplaatst, moet u met
stap 2 starten.
Druk in het hoofdmenu Menu op z om
naar Ampul en infusieset tegaan.
Druk op o om dit te selecteren.
1 2
Het menu Ampul en infusieset verschijnt.
Druk op z om naar Slang vullen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Slang vullen
verschijnt. Zorg ervoor, dat de infusieset
niet met uw lichaam is verbonden.
Druk op o om dit te bevestigen.
man_06455298001_D_nl.indb 32 04.05.2016 11:38:56
2
33
De insulinepomp begint automatisch met
het vullen van de slang.
4 5
Uw insulinepomp stopt na 14 eenheden
met vullen.
U kunt de vulprocedure op ieder
willekeurig moment stoppen door op q
te drukken.
Als het vullen is voltooid, schakelt de
insulinepomp over naar het menu Ampul
en infusieset. Canule vullen wordt door de
fabrieksinstelling geselecteerd.
6
U kunt nu de canule in uw lichaam inbrengen. Lees de instructies
in de met uw infusieset geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door en volg deze instructies op. Voordat u uw insulinepomp in
gebruik kunt nemen, moet u het naaldgedeelte en de canule met
insuline vullen. Zie het volgende hoofdstuk (De canule vullen).
Zie hoofdstuk8.4.3, pagina127 als u de vulhoeveelheid van de
slang of van de canule moet aanpassen.
man_06455298001_D_nl.indb 33 04.05.2016 11:38:56
34
De canule vullen
Van fabriekswege is de vulhoeveelheid ingesteld op
0,7 eenheden. Het is mogelijk om deze vulhoeveelheid aan te
passen. Zie hoofdstuk8.4.3, pagina127.
Na het vullen van de slang schakelt de
insulinepomp over naar het menu Ampul
en infusieset. Canule vullen wordt door de
fabrieksinstelling geselecteerd.
Druk op o om Canule vullen te
selecteren.
1 2
De displayweergave Canule vullen
verschijnt.
3
Verbind de slang d.m.v. het
koppelingsdeel met het naaldgedeelte.
Druk op o om dit te bevestigen.
man_06455298001_D_nl.indb 34 04.05.2016 11:38:57
2
35
De pomp begint automatisch met het
vullen van de canule.
4 5
Als het vullen is voltooid, verschijnt de
displayweergave Insulinetoediening
starten?.
Druk op o om ja te selecteren.
Opmerking
Als u om welke reden dan ook de insulinetoediening nu
niet wilt starten, moet u op q drukken
om nee te selecteren.
man_06455298001_D_nl.indb 35 04.05.2016 11:38:57
36
man_06455298001_D_nl.indb 36 04.05.2016 11:38:57
3
37
3 Gebruik van uw pomp in het dagelijkse leven
3.1 Dragen van uw pomp
Om beschadiging te voorkomen, moet uw insulinepomp stevig op
uw lichaam of aan uw kleding worden bevestigd. U kunt hiervoor
een van onze speciale draagsystemen gebruiken. Draag uw
insulinepomp bij koud weer onder uw kleren of direct op uw
lichaam.
w WAARSCHUWING
Zorg ervoor, dat de infusieset nooit wordt geknikt of
samengedrukt. Anders kan de insuline niet vrij doorstromen,
hetgeen tot een te lage of te hoge toediening van insuline zou
kunnen leiden.
3.1.1 Wanneer u uw insulinepomp wel en niet mag
dragen
Er zijn enkele situaties, waarin het is aan te bevelen om uw
insulinepomp af te doen, omdat uw insulinepomp beschadigd zou
kunnen worden of omdat er andere risico's kunnen optreden.
Neem uw insulinepomp in deze situaties af en ga, indien nodig,
over op een alternatieve behandeling. Voorbeelden van dergelijke
situaties zijn op de volgende pagina's weergegeven.
Opmerking
Als u uw insulinepomp draagt, moet u ieder contact met
voorwerpen in uw zakken, zoals b.v. sleutelbossen,
sleutels of munten, voorkomen. Deze
voorwerpen zouden de insulinepomp
kunnen beschadigen of de toetsen zouden
hierdoor per ongeluk kunnen worden
ingedrukt.
man_06455298001_D_nl.indb 37 04.05.2016 11:38:57
38
Elektromagnetische velden en gevaarlijke gebieden
w WAARSCHUWING
Gebruik uw insulinepomp niet in de buurt van
elektromagnetische velden zoals van radar- of antenne-
installaties, bronnen van hoge spanning, bronnen van
röntgenstraling, computertomografie, CAT-scanapparatuur en
MRI. Deze en alle andere bronnen van elektrische stroom
kunnen er toe leiden, dat uw insulinepomp niet werkt. De
insulinetoediening kan stoppen en de foutmelding E7 wordt
weergegeven.
Zet uw insulinepomp altijd uit, verwijder deze van uw lichaam
en houdt deze buiten deze gebieden. Zie Appendix A:
Technical Data, pagina152 voor meer informatie over
elektromagnetische velden.
Uw insulinepomp is getest conform de voorschriften m.b.t.
elektromagnetische storingen en voldoet hieraan.
Beveiligingssystemen op vliegvelden en bewakingsapparatuur ter
voorkoming van diefstal, zoals in warenhuizen, dienen geen
invloed te hebben op de werking van uw insulinepomp.
Er zijn echter veel apparaten, die elektromagnetische straling
afgeven, zoals b.v. mobiele telefoons. Dat een van dit soort
apparaten invloed heeft op uw insulinepomp kan dan ook niet
volledig worden uitgesloten. Daarom wordt aanbevolen om een
afstand van ten minste 10 cm (4 inches) tussen uw insulinepomp
en een dergelijk apparaat aan te houden, als deze apparaten in
werking zijn.
man_06455298001_D_nl.indb 38 04.05.2016 11:38:57
3
39
Luchtdruk van de barometer
Uw insulinepomp is ontwikkeld voor gebruik binnen normale
barometrische omstandigheden (van 550 tot 1.060 mbar).
Gebruik uw insulinepomp niet in ruimten met een hoge luchtdruk
of in gevaarlijke omgevingen, waar bijvoorbeeld ontvlambare
gassen of dampen aanwezig kunnen zijn. Hierdoor zou een
explosie kunnen worden veroorzaakt.
U dient uw insulinepomp altijd uit te zetten en van uw lichaam te
verwijderen, voordat u dergelijke gevaarlijke omgevingen
betreedt. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de binnenzijde van
de omslag achterin de gebruiksaanwijzing).
Opmerking
Snelle en extreme schommelingen in de luchtdruk of
temperatuur kunnen de insulinetoediening beïnvloeden, in
het bijzonder als er luchtbellen in de ampul of de slang
zitten.
Dit soort wijzigingen kunnen bijvoorbeeld optreden:
j tijdens het opstijgen in een vliegtuig zonder drukcabine
j tijdens het beoefenen van sporten zoals hanggliding
j als u bij koud weer vanuit een verwarmde ruimte naar
buiten gaat.
Wij raden u in dit soort situaties aan om uw insulinepomp
dicht op uw lichaam te dragen, luchtbellen uit de ampul en
de slang te verwijderen en uw bloedglucose vaker te
meten.
Neem in geval van twijfel uw insulinepomp af en ga over
op een alternatieve behandelingsmethode.
man_06455298001_D_nl.indb 39 04.05.2016 11:38:57
40
Met uw insulinepomp op reis
Vraag voordat u op reis gaat aan uw arts of behandelteam of u
bijzondere maatregelen moet nemen. Neem extra benodigdheden
voor bloedglucosemetingen en de insulinepomp mee. Wij raden u
aan van te voren uit te zoeken waar tijdens uw reis de benodigde
materialen verkrijgbaar zijn.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Accu-Chek
Diabetes Service van Roche (zie de binnenzijde van de omslag
achterin de gebruiksaanwijzing).
Sport en lichaamsbeweging
U kunt uw insulinepomp tijdens het beoefenen van een groot
aantal sportieve activiteiten dragen. Het is echter belangrijk, dat
u maatregelen neemt om uw insulinepomp te beschermen,
voordat u met de lichaamsbeweging of de sportieve activiteiten
begint. Draag uw insulinepomp niet bij het beoefenen van
sporten met lichamelijk contact, zoals boksen, voetbal of hockey.
Uw insulinepomp kan door ruw contact beschadigd worden.
Raadpleeg onze catalogus van accessoires voor meer informatie
over draagsystemen of neem contact op met Accu-Chek Diabetes
Service van Roche (zie de binnenzijde van de omslag achterin de
gebruiksaanwijzing).
man_06455298001_D_nl.indb 40 04.05.2016 11:38:57
3
41
w WAARSCHUWING
Controleer uw bloedglucosespiegel en vervang de
ontbrekende hoeveelheid insuline onmiddellijk, als uw
insulinetoediening om een of andere reden wordt
onderbroken, zoals:
j het uitzetten van de insulinepomp
j een technisch probleem met de insulinepomp
j het lekken van de ampul en/of infusieset
j een verstopping van de infusieset
j het uit de infusieplaats schieten van de canule
3.2 Stoppen en starten van uw
insulinepomp
U moet met uw arts of behandelteam bespreken, wanneer en
hoe lang uw insulinetoediening mag worden onderbroken.
Controleer uw bloedglucosespiegel regelmatig tijdens iedere
onderbreking van de insulinetoediening. Gebruik, indien nodig,
een insulinespuit of -pen om insuline te injecteren en volg hierbij
de aanwijzingen van uw arts of behandelteam zorgvuldig op.
man_06455298001_D_nl.indb 41 04.05.2016 11:38:57
42
Uw insulinepomp stoppen
Druk in de displayweergave Status op
o.
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Stop pomp te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Pomp gestopt
verschijnt. U kunt de infusieset nu van uw
lichaam afkoppelen en uw insulinepomp
afdoen.
STOP-waarschuwing
Zolang de insulinepomp zich in de STOP-modus bevindt, zal deze
iedere minuut twee korte pieptonen afgeven, om u er aan te
herinneren, dat er geen insuline wordt toegediend.
Opmerking
U kunt deze STOP-waarschuwing
uitschakelen door 3 seconden op q te
drukken.
man_06455298001_D_nl.indb 42 04.05.2016 11:38:58
3
43
Uw insulinepomp starten
Zorg ervoor, dat uw infusieset volledig is gevuld met insuline en
geen luchtbellen bevat. Sluit de infusieset aan op uw lichaam
conform de met de infusieset geleverde gebruiksaanwijzing.
Druk in de displayweergave Pomp gestopt
op o.
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Start pomp te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave RUN verschijnt en de
insulinepomp start met toediening van
insuline.
man_06455298001_D_nl.indb 43 04.05.2016 11:38:58
44
Lange onderbrekingen
Voer de volgende procedure uit, als u uw insulinepomptherapie
langer dan één dag moet onderbreken.
Zet uw insulinepomp in de STOP-modus.
Zie hoofdstuk3.2, pagina41.
Koppel de infusieset af van uw lichaam.
1 2
Verwijder de adapter, ampul en batterij
van de insulinepomp. Zie hoofdstuk2,
pagina13.
Bewaar uw insulinepomp op een juiste
wijze. Zie hoofdstuk9.5, pagina136.
man_06455298001_D_nl.indb 44 04.05.2016 11:38:59
3
45
3.3 Uw insulinepomp en water
Uw insulinepomp is waterdicht conform de norm IPX8. Dit
betekent, dat u de insulinepomp tijdens het douchen, baden en
zwemmen mag dragen. Omdat de adapter van de infusieset niet
waterdicht is, kan er echter water in het ampulcompartiment
binnendringen. Als er water in het ampulcompartiment is
binnengedrongen, moet u de ampul verwijderen en het
ampulcompartiment drogen zoals beschreven in de volgende
rubriek. Als u de insulinepomp draagt, mag u niet dieper dan
1,3 meter duiken.
Als u uw insulinepomp echter heeft laten vallen, is het mogelijk,
dat deze door haarscheurtjes niet langer waterdicht is. In dit
geval wordt het ten zeerste afgeraden om de insulinepomp nog
langer te dragen tijdens het zwemmen, baden of douchen.
Als er water het ampul- of batterijcompartiment is
binnengedrongen
Als de insulinepomp in water ondergedompeld is geweest, kan er
water via de adapter in het ampulcompartiment naar binnen
dringen. Als er water het ampul- of batterijcompartiment is
binnengedrongen, moet u de insulinepomp in de STOP-modus
zetten en de insulinepomp van uw lichaam afkoppelen. Gebruik
een zachte doek om de buitenkant van de insulinepomp af te
drogen, houd de insulinepomp ondersteboven om het water weg
te laten lopen en laat de insulinepomp vervolgens drogen.
Gebruik geen warme lucht, zoals b.v. van een haardroger of in
een magnetron, om de insulinepomp te drogen, omdat de
behuizing van de insulinepomp hierdoor beschadigd kan worden.
Zorg ervoor, dat het ampul- en batterijcompartiment volledig
droog zijn, voordat u de ampul of de batterij weer terugplaatst.
Let erop, dat u een nieuwe deksel van het batterijcompartiment
gebruikt.
man_06455298001_D_nl.indb 45 04.05.2016 11:38:59
46
Contact met andere vloeistoffen
U hoeft zich geen zorgen te maken over contact van uw
insulinepomp met zweet of speeksel. Controleer uw
insulinepomp echter onmiddellijk na contact met andere
vloeistoffen of chemicaliën zoals:
j Reinigingsoplossingen
j Dranken
j Olie of vet
Vermijd ieder contact van de insulinepomp en de infusieset met
gezondheids- en schoonheidsproducten (zoals bijvoorbeeld:
ontsmettingsmiddelen, antibiotica-crèmes, zeep, parfum,
deodorant, body lotions of andere cosmetica). Deze producten
kunnen uw insulinepomp ontkleuren of de display vertroebelen.
man_06455298001_D_nl.indb 46 04.05.2016 11:38:59
3
47
Uw insulinepomp kan geen lekkage van de infusieset detecteren.
Daarom moet u overdag en voor u gaat slapen regelmatig alle
onderdelen van uw infusieset controleren. Als er lekkage van
insuline lijkt te zijn, terwijl alle onderdelen toch correct zijn
aangesloten, moet u op zoek gaan naar het lekkende onderdeel
en dit onmiddellijk vervangen. Omdat de insulinetoediening
onderbroken is geweest, wordt u geadviseerd onmiddellijk uw
bloedglucosespiegel te controleren. Onderneem de benodigde
actie, conform de aanwijzingen van uw arts of behandelteam.
Koppel uw infusieset altijd af, voordat u een ampul vervangt of de
infusieset vult. Anders loopt u het risico, dat de insuline
ongecontroleerd aan uw lichaam wordt toegediend. Volg de
aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van de door u gebruikte
infusieset en ampul altijd zorgvuldig op.
3.4 Vervangen van het slanggedeelte
(adapter en slang)
Vervang het slanggedeelte (adapter en slang):
j zoals aangegeven in de met de infusieset geleverde
gebruiksaanwijzing
j als de infusieplaats tekenen van irritatie of infecties vertoont
j als op de insulinepomp wordt weergegeven Onderhoud M24:
Verstopping
j als u denkt, dat er een mogelijk een verstopping in de slang is
opgetreden (zelfs zonder alarm)
j Telkens als u de ampul vervangt
Opmerking
U kunt ook nakijken hoe u de ampul moet
vervangen. Zie hoofdstuk2.3, pagina26.
man_06455298001_D_nl.indb 47 04.05.2016 11:38:59
48
Houd de insulinepomp verticaal.
Draai de adapter met de slang linksom.
Verwijder de adapter met de ampul, als u
een hoek van circa 120° heeft bereikt.
Opmerking
Koppel het naaldgedeelte van de
infusieset af, verwijder dit en breng
een nieuw naaldgedeelte op een
nieuwe infusieplaats in, zoals is
beschreven in de
gebruiksaanwijzing
van de infusieset.
Het slanggedeelte (adapter en slang) vervangen
w WAARSCHUWING
j Inspecteer de infusieplaats minstens twee keer per dag om te kijken of er sprake is van irritatie of infectie. Symptomen van
infectie zijn onder andere: pijn, zwelling, roodheid, warm aanvoelen of afscheiding op de infusieplaats. Als u roodheid of een
zwelling ziet, moet u onmiddellijk een nieuw naaldgedeelte van de infusieset op een andere infusieplaats inbrengen en contact
opnemen met uw arts of behandelteam.
j Vervang het naaldgedeelte overeenkomstig de gebruiksaanwijzing van de fabrikant en de adviezen van uw arts of behandelteam.
j Koppel de infusieset altijd af van het lichaam voordat u de ampul vervangt.
j Gebruik altijd een nieuwe adapter, als u de ampul vervangt.
120°
1 2
man_06455298001_D_nl.indb 48 04.05.2016 11:39:01
3
49
4
Als de insulinepomp gereed is met het
terugzetten van de aandrijfstang, krijgt u
de aanwijzing om de nieuwe ampul te
plaatsen en de adapter aan te sluiten.
Zorg ervoor, dat u de insulinepomp
verticaal houdt.
Plaats de ampul – de zuiger eerst – in het
ampulcompartiment.
Zorg ervoor, dat de ampul correct is
geplaatst. Als de ampul niet zoals
weergegeven is geplaatst, moet u de
stappen 1 t/m 4 controleren.
ONJUIST
JUIST
Druk de ampul niet in de insulinepomp,
als de ampul uit de insulinepomp steekt.
Anders kan de insulinepomp of de ampul
beschadigd worden.
Zorg ervoor, dat de aandrijfstang volledig
is teruggezet. Als de aandrijfstang niet
volledig is teruggezet, moet u contact
opnemen met de afdeling Accu-Chek
Diabetes Service van Roche.
3
De displayweergave Aandrijfstang
terugzetten? verschijnt.
Belangrijk: Druk op o om ja te
selecteren. De insulinepomp start met het
terugzetten van de aandrijfstang. Als de
aandrijfstang niet wordt teruggezet,
kan uw insulinepomp of ampul worden
beschadigd.
Plaats alleen een nieuwe ampul, als de
displayweergave Plaats nieuwe ampul
en sluit de adapter aan verschijnt.
5
man_06455298001_D_nl.indb 49 04.05.2016 11:39:02
50
6
Plaats een nieuwe adapter op de
uitsparing van de bajonetsluiting van het
ampulcompartiment. Zorg ervoor, dat u
de nokjes van de adapter onder een
rechte hoek (90°) in de uitsparing van de
behuizing van de insulinepomp plaatst.
Anders kan de naald worden verbogen.
90°
Plaats de adapter uitsluitend zoals
beschreven in stap 6 op de uitsparing
van de bajonetsluiting van het
ampulcompartiment.
ONJUISTJUIST
Plaats de adapter niet op de uitsparing
van de bajonetsluiting van het
ampulcompartiment, als de adapter niet
is geplaats, zoals beschreven in stap 6.
w WAARSCHUWING
Er bevindt zich een naald in het midden van de nokjes van de adapter.
Insulinetoediening kan alleen worden gegarandeerd, als de naald loodrecht in het
midden van de ampul wordt geplaatst (zie stap 6).
Naald
man_06455298001_D_nl.indb 50 04.05.2016 11:39:03
3
51
10 11
Uw insulinepomp voert vervolgens een
functietest uit. Zie hoofdstuk2.1,
pagina19.
De insulinepomp detecteert automatisch
de positie van de zuiger in de ampul.
12
Na de functietest keert de insulinepomp
terug naar het menu Ampul en infusieset.
Slang vullen wordt door de
fabrieksinstelling geselecteerd. Zie
hoofdstuk2.4, pagina31.
Draai de adapter rechtsom tot dit niet
verder gaat. De adapter is correct
geplaatst als deze op één lijn ligt met de
behuizing van de insulinepomp.
Druk vervolgens op o om dit te
bevestigen.
8
De displayweergave Type ampul
verschijnt.
Druk op x of z om naar het type ampul
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
9
Koppel de infusieset af, als deze nog niet
afgekoppeld is.
Druk op o om dit te bevestigen.
120°
7
man_06455298001_D_nl.indb 51 04.05.2016 11:39:04
52
3.5 Displayweergaven Quick info
De displayweergaven Quick info maken het u mogelijk om snel
informatie over de status van uw insulinepomp en recente
bijzonderheden van uw behandeling op te roepen.
De displayweergaven Quick info geven achtereenvolgens
informatie over:
j de actuele hoeveelheid insuline in uw ampul en de
energiestatus van uw batterij
j de laatste bolus
j de totale dosis insuline per dag
j de laatste veiligheidsbijzonderheden (foutmelding,
onderhoudsmelding, waarschuwingsmelding)
j de actuele tijd en datum
Druk in de displayweergave Status op z.
1 2
De displayweergave Ampul en batterij
verschijnt.
Druk op z.
Druk op x om terug te gaan.
3
De displayweergave Laatste bolus
verschijnt.
Druk op z.
Druk op x om terug te gaan.
man_06455298001_D_nl.indb 52 04.05.2016 11:39:04
3
53
De displayweergave Totale dosis per dag
wordt geopend.
Druk op z.
Druk op x om terug te gaan.
4 5
De displayweergave Laatste melding
verschijnt.
Druk op z.
Druk op x om terug te gaan.
6
De displayweergave Tijd en datum
verschijnt.
Druk op z om terug te keren naar het de
displayweergave Status.
Druk op x om terug te gaan.
man_06455298001_D_nl.indb 53 04.05.2016 11:39:05
54
Opmerking
Controleer de nog in de ampul aanwezige hoeveelheid
insuline ten minste één maal per dag. Druk in de
displayweergave Status op z om de nog in de ampul
aanwezige hoeveelheid insuline in eenheden weer te
geven. Voordat u gaat slapen, wordt u geadviseerd ervoor
te zorgen, dat:
j de insulinepomp zich in de RUN-modus bevindt
j de ampul voor de nacht voldoende insuline bevat
j de batterij voldoende is opgeladen
j de tijd en de datum correct zijn ingesteld
j de display correct functioneert
3.6 Algemene veiligheidsinformatie
w WAARSCHUWING
Stel uw insulinepomp niet bloot aan direct zonlicht. Voorkom,
dat de insuline en de insulinepomp oververhit raken. Voorkom
directe blootstelling van uw insulinepomp aan koude wind en
aan temperaturen boven 40 °C of beneden 5 °C. Deze
condities kunnen een negatieve invloed hebben op de insuline
en een slechte werking van de batterij veroorzaken.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de door u gebruikte
insuline om het toegestane temperatuurbereik vast te stellen.
man_06455298001_D_nl.indb 54 04.05.2016 11:39:05
4
55
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op o om Bolus te selecteren.
Het menu Bolus verschijnt.
Druk op o om Standaardbolus te
selecteren.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
Een standaardbolus instellen
4 Toediening van bolussen
4.1 Standaardbolus
Bij toediening van een standaardbolus wordt de ingestelde dosis
insuline in één keer toegediend. Deze bolus kan zinvol zijn bij
voedsel, dat snel verteerd wordt, zoals cake of brood. De
standaardbolus is ook de beste optie voor het corrigeren van
hoge bloedglucosespiegels. Indien nodig, kunt u de snelheid van
de bolustoediening aanpassen. Zie hoofdstuk8.4.2, pagina120.
man_06455298001_D_nl.indb 55 04.05.2016 11:39:05
56
Opmerking
U kunt de bolus tijdens het toedienen
annuleren door q gedurende
3 seconden in te drukken.
4
De displayweergave Standaardbolus
verschijnt, waarin de directe
bolushoeveelheid is gemarkeerd.
5 6
De displayweergave Toe te dienen bolus
wordt gedurende 5 seconden
weergegeven.
Indien nodig, kunt u op q drukken en
een nieuwe bolushoeveelheid instellen.
Druk op x of z om de Directe
bolushoeveelheid in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
7
Uw insulinepomp keert terug naar de
displayweergave Status, waarin een balk
de voortgang weergeeft voor de
resterende bolushoeveelheid.
man_06455298001_D_nl.indb 56 04.05.2016 11:39:06
4
57
4.2 Snelle bolus
Net als bij de standaardbolus wordt bij de snelle bolus de
ingestelde dosis insuline in één keer toegediend. U hoeft echter
niet over te schakelen naar de displayweergave van het
hoofdmenu Menu om een snelle bolus in te stellen. Als u enige
ervaring heeft opgedaan, bent u in staat om dit type bolus in te
stellen zonder zelfs maar op de display te kijken.
Dit type bolus stelt u in staat om discreet een bolus toe te dienen,
terwijl uw insulinepomp onder uw kleding niet zichtbaar is. Het
instellen van de bolushoeveelheid is echter alleen mogelijk in
afzonderlijke stappen. De fabrieksinstelling van deze stappen is
0,5 eenheden, hetgeen betekent, dat u de bolushoeveelheid
achtereenvolgens in kunt stellen op 0,5, 1,0, 1,5 eenheden,
enzovoort. Indien nodig, kunt u de stappen in Therapie-
instellingen in 0,1, 0,2, 1,0 of 2,0 eenheden wijzigen. Zie
hoofdstuk8.4.2, pagina120.
w WAARSCHUWING
Let erop, dat u de juiste bolusstappen kent en gebruikt. Door
gebruik van onjuiste bolusstappen wordt de verkeerde dosis
insuline toegediend.
Net als de standaardbolus is deze bolus zowel geschikt voor het
corrigeren van maaltijden, die hoofdzakelijk koolhydraten
bevatten die snel worden verteerd, als voor het corrigeren van
hoge bloedglucosespiegels.
Indien nodig, kunt u de snelheid van de bolustoediening
aanpassen. Zie hoofdstuk8.4.2, pagina120.
Opgemerkt dient te worden dat u de Snelle bolus-functie met de
Accu-Chek 360°-configuratiesoftware kunt inschakelen of
uitschakelen. De functie Snelle bolus is van fabriekswege
uitgeschakeld.
man_06455298001_D_nl.indb 57 04.05.2016 11:39:06
58
Een snelle bolus instellen
1 2
Houd in de RUN-modus een van de
toetsen q ingedrukt tot u een pieptoon
hoort en een trilling voelt (circa
3 seconden).
De displayweergave Snelle bolus
verschijnt, waarin de directe
bolushoeveelheid is gemarkeerd.
Druk voor iedere bolusstap eenmaal op
de andere toets q tot de vereiste
bolushoeveelheid is bereikt.
Iedere keer dat u op de toets drukt, geeft
uw insulinepomp tegelijkertijd een
pieptoon en een trilsignaal af – één voor
iedere ingestelde bolusstap.
3 4
De bolushoeveelheid wordt 5 seconden,
nadat u voor het laatst op de toets heeft
gedrukt, door uw insulinepomp bevestigd
in de vorm van één pieptoon en één
trilsignaal voor iedere ingestelde
bolusstap.
man_06455298001_D_nl.indb 58 04.05.2016 11:39:07
4
59
5
De insulinepomp geeft de
displayweergave Toe te dienen
bolus nog 5 seconden weer.
6
Uw insulinepomp keert terug naar de
displayweergave Status, waarin een balk
de voortgang weergeeft voor de
resterende bolushoeveelheid.
Opmerking
U kunt de bolus, terwijl de
displayweergave Toe te dienen bolus
wordt weergegeven of tijdens het
toedienen, annuleren door q gedurende
3 seconden in te drukken.
man_06455298001_D_nl.indb 59 04.05.2016 11:39:07
60
4.3.2 Bolussen annuleren tijdens de toediening
Druk tijdens het toedienen van een standaardbolus, snelle bolus
of het directe deel van een multiwave-bolus gedurende 3
seconden op q om de bolus te annuleren.
De bolustoediening wordt volledig gestopt en uw insulinepomp
geeft een Waarschuwing W38: Bolus geannuleerd.
4.3 Een bolus annuleren
4.3.1 Een bolus annuleren tijdens het instellen
Standaard-, vertraagde- en multiwave-bolus
Druk tijdens het instellen op q om terug te gaan en stel een
nieuwe waarde in.
Snelle bolus
Druk tijdens de bevestiging of zolang als de displayweergave Toe
te dienen bolus wordt weergegeven op q om de bolus geheel
te annuleren.
De bolustoediening wordt volledig gestopt en uw insulinepomp
geeft een Waarschuwing W38: Bolus geannuleerd.
q
man_06455298001_D_nl.indb 60 04.05.2016 11:39:07
4
61
1 2
Druk in de displayweergave Status op
o.
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op o om Bolus te selecteren.
Het menu Bolus verschijnt.
Druk op z om naar Bolus annuleren te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
4.3.3 Een bolus annuleren d.m.v. het menu Bolus annuleren
4
De displayweergave Bolus annuleren
verschijnt.
6
De Waarschuwing W38: Bolus
geannuleerd verschijnt.
Druk op o om de signalen van de
waarschuwing uit te schakelen.
Druk nogmaals op o om de melding te
bevestigen.
5
Als er momenteel meer dan één bolus
wordt toegediend, moet u op x of z
drukken om naar de bolus te gaan, die u
wilt annuleren.
Druk op o om dit te bevestigen.
man_06455298001_D_nl.indb 61 04.05.2016 11:39:08
62
Voorbeeld
Ian is van plan om een pizza te gaan eten. Hij weet dat een
pizza veel vet en langzaam verteerbare koolhydraten en
weinig snelwerkende koolhydraten bevat. Daarom stelt hij
een vertraagde bolus in voor zijn pizza.
4.4 Vertraagde bolus
Bij toediening van een vertraagde bolus wordt de door u
ingestelde dosis insuline over een gespecificeerde tijdsperiode
toegediend.
Dit type bolus kan zinvol zijn bij maaltijden die langzaam
verteren, zoals voedsel dat complexe koolhydraten of veel vet
bevat.
De duur van de bolustoediening kan voor een periode van
maximaal 24 uren in tijdsintervallen van 15 minuten worden
ingesteld en begint direct na de bevestiging van de bolus. Tijdens
de bolustoediening geeft uw insulinepomp de resterende tijd en
hoeveelheid van de vertraagde bolus weer in de displayweergave
RUN.
U kunt een standaardbolus of een snelle bolus aan een reeds
gestarte vertraagde bolus toevoegen en één extra vertraagde- of
multiwave-bolus.
man_06455298001_D_nl.indb 62 04.05.2016 11:39:08
4
63
1 2
4
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op o om Bolus te selecteren.
Het menu Bolus verschijnt.
Druk op z om naar Vertraagde bolus te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Vertraagde bolus
verschijnt, waarin de vertraagde
bolushoeveelheid is gemarkeerd.
Een vertraagde bolus instellen
3
5 6
De bolusduur wordt gemarkeerd.
De tijdsduur van uw laatste vertraagde
bolus wordt standaard weergegeven.
Druk op x of z om de vertraagde
bolushoeveelheid in te stellen.
Druk op o.
Druk in de displayweergave Status op
o.
man_06455298001_D_nl.indb 63 04.05.2016 11:39:09
64
Druk op x of z om de tijdsduur in te
stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
7 8
Uw insulinepomp keert terug naar de
displayweergave Status, waarin naast de
basale dosering per uur een balk, die de
voortgang voor de resterende
bolushoeveelheid en tijdsduur weergeeft,
wordt weergegeven.
man_06455298001_D_nl.indb 64 04.05.2016 11:39:09
4
65
Voorbeeld
Ian is uitgenodigd voor een diner. Hij wil een pasteitje als
voorgerecht nemen en een steak met aardappelen als
hoofdgerecht. Daarnaast is zijn bloedglucosespiegel voor
de maaltijd iets buiten het streefwaardenbereik. Hij stelt
een multiwave-bolus van in totaal 15 eenheden in: een
directe dosis van 5 eenheden voor het voorgerecht en de
correctie van zijn hoge bloedglucosespiegel en
10 eenheden over een periode van 3 uren.
4.5 Multiwave-bolus
De multiwave-bolus combineert een standaardbolus met een
vertraagde bolus; één deel van de bolushoeveelheid wordt direct
toegediend, terwijl het andere deel over een gespecificeerde
tijdsperiode wordt toegediend.
Deze bolus kan zinvol zijn als u maaltijden eet, die zowel
snel- als langzaam verteerbare koolhydraten bevatten of
langdurige maaltijden met meer gangen. U kunt dit type bolus
ook gebruiken, als u van plan bent om langzaam verteerbare
koolhydraten te eten, maar voor de maaltijd een verhoogde
bloedglucosespiegel heeft. U kunt het directe deel van de bolus
instellen voor het corrigeren van de bloedglucosespiegel en het
vertraagde deel voor de koolhydraten.
De duur van de vertraagde bolustoediening kan voor een periode
van maximaal 24 uren in tijdsintervallen van 15 minuten worden
ingesteld en begint direct na de bevestiging van de bolus. Tijdens
de bolustoediening geeft uw insulinepomp de resterende tijd en
hoeveelheid van de bolus weer in de displayweergave Status.
U kunt een standaardbolus of een snelle bolus aan een reeds
gestarte multiwave-bolus toevoegen en één extra vertraagde- of
multiwave-bolus.
man_06455298001_D_nl.indb 65 04.05.2016 11:39:09
66
6
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op o om Bolus te selecteren.
Het menu Bolus verschijnt.
Druk op z om naar Multiwave-bolus te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
4
De displayweergave Multiwave-bolus
verschijnt, waarin de directe
bolushoeveelheid is gemarkeerd.
5
Druk op x of z om de directe
bolushoeveelheid in te stellen.
Druk op o.
Een multiwave-bolus instellen
De vertraagde bolushoeveelheid is
gemarkeerd.
Druk op x of z om de vertraagde
bolushoeveelheid in te stellen.
Druk op o.
man_06455298001_D_nl.indb 66 04.05.2016 11:39:10
4
67
De tijdsduur van de vertraagde bolus is
gemarkeerd.
De tijdsduur van uw laatste multiwave-
bolus wordt standaard weergegeven.
7
Druk op x of z om de tijdsduur in te
stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
8
Uw insulinepomp geeft de
displayweergave Status weer, waarin
naast de basale dosering per uur de
eenheden en een balk, die de voortgang
voor de resterende bolushoeveelheid en
tijdsduur van de vertraagde bolus
weergeeft, wordt weergegeven.
10
9
De displayweergave Toe te dienen bolus
verschijnt en geeft de insuline-eenheden,
die nog voor de directe bolus moeten
worden toegediend weer.
Indien nodig, kunt u op q drukken en
de bolus opnieuw instellen.
Opmerking
U kunt de bolus tijdens het toedienen van het directe deel
annuleren door q gedurende 3 seconden in te drukken.
U kunt, indien nodig, ook het deel met de
vertraagde bolus annuleren. Zie
hoofdstuk4.3, pagina60.
man_06455298001_D_nl.indb 67 04.05.2016 11:39:10
68
man_06455298001_D_nl.indb 68 04.05.2016 11:39:10
5
69
In dit hoofdstuk leert u hoe u uw basale-insulinevoorziening aan
kunt passen aan wisselende levensomstandigheden:
j tijdelijke basale doseringen kunnen u helpen uw basale
dosering aan te passen aan kortetermijnwijzigingen van uw
basale-insulinebehoefte, zoals bijvoorbeeld bij ziekte of tijdens
het beoefenen van sport.
j U kunt ook aanvullende basale profielen instellen om tegemoet
te komen aan uw insulinebehoefte bij verschillende dagelijkse
routines; bijvoorbeeld werkdagen versus weekeinden.
j Zodra de verschillende basale profielen zijn ingesteld, kunt u
deze naar behoefte met enkele toetscommando’s activeren.
5 Opties voor een basaal profiel
man_06455298001_D_nl.indb 69 04.05.2016 11:39:10
70
Opmerking
Het instellen van een TBD heeft op geen
van de door u ingestelde bolussen
invloed.
Voorbeeld
Ian is van plan om 1 uur tennis te gaan spelen. Hij weet
dat zijn lichaam tijdens dit soort activiteiten en tijdens het
herstel in de 2 uren erna 40 % minder insuline nodig heeft.
Hij stelt een TBD van 60 % voor de volgende 3 uren in.
5.1 Tijdelijke basale dosering (TBD)
Door gebruik te maken van de tijdelijke basale dosering (TBD)
kunt u uw actuele basale profiel voor een gespecificeerde
tijdsperiode percentueel verhogen of verlagen. Dit helpt u uw
dosis basale insuline aan te passen aan situaties, waarin uw
insulinebehoefte tijdelijk is veranderd. Als u sport beoefent is het
bijvoorbeeld mogelijk dat u minder insuline nodig heeft en als u
ziek bent heeft u mogelijk meer insuline nodig. Bespreek het
gebruik van tijdelijke basale doseringen met uw arts of
behandelteam.
Uw actuele basale profiel komt overeen met 100 %. Als u de
basale dosering met een TBD verhoogt of verlaagt, verandert de
vorm van uw profiel niet, maar wordt iedere basale dosering per
uur met het door u ingestelde percentage verhoogd of verlaagd.
U kunt slechts 1 TBD tegelijk activeren, tussen 0 en 250 % in
intervallen van 15 minuten gedurende maximaal 24 uren.
man_06455298001_D_nl.indb 70 04.05.2016 11:39:11
5
71
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Basaal te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Basaal verschijnt.
Druk op o om Tijdelijke basale dosering
in te stellen.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
4
Het menu Tijdelijke basale dosering
verschijnt.
Druk op o om Basis-TBD te selecteren.
5
De displayweergave Basis-TBD verschijnt,
waarin het percentage TBD is
gemarkeerd.
Druk op x of z om het percentage TBD
in te stellen.
Druk op o.
Een tijdelijke basale dosering instellen
6
De duur van de TBD wordt gemarkeerd.
Druk op x of z om de tijdsduur in te
stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
man_06455298001_D_nl.indb 71 04.05.2016 11:39:11
72
De displayweergave Status verschijnt en
geeft naast de gewijzigde basale dosering
per uur het percentage en de resterende
duur van de TBD weer.
7
Als de tijdsduur van de TBD is verstreken, geeft uw insulinepomp een
Herinnering R7: TBD einde af.
man_06455298001_D_nl.indb 72 04.05.2016 11:39:11
5
73
Een TBD annuleren
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Basaal te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Basaal verschijnt.
Druk op o om Tijdelijke basale dosering
in te stellen.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
4
Het menu Tijdelijke basale dosering
verschijnt.
Druk op z om naar Annuleer TBD te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
5
De displayweergave Annuleer TBD
verschijnt.
Druk op o om dit te bevestigen.
De Waarschuwing W38: TBD geannuleerd
verschijnt om te bevestigen, dat de
annulering gewenst is.
Druk tweemaal op o om de signalen uit
te schakelen en de waarschuwing te
bevestigen.
6
man_06455298001_D_nl.indb 73 04.05.2016 11:39:12
74
Voorbeeld
Ian is bouwvakker en hij is van maandag t/m vrijdag van
's ochtends vroeg tot 's avonds laat in de weer. In het
weekeinde leest hij graag urenlang een boek en gaat hij
laat naar bed. Nadat hij zijn wisselende dagelijkse routines
met zijn arts of zorgverlener heeft besproken, heeft Ian
voor werkdagen Basaal profiel 1 ingesteld. Hij heeft ook
Basaal Profiel 2, dat op zaterdagen en zondagen meer
basale insuline afgeeft, ingesteld.
5.2 Aanvullende basale profielen
Naast uw eerste basale profiel zou u voor verschillende
dagelijkse routines andere basale profielen willen gebruiken.
Hiervoor kunt u maximaal 5 verschillende basale profielen
instellen. Bespreek het gebruik van verschillende basale profielen
met uw arts of behandelteam.
man_06455298001_D_nl.indb 74 04.05.2016 11:39:12
5
75
4 5
De displayweergave Basaal Profiel 2 (3, 4
of 5) verschijnt. Het Einde van de eerste
tijdsperiode wordt gemarkeerd.
Druk op x of z om de tijd in te stellen.
Druk op o.
De displayweergave Instellen basaal
profiel verschijnt.
Druk op x of z om naar Basaal profiel 2
(3, 4 of 5) te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Basaal te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Basaal verschijnt.
Druk op z om naar Instellen basaal
profiel te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
Basaal profiel 2 (3, 4 of 5) instellen
De basale dosering per uur van de eerste
tijdsperiode wordt gemarkeerd.
Druk op x of z om de basale dosering
per uur in te stellen.
Druk op o.
6
man_06455298001_D_nl.indb 75 04.05.2016 11:39:13
76
7
Het Einde van de tweede tijdsperiode
wordt gemarkeerd.
8
Ga verder met het instellen van de
Eindtijd en basale dosering per uur van
alle tijdsperiodes. Nadat u de basale
doseringen per uur voor de volledige
24 uren van de dag heeft ingesteld, moet
u op o drukken.
10
De displayweergave Status verschijnt.
De displayweergave Totale basale
dosering van Basaal profiel 2 (3, 4 of 5)
verschijnt. Controleer of de totale basale
dosering per dag in overeenstemming is
met de voor uw behandeling benodigde
hoeveelheid.
Druk op o om dit te bevestigen.
9
Opmerking
U kunt dit basale profiel nu d.m.v.
het menu Activeer basaal profiel
activeren
man_06455298001_D_nl.indb 76 04.05.2016 11:39:14
5
77
Voorbeeld
Ian heeft een lui weekeinde gepland en wil ’s ochtends
lang uitslapen en zich de uren daarna ontspannen. Op
vrijdag schakelt hij, als hij van zijn werk thuiskomt, over
van Basaal profiel 1, dat voor werkdagen bedoeld is, op
Basaal profiel 2, dat in overeenstemming
is met zijn gewoonten in het weekeinde.
5.3 Een basaal profiel activeren
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Basaal te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Basaal verschijnt.
Druk op z om naar Activeer basaal profiel
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
Basaal profiel 2 (1, 3, 4, 5) activeren
man_06455298001_D_nl.indb 77 04.05.2016 11:39:14
78
4
De displayweergave Activeer basaal
profiel verschijnt.
Druk op x of z om naar Basaal profiel 2
(1, 3, 4 of 5) te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave met het overzicht
van Basaal profiel 2 (1, 3, 4 of 5)
verschijnt. Controleer of u het juiste
profiel heeft geselecteerd.
Druk op o.
5
De displayweergave Status verschijnt. Het
nieuwe basale profiel is onmiddellijk
actief.
6
man_06455298001_D_nl.indb 78 04.05.2016 11:39:14
6
79
6 Uw gegevens bekijken
Uw insulinepomp kan maximaal 9.000 pompbijzonderheden
(onderhoudsmeldingen, waarschuwingen en foutmeldingen,
instelhandelingen en bestanden van de insulinetoediening)
opslaan in het geheugen. Deze gegevens hebben betrekking op
ongeveer de laatste 6 maanden van gebruik en zijn met behulp
van hiervoor geschikte Accu-Chek-softwareproducten
toegankelijk op een computer.
man_06455298001_D_nl.indb 79 04.05.2016 11:39:14
80
De volgende gegevens kunnen rechtstreeks op uw insulinepomp
worden bekeken:
Gegevens van
gebeurtenissen
De laatste
90 onderhoudsmeldingen,
waarschuwingen en
foutmeldingen.
Bolusgegevens De laatste 90 bolussen.
Gegevens van
tijdelijke basale
doseringen
De laatste 90 verhogingen en
verlagingen van de basale
dosering.
Totale hoeveelheid
insuline per dag
De per dag toegediende
hoeveelheid insuline van de
laatste 90 dagen.
Resterende looptijd
Resterende tijd in dagen tot de
garantie van Roche verlopen is.
Resterende looptijd
(voor leenpompen)
Resterende tijd in dagen tot de
looptijd verstreken is.
Versie
De softwareversie van uw
insulinepomp.
man_06455298001_D_nl.indb 80 04.05.2016 11:39:14
6
81
Uw gegevens bekijken
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Pompgegevens te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Pompgegevens
verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Gebeurtenis-gegevens, Bolusgegevens,
TBD-gegevens, Dagtotalen, Resterende
looptijd of Versie te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
De displayweergave met de betreffende
gegevens verschijnt, te beginnen met het
meest recent ingevoerde gegeven.
Druk op z om oudere ingevoerde
gegevens te bekijken.
4
Druk op x om terug te gaan naar de
recentere gegevens.
Druk op q om terug te gaan naar de
displayweergave van het menu
Pompgegevens of druk tweemaal op q
om terug te gaan naar de
displayweergave Status.
man_06455298001_D_nl.indb 81 04.05.2016 11:39:15
82
Tijd Datum
Type
gebeurtenis
en nummer
Tekst van de
gebeurtenis
Eindtijd Einddatum
Directe
bolus-
hoeveelheid
Bolusduur
Vertraagde bolushoeveelheid
Displayweergave Gebeurtenis-gegevens Displayweergave Bolusgegevens
6.1 Gegevens van gebeurtenissen
In de displayweergave Gebeurtenis-gegevens kunt u maximaal
de laatste 90 onderhoudsmeldingen, waarschuwingen en
foutmeldingen bekijken, te beginnen met het meest recent
ingevoerde gegeven.
Op iedere displayweergave Gebeurtenis-gegevens wordt
weergegeven:
j Type en nummer van de onderhoudsmelding, waarschuwing of
foutmelding (bijvoorbeeld Waarschuwing: W32)
j De tekst van de onderhoudsmelding, waarschuwing of
foutmelding (b.v. Batterij bijna leeg)
j Tijd
j Datum
6.2 Bolusgegevens
Op de displayweergave Bolusgegevens kunt u maximaal de
laatste 90 bolustoedieningen bekijken, te beginnen met het
meest recent ingevoerde gegeven.
Op iedere displayweergave Bolusgegevens wordt weergegeven:
j De directe bolushoeveelheid (alleen voor een snelle-,
standaard- of multiwave-bolus)
j De vertraagde bolushoeveelheid (alleen voor een vertraagde-
of multiwave-bolus)
j De bolusduur (alleen voor een vertraagde- of multiwave-bolus)
j Eindtijd
j Einddatum
man_06455298001_D_nl.indb 82 04.05.2016 11:39:15
6
83
Eindtijd Einddatum
TBD-
percentage
TBD-duur
Datum
Totaal
bolussen
Dagtotaal
Totaal basaal
Displayweergave DagtotalenDisplayweergave TBD-gegevens
6.3 TBD-gegevens
Op de displayweergave TBD-gegevens kunt u maximaal de
laatste 90 tijdelijke basale doseringen (TBD) bekijken, te
beginnen met het meest recent ingevoerde gegeven.
Op iedere displayweergave TBD-gegevens wordt weergegeven:
j TBD in procenten
j TBD-duur
j Eindtijd
j Einddatum
6.4 Dagtotalen
Op de displayweergave Dagtotalen kunt u de per dag
toegediende hoeveelheid insuline (van middernacht tot
middernacht; basale dosering plus bolussen) van maximaal de
laatste 90 dagen bekijken, te beginnen met het meest recent
ingevoerde gegeven.
Op iedere displayweergave wordt weergegeven:
j De per dag in totaal als bolus toegediende hoeveelheid insuline
j De per dag in totaal als basale dosering toegediende
hoeveelheid insuline
j De per dag in totaal toegediende hoeveelheid insuline
j Datum
man_06455298001_D_nl.indb 83 04.05.2016 11:39:16
84
Displayweergave Resterende looptijd Displayweergave Versie
6.5 Resterende looptijd
De displayweergave Resterende looptijd geeft de tijd tot het
verlopen van de garantie van uw insulinepomp weer.
Voor leenpompen beperkt de resterende looptijd de gebruiksduur.
Als u de insulinepomp in gebruik neemt, begint de timer met het
terugtellen van het aantal nog resterende dagen. Voordat de
resterende looptijd verstreken is, wordt u er door Waarschuwing
W39: Waarschuwing looptijd aan herinnerd, dat de gebruiksduur
van de insulinepomp teneinde loopt, zodat u hierop tijdig actie
kunt ondernemen. Als de looptijd verstreken is, verschijnt de
Onderhoudsmelding M25: Einde looptijd en wordt uw
insulinepomp in de STOP-modus gezet. De insulinepomp kan niet
meer in de RUN-modus worden gezet.
6.6 Versie
Voor referentiedoeleinden kunt u bekijken welke softwareversie
op uw insulinepomp werkzaam is.
man_06455298001_D_nl.indb 84 04.05.2016 11:39:16
7
85
De verschillende modi op uw insulinepomp helpen u de signalen
en andere functies van uw insulinepomp aan te passen aan
verschillende situaties. Van fabriekswege bevindt uw
insulinepomp zich in de modus Normaal. In dit hoofdstuk leert u
hoe u van de ene modus kunt overschakelen naar een andere
modus.
In het hoofdstuk over instellingen leert u hoe u een modus kunt
instellen, zodat deze zo goed mogelijk aan uw voorkeuren
tegemoetkomt. Zie hoofdstuk8.3.1, pagina105.
Er zijn 4 verschillende signaalmodi:
Normaal
Stelt het signaal in, waaraan u in de meeste
van uw dagelijkse levensomstandigheden
de voorkeur geeft.
Trilling
Stelt het signaal zodanig in, dat alleen een
trilsignaal wordt afgegeven.
7 Modi voor verschillende levensomstandigheden
Zacht
Stelt het signaal zodanig in, dat dit bijv.
tijdens meetings niet storend is.
Hard
Stelt het signaal zodanig in, dat dit in een
luide omgeving hoorbaar is.
Signaal uitstellen
U kunt het signaal zodanig instellen, dat u hierdoor tijdens het
slapen niet wordt gestoord. (Waarschuwingen kunnen worden
uitgesteld tot het tijdstip, waarop u normaal gesproken wakker
wordt.) Deze functie is beschikbaar in alle 4 signaalmodi.
Vliegtuigmodus
De Vliegtuigmodus verandert het signaal niet, maar schakelt de
Bluetooth functie van uw insulinepomp uit. U heeft deze modus
nodig als u per vliegtuig reist, waarbij het niet toegestaan is om
Bluetooth communicatie te gebruiken.
man_06455298001_D_nl.indb 85 04.05.2016 11:39:16
86
De signaalmodus wijzigen
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Modi te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Modi verschijnt.
Druk op o om Signaalmodus te
selecteren.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
De displayweergave Signaalmodus
verschijnt.
Druk op x of z om naar Normaal,
Trilling, Zacht of Hard te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
4
De insulinepomp keert terug naar de displayweergave Status en
de nieuwe modus is onmiddellijk actief. In het hoofdstuk over
instellingen leert u hoe u de signaalmodi aan uw persoonlijke
behoeften aan kunt passen. Zie hoofdstuk8.3.1, pagina103.
man_06455298001_D_nl.indb 86 04.05.2016 11:39:16
7
87
De vliegtuigmodus in- of uitschakelen
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Modi te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Modi verschijnt.
Druk op z om naar Vliegtuigmodus te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
De displayweergave Vliegtuigmodus
verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Aan
of Uit te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
4
De insulinepomp keert terug naar de displayweergave Status. De
Vliegtuigmodus is onmiddellijk actief en de Bluetooth
communicatie wordt uitgeschakeld. In de displayweergave Status
verschijnt het vliegtuigsymbool.
man_06455298001_D_nl.indb 87 04.05.2016 11:39:17
88
man_06455298001_D_nl.indb 88 04.05.2016 11:39:17
8
89
8 Afstemmen van uw insulinepomp op uw persoon
Uw insulinepomp biedt een groot aantal opties om deze aan de
behoeften van uw individuele behandeling en aan uw
persoonlijke voorkeuren aan te passen.
U kunt aanpassingen maken van:
Herinneringen
Helpen u aan de taken van uw
diabetesbeheer te herinneren.
Communicatie
Met de communicatie-instellingen kunt
u de communicatie van uw
insulinepomp met andere apparaten
beheren.
Apparaat-
instellingen
Er is een groot aantal opties om uw
insulinepomp aan uw persoonlijke
voorkeuren aan te passen, zodat deze
zo goed mogelijk in overeenstemming
is met uw dagelijkse behoeften.
Therapie-
instellingen
Helpen u om uw insulinepomp optimaal
aan de behoeften van uw persoonlijke
behandeling aan te passen.
Tijd en datum
Zorgen ervoor, dat uw
insulinetoediening altijd op tijd plaats
vindt.
man_06455298001_D_nl.indb 89 04.05.2016 11:39:17
90
De instellingen invoeren
1 2
De displayweergave van het hoofdmenu
Menu verschijnt.
Druk op z om naar Instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Instellingen verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Herinneringen, Communicatie, Apparaat-
instellingen, Therapie-instellingen of Tijd
en datum te gaan.
3
Druk in de displayweergave Status op
o.
man_06455298001_D_nl.indb 90 04.05.2016 11:39:17
8
91
8.1 Herinneringen gebruiken
Om u aan alle taken die gerelateerd zijn aan het beheer van uw
diabetes te helpen herinneren, biedt uw insulinepomp een groot
aantal Herinneringen.
Iedere herinnering kan worden ingesteld op Uit, Eenmalig of
Herhalen. Als de herinnering is ingesteld op Eenmalig, wordt het
akoestische signaal van de herinnering alleen op de aangegeven
dag afgegeven. Als de herinnering is ingesteld op Herhalen,
wordt het akoestische signaal van de herinnering iedere dag op
dezelfde tijd afgegeven.
U kunt de volgende opties gebruiken:
Bolus
toedienen
Herinnert u eraan om een bolus op een
gespecificeerde tijd toe te dienen. U kunt
maximaal 5 herinneringen aan het
toedienen van een bolus instellen.
Gemiste bolus
Deze herinnering wordt weergegeven, als
er binnen 2 uren voor de ingestelde tijd
geen bolus is toegediend. U kunt
maximaal 5 herinneringen aan een
gemiste of vergeten bolus instellen.
Wekkerfunctie
Het akoestische signaal voor deze
herinnering wordt op een gespecificeerde
tijd weergegeven. U kunt maximaal 5
herinneringen van de wekkerfunctie
instellen.
Infusieset
vervangen
Herinnert u eraan om de infusieset na een
gespecificeerd aantal dagen te
vervangen.
man_06455298001_D_nl.indb 91 04.05.2016 11:39:17
92
1 2
Het menu Herinneringen verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Bolus
toedienen, Gemiste bolus of
Wekkerfunctie te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Herinnering 1
(2, 3, 4 of 5) verschijnt, waarin de uren
zijn gemarkeerd.
Druk op x of z om de uren in te stellen.
Druk op o.
4
Druk in het menu Instellingen op x of z
om naar Herinneringen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
5
De minuten zijn gemarkeerd.
Druk op x of z om de minuten in te
stellen.
Druk op o.
6
De displayweergave Herinnering 1 (2, 3, 4
of 5) / Akoestisch signaal verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Akoestisch signaal 1 tot 10 te gaan.
Druk op o.
Een herinnering Bolus toedienen, herinnering Gemiste bolus of Wekkerfunctie instellen
3
De displayweergave Bolus toedienen,
Gemiste bolus of Wekkerfunctie
verschijnt.
Druk op x of z om naar Herinnering 1
(2, 3, 4 of 5 te gaan).
Druk op o om dit te selecteren.
man_06455298001_D_nl.indb 92 04.05.2016 11:39:18
8
93
De displayweergave Herinnering 1 (2, 3, 4
of 5) / Status verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Uit,
Eenmalig of Herhalen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
7
Opmerking
Als de herinnering wordt weergegeven, moet u tweemaal
op o drukken om de signalen uit te schakelen en de
herinnering te bevestigen. Deblokkeer de toetsblokkering,
als de toetsen zijn geblokkeerd. Zie hoofdstuk8.3.3,
pagina111.
man_06455298001_D_nl.indb 93 04.05.2016 11:39:19
94
1 2
Het menu Herinneringen verschijnt.
Druk op z om naar Infusieset vervangen
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De uren zijn gemarkeerd.
Druk op x of z om de uren in te stellen.
Druk op o.
4
Druk in het menu Instellingen op o om
Herinneringen te selecteren.
5
De minuten zijn gemarkeerd.
Druk op x of z om de minuten in te
stellen.
Druk op o.
6
De displayweergave Infusieset vervangen
/ Akoestisch signaal verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Akoestisch signaal 1 tot 10 te gaan.
Druk op o.
De herinnering Infusieset vervangen instellen
3
De displayweergave Infusieset vervangen
verschijnt, waarin de dagen zijn
gemarkeerd.
Druk op x of z om het aantal dagen,
waarna het akoestische signaal van de
herinnering wordt afgegeven, in te stellen.
Druk op o.
man_06455298001_D_nl.indb 94 04.05.2016 11:39:19
8
95
De displayweergave Infusieset vervangen
/ Status verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Uit,
Eenmalig of Herhalen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
7
man_06455298001_D_nl.indb 95 04.05.2016 11:39:20
96
8.2 Communicatie met andere
apparaten
Door middel van Bluetooth draadloze technologie kan uw
insulinepomp gegevens en zelfs commando’s uitwisselen met
andere Accu-Chek-apparaten, zoals een bloedglucosemeter of
een personal computer, waarop gebruik wordt gemaakt van
Accu-Chek-software. Neem voor een lijst van Accu-Chek-
apparaten die kunnen communiceren met uw insulinepomp
contact op met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de
binnenzijde van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing) of
kijk op www.accu-chek.com.
Voordat uw insulinepomp met een ander apparaat kan
communiceren, moeten deze worden gekoppeld. Dit betekent,
dat de apparaten in staat moeten worden gesteld elkaar d.m.v.
een individuele code te herkennen. Als de insulinepomp met een
ander apparaat is gekoppeld, kunnen ze d.m.v. een stabiele en
veilige Bluetooth verbinding gegevens uitwisselen.
Uw insulinepomp kan in totaal met maximaal 5 andere apparaten
worden gekoppeld. Als u een ander apparaat met uw
insulinepomp wilt koppelen, terwijl er al 5 apparaten met uw
insulinepomp zijn gekoppeld, moet u eerst de koppeling met een
van de gekoppelde apparaten verbreken.
In dit hoofdstuk leert u hoe u:
j Bluetooth draadloze technologie in- en uit kunt schakelen
j uw insulinepomp beschikbaar kunt maken voor andere
apparaten
j de lijst van gekoppelde apparaten (Apparatenlijst) kunt
bekijken
j uw insulinepomp kunt koppelen met een ander apparaat
j een apparaat van de lijst met gekoppelde apparaten kunt
verwijderen (de koppeling verbreken)
Opmerking
Communicatie met een ander apparaat is alleen mogelijk,
als de display van de insulinepomp is uitgeschakeld, de
apparaten zijn gekoppeld en beide apparaten de
Bluetooth draadloze technologie
hebben ingeschakeld.
man_06455298001_D_nl.indb 96 04.05.2016 11:39:20
8
97
8.2.1 Bluetooth draadloze technologie in- en
uitschakelen
Er zijn 2 manieren om de Bluetooth functie in- en uit te
schakelen:
j U kunt gebruik maken van de Vliegtuigmodus. Als de
Vliegtuigmodus ingeschakeld is, is de Bluetooth functie
uitgeschakeld.
j U kunt Bluetooth in het menu Communicatie in- of
uitschakelen.
Als de Bluetooth functie uitgeschakeld is, verschijn het
vliegtuigsymbool in de displayweergave Status.
1
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Communicatie te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
2
Het menu Communicatie verschijnt.
Druk op o om Bluetooth te selecteren.
3
De displayweergave Bluetooth verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Uit of
Aan te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Opmerking
Het uitschakelen van Bluetooth draadloze technologie
verlengt de gebruiksduur van de
batterij.
man_06455298001_D_nl.indb 97 04.05.2016 11:39:20
98
1
8.2.2 De insulinepomp beschikbaar maken voor
andere apparaten
Voor communicatie met sommige apparaten is het nodig, dat de
insulinepomp beschikbaar is. Dit betekent, dat de insulinepomp
een signaal uitzendt, dat het andere apparaat kan detecteren,
waardoor de insulinepomp opgemerkt kan worden.
Raadpleeg voor nadere uitleg en instructies ook de documentatie
die is geleverd met het apparaat, waarmee de insulinepomp zou
moeten communiceren.
Zorg ervoor, dat Bluetooth draadloze technologie is ingeschakeld
voordat Beschikbaarheid wordt ingeschakeld.
Druk in het menu Instellingen op z om naar Communicatie
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
2
Het menu Communicatie verschijnt.
Druk op z om naar Beschikbaarheid te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Beschikbaarheid
verschijnt.
Druk op o om dit te bevestigen.
4
Het andere apparaat geeft het
serienummer van de insulinepomp weer.
Ga verder overeenkomstig de instructies
van het andere apparaat.
man_06455298001_D_nl.indb 98 04.05.2016 11:39:21
8
99
8.2.3 De lijst van gekoppelde apparaten bekijken
In deze lijst kunt u alle apparaten, die momenteel met uw
insulinepomp gekoppeld zijn, bekijken. Uw insulinepomp kan in
totaal met maximaal 5 andere apparaten worden gekoppeld.
1
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Communicatie te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
2
Het menu Communicatie verschijnt.
Druk op z om naar Apparatenlijst te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Apparatenlijst
verschijnt.
Druk op z om de complete lijst te
bekijken.
Druk op o om terug te keren naar het
de displayweergave Status.
man_06455298001_D_nl.indb 99 04.05.2016 11:39:21
100
3
2
1
8.2.4 De insulinepomp met andere apparaten
koppelen
Om uw insulinepomp met een ander apparaat te koppelen, moet
u ook weten hoe u de communicatie op het andere apparaat
inschakelt. Het is aan te bevelen om de gebruiksaanwijzing van
het andere apparaat bij de hand te hebben, als u met de
koppelingsprocedure start.
Zorg ervoor dat de Bluetooth draadloze communicatie, voordat u
met de koppelingsprocedure start, op beide apparaten is
ingeschakeld.
Plaats de apparaten zo dicht mogelijk bij elkaar.
Het is aan te bevelen om de koppeling uit te voeren in een
afgezonderde omgeving, waar geen andere apparaten Bluetooth
signalen of radiosignalen uitzenden. Zorg er ook voor, dat de
batterijen geladen zijn.
Start de koppelfunctie op het apparaat, dat u met de
insulinepomp wilt koppelen, volgens de gebruiksaanwijzing
hiervan of de instructies van de gebruikte software.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Communicatie te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Communicatie verschijnt.
Druk op z om naar Apparaat toevoegen
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De insulinepomp geeft de
displayweergave Bevestig
serienummer weer.
Bevestig het serienummer van de
insulinepomp op het andere apparaat,
zodra dit op de display wordt
weergegeven.
man_06455298001_D_nl.indb 100 04.05.2016 11:39:21
8
101
7 8
6
54
Beide apparaten geven vervolgens een
code op de display weer.
Druk, als de codes op beide apparaten
identiek zijn op o om dit te bevestigen.
Terwijl het andere apparaat een
bevestiging stuurt, geeft de insulinepomp
de displayweergave Apparaat toevoegen
weer.
Even geduld, a.u.b.
De insulinepomp geeft de display-
weergave Apparaat toevoegen weer,
terwijl met de koppeling wordt
verdergegaan.
Even geduld, a.u.b.
De insulinepomp geeft de
displayweergave Koppeling geslaagd
weer.
Druk op o om dit te bevestigen.
Voordat de apparaten met het
communiceren kunnen beginnen, moet
de display van de insulinepomp worden
uitgeschakeld.
Druk op o om dit te bevestigen.
man_06455298001_D_nl.indb 101 04.05.2016 11:39:22
102
Opmerking
Als de koppeling om een of andere reden niet succesvol
was, geeft de insulinepomp de displayweergave
Verbinding mislukt weer.
Probeer het opnieuw, bij voorkeur in een
minder drukke omgeving en met nieuwe
batterijen.
man_06455298001_D_nl.indb 102 04.05.2016 11:39:22
8
103
8.2.5 Een apparaat uit de lijst verwijderen
Als u een apparaat uit de lijst verwijdert, wordt de koppeling
tussen de insulinepomp en dit apparaat verbroken. De
insulinepomp kan niet langer d.m.v. de Bluetooth draadloze
technologie met dit apparaat communiceren.
Als u toch wilt dat dit apparaat met uw insulinepomp kan
communiceren, moet u de insulinepomp opnieuw met het
apparaat koppelen, zoals eerder in dit hoofdstuk is beschreven.
Zie hoofdstuk8.2.4, pagina100.
1
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Communicatie te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
2
Het menu Communicatie verschijnt.
Druk op z om naar Apparaat verwijderen
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Apparaat verwijderen
verschijnt.
Druk op x of z om naar het apparaat,
dat u uit de lijst wilt verwijderen, te gaan.
Druk op o om dit te bevestigen.
man_06455298001_D_nl.indb 103 04.05.2016 11:39:23
104
8.3 Apparaat-instellingen
De Apparaat-instellingen bieden een groot aantal opties om uw
insulinepomp aan uw persoonlijke voorkeuren aan te passen,
zodat deze zo goed mogelijk in overeenstemming is met uw
dagelijkse behoeften.
U kunt aanpassingen maken van:
Instellingen
modus
Afstemmen van de instellingen van
Normaal, Zacht, Trilling en Hard op uw
persoonlijke wensen.
Gebruikers-
profiel
Selecteren van Expressief of Verminderd.
Toets-
blokkering
Bij gebruik van de toetsblokkering
worden de toetsen aan de voorzijde van
uw insulinepomp uitgeschakeld, zodat
deze niet per ongeluk kunnen worden
ingedrukt.
Taal De door u gewenste taal selecteren.
Display
De weergave van de display op uw
persoonlijke wensen afstemmen.
man_06455298001_D_nl.indb 104 04.05.2016 11:39:23
8
105
8.3.1 Uw Instellingen modus op uw persoon
afstemmen
Voor alle Signaalmodi kunt u het geluidsniveau van het
akoestische signaal aanpassen en selecteren of u wilt, dat uw
insulinepomp een akoestisch signaal, een trilsignaal of beide
tegelijkertijd afgeeft, als er een gebeurtenis (waarschuwing,
herinnering, foutmelding, onderhoudsmelding) wordt
weergegeven.
Het is ook mogelijk om de signalen van waarschuwingen voor
een gespecificeerde tijdsperiode uit te stellen.
Omdat foutmeldingen en onderhoudsmeldingen uw onmiddellijke
aandacht behoeven, kunnen deze signalen van gebeurtenissen
niet worden uitgesteld. Daarnaast wordt het akoestische signaal
van de door u ingestelde herinneringen ook niet uitgeschakeld.
man_06455298001_D_nl.indb 105 04.05.2016 11:39:23
106
1 2
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op o om Instellingen modus te
selecteren.
De displayweergave Normaal, Zacht,
Trilling of Hard verschijnt.
Druk op o om Volume te selecteren.
4
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
5
De displayweergave Volume verschijnt.
Druk op x of z om het gewenste
geluidsniveau te selecteren.
Druk op o om dit te bevestigen.
Het geluidsniveau van een modus aanpassen
3
Het menu Instellingen modus verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Normaal, Zacht, Trilling of Hard te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
man_06455298001_D_nl.indb 106 04.05.2016 11:39:23
8
107
1 2
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op o om Instellingen modus te
selecteren.
De displayweergave Normaal, Zacht,
Trilling of Hard verschijnt.
Druk op z om naar Signaal te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
4
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
5
De displayweergave Signaal verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Geluid, Trilling of Geluid en trilling te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het signaal voor herinneringen, waarschuwingen, onderhoudsmeldingen en foutmeldingen selecteren
3
Het menu Instellingen modus verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Normaal, Zacht, Trilling of Hard te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
man_06455298001_D_nl.indb 107 04.05.2016 11:39:24
108
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op o om Instellingen modus te
selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Instellen van Signaal uitstellen
Het is mogelijk om de signalen van waarschuwingen voor alle
modi voor een gespecificeerde tijdsperiode uit te stellen.
Omdat foutmeldingen en onderhoudsmeldingen uw onmiddellijke
aandacht behoeven, kunnen deze signalen van gebeurtenissen
echter niet worden uitgesteld.
Ook het akoestische signaal van de door u ingestelde
herinneringen wordt niet uitgeschakeld.
Het menu Instellingen modus verschijnt.
Druk op x of z om naar Normaal,
Trilling, Zacht of Hard te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
1 2 3
man_06455298001_D_nl.indb 108 04.05.2016 11:39:24
8
109
4 5
De displayweergave Signaal uitstellen
verschijnt, waarin de starttijd is
gemarkeerd.
Druk op x of z om de starttijd in te
stellen.
Druk op o.
De displayweergave Signaal uitstellen /
Status verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Uit,
Eenmalig of Herhalen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
7
De displayweergave Normaal, Zacht,
Trilling of Hard verschijnt.
Druk op z om naar Signaal uitstellen te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
6
De eindtijd wordt gemarkeerd.
Druk op x of z om de eindtijd in te
stellen.
Druk op o.
Wanneer ingesteld op Eenmalig, wordt het signaal slechts
eenmaal uitgesteld. Wanneer ingesteld op Herhalen, wordt het
signaal iedere dag gedurende de gespecificeerde tijd uitgesteld.
Als de tijd van de uitstelling is verstreken, wordt de uitgestelde
waarschuwing weergegeven.
man_06455298001_D_nl.indb 109 04.05.2016 11:39:25
110
8.3.2 Het gebruikersprofiel selecteren
In het gebruikersprofiel Expressief zijn de bladerfuncties op de
insulinepomp uitgeschakeld, waardoor alle waarden uitsluitend in
afzonderlijke stappen kunnen worden ingesteld. Daarnaast
helpen geluidspatronen u om te controleren of u een waarde
correct heeft ingevoerd. Dit kan nuttig zijn als u visueel
gehandicapt bent. Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de binnenzijde
van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing).
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Gebruikersprofiel te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Gebruikersprofiel
verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Standaard, Expressief of Verminderd te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het gebruikersprofiel selecteren
In het gebruikersprofiel Verminderd worden alle akoestische
signalen één octaaf lager weergegeven. Dit kan nuttig zijn als u
slechthorend bent.
1 2 3
man_06455298001_D_nl.indb 110 04.05.2016 11:39:25
8
111
8.3.3 Aanpassen van de toetsblokkering
De functie toetsblokkering blokkeert automatisch de toetsen o,
x en z aan de voorzijde van de insulinepomp, als u een van
deze toetsen niet gedurende een gespecificeerde tijdsduur heeft
ingedrukt. Dit helpt een onbedoelde bediening van de
insulinepomp te voorkomen, als er onbedoeld op toets o, x of
z is gedrukt (bijvoorbeeld als u uw insulinepomp onder uw
kleding draagt of als een toets door een voorwerp in uw zak
wordt aangeraakt). De toetsblokkering is van fabriekswege
ingeschakeld. De toetsblokkering vergrendelt de Snelle
bolus-toetsen q niet. De Snelle bolus-toetsen q blijven
actief, zelfs als de toetsblokkering voor de toetsen aan de
voorzijde is ingeschakeld.
In deze paragraaf leert u hoe u de tijdsduur, voordat de toetsen
automatisch worden geblokkeerd, in moet stellen. Het is in het
menu Apparaat-instellingen mogelijk om een tijd tussen 4 en
60seconden in te stellen. Opmerking: Als de tijdsduur op
meer dan 10 seconden is ingesteld, is het risico dat de
insulinepomp per ongeluk wordt bediend verhoogd. Het
aftellen van deze tijd tot het blokkeren start zodra de
insulinepomp naar de displayweergave Status terugkeert.
Opmerking
Als u zich in de displayweergave Status
bevindt en langer dan 10 seconden niet op
toets o, x of z heeft gedrukt, worden
deze toetsen geblokkeerd.
Druk binnen 1 seconde op de volgende
toetsen om de toetsen aan de voorzijde te
deblokkeren om verder te gaan met het instellen van uw
insulinepomp: een van de toetsen q,
hierna x en vervolgens z of een van de
toetsen q, hierna z en vervolgens x.
w WAARSCHUWING
Onopgemerkte uitschakeling van de toetsblokkering of
inschakeling van de Snelle bolus-functie leidt mogelijk tot
onbedoelde acties van de pomp. Dit kan ertoe leiden dat er te
veel of te weinig insuline wordt toegediend, met potentieel
ernstige gevolgen voor uw gezondheid, zoals hyperglykemie
of hypoglykemie.
man_06455298001_D_nl.indb 111 04.05.2016 11:39:26
112
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Toetsblokkering te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Toetsblokkering
verschijnt.
Druk op x of z om de actuele waarde in
het gewenste aantal seconden te
wijzigen.
Druk op o om dit te bevestigen.
De toetsblokkering aanpassen
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
1 2 3
BELANGRIJKE INFORMATIE
j Zorg ervoor dat de toetsen aan de voorzijde van de pomp en de Snelle bolus-toetsen niet per ongeluk kunnen worden ingedrukt,
in het bijzonder wanneer u uw pomp in een zak van uw kleding of onder uw kleding draagt. U kunt uw pomp in een beschermhoes
dragen.
j Ouders, wettelijke vertegenwoordigers en zorgverleners dienen kinderen onder hun hoede te adviseren niet met de pomptoetsen
te spelen om onbedoelde bediening van de pomp te voorkomen.
j Patiënten dienen ervoor te zorgen dat ze de tijd waarna de functie toetsblokkering wordt ingeschakeld aanpassen op hun
individuele behoeften. Wij adviseren het minimum tijdsinterval van 4 seconden, met name voor kinderen.
j Voor pediatrische patiënten of patiënten, die bezorgd zijn dat ze de Snelle bolus-functie onbedoeld activeren, is de minimale
instelling van 0,1 eenheden de aanbevolen instelling van de bolusstappen voor snelle bolus.
j De Snelle bolus-functie kan met de Accu-Chek 360°-configuratiesoftware worden ingeschakeld of uitgeschakeld. De functie
Snelle bolus is van fabriekswege uitgeschakeld.
man_06455298001_D_nl.indb 112 04.05.2016 11:39:26
8
113
8.3.4 De taal selecteren
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Taal te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Taal verschijnt.
Druk op x of z om naar de gewenste
taal te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
1 2 3
man_06455298001_D_nl.indb 113 04.05.2016 11:39:26
114
1
De helderheid aanpassen
8.3.5 Aanpassen van de display
U kunt de helderheid, kleur van de achtergrond en oriëntatie van
de display van uw insulinepomp aan uw eigen voorkeuren
aanpassen om u te helpen de display onder verschillende
condities af te lezen.
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Display te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om naar Apparaat-
instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Display verschijnt.
Druk op o om Helderheid te selecteren.
De displayweergave Helderheid
verschijnt.
Druk op x of z om de helderheid naar
wens aan te passen.
Druk op o om dit te bevestigen.
2 3 4
man_06455298001_D_nl.indb 114 04.05.2016 11:39:27
8
115
De oriëntatie wijzigen
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Display te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Display verschijnt.
Druk op z om naar Oriëntatie te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
4
De displayweergave Oriëntatie verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Standaard of Omgedraaid te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Zolang de display van de insulinepomp is overgeschakeld naar
Omgedraaid, zijn de functies van de toetsen x en z ook
omgedraaid.
1 2 3
man_06455298001_D_nl.indb 115 04.05.2016 11:39:27
116
De kleur van de achtergrond wijzigen
Het menu Apparaat-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Display te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Apparaat-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Display verschijnt.
Druk op z om naar Kleur achtergrond te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Kleur achtergrond
verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar
Donker of Licht te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
5
De displayweergave Status verschijnt in
de gewijzigde kleur van de achtergrond.
4
1 2 3
man_06455298001_D_nl.indb 116 04.05.2016 11:39:28
8
117
8.4 Therapie-instellingen
Met de Therapie-instellingen kunt u uw insulinepomp met
betrekking tot uw insulinebehoefte afstemmen op uw persoon.
w WAARSCHUWING
Het is essentieel, dat u de correcte therapie-instellingen
gebruikt. Anders kan de verkeerde hoeveelheid insuline
worden toegediend, hetgeen kan leiden tot het risico van een
hypoglykemie of een hyperglykemie. De Therapie-instellingen
dienen door uw zorgverleners te worden aangeleverd en u
dient dit met hun te bespreken, voordat u enige wijzigingen
aanbrengt.
U kunt het volgende aanpassen:
Automatisch
uit
De tijd instellen voor Onderhoud M23:
Automatisch uit.
Bolus-
instellingen
De stappen van de snelle bolus, de
toedieningssnelheid, de maximum
bolushoeveelheid en de instelling van de
uitsteltijd instellen.
Instellingen
infusieset
De vulhoeveelheid van de slang en de
canule van de infusieset instellen.
Niveau
ampulwaar-
schuwing
De hoeveelheid instellen voor
Waarschuwing W31: Ampul bijna leeg.
man_06455298001_D_nl.indb 117 04.05.2016 11:39:28
118
1
Het menu Therapie-instellingen
verschijnt.
Druk op o om Automatisch uit te
selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Therapie-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Automatisch uit
verschijnt.
Druk op x of z om van de actuele
waarde naar het gewenste aantal uren
over te schakelen.
Druk op o om dit te bevestigen.
8.4.1 De functie Automatisch uit aanpassen
De functie Automatisch uit is een veiligheidsfunctie voor
noodsituaties. De functie activeert de onderhoudsmelding M23:
Automatisch uit en stopt de insulinestroom, als u geen toets op
uw insulinepomp aanraakt of als u gedurende het geselecteerde
aantal uren geen communicatie d.m.v. Bluetooth draadloze
technologie met uw insulinepomp heeft gehad.
De fabrieksinstelling van Automatisch uit is ingesteld op 0 h,
hetgeen betekent dat de functie is uitgeschakeld.
2 3 4
man_06455298001_D_nl.indb 118 04.05.2016 11:39:29
8
119
Reageren op de onderhoudsmelding M23: Automatisch uit
1 2
Deblokkeer de toetsblokkering, als de
toetsen zijn geblokkeerd. Zie
hoofdstuk8.3.3, pagina111.
Druk nogmaals op o om de melding te
bevestigen. Start de insulinetoediening
opnieuw of onderneem andere benodigde
actie.
Druk, als de onderhoudsmelding wordt
weergegeven, op o om de signalen van
de onderhoudsmelding uit te schakelen.
Opmerking
Het wordt ten zeerste aanbevolen
om uw bloedglucosespiegel na de
weergave van een
onderhoudsmelding M23 te
controleren.
man_06455298001_D_nl.indb 119 04.05.2016 11:39:29
120
8.4.2 Uw bolusinstellingen aanpassen
Met de Bolusinstellingen kunt u uw insulinepomp met betrekking
tot uw behoefte aan bolusinsuline afstemmen op uw persoon.
U kunt het volgende aanpassen:
j de bolusstappen van de snelle bolus
j de toedieningssnelheid
j de maximale bolushoeveelheid
j de instelling van de uitsteltijd
w WAARSCHUWING
Het is essentieel, dat u de juiste bolusstappen van de snelle
bolus gebruikt. Anders kan dit ertoe leiden dat er te veel of te
weinig insuline wordt toegediend, met potentieel ernstige
gevolgen voor uw gezondheid, zoals hyperglykemie of
hypoglykemie.
man_06455298001_D_nl.indb 120 04.05.2016 11:39:29
8
121
Het menu Therapie-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Bolusinstellingen te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Therapie-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Bolusinstellingen verschijnt.
Druk op o om Bolusstappen snelle
bolus te selecteren.
De displayweergave Bolusstappen snelle
bolus verschijnt.
Druk op x of z om de gewenste waarde
van de bolusstap in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
De bolusstappen van de snelle bolus aanpassen
Een bolusstap van de snelle bolus is het aantal eenheden
insuline, dat wordt ingesteld door in de functie Snelle bolus op
q te drukken. U kunt 0,1, 0,2, 0,5, 1,0 of 2,0 eenheden per
toetsdruk instellen.
Zie hoofdstuk4.2, pagina57.
4
1
2 3
man_06455298001_D_nl.indb 121 04.05.2016 11:39:29
122
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Therapie-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Therapie-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Bolusinstellingen te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Bolusinstellingen verschijnt.
Druk op z om naar Toedieningssnelheid
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Aanpassen van de toedieningssnelheid
Voor meer comfort tijdens de insulinetoediening kunt u de
toedieningssnelheid aanpassen. Een standaard
Toedieningssnelheid maakt de bolustoediening zeer snel. Een
lage Toedieningssnelheid kan geriefelijker zijn, als u grote
bolushoeveelheden nodig heeft en/of als u pijn voelt of er insuline
uit de infusieplaats lekt tijdens de bolustoediening.
U kunt de toedieningssnelheid instellen op:
j Zeer langzaam (3 U/min)
j Langzaam (6 U/min)
j Gemiddeld (9 U/min)
j Standaard (12 U/min)
1 2
3
man_06455298001_D_nl.indb 122 04.05.2016 11:39:30
8
123
De displayweergave Toedieningssnelheid
verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Zeer
langzaam, Langzaam, Gemiddeld of
Standaard te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
4
man_06455298001_D_nl.indb 123 04.05.2016 11:39:30
124
De maximale bolushoeveelheid aanpassen
Met de functie Max. bolushoeveelheid kunt u de
bolushoeveelheid, die kan worden ingesteld, beperken. Dit helpt
onbedoelde overdosering van insuline voorkomen.
Het menu Therapie-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Bolusinstellingen te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om naar Therapie-
instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Bolusinstellingen verschijnt.
Druk op z om naar Max.bolushoeveelheid
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Max.
bolushoeveelheid verschijnt.
Druk op x of z om de gewenste
maximale bolushoeveelheid in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
1
2 3 4
man_06455298001_D_nl.indb 124 04.05.2016 11:39:31
8
125
1
De instelling van de uitsteltijd aanpassen
In sommige situaties (b.v. gastroparese (vertraagde
maagontleding)) kan het zinvol zijn een bolus te starten nadat u
bent begonnen met eten. Met de Instelling uitsteltijd kunt u een
vertraging tussen de instelling van een bolus en de
daadwerkelijke start van de bolustoediening specificeren.
Bespreek het gebruik van de Instelling uitsteltijd met uw
behandelteam.
Het menu Therapie-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Bolusinstellingen te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om naar Therapie-
instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Het menu Bolusinstellingen verschijnt.
Druk op z om naar Instelling uitsteltijd te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Instelling uitsteltijd
verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar Aan
of Uit te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
2 3 4
man_06455298001_D_nl.indb 125 04.05.2016 11:39:31
126
Opmerking
Instellen van de uitsteltijd
Met Instelling uitsteltijd ingeschakeld, kunt u telkens als u
een nieuwe bolus instelt een uitsteltijd instellen.
Na het instellen van de bolushoeveelheid (standaardbolus)
of de vertraagde duur (vertraagde- of multiwave-bolus)
verschijnt de displayweergave Stel uitsteltijd in:
Druk op x of z om de uitsteltijd in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
Het instellen van de bolus gaat vervolgens verder zoals
gebruikelijk.
De bolustoediening start nadat de
uitsteltijd is verstreken.
man_06455298001_D_nl.indb 126 04.05.2016 11:39:31
8
127
1
8.4.3 De instellingen van de infusieset aanpassen
Met de Instellingen infusieset kunt u de vulhoeveelheid van de
slang en de canule van uw infusieset aanpassen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de infusieset voor de juiste
vulhoeveelheid van de infusieset.
Het menu Therapie-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Instellingen infusieset
te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om naar Therapie-
instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Stel vulhoeveelheid
slang in verschijnt.
Druk op x of z om de vulhoeveelheid
van de slang in te stellen.
Druk op o.
De displayweergave Stel vulhoeveelheid
canule in verschijnt.
Druk op x of z om de vulhoeveelheid
van de canule in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
2 3 4
man_06455298001_D_nl.indb 127 04.05.2016 11:39:32
128
8.4.4 Het niveau van de ampulwaarschuwing
aanpassen
Als de hoeveelheid insuline in de ampul van uw insulinepomp
bijna op is, activeert uw insulinepomp een Waarschuwing W31:
Ampul bijna leeg om u eraan te herinneren, dat u de ampul
binnenkort moet vervangen.
U kunt het in uw ampul resterende aantal eenheden insuline
specificeren, dat de waarschuwing activeert.
1
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Therapie-instellingen te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
2
Het menu Therapie-instellingen
verschijnt.
Druk op z om naar Niveau
ampulwaarschuwing te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Niveau
ampulwaarschuwing verschijnt.
Druk op x of z om de hoeveelheid voor
de waarschuwing in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
man_06455298001_D_nl.indb 128 04.05.2016 11:39:32
8
129
1
8.5 Instellen van tijd en datum
w WAARSCHUWING
Het is essentieel, dat u de correcte tijd en datum op uw
insulinepomp instelt, inclusief am en pm voor de 12-uurs
weergave. Anders krijgt u niet de juiste hoeveelheid insuline
op de juiste tijd.
Druk in het menu Instellingen op z om naar Tijd en datum te
gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
De displayweergave Tijd en datum
verschijnt.
Druk op o om Tijd te selecteren.
De displayweergave Tijd verschijnt,
waarin het veld van de uren is
gemarkeerd.
Druk op x of z om de uren in te stellen.
Druk op o.
Het veld van de minuten is gemarkeerd.
Druk op x of z om de minuten in te
stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
Instellen van de tijd
2 3 4
man_06455298001_D_nl.indb 129 04.05.2016 11:39:33
130
Instellen van de datum
1 2
De displayweergave Tijd en datum
verschijnt.
Druk op z om naar Datum te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Tijd en datum te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Datum verschijnt,
waarin het veld van het jaar is
gemarkeerd.
Druk op x of z om het jaar in te stellen.
Druk op o.
4
Het veld van de maand is gemarkeerd.
Druk op x of z om de maand in te
stellen.
Druk op o.
5
Het veld van de dag is gemarkeerd.
Druk op x of z om de dag in te stellen.
Druk op o om dit te bevestigen.
man_06455298001_D_nl.indb 130 04.05.2016 11:39:33
8
131
Aanpassen van de tijdweergave
U kunt kiezen of de tijd op de insulinepomp in de
24-uurs weergave of de 12-uurs weergave (met de
toevoegingam of pm) wordt weergegeven.
1 2
De displayweergave Tijd en datum
verschijnt.
Druk op z om naar Tijdweergave te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
Druk in het menu Instellingen op z om
naar Tijd en datum te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
3
De displayweergave Tijdweergave
verschijnt.
Druk op x of z om naar wens naar 24 u
of 12 u te gaan.
Druk op o om dit te selecteren.
man_06455298001_D_nl.indb 131 04.05.2016 11:39:34
132
man_06455298001_D_nl.indb 132 04.05.2016 11:39:34
9
133
9 Onderhoud van uw insulinepomp
9.1 Inspectie van uw insulinepomp
Om een nauwkeurige insulinetoediening te kunnen waarborgen,
dient u de insulinepomp op de juiste wijze te onderhouden.
Controleer de insulinepomp en de display overdag en voor u gaat
slapen regelmatig, in het bijzonder als u om welke reden dan ook
niet in staat bent om de akoestische signalen te horen of de
trilsignalen te voelen.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Accu-Chek Insight-steriele producten en
Accu-Chek Insight-accessoires, die speciaal zijn ontwikkeld voor
gebruik met uw insulinepomp. U vindt een lijst van lijst van
steriele producten en accessoires in Appendix G: Lijst van
accessoires, page192. Vervang deze producten en gooi ze weg
conform de aanbevelingen van uw arts of behandelteam en volg
de aanwijzingen in bij deze producten geleverde
gebruiksaanwijzingen op.
man_06455298001_D_nl.indb 133 04.05.2016 11:39:34
134
9.2 Schade aan uw insulinepomp
Als de insulinepomp gevallen is, kan deze beschadigd raken en
kan de waterdichte afdichting scheuren. Gebruik het speciaal
voor uw insulinepomp ontwikkelde draagsysteem, dat helpt
voorkomen, dat uw insulinepomp op de grond valt. Raadpleeg de
brochures en catalogi van Accu-Chek-steriele producten en
accessoires voor meer informatie of neem contact op met
Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie achterin aan de
binnenkant van de omslag).
Als u uw insulinepomp heeft laten vallen:
j Controleer of alle aansluitingen van uw infusieset nog goed
vast zitten en sluit deze opnieuw aan of bevestig deze beter,
als dit niet het geval is.
j Controleer uw insulinepomp en de bijbehorende steriele
producten en accessoires op scheurtjes en barsten.
j Vervang de ampul, als deze beschadigd is.
Nadat u deze controles heeft voltooid, moet u de batterij
verwijderen deze opnieuw plaatsen, waardoor de functietest
wordt gestart.
9.3 Reparatie van uw insulinepomp
Voer zelf geen service of reparaties aan uw insulinepomp uit.
Gebruik ook geen smeermiddelen voor het pompmechanisme.
Voor vragen kunt u contact opnemen met Accu-Chek Diabetes
Service van Roche (zie de binnenzijde van de omslag achterin de
gebruiksaanwijzing).
man_06455298001_D_nl.indb 134 04.05.2016 11:39:34
9
135
9.4 Onderhoud van uw insulinepomp
9.4.1 Reiniging van uw insulinepomp
U kunt uw insulinepomp het beste schoonmaken, als u de
ampul vervangt. Gebruik een zachte doek om de buitenkant van
de insulinepomp schoon te maken. Gebruik, indien nodig, een
schone katoenen doek die bevochtigd is met alcohol
(70 % isopropanol of 50 % propanol) en zorg ervoor dat er geen
vloeistof in de insulinepomp binnendringt. Als dit niet tot het
gewenste resultaat leiden, kunt u contact opnemen met
Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de binnenzijde van
de omslag achterin de gebruiksaanwijzing) voor meer informatie.
w WAARSCHUWING
Verwijder altijd de ampul en de adapter. Zorg ervoor, dat uw
insulinepomp zich tijdens het schoonmaken in de PAUZE- of
de STOP-modus bevindt. Druk tijdens het schoonmaken niet
op de toetsen van uw insulinepomp, omdat uw instellingen
hierdoor per ongeluk gewijzigd kunnen worden. Gebruik voor
het schoonmaken geen oplosmiddelen, sterke detergentia,
bleekmiddelen, schuursponsjes of scherpe voorwerpen,
aangezien deze de insulinepomp kunnen beschadigen.
9.4.2 Batterijen
Het is belangrijk, dat u de batterij regelmatig vervangt en dat u
voldoende reservebatterijen beschikbaar heeft. De gebruiksduur
van de batterij is afhankelijk van het gebruik van uw
insulinepomp, uw persoonlijke instellingen, de toegediende
doseringen, de temperatuur en andere factoren. Zie Appendix A:
Technische gegevens, page152 voor de aanbevolen batterijen
en hun respectieve gebruiksduur. Zie hoofdstuk2.1, pagina14
voor aanwijzingen over het vervangen van de batterij.
9.4.3 Deksel van het batterijcompartiment
Om te waarborgen dat uw insulinepomp waterdicht blijft, moet u
de deksel van het batterijcompartiment vervangen als deze
opgebruikt of vuil lijkt, doch ten minste elke 6 maanden.
man_06455298001_D_nl.indb 135 04.05.2016 11:39:34
136
9.5 Bewaren van uw insulinepomp
w WAARSCHUWING
Als u de insulinepomp langere tijd niet gebruikt, dient het
apparaat op de juiste manier te worden bewaard om eventuele
functioneringsproblemen later te voorkomen.
Voor het bewaren van uw insulinepomp, dient u deze in de
STOP-modus te zetten en vervolgens:
j de batterij te verwijderen om de gebruiksduur te verlengen
j de ampul te verwijderen
j de deksel van het batterijcompartiment te plaatsen
j uw insulinepomp in zijn verpakking te bewaren
Bewaarcondities
Temperatuur +5 tot +45 °C
Luchtvochtigheid
20 tot 85 % relatieve
luchtvochtigheid
Atmosferische druk
70 kPa tot 106 kPa
(700 tot 1.060 mbar)
man_06455298001_D_nl.indb 136 04.05.2016 11:39:34
9
137
9.6 Afvalverwijdering: weggooien van
uw insulinepomp
Omdat uw insulinepomp tijdens het gebruik met bloed in contact
kan komen, vormt de insulinepomp een potentieel infectiegevaar.
Als zodanig is de Europese richtlijn 2002/96/EG (richtlijn
betreffende afgedankte elektrische- en elektronische apparatuur
(AEEA)) niet van toepassing en mag de insulinepomp niet met
andere elektronische apparaten worden weggegooid. Als uw
insulinepomp moet worden weggegooid, dient u deze terug te
sturen naar Roche (adres, zie de binnenzijde van de omslag
achterin de gebruiksaanwijzing) voor een professionele
afvalverwijdering.
Ampul, infusieset en accessoires
Voor aanwijzingen over het weggooien van de ampul, infusieset
en accessoires wordt verwezen naar de met het betreffende
product geleverde aanwijzingen.
Batterij
Gooi lege batterijen correct weg, b.v. met het klein chemisch
afval (KCA) of recycle ze conform de hiervoor geldende lokale
voorschriften.
man_06455298001_D_nl.indb 137 04.05.2016 11:39:34
138
man_06455298001_D_nl.indb 138 04.05.2016 11:39:34
10
139
10 Reageren op een pompmelding
Uw insulinepomp helpt u met een groot aantal meldingen en
veiligheidsinformatie bij het beheer van uw diabetes. Het is
essentieel, dat u aandacht besteedt aan deze meldingen en,
indien nodig, hierop actie onderneemt.
Uw insulinepomp geeft deze meldingen weer door middel van
akoestische signalen en trilsignalen. U kunt hetzij de akoestische
signalen, hetzij de trilsignalen uitschakelen, maar voor uw
veiligheid kunt u beide bij het eerste alarmsignaal niet
tegelijkertijd uitschakelen.
man_06455298001_D_nl.indb 139 04.05.2016 11:39:34
140
Uw insulinepomp kan een signaal afgeven voor de volgende
meldingen:
Herinneringen
U kunt een groot aantal Herinneringen
instellen om u te helpen herinneren aan
de taken van uw diabetesbeheer.
Herinneringen stoppen de
insulinetoediening niet.
Waar-
schuwingen
Een Waarschuwing wordt geactiveerd
door de insulinepomp, als uw aandacht
op korte termijn vereist is. Bijvoorbeeld:
als de ampul bijna leeg is, wordt de
Waarschuwing W31: Ampul bijna leeg
gegeven.
Waarschuwingen stoppen de
insulinetoediening niet.
Onder houds-
meldingen
Een Onderhoudsmelding wordt
geactiveerd, als uw onmiddellijke actie
vereist is om het functioneren van de
insulinepomp in stand te houden.
Bijvoorbeeld: als de ampul leeg is, wordt
voor Onderhoudsmelding M21: Ampul
leeg een akoestisch signaal afgegeven.
Nadat er een onderhoudsmelding is
weergegeven, bevindt de insulinepomp
zich in de PAUZE- of de STOP-modus.
Start de insulinetoediening, indien nodig,
opnieuw.
Foutmeldingen
Een Foutmelding geeft aan dat uw
insulinepomp op het moment niet goed
werkt. Na een foutmelding bevindt de
insulinepomp zich in de STOP-modus.
Verderop in dit hoofdstuk zult u leren,
welke acties u moet ondernemen in
reactie op een foutmelding.
Alle meldingen behoren tot de categorie met lage prioriteit
conform EN 60601-1-8:2006.
man_06455298001_D_nl.indb 140 04.05.2016 11:39:34
10
141
Als u een melding niet binnen 60 seconden heeft bevestigd,
wordt deze nogmaals afgegeven. Zelfs als het akoestische
signaal is uitgeschakeld of op een lager dan het maximale
geluidsniveau is ingesteld, zal het geluidsniveau van het
akoestische signaal, als er geen bevestiging wordt gegeven,
toenemen tot het maximum. De akoestische- en trilsignalen
blijven op het maximale niveau, totdat u een bevestiging heeft
gegeven.
Reactie op een herinnering, waarschuwing, onderhoudsmelding of foutmelding
1 2
Deblokkeer de toetsblokkering, als de
toetsen zijn geblokkeerd. Zie
hoofdstuk8.3.3, pagina111.
Druk nogmaals op o om de melding te
bevestigen. Onderneem vervolgens de
benodigde actie.
Als de melding wordt weergegeven, moet
u op o drukken om de signalen uit te
schakelen.
man_06455298001_D_nl.indb 141 04.05.2016 11:39:34
142
10.1 Lijst van herinneringen
In het hoofdstuk over instellingen leert u hoe u Herinneringen kunt gebruiken en instellen. Zie hoofdstuk8.1, pagina91.
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Herinnering
Bolus toedienen Herinnering (1 tot 5):
Herinnert u eraan om, wanneer van toepassing, een bolus toe
te dienen.
Gemiste bolus Herinnering (1 tot 5):
Controleer of u het toedienen van een noodzakelijke bolus heeft
gemist of bent vergeten.
Wekkerfunctie (1 tot 5):
Wakker worden!
Herinnering Vervang infusieset:
Vervang uw infusieset, wanneer van toepassing.
man_06455298001_D_nl.indb 142 04.05.2016 11:39:35
10
143
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Herinnering
Herinnering TBD einde:
Het tijdstip van een ingestelde tijdelijke basale dosering is
verstreken. Controleer of u een nieuwe in moet stellen.
man_06455298001_D_nl.indb 143 04.05.2016 11:39:35
144
10.2 Lijst van waarschuwingen
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Waarschuwing
W31 Ampul bijna leeg:
De ampul in uw insulinepomp is bijna leeg. Zorg ervoor, dat u
een volle ampul klaar heeft liggen.
W32 Batterij bijna leeg:
De batterij in uw insulinepomp is bijna leeg. Zorg ervoor, dat u
een nieuwe batterij bij de hand heeft.
W33 Ongeldige tijd/datum:
Als de insulinepomp meer dan een uur zonder stroom is
geweest, zijn de tijd en de datum mogelijk niet meer juist. Stel
de juiste tijd en datum in.Stel de tijd en datum in. Zie
hoofdstuk8.5, pagina129.
W34 Einde garantie:
De garantieperiode van uw insulinepomp is verstreken. Neem
contact op met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de
binnenzijde van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing) om
de benodigde acties te bespreken.
man_06455298001_D_nl.indb 144 04.05.2016 11:39:36
10
145
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Waarschuwing
W36 TBD geannuleerd:
Een tijdelijke basale dosering is geannuleerd. Controleer of de
annulering gewenst is. Programmeer een nieuwe TBD, indien
noodzakelijk.
W38 Bolus geannuleerd:
Er is een bolus geannuleerd. Controleer of de annulering
gewenst is. Programmeer een nieuwe bolus, indien
noodzakelijk.
W39 Waarschuwing looptijd (uitsluitend voor leenpompen):
De looptijd van uw insulinepomp vervalt binnenkort. Neem
contact op met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de
binnenzijde van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing) om
de benodigde acties te bespreken.
man_06455298001_D_nl.indb 145 04.05.2016 11:39:37
146
10.3 Lijst van onderhoudsmeldingen
Nadat een Onderhoudsmelding is weergegeven, bevindt uw insulinepomp zich in de STOP- of PAUZE-modus en zal deze overschakelen
naar STOP, als u de insulinetoediening niet binnen de eerstvolgende 15 minuten hervat. Start de insulinetoediening, indien van
toepassing, opnieuw.
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Onderhoudsmelding
M20 Ampul niet geplaatst:
Plaats een ampul.
M21 Ampul leeg:
Er bevindt zich geen insuline meer in de ampul. Plaats een
nieuwe ampul.
M22 Batterij leeg:
De batterij in uw insulinepomp is leeg. Plaats een nieuwe
batterij.
man_06455298001_D_nl.indb 146 04.05.2016 11:39:38
10
147
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Onderhoudsmelding
M23 Automatisch uit:
U heeft gedurende de voor Automatisch uit gespecificeerde
tijdsperiode niet op enige pomptoets gedrukt. Zie
hoofdstuk8.4.1, pagina118. Na een onderhoudsmelding M23
bevindt de insulinepomp zich in de STOP-modus.
M24 Verstopping:
De insuline kan niet vrij doorstromen. Vervang de gehele
infusieset. Als de onderhoudsmelding nogmaals wordt
weergegeven, moet u de ampul eveneens vervangen.
M25 Einde looptijd (uitsluitend voor leenpompen):
De looptijd van uw insulinepomp is verstreken. Neem contact
op met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de
binnenzijde van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing) om
de benodigde acties te bespreken. Na een onderhoudsmelding
M25 bevindt de insulinepomp zich in de STOP-modus.
M26 Vervanging ampul niet voltooid:
De procedure van het vervangen van de ampul werd
onderbroken. Voer de vervanging van de ampul opnieuw uit.
man_06455298001_D_nl.indb 147 04.05.2016 11:39:39
148
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Onderhoudsmelding
M27 Downloaden gegevens mislukt:
De gegevensoverdracht naar een computer is onderbroken.
Start het downloaden van de gegevens opnieuw.
M28 Pauzemodus beëindigd:
Uw insulinepomp is meer dan 15 minuten in de PAUZE-modus
geweest en is overgeschakeld naar STOP. TBD en bolussen zijn
geannuleerd. Start de insulinetoediening opnieuw en stel de
TBD en de bolussen opnieuw in, indien van toepassing.
M29 Type batterij niet ingesteld:
Het type batterij is tijdens de opstartprocedure niet ingesteld.
Stel het juiste type batterij in.
M29 Type ampul niet ingesteld:
Het type ampul is tijdens de de procedure voor het vervangen
van de ampul of tijdens opstartprocedure niet ingesteld. Stel
het juiste type ampul in.
man_06455298001_D_nl.indb 148 04.05.2016 11:39:40
10
149
10.4 Lijst van foutmeldingen
Als er een foutmelding wordt weergegeven, heeft de insulinepomp een ernstiger probleem gedetecteerd en bevindt de insulinepomp
zich in de STOP-modus. Als u het probleem na een eerste poging niet op kunt lossen en de foutmelding terug blijft komen, moet u voor
advies contact opnemen met Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de binnenzijde van de omslag achterin de gebruiksaanwijzing)
en, indien nodig, overgaan op een alternatieve insulinebehandeling.
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Foutmelding
E6 Mechanische fout:
Het mechanische systeem van de insulinepomp functioneert
niet goed. Vervang de batterij en de ampul.
E7 Elektronische fout:
Vervang de batterij als deze melding wordt weergegeven. Als
de melding dan nog steeds wordt weergegeven, kunt u het
probleem niet zelf oplossen. Neem voor advies contact op met
Accu-Chek Diabetes Service van Roche (zie de binnenzijde van
de omslag achterin de gebruiksaanwijzing). Ga over op een
alternatieve insulinetherapie.
E10 Fout bij het terugzetten:
De aandrijfstang is tijdens het plaatsen van de ampul niet
correct teruggezet. Vervang de batterij en voer de vervanging
van de ampul opnieuw uit.
man_06455298001_D_nl.indb 149 04.05.2016 11:39:40
150
Druk op o om dit uit te
schakelen
Druk op o om dit te
bevestigen
Foutmelding
E13 Taalfout:
De insulinepomp kan de geselecteerde taal niet langer
weergeven. Vervang deze taal door een andere taal. Als u uw
taal niet kunt selecteren en de andere beschikbare talen niet
kunt lezen, moet u contact opnemen met Accu-Chek Diabetes
Service van Roche (zie de binnenzijde van de omslag achterin
de gebruiksaanwijzing).
man_06455298001_D_nl.indb 150 04.05.2016 11:39:40
151
Appendices
man_06455298001_D_nl.indb 151 04.05.2016 11:39:40
152
Algemene technische gegevens
Maximale afmetingen (zonder adapter)
Circa 84 × 52 × 19 mm
(3,3 × 2,0 × 0,7 inches)
Gewicht
Een lege insulinepomp: ongeveer 99 g
Insulinepomp inclusief ampul, batterij en infusieset: ongeveer 122 g
Behuizing van de Insulinepomp
Tegen schokken, krassen en geneesmiddelen bestendige kunststof, met afgeronde
hoeken
Temperatuurbereik*
Tijdens gebruik: +5 °C tot +40 °C
Tijdens opslag: +5 °C tot +45 °C
Tijdens transport: -20 °C tot +50 °C
Luchtvochtigheid
Tijdens gebruik: 20 % tot 90 % relatieve luchtvochtigheid
Tijdens opslag: 20 % tot 85 % relatieve luchtvochtigheid
Tijdens transport: 20 % tot 95 % relatieve luchtvochtigheid
Appendix A: Technische gegevens
* Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen van de insuline, die u gebruikt, voor meer informatie over de toegestane temperatuurbereiken voor gebruik, bewaring en transport.
man_06455298001_D_nl.indb 152 04.05.2016 11:39:40
A
153
Algemene technische gegevens
Luchtdruk van de barometer
Tijdens gebruik: 55 tot 106 kPa (550 tot 1.060 mbar)
Tijdens opslag in transportverpakking: 70 tot 106 kPa (700 tot 1.060 mbar)
Tijdens transport: 50 tot 106 kPa (500 tot 1.060 mbar)
Stroomvoorziening
Eén 1,5 V AAA Alkaline (LR03)- of Lithium (FR03)-batterij. Gebruik alleen lithiumbatterijen
die voldoen aan IEC 60086-4. De batterijen dienen een minimum capaciteit van
1.200 mAh te hebben. Gebruik geen zinkkoolbatterijen of oplaadbare (NiCd/NiMH)
batterijen.
Gebruiksduur van de batterij
Bij gewoon gebruik (50 U/dag met U100-insuline; omgevingstemperatuur +23 °C ±2 °C
bij minimale/gemiddelde/maximale basale dosering), is de gebruiksduur van de batterij
ongeveer:
Alkaline (1200 mAh): ten minste 10 dagen met Bluetooth uit
Lithium (1200 mAh): ten minste 36 dagen met Bluetooth uit
Alkaline (1200 mAh): ten minste 9 dagen met Bluetooth aan
Lithium (1200 mAh): ten minste 35 dagen met Bluetooth aan
Tijdsduur gegevensopslag
De tijd en de datum worden tot ongeveer 10 uren na het verwijderen van de batterij veilig
opgeslagen in het geheugen. Andere insulinepompinstellingen (bijvoorbeeld de basale
doseringen per uur, de nog in de ampul aanwezige hoeveelheid insuline, de bolusstappen,
het actieve gebruikersprofiel en de alarminstellingen) en het geheugen van de
gebeurtenissen (zoals het bolusoverzicht, het overzicht van de per dag toegediende
hoeveelheid insuline, het overzicht van de tijdelijke basale doseringen en het
alarmoverzicht) blijven opgeslagen, ongeacht de energietoestand van de batterij of de
tijdsduur, dat de insulinepomp zonder batterij is geweest.
man_06455298001_D_nl.indb 153 04.05.2016 11:39:40
154
Algemene technische gegevens
Basale dosering Min. 0,02 U/h, max. 25 U/h.
Bolus
De maximale bolushoeveelheid per toediening bedraagt 50 eenheden insuline. De
bolushoeveelheid voor de Snelle bolus kan worden aangepast in stappen van 0,1; 0,2; 0,5;
1,0 en 2,0 eenheden. Voor de standaardbolus, vertraagde bolus en de multiwave-bolus
kan de hoeveelheid in stappen van 0,05 eenheden worden aangepast. De duur van de
vertraagde bolus en van de multiwave-bolus kan worden aangepast in intervallen van
15 minuten tot maximaal 24 uren.
Tijdelijke basale dosering
Kan in stappen van 10 % worden aangepast, 0–90 % voor verlagingen, 110–250 % voor
verhogingen. De duur kan in intervallen van 15 minuten worden aangepast tot maximaal
24 uren. De laatst ingestelde duur wordt standaard ingesteld voor de volgende instelling
van een wijziging van de tijdelijke basale dosering.
Snelheid van de bolustoediening zeer langzaam = 3 U/min, langzaam = 6 U/min, gemiddeld = 9 U/min, standaard = 12 U/min
Vulsnelheid 12 U/min
Geluidsdruk
Naast een voelbare kennisgeving genereert de pomp een gemiddelde geluidsdruk van ten
minste 45 dB.
man_06455298001_D_nl.indb 154 04.05.2016 11:39:41
A
155
Algemene technische gegevens
Melding M24: VERSTOPPING
Maximale tijd tussen verstopping en melding
Type ampul Zelf gevuld Fabrieksmatig gevuld
Basale dosering 1,0 U/h 2:10 h 3:10 h
Basale dosering 0,02 U/h* 220 h 280 h
Maximaal volume voor onderhouds-
melding M24: VERSTOPPING**
Zelf gevulde ampullen: 1,0 U
Fabrieksmatig gevulde ampullen: 2,0 U
Alarmdrempel voor maximale
verstopping in het systeem
330 kPa (3,3 bar)
Maximum druk 350 kPa (3,5 bar)
Minimale openingsdruk
ventilatieopening adapter
0,65 bar
Stroomsnelheid (toedieningsnelheid) Variabel
Maximaal toegediende hoeveelheid als
zich één fout voordoet
≤0,8 U
Ampul
Zelf gevulde 2,0 ml Accu-Chek Insight-insulinepompampul
Fabrieksmatig gevulde 1,6 ml NovoRapid
®
PumpCart
®
(controleer de beschikbaarheid in
uw land op www.novonordisk.com of vraag Accu-Chek Diabetes Service van Roche)
* De maximale tijd wordt aangegeven met 144 h voor fabrieksmatig gevulde en zelf gevulde ampullen, omdat dit het aanbevolen interval voor het vervangen van
infusiesets is.
** Deze waarden zijn bepaald door middel van meetmethoden conform IEC 60601-2-24:2012.
man_06455298001_D_nl.indb 155 04.05.2016 11:39:41
156
Algemene technische gegevens
Infusiesets Toegepast onderdeel: De Accu-Chek Insight-infusiesets met een eigen aansluiting.
Afstandsbediening en
gegevensoverdracht
Bluetooth draadloze technologie, ISM 2,4 GHz communicatiekanaal
Veiligheid
Het veiligheidsconcept is gebaseerd op een controlesysteem, dat bestaat uit twee
microprocessors en een toezichthoudende microprocessor (toezichthoudend systeem).
Het controlesysteem is gebaseerd op een tweekanaals-softwarearchitectuur, die alle
veiligheidsrelevante functies tweemaal uitvoert.
Als er in het controlesysteem een defect of storing optreedt, wordt dit door de
toezichthoudende processor waargenomen en omgekeerd is dit ook het geval. Als er zich
bijvoorbeeld een overdosering voordoet, wordt de motor automatisch uitgeschakeld en
wordt Fout E7: Elektronische fout weergegeven.
Het controlesysteem en het toezichthoudende systeem zorgen bij foutmelding E7 voor de
afgifte van akoestische signalen (pieptonen) en voelbare signalen (trillingen). Daarnaast
geeft het controlesysteem het specifieke nummer van foutmelding E7 op de display van
de insulinepomp weer.
De motor is ook een belangrijk onderdeel van de beveiliging, aangezien de combinatie van
de controle- en toezichthoudende processors en een motor zonder koolborstels borg staat
voor een optimaal betrouwbare en nauwkeurige insulinetoediening.
IPX8
Beschermd tegen de gevolgen van een tijdelijke onderdompeling in water onder
gestandaardiseerde omstandigheden (tot 60 minuten en 1,3 meter diepte).
man_06455298001_D_nl.indb 156 04.05.2016 11:39:41
A
157
Technische normen
Tabel 201: Elektromagnetische emissie
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische emissie
De Accu-Chek Insight-insulinepomp is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder omschreven. De
klant of de gebruiker van de Accu-Chek Insight-insulinepomp moet ervoor zorgen, dat de insulinepomp in een dergelijke omgeving
wordt gebruikt.
Emissietest Voldoet aan Elektromagnetische omgeving – richtlijnen
RF-emissie
CISPR 11
Groep 1
De Accu-Chek Insight-insulinepomp moet elektromagnetische
energie uitstralen om zijn functie uit te kunnen voeren. In zeldzame
gevallen kan de werking van elektronische apparatuur in de nabije
omgeving hierdoor worden beïnvloed.
RF-emissie
CISPR 11
Klasse B
De Accu-Chek Insight-insulinepomp is geschikt voor gebruik in alle
etablissementen, waaronder woonetablissementen en
etablissementen, die rechtstreeks zijn aangesloten op het
openbare elektriciteitsnet, dat gebouwen, die worden gebruikt voor
woondoeleinden, van stroom voorziet.
Harmonische emissie
IEC 61000-3-2
Niet van toepassing
Spanningsfluctuaties /
flikkerende emissies
IEC 61000-3-3
Niet van toepassing
man_06455298001_D_nl.indb 157 04.05.2016 11:39:41
158
Tabel 202: Elektrostatische ontlading en magnetische velden bij netfrequentie (alle apparaten)
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische storings(on)gevoeligheid
De Accu-Chek Insight-insulinepomp is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder omschreven. De
klant of de gebruiker van de Accu-Chek Insight-insulinepomp moet ervoor zorgen, dat de insulinepomp in een dergelijke omgeving
wordt gebruikt.
Norm storings(on)
gevoeligheidstest
IEC 60601-testniveau*
Niveau van
overeenstemming
Elektromagnetische omgeving – richtlijnen
Elektrostatische
ontlading
IEC 61000-4-2
±8 kV contact
±15 kV lucht
±8 kV contact
±15 kV lucht
De vloer dient van hout, beton of bedekt met
keramische plavuizen te zijn. Als er vloerbedekking
van synthetische materialen is aangebracht, moet
de relatieve luchtvochtigheid ten minste 30 % zijn.
Elektrische snelle puls/piek
IEC 61000-4-4
±2 kV voor elektrische
leidingen
Niet van toepassing
Stroomstoot
IEC 61000-4-5
±1 kV lijn tot lijn
±2 kV lijn naar aarde
Niet van toepassing
Korte spanningsverlaging,
korte onderbrekingen en
spanningsfluctuatie op
elektrische leidingen
IEC 61000-4-11
<5 % UT (0,5 cyclus)
40 % UT (5 cycli)
70 % UT (25 cycli)
<5 % UT gedurende 5s
Niet van toepassing
Opmerking:UT is de wisselstroom van het elektriciteitsnet voor toepassing van het testniveau.
man_06455298001_D_nl.indb 158 04.05.2016 11:39:41
A
159
* Testniveaus conform IEC 60601-1-2:2014
Norm storings(on)
gevoeligheidstest
IEC 60601-testniveau*
Niveau van
overeenstemming
Elektromagnetische omgeving – richtlijnen
Magnetisch veld bij een
netfrequentie
van (50 / 60 Hz)
IEC 61000-4-8
30 A/m 400 A/m
Magnetische velden bij netfrequentie moeten een
niveau hebben als in bedrijven en ziekenhuizen
gebruikelijk is.
man_06455298001_D_nl.indb 159 04.05.2016 11:39:41
160
Tabel 203: Storings(on)gevoeligheid voor elektromagnetische velden (levensfunctieondersteunende apparatuur)
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische storings(on)gevoeligheid
De Accu-Chek Insight-insulinepomp is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder omschreven. De klant of
de gebruiker van de Accu-Chek Insight-insulinepomp moet ervoor zorgen, dat de insulinepomp in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Elektromagnetische omgeving – richtlijnen
Bij het gebruik van draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur dient de aanbevolen afstand ten opzichte van de Accu-Chek
Insight-insulinepomp, met inbegrip van de kabels, in acht te worden genomen. Deze afstand wordt berekend met de vergelijking,
die van toepassing is op de frequentie van het zendapparaat.
Norm storings(on)
gevoeligheidstest
IEC 60601-testniveau*
Niveau van
overeenstemming
Elektromagnetische omgeving – richtlijnen
a)
Geleide RF
IEC 61000-4-6
3 Vrms
150 kHz tot 80 MHz
V1 = 10 Vrms 150 kHz
tot 80 MHz
d = 1,2
P 150 kHz tot 80 MHz
RF-straling
IEC 61000-4-3
10 V/m
80 MHz tot 800 MHz
E1 = 10 V/m 80 MHz
tot 800 MHz
d = 1,2
P 80 MHz tot 800 MHz
RF-straling
IEC 61000-4-3
10 V/m
800 MHz tot 2,5 GHz
b)
E2a = 2 V/m voor
2,3 GHz tot
2,5 GHz
c)
E2b = 10 V/m voor
800 MHz tot
2,3 GHz en
2,5 GHz tot
2,7 GHz
d = 11,7
P 2,3 GHz tot 2,5 GHz
db = 2,3
P 800 MHz tot 2,3 GHz en
2,5 GHz tot 2,7 GHz
man_06455298001_D_nl.indb 160 04.05.2016 11:39:41
A
161
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische storings(on)gevoeligheid
Hierbij is P het maximale uitgangsvermogen van het zendapparaat in Watt (W) volgens de fabrikant van het zendapparaat en de
aanbevolen afstand in meters (m).
De veldsterkten van vaste RF-zendapparatuur, bepaald in een onderzoek naar elektromagnetische locaties,
d)
dienen lager te zijn dan
het niveau van overeenstemming voor ieder frequentiebereik.
e)
Storingen kunnen optreden in de nabijheid van apparaten, die gemerkt zijn met het volgende symbool:
a ) Van eventueel kortere afstanden buiten de ISM-banden wordt niet verwacht, dat deze een betere toepasbaarheid van deze tabel geven.
b
) Exclusieve band voor het Bluetooth
ISM 2,4 GHz communicatiekanaal
c ) Overeenkomstige band voor de systeemapparatuur
d ) De veldsterkte van vaste zendapparatuur, zoals basisstations voor radiotelefoons (draagbaar / draadloos) en landmobiele radiotelefonie, amateurradio, AM- en
FM-radio-uitzendingen en televisie-uitzendingen kan theoretisch niet nauwkeurig worden voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving van vaste
RF-zendapparatuur te bepalen, moet worden overwogen ter plaatse een elektromagnetisch onderzoek uit te voeren. Indien de gemeten veldsterkte op de locatie,
waar de Accu-Chek Insight-insulinepomp wordt gebruikt, hoger is dan het hierboven aangegeven, van toepassing zijnde RF-overeenstemmingsniveau, moet worden
gecontroleerd of de Accu-Chek Insight-insulinepomp normaal functioneert. Indien een abnormale werking wordt geconstateerd, zijn mogelijk aanvullende
maatregelen nodig, zoals het draaien of verplaatsen van de Accu-Chek Insight-insulinepomp.
e ) Over het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte minder dan 10 V/m zijn.
man_06455298001_D_nl.indb 161 04.05.2016 11:39:41
162
Tabel 205: Aanbevolen afstanden (levensfunctieondersteunende apparatuur)
Aanbevolen afstand tussen draagbare- en mobiele RF-communicatieapparatuur en de Accu-Chek Insight-insulinepomp.
De Accu-Chek Insight-insulinepomp is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving, waarin uitgezonden RF-storingen
kunnen worden beheerst. De klant of de gebruiker van de Accu-Chek Insight-insulinepomp kan elektromagnetische storingen helpen
voorkomen door een minimale afstand in acht te houden tussen draagbare- en mobiele RF-communicatieapparatuur (zendapparaten)
en de Accu-Chek Insight-insulinepomp, conform de hieronder op basis van het maximale uitgangsvermogen van de
communicatieapparatuur gegeven aanbevelingen.
Nominaal maximaal
uitgangsvermogen van
het zendapparaat (W)
Afstand op basis van frequentie van het zendapparaat (m)
150 kHz tot 80 MHz
d = 1,2
P
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,2
P
800 MHz tot 2,3 GHz
2,5 GHz tot 2,7 GHz
db = 2,3
P
2,3 GHz tot 2,5 GHz
da = 11,7
P
0,01 12 cm 12 cm 23 cm 118 cm
0,1 38 cm 38 cm 73 cm 373 cm
1 1,2 m 1,2 m 2,3 m 11,8 m
10 3,8 m 3,8 m 7,3 m 37,3 m
100 12 m 12 m 23 m 118 m
Voor zendapparatuur, waarvoor het maximale uitgangsvermogen hierboven niet wordt weergegeven, kan de aanbevolen afstand d in meters (m) worden geschat met
behulp van de vergelijking, die van toepassing is op de frequentie van het zendapparaat, waarbij P het door de fabrikant van het zendapparaat opgegeven maximale
nominale uitgangsvermogen van het zendapparaat in Watt (W) is.
man_06455298001_D_nl.indb 162 04.05.2016 11:39:41
A
163
Opmerking:Bij 80 MHz en 800 MHz is de afstand voor het
hogere frequentiebereik van toepassing.
Opmerking:Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties
van toepassing. Elektromagnetische voortplanting wordt
beïnvloed door de absorptie en reflectie door structuren, objecten
en mensen.
Opmerking:Bij de berekening van de aanbevolen afstand is een
extra factor van 10/3 gebruikt om de waarschijnlijkheid te
verkleinen, dat mobiele of draagbare communicatieapparatuur
storingen zou kunnen veroorzaken, als deze onbewust in de
nabijheid van de gebruiker wordt gebracht.
man_06455298001_D_nl.indb 163 04.05.2016 11:39:41
164
Nauwkeurigheid van de stroomsnelheid
bij gebruik van de Accu-Chek Insight-
insulinepompampul of de NovoRapid
®
PumpCart
®
Trompetcurve uitgezet aan de hand van gegevens verkregen
na afloop van de stabilisatieperiode
De trompetcurve geeft de nauwkeurigheid van de
toedieningsnelheid gedurende de waarnemingsperiode aan.
percentage van de fout in de stroomsnelheid (%)
duur van het waarnemingsvenster (min)
minimum van de gemeten variatie
maximum van de gemeten variatie
algeheel percentage van de fout in de stroomsnelheid
-6,0000
-3,0000
-
1,8400
-1,1455
-0,7789
-
0,4323
6,8000
2,6000
1,8800
1,5091
1,2000
0,6581
0,1240
-8
-6
-4
-2
0
2
4
6
8
0 60 120 180 240 300 360 420 480 540 600 660 720 780 840 900 960
* De metingen zijn uitgevoerd bij een gemiddelde basale dosering van 1,0 U/h conform IEC 60601-2-24:2012 met de Accu-Chek Insight Flex- en Accu-Chek
InsightTender-infusiesets met een slang met een lengte van 100 cm bij kamertemperatuur. Meer dan 18 metingen uitgevoerd. Alles binnen de specificaties.
De maximale afwijking van de toegediende hoeveelheid U100-
insuline (algeheel gemiddeld percentage van de fout in de
stroomsnelheid) is ≤ ±5 %*.
man_06455298001_D_nl.indb 164 04.05.2016 11:39:41
A
165
Nauwkeurigheid van de stroomsnelheid bij gebruik van de
Accu-Chek Insight-insulinepompampul of de NovoRapid
®
PumpCart
®
bij een minimum basale dosering van 0,02 U/h
Trompetcurve uitgezet aan de hand van gegevens verkregen na
afloop van de stabilisatieperiode
De trompetcurve geeft de nauwkeurigheid van de
toedieningsnelheid gedurende de waarnemingsperiode aan.
percentage van de fout in de stroomsnelheid (%)
duur van het waarnemingsvenster (min)
minimum van de gemeten variatie
maximum van de gemeten variatie
algeheel percentage van de fout in de stroomsnelheid
-100,0000
-50,0000
-42,0000
-40,0000
-36,8421
-
20,0000
120,0000
60,0000
48,0000
31,8182
32,1053
20,6452
0,0000
-150
-100
-50
0
50
100
150
0 60 120 180 240 300 360 420 480 540 600 660 720 780 840 900 960
* De metingen zijn uitgevoerd bij de minimale basale dosering van 0,02 U/h conform IEC 60601-2-24:2012 met de Accu-Chek Insight Flex- en Accu-Chek Insight
Tender-infusiesets met een slang met een lengte van 100 cm bij kamertemperatuur.
De maximale afwijking van de toegediende hoeveelheid
U100-insuline (algeheel gemiddeld percentage van de fout in de
stroomsnelheid) is ≤ ±60 %*.
Het is de verantwoordelijkheid van de zorgverlener om te
bepalen of de nauwkeurigheid van de toedieningssnelheid
voldoende is voor de betreffende patiënt.
man_06455298001_D_nl.indb 165 04.05.2016 11:39:41
166
Opstartgrafiek gedurende de stabilisatieperiode
De opstartgrafiek toont wijzigingen in de stroomsnelheid
gedurende de stabilisatieperiode.
stroomsnelheid (ml / h)
tijd (min)
gemeten stroomsnelheid
streefwaarde van de stroomsnelheid
0,000
0,002
0,004
0,006
0,008
0,010
0,012
15
90
165
240
315
390
465
540
615
690
765
840
915
990
1065
1140
1215
1290
1365
1440
* De metingen zijn uitgevoerd bij een gemiddelde basale dosering van 1,0 U/h conform IEC 60601-2-24:2012 met de Accu-Chek Insight Flex- en Accu-Chek Insight
Tender-infusiesets met een slang met een lengte van 100 cm bij kamertemperatuur.
** De metingen zijn uitgevoerd conform IEC 60601-2-24:2012 met de Accu-Chek Insight Flex- en Accu-Chek Insight Tender-infusiesets met een slang met een lengte
van 100 cm bij kamertemperatuur.
Invloed van de hoogte op de nauwkeurigheid van de afgifte
De maximale afwijking van de toegediende hoeveelheid (algeheel
gemiddeld percentage van de fout in de stroomsnelheid) voor
25U U100-insuline is ≤ ±5 %*, als uw Accu-Chek Insight-
insulinepomp zich ≤ 0,8m boven/onder de infusieplaats bevindt.
Bolus
Voor U100-insuline is de maximale afwijking voor een maximum
bolus ≤ ±5 % en de maximale afwijking voor een minimum bolus
≤ ±50 %.**
man_06455298001_D_nl.indb 166 04.05.2016 11:39:41
A
167
man_06455298001_D_nl.indb 167 04.05.2016 11:39:41
168
Appendix B: Configuratie van de parameters
Parameter
Standaardinstellingen van de
parameters
Op de pomp beschikbaar bereik/
beschikbare waarde
Maximale toediening van basale insuline ( maximale
basale dosering per uur in combinatie met een
maximale tijdelijke basale dosering)
62,5 U/h 62,5 U/h
Basale standaarddosering per uur 0 0–25 U/h
Stappen voor het instellen van de basale dosering voor
tijdsperiodes van één uur
0,01 (van 0,02 U/h tot 5.00 U/h) en
0,1 (van 5,00 U/h tot 25,0 U/h)
Basale doseringen voor tijdsperiodes van één uur 0, 0,02–25,0 U/h 0, 0,02–25,0 U/h
Tijdelijke basale dosering
TBD verhoging of verlaging in stappen van de
TBD-duur
Stappen van de TBD-duur
100 %
10 %
2 uren
15 min
0–250 %
10 %
15 min–24 uren
15 min
Beschikbare basale profielen 5 5
Bolushoeveelheid per toegediende bolus 0–25,0 U 0–50,0 U
Bolusstappen voor snelle bolus 0,5 U 0,1, 0,2, 0,5, 1,0 of 2,0 U
Bolusstappen voor standaardbolus, vertraagde bolus en
multiwave-bolus
0,05 U (0–2 U)
0,1 U (2–5 U)
0,2 U (5–10 U)
0,5 U (10–20 U)
1,0 U (20–50 U)
man_06455298001_D_nl.indb 168 04.05.2016 11:39:41
B
169
Parameter
Standaardinstellingen van de
parameters
Op de pomp beschikbaar bereik/
beschikbare waarde
Bolusduur (vertraagde bolus, multiwave-bolus) 4 uren 15 min tot max. 24 uren
Stappen van de bolusduur 15 min
Snelheid van de bolustoediening Standaard: 12 U/min Standaard: 12 U/min
Gemiddeld: 9 U/min
Langzaam: 6 U/min
Zeer langzaam: 3 U/min
Maximale bolus 25 U 1–50,0 U
Uitsteltijd Uit Uit of Aan
Indien Aan: 0 tot 60 min in
stappen van 15 min
Vulhoeveelheid van de infusieset 14,0 U 0–25,0 U
Vulhoeveelheid van de canule 0,7 U 0,0–2,0 U
Oriëntatie van de displayweergave Standaard Standaard of omgekeerd
Helderheid van de display 2 0–5 stappen
Vertraging uitschakelen display
30 sec. (15 sec. vertraging
donkere display + 15 sec.
vertraging uitschakelen)
Achtergrondkleur van de display Donker Donker of licht
Weergave op de display Normaal Normaal of zoomen
man_06455298001_D_nl.indb 169 04.05.2016 11:39:41
170
Parameter
Standaardinstellingen van de
parameters
Op de pomp beschikbaar bereik/
beschikbare waarde
Geluidsniveau (voor akoestische signalen) 3 1–5 (0 = geluid uit)
Signaal Akoestisch en voelbaar
Akoestisch, voelbaar of akoestisch
en voelbaar
Modi Normaal:
Volume 3 / akoestisch- &
trilsignaal
Trilling:
Volume 0 / trilsignaal
Zacht:
Volume 1 / trilsignaal
Hard
Volume 4 / akoestisch- &
trilsignaal
Normaal:
Volume 0–5 / akoestisch- &
trilsignaal
Trilling:
Volume 0–5 / trilsignaal
Zacht:
Volume 0–5 / trilsignaal
Hard
Volume 0–5 / akoestisch- &
trilsignaal
Type batterij
AAA (LR03) ALKALINE 1,5V,
AAA (FR03) LITHIUM 1,5V
Tijd, waarna toetsblokkering wordt ingeschakeld 10 sec. 4–60 sec.
Automatisch uit Uit Aan (1–24 h) of Uit (0 h)
man_06455298001_D_nl.indb 170 04.05.2016 11:39:41
B
171
Parameter
Standaardinstellingen van de
parameters
Op de pomp beschikbaar bereik/
beschikbare waarde
Herinnering Uit
Bolus toedienen, Gemiste bolus,
Wekkerfunctie, Infusieset
vervangen uit, eenmalig of
herhaaldelijk
Tijdweergave 24 h 24 h of 12 h am / pm
Bluetooth
Uit (indien geleverd met een ander
Bluetooth-apparaat is de
standaardinstelling van de
parameter Aan)
Uit of Aan
Niveau ampulwaarschuwing 25 U 0–100 U
Gebruikersprofiel Standaard Standaard, Expressief, Verminderd
Snelle bolus Uit
Uit of Aan
(in te stellen met de Accu-Chek
360°-configuratiesoftware)
man_06455298001_D_nl.indb 171 04.05.2016 11:39:42
172
Appendix C: Afkortingen
Afkorting Betekenis
h Uur/uren
IEC Internationale Elektrotechnische Commissie
kPa Kilopascal
sec. Seconden
TBD Tijdelijke basale dosering
U Internationale eenheden in relatie met de
biologische doelmatigheid van een bepaalde
hoeveelheid insuline
U/h Aantal internationale eenheden insuline, dat
per uur wordt toegediend
U100 Insulineconcentratie. Elke milliliter vloeistof
bevat 100 internationale eenheden insuline
dd.mmm.jj Datumweergave
uu:mm uren en minuten
man_06455298001_D_nl.indb 172 04.05.2016 11:39:42
C
173
man_06455298001_D_nl.indb 173 04.05.2016 11:39:42
174
Appendix D: Symbolen
Op de display weergegeven symbolen
Symbool Betekenis
RUN-modus (insulinepomp loopt)
STOP-modus (insulinepomp gestopt)
PAUZE-modus (insulinepomp pauzeert)
Handeling succesvol uitgevoerd
Verbinding mislukt
Batterij vol
Batterij bijna leeg
Batterij leeg
Symbool Betekenis
Ampul vol
Ampul bijna leeg
Ampul leeg
Toetsblokkering ingeschakeld
OK-toets
Snelle bolus-toets
Omhoog-toets
Omlaag-toets
man_06455298001_D_nl.indb 174 04.05.2016 11:39:43
D
175
Symbool Betekenis
Directe hoeveelheid van multiwave-bolus
Vertraagde hoeveelheid van multiwave-bolus
Basale dosering
Activeren van een basaal profiel
Tijdelijke basale dosering
TBD-gegevens
Instellen van een basaal profiel
Modi
Signaalmodus
Herinnering
Symbool Betekenis
Menu Ampul en infusieset
Menu Ampul vervangen
Menu Canule vullen
Menu Slang vullen
Bolus
Bolusgegevens
Bolus annuleren
Standaardbolus
Vertraagde bolus
Multiwave-bolus
man_06455298001_D_nl.indb 175 04.05.2016 11:39:45
176
Symbool Betekenis
Gebeurtenis-gegevens
Instellingen
Therapie-instellingen
Apparaat-instellingen
Pompgegevens
Resterende looptijd
Vliegtuigmodus
Thuis
Duur
Wachten, a.u.b./vertraging, uitsteltijd
Symbool Betekenis
Totaal-symbool
Dagtotalen
Instellingen van tijd en datum
Softwareversie
Onderhoud
Waarschuwing
Bluetooth draadloze technologie
Foutmelding
Contact opnemen bij foutmelding
Communicatie
man_06455298001_D_nl.indb 176 04.05.2016 11:39:46
D
177
Symbool Betekenis
Keuzerondje geselecteerd
Keuzerondje niet geselecteerd
Symbool aan
Symbool uit
man_06455298001_D_nl.indb 177 04.05.2016 11:39:47
178
Algemene symbolen
Symbool Betekenis
Waarschuwing, raadpleeg de
veiligheidsaanwijzingen in de
gebruiksaanwijzing van het product.
Volg de gebruiksaanwijzing
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
Gesteriliseerd met ethyleenoxide
Gesteriliseerd d.m.v. bestraling
Global Trade Item Number
Lotnummer
Artikelnummer
Serienummer
Symbool Betekenis
Houdbaar tot
Fabrikant
Productiedatum
Temperatuurbeperking (bewaren bij)
Toegestaan luchtvochtigheidsbereik
Toegestaan luchtdrukbereik
Voor eenmalig gebruik
Niet gebruiken, als de verpakking beschadigd
is
Voorzichtig, licht breekbaar
man_06455298001_D_nl.indb 178 04.05.2016 11:39:47
D
179
Symbool Betekenis
Droog houden
Niet aan zonlicht blootstellen
Recycling
Niet met het gewone huisvuil weggooien
Ontvlambaar
Bluetooth
®
draadloze technologie
Niet-ioniserende straling
Elektronisch apparaat van het type BF conform
de norm IEC 60601-1, Bescherming tegen
elektrische schokken.
Symbool Betekenis
Symbool voor de bescherming tegen de
gevolgen van tijdelijke onderdompeling in
water (maximaal 60 minuten en 1,3 meter
diepte) conform IEC 60529.
Dit product voldoet aan de Europese richtlijn
93/42/EEG inzake medische hulpmiddelen.
Dit product voldoet aan de eisen van:
· Europese richtlijn 1999/5/EG betreffende
radioapparatuur en telecommunicatie-
eindapparatuur (Eindapparatuurrichtlijn).
· Europese richtlijn 2011/65/EU betreffende de
beperking van het gebruik van bepaalde
gevaarlijke stoffen in elektrische en
elektronische apparatuur (RoHS-richtlijn II).
De FCC ID (Federal Communications
Commision-identificatie) geeft aan, dat de
radiofrequentieapparatuur heeft voldaan aan
de eisen van de autorisatieprocedure van de
Verenigde Staten voor deze apparatuur.
De IC ID (Industry Canada-identificatie) geeft
aan, dat de radiofrequentieapparatuur heeft
voldaan aan de eisen van de autorisatie-
procedure van Canada voor deze apparatuur.
man_06455298001_D_nl.indb 179 04.05.2016 11:39:48
180
Symbool Betekenis
Het conformiteitsmerkteken geeft aan, dat het
product voldoet aan de eisen van de van
toepassing zijnde norm, en vormt een
herleidbare verbinding tussen het apparaat en
de fabrikant, importeur of hun gemachtigde
agent, die verantwoordelijk is voor het voldoen
aan de eisen van de norm en voor het op de
Australische- en Nieuwzeelandse markt
brengen van het apparaat.
LR03 (AAA)
Aanbevolen batterij
Volgens de federale wetgeving van de
Verenigde Staten mag dit apparaat uitsluitend
door of op voorschrift van een arts worden
verkocht.
Waarschuwing om het apparaat niet te
gebruiken in de buurt van een
elektromagnetisch veld of een sterk elektrisch
veld.
man_06455298001_D_nl.indb 180 04.05.2016 11:39:48
D
181
man_06455298001_D_nl.indb 181 04.05.2016 11:39:48
182
Appendix E: Garantie en
verklaring van overeenstemming
Garantie
Wijzigingen of aanpassingen aan de apparaten, die niet
uitdrukkelijk door Roche zijn goedgekeurd, kunnen tot gevolg
hebben, dat de garantie voor het goede functioneren van de
Accu-Chek Insight-insulinepomp komt te vervallen.
Verklaring van overeenstemming
Roche verklaart hierbij dat de Accu-Chek Insight-insulinepomp
voldoet aan de basiseisen en andere toepasselijke regelingen van
de Europese richtlijn 1999/5/EG betreffende radioapparatuur en
telecommunicatie-eindapparatuur (Eindapparatuurrichtlijn). De
verklaring van overeenstemming bevindt zich op het volgende
internetadres:
http://declarations.accu-chek.com
man_06455298001_D_nl.indb 182 04.05.2016 11:39:48
E
183
man_06455298001_D_nl.indb 183 04.05.2016 11:39:48
184
Appendix F: Details over gebruikersprofielen
Naast de display en de trilsignalen gebruikt uw insulinepomp
uitgekiende geluidspatronen om u van informatie te voorzien over
de actuele status van uw insulinepomp en u feedback te geven
over de door u ingestelde waarden. Met de Gebruikersprofielen
biedt de insulinepomp speciale ondersteuning, die nuttig kan zijn
voor mensen die slechthorend of visueel gehandicapt zijn. In het
hoofdstuk over instellingen leert u hoe u een gebruikersprofiel
kunt selecteren. Zie hoofdstuk8.3.2, pagina110.
Verminderd
Als Veminderd is ingesteld, worden alle akoestische signalen van
de insulinepomp één octaaf lager weergegeven dan in het
gebruikersprofiel Standaard. Dit kan nuttig zijn voor gebruikers,
die slechthorend zijn. Bespreek het gebruik van dit
gebruikersprofiel met uw zorgverlener als u problemen met
horen heeft. Daarnaast wordt het ten zeerste aanbevolen om
speciale aandacht aan de trilsignalen te besteden en regelmatig
op de display van de insulinepomp te kijken.
Expressief
Bespreek het gebruik van het gebruikersprofiel Expressief met
uw zorgverlener en zorgverlener. Met enige training en ervaring
kan dit gebruikersprofiel u helpen de insulinepomp te bedienen,
als u visueel gehandicapt bent.
Als Expressief is geselecteerd,
j is de bladerfunctie (scrollfunctie) uitgeschakeld voor het
instellen van alle numerieke waarden
j worden de numerieke waarden in vele schermen d.m.v.
akoestische feedback als signaal weergegeven
j kan de insulinepomp voor insulinepompmeldingen
(foutmeldingen, onderhoudsmeldingen, waarschuwingen,
herinneringen) de bijbehorende numerieke code naast het
standaard signaal ook d.m.v. akoestische feedback weergeven
man_06455298001_D_nl.indb 184 04.05.2016 11:39:48
F
185
De akoestische signalen zijn ontwikkeld m.b.v. een
C-majeurtoonladder:
DO1 RE1 MI1 FA1 SO1 LA1 SI1 DO2
Akoestisch
signaal
Frequentie (Hz, +/– 5 %)
DO2 528
RE2 594
MI2 660
FA2 704
SO2 792
LA2 880
SI2 990
DO3 1056
RE3 1188
Akoestisch
signaal
Frequentie (Hz, +/– 5 %)
MI3 1329
FA3 1408
SO3 1584
LA3 1760
SI3 1980
DO4 2112
RE4 2376
MI4 2640
FA4 2816
SO4 3168
LA4 3520
man_06455298001_D_nl.indb 185 04.05.2016 11:39:48
186
Bladerfunctie
Door de bladerfunctie uit te schakelen kunt u het aantal
ingestelde stappen tellen. Van fabriekswege zijn de bolusstappen
voor alle bolushoeveelheden ingesteld op 0,5 U. Met behulp van
compatibele Accu-Chek-software kunt u andere bolusstappen
instellen.
Numerieke waarden
Voor numerieke waarden wordt aanvullende akoestische
feedback gegeven voor
j Bolushoeveelheden (3 sec. na de laatst ingestelde bolusstap)
j Bolusduur (3 sec. na de laatst ingestelde bolusstap)
j Uitsteltijd (3 sec. na de laatst ingestelde bolusstap)
j TBD-percentages (3 sec. na de laatst ingestelde bolusstap)
j TBD-duur (3 sec. na de laatst ingestelde bolusstap)
j Totale basale dosering (als de display wordt weergegeven)
j Displayweergave Quick info: tijd, laatste bolushoeveelheid,
totale dosis per dag, inhoud van de ampul, batterijpercentage
(als de display wordt weergegeven)
Aan ieder cijfer in een numerieke waarde is een akoestisch
signaal toegekend
Cijfer Akoestische code
0 DO3-LA2
1 DO3
2 DO3-RE3
3 DO3-RE3-MI3
4 DO3-RE3-MI3-FA3
5 DO3-RE3-MI3-FA3-SO3
6 DO3-RE3-MI3-FA3-SO3-LA3
7 DO3-RE3-MI3-FA3-SO3-LA3-SI3
8 DO3-RE3-MI3-FA3-SO3-LA3-SI3-DO4
9 DO3-RE3-MI3-FA3-SO3-LA3-SI3-DO4-RE4
Voor getallen, die uit meer dan één cijfer bestaan, is er een kleine
pauze tussen de signalen van ieder cijfer. Punten of dubbele
punten tussen cijfers worden weergegeven door een zeer kort
DO.
man_06455298001_D_nl.indb 186 04.05.2016 11:39:49
F
187
Voorbeelden:
Displayweergave Quick info – tijd 9:29
Druk in de displayweergave Status op x om naar Quick info te gaan.
Wacht op het akoestische signaal.
Display Cijfer Akoestische code
9 DO3-RE3-MI3-FA3-SO3-LA3-SI3-DO4-RE4
: DO
2 DO3-RE3
9 DO3-RE3-MI3-FA3-SO3-LA3-SI3-DO4-RE4
man_06455298001_D_nl.indb 187 04.05.2016 11:39:49
188
Displayweergave van het instellen van de vertraagde bolus – bolushoeveelheid 6,00 U, bolusduur 2:00 h
Display Cijfer Akoestische code
6 DO3-RE3-MI3-FA3-SO3-LA3
. DO
0 DO2-LA2
0 DO3-LA2
2 DO2-RE3
: DO
0 DO3-LA2
0 DO3-LA2
man_06455298001_D_nl.indb 188 04.05.2016 11:39:49
F
189
Insulinepompmeldingen
Voor ieder type insulinepompmelding is er standaard een specifieke akoestische code en wordt het nummer van de melding door
signalen weergegeven, zoals beschreven voor numerieke waarden.
Type melding Akoestische code
Fout LA4-DO3-SO3-DO3 pauze DO3-RE3-MI3-FA3
Onderhoud LA4-DO3-SO3-DO3 pauze DO3-RE3-MI3
Waarschuwing LA4-DO3-SO3-DO3 pauze DO3-RE3
Herinneringen Het signaal kan worden geselecteerd tijdens het instellen van de betreffende herinnering
man_06455298001_D_nl.indb 189 04.05.2016 11:39:49
190
Voorbeeld:
Onderhoudsmelding M21: Ampul leeg
Display Type/cijfer Akoestische code
Als de melding wordt weergegeven, klinkt
het standaardsignaal voor de betreffende
melding.
Druk op o om dit uit te schakelen.
Onderhoud LA4-DO3-SO3-DO3 pauze DO3-RE3-MI3
Druk op x om de specifieke meldingscode
inclusief het meldingsnummer te horen:
Onderhoud LA4-DO3-SO3-DO3 pauze DO3-RE3-MI3
2
1
DO3-RE3
DO3
man_06455298001_D_nl.indb 190 04.05.2016 11:39:49
F
191
man_06455298001_D_nl.indb 191 04.05.2016 11:39:49
192
Appendix G: Lijst van accessoires
Ampul Accu-Chek Insight-insulinepompampul
Accu-Chek Insight-vulsysteem voor
insulinepompampullen
Deksel van het
batterij-
compartiment
Deksel van het batterijcompartiment van
de Accu-Chek Insight-insulinepomp
Draagsysteem Een ruim assortiment draagsystemen
van verschillende materialen is speciaal
ontworpen om te voorzien in uw speciale
behoeften tijdens het dragen van uw
insulinepomp.
Infusieset Accu-Chek Insight Flex-infusieset
Accu-Chek Insight Tender-infusieset
Opmerking
Voor aanvullende, in uw land verkrijgbare,
Accu-Chek-producten en accessoires kunt
u contact opnemen met Accu-Chek
Diabetes Service van Roche.
w WAARSCHUWING
Gebruik geen infusiesets of andere accessoires die niet van
het merk Accu-Chek Insight zijn, aangezien dit tot lekkage of
een slechte werking van de insulinepomp en een te lage of te
hoge toediening van insuline zou kunnen leiden. Daarnaast
kunt u gebruik maken van de NovoRapid
®
PumpCart
®
.
man_06455298001_D_nl.indb 192 04.05.2016 11:39:49
193
Verklarende woordenlijst
Ampul Het insulinereservoir van uw
insulinepomp.
Ampul-
compartiment
Het compartiment in uw insulinepomp
voor de ampul.
Automatisch uit Automatisch uitschakelen is een
veiligheidsfunctie, die de
insulinetoediening stopt en een
onderhoudsmelding weergeeft, als er
binnen een ingestelde tijdsperiode in de
RUN-modus niet op een toets wordt
gedrukt. Zie hoofdstuk8.4.1, pagina118.
Basaal profiel Uw Accu-Chek Insight-insulinepomp
biedt u de mogelijkheid om maximaal
5 verschillende basale profielen in te
stellen om op een eenvoudige wijze aan
uw wijzigende insulinebehoeften
tegemoet te kunnen komen (bijvoorbeeld
een profiel voor door de week en een
profiel voor het weekend). Een basaal
profiel bestaat uit 1 tot maximaal
24 basale doseringen.
man_06455298001_D_nl.indb 193 04.05.2016 11:39:49
194
Basale dosering Dit is de per uur toegediende
hoeveelheid insuline, die nodig is om in
uw basale, maaltijd-onafhankelijke
behoeften aan insuline te voorzien. Bij de
insulinepomptherapie wordt uw basale
dosering in overleg met uw arts of
behandelteam bepaald. Deze waarde
kan worden aangepast om tegemoet te
komen aan uw persoonlijke fysiologische
behoeften, zoals deze zich in de loop van
een dag voor kunnen doen. Uw basale
dosering wordt op basis van de curve
van uw persoonlijke basale profiel(en)
door uw insulinepomp toegediend.
Basale dosering
per uur
Een basale dosering per uur is de
hoeveelheid insuline, die ieder uur door
uw Accu-Chek Insight-insulinepomp
wordt toegediend.
Bladeren
(scrollen)
Door te bladeren (scrollen) kan een reeks
waarden snel en gemakkelijk worden
ingesteld.
Bluetooth
draadloze
technologie
De term Bluetooth heeft betrekking op
een draadloze technologie, waarmee
digitale apparaten gegevens met hoge
snelheid over kunnen dragen. Deze
technologie wordt veel toegepast bij
draagbare apparatuur, zoals draagbare
PC’s, PDA’s en mobiele telefoons.
Bolus De hoeveelheid insuline, die ter
aanvulling op de basale dosering wordt
toegediend om de inname van
koolhydraten te compenseren en hoge
bloedglucosespiegels te corrigeren. De
bolushoeveelheid wordt bepaald aan de
hand van de richtlijnen van uw arts of
behandelteam, uw bloedglucosespiegel,
uw voedselinname en het niveau van uw
activiteiten.
Display-
weergave Pomp
gestopt
De displayweergave Pomp gestopt wordt
weergegeven, als de insulinepomp zich
in de STOP-modus bevindt.
man_06455298001_D_nl.indb 194 04.05.2016 11:39:49
195
Display-
weergave Status
De displayweergave Status geeft aan of
uw insulinepomp zich in de RUN-,
PAUZE- of STOP-modus bevindt. U kunt
bolussen, tijdelijke basale doseringen en
andere functies vanuit de
displayweergave Status instellen. Uw
insulinepomp geeft de displayweergave
Status weer, als er geen instellingen
worden ingevoerd en er geen meldingen
(fout, onderhoud, waarschuwing of
herinnering) aanwezig zijn. De tijd, de
huidige basale dosering per uur, het
geselecteerde basale profiel en sommige
op dit moment geactiveerde functies
worden op de display weergegeven.
Daarnaast geeft een balk, die de
voortgang weergeeft, aan of een bolus of
TBD op dat moment wordt toegediend.
Draagsysteem Een ruim assortiment draagsystemen
van verschillende materialen is speciaal
ontworpen om te voorzien in uw speciale
behoeften tijdens het dragen van uw
insulinepomp.
Foutmelding Een Foutmelding geeft aan dat uw
insulinepomp op het moment niet goed
werkt. Na een foutmelding bevindt de
insulinepomp zich in de STOP-modus.
Herinnering U kunt een groot aantal Herinneringen
instellen om u te helpen herinneren aan
de taken van uw diabetesbeheer. Een
herinnering stopt de insulinetoediening
niet.
Humane insuline
(kortwerkend)
Zie Insuline, humaan (kortwerkend).
IPX8 conform
IEC 60529
Norm m.b.t. de bescherming tegen de
gevolgen van tijdelijke onderdompeling
in water. Als het apparaat onder
gestandaardiseerde omstandigheden
tijdelijk wordt ondergedompeld in water
(maximaal 60 minuten per dag en
1,3 meter diepte) komen hierbij geen
schade veroorzakende hoeveelheden
water in de insulinepomp terecht.
man_06455298001_D_nl.indb 195 04.05.2016 11:39:49
196
Infusieplaats Dit is de plaats, waar de canule of naald
van de infusieset in het onderhuidse
weefsel wordt ingebracht om de insuline
toe te dienen.
Infusieset De infusieset vormt de verbinding van
uw insulinepomp met uw lichaam. De
insuline wordt vanuit de ampul via het
slanggedeelte van de infusieset en de
canule of naald in het onderhuidse
weefsel toegediend.
Instellingen Instellingen zijn afzonderlijk instelbare
waarden en parameters, die van invloed
zijn op de manier, waarop uw
insulinepomp werkt.
Insuline Een hormoon, dat de cellen helpt om
glucose in energie om te zetten. Insuline
wordt geproduceerd in de bètacellen van
de eilandjes van Langerhans (gelegen in
de alvleesklier).
Insuline,
humaan
(kortwerkend)
Deze insuline heeft dezelfde chemische
structuur als insuline, dat door de
menselijke alvleesklier wordt
geproduceerd. Humane insuline begint
na 30 tot 45 minuten te werken.
Insulineanaloog
(snelwerkend)
Een type insuline, dat wordt vervaardigd
door middel van recombinant-DNA-
technologie. De tijd, waarna de insuline
begint te werken, is voor
insulineanalogen korter dan voor
humane insulines.
Modi Met Modi kunt u vooraf de manier,
waarop uw insulinepomp onder
verschillende levensomstandigheden
signalen voor meldingen afgeeft,
definiëren. Van fabriekswege kunt u de
modi van Normaal, Trilling, Zacht en
Hard aanpassen.
man_06455298001_D_nl.indb 196 04.05.2016 11:39:49
197
Onderhoud Een Onderhoudsmelding wordt
geactiveerd, als uw onmiddellijke actie
vereist is om het functioneren van de
insulinepomp in stand te houden. Na een
onderhoudsmelding bevindt de
insulinepomp zich in de PAUZE- of de
STOP-modus. Start de
insulinetoediening, indien nodig,
opnieuw.
PAUZE Als u de adapter opent en na sommige
onderhoudsmeldingen, schakelt uw
insulinepomp over naar de PAUZE-
modus en wordt de insulinetoediening
onderbroken. Als u de adapter echter
binnen 15 minuten sluit, wordt de
insulinetoediening na de bevestiging
hervat en wordt de ontbrekende
hoeveelheid basale insuline aanvullend
toegediend, evenals de bolussen en
worden de TBD’s voortgezet. Als de
insulinepomp zich langer dan
15 minuten in de PAUZE-modus bevindt,
zal deze overschakelen naar de
STOP-modus.
Per dag
toegediende
hoeveelheid
insuline
De totale hoeveelheid insuline (basale
dosering plus bolussen), die vanaf
middernacht gedurende 24 uren wordt
toegediend. Deze hoeveelheid is
exclusief de hoeveelheid insuline, die
nodig is om de infusiesets te vullen.
man_06455298001_D_nl.indb 197 04.05.2016 11:39:49
198
Persoonlijke
instellingen
Voordat u start met de
insulinepomptherapie moet uw
insulinepomp eerst met uw persoonlijke
instellingen worden ingesteld.
Persoonlijke instellingen zijn onder
andere de basale profielen, de juiste tijd
en datum en alle andere variabele
waarden, die op uw insulinepomp aan
uw specifieke behoeften kunnen worden
aangepast.
Quick info Set van displayweergaven, die u over de
status van uw insulinepomp en over
recente bijzonderheden van uw
behandeling informeren.
RUN Tijdens normaal gebruik bevindt uw
insulinepomp zich in de RUN-modus en
wordt er continu insuline afgegeven.
Snelwerkende
insulineanaloog
Zie Insulineanaloog (snelwerkend).
STOP Als uw insulinepomp zich in de STOP-
modus bevindt, wordt er geen insuline
toegediend. De insulinetoediening wordt
alleen gestopt als er een foutmelding of
sommige onderhoudsmeldingen worden
weergegeven, als de insulinepomp zich
langer dan 15 minuten in de PAUZE-
modus bevindt of als u de insulinepomp
overschakelt naar de STOP-modus.
Functies als Bolus of Tijdelijke basale
dosering worden onderbroken, als u uw
insulinepomp in de STOP-modus zet.
Tijdelijke basale
dosering
Tijdelijke verhoging of verlaging van uw
basale profiel in procenten (van
0–250 %) om tegemoet te komen aan
wijzigende insulinebehoeften ten gevolge
van een verhoogd/verlaagd niveau van
activiteiten, ziekte of stress.
Snelheid van de
bolustoediening
Dit is de toedieningssnelheid van een
bolus. Deze kan worden ingesteld op 3,
6, 9 of 12 U/min.
man_06455298001_D_nl.indb 198 04.05.2016 11:39:50
199
Totale basale
dosering
De som (het totaal) van alle basale
doseringen per 24 uren in een basaal
profiel wordt de totale basale dosering
(per dag) genoemd.
U100 Dit is de insulineconcentratie. Elke
milliliter vloeistof bevat 100
internationale eenheden insuline. Uw
insulinepomp is ontwikkeld om
uitsluitend kortwerkende humane
U100-insuline of snelwerkende
insulineanalogen af te geven.
Uitsteltijd Met de uitsteltijd kunt u een vertraging
tussen de instelling van een bolus en de
daadwerkelijke start van de
bolustoediening specificeren.
Verstopping Een verstopping is een blokkering,
waardoor de insuline niet correct van de
insulinepomp in het lichaam kan
stromen.
Vliegtuigmodus Activeer de vliegtuigmodus als u gaat
vliegen of in andere situaties, waarbij het
vereist is om de Bluetooth communicatie
uit te schakelen. In de vliegtuigmodus
kan uw insulinepomp niet
communiceren met andere apparaten.
Waarschuwing Een Waarschuwing wordt geactiveerd
door de insulinepomp als uw aandacht
op korte termijn vereist is.
man_06455298001_D_nl.indb 199 04.05.2016 11:39:50
200
man_06455298001_D_nl.indb 200 04.05.2016 11:39:50
201
Bolussnelheid ...................................... 4
Bolusstappen van de snelle bolus ..................... 121
C
Canule ....................................... 31, 34
Canule vullen ................................. 34, 127
Communicatie .................................... 96
D
Deksel van het batterijcompartiment ................... 135
Display ................................... 2, 104, 114
E
Expressief ................................... 110, 184
F
Foutmelding .............................. 82, 139, 149
Functietest .................................... 18, 19
G
Gegevens van gebeurtenissen ........................ 82
Gebruikersprofiel ........................... 2, 110, 184
Gegevens bekijken ................................. 79
Trefwoordenregister
A
Activeren van een basaal profiel ....................... 77
Afgifte van signalen ........................ 85, 105, 107
Afgifte van signalen-modus ..........................85
Akoestisch signaal ................................ 107
Ampul ......................................... 3, 26
Annuleren TBD ....................................73
Automatische toetsblokkering ........................ 111
B
Basaal profiel ............................. 3, 23, 74, 77
Basaal profiel instellen ........................... 23, 75
Basaal profiel wijzigen .............................. 77
Basale dosering per uur ........................... 3, 23
Batterij ........................................ 3, 14
Batterij wijzigen ................................... 14
Batterijenstatus ................................... 52
Beschikbaar ...................................... 98
Beschikbaarheid ................................... 98
Bluetooth ........................................ 96
Bolus annuleren ................................... 61
Bolusgegevens .................................... 82
Bolusinstellingen ................................. 120
Bolusoverzicht .................................... 82
man_06455298001_D_nl.indb 201 04.05.2016 11:39:50
202
H
Helderheid ...................................... 114
Herinnering .......................... 5, 91, 94, 139, 142
Herinnering Infusieset ............................... 94
I
Infusieset ........................................ 31
Inhoud ampul ..................................... 52
Instellen van de datum ......................... 129, 130
Instellen van de tijd ................................ 129
Instellen van de tijdweergave ........................ 131
Instellen van herinneringen ........................... 91
Instelling datum ............................... 21, 129
Instellingen ................................ 89, 90, 117
Instellingen wijzigen ................................ 90
Instelling uitsteltijd .............................. 4, 125
K
Kleur achtergrond ............................. 114, 116
Koppelen .................................... 96, 100
Koppeling verwijderen .......................... 96, 103
L
Lekkage .......................................... 3
M
Menu’s ........................................... 6
Modi ................................ 85, 105, 106, 108
Modus, instellingen ................................ 104
Multiwave-bolus ................................. 5, 65
N
Niveau van de ampulwaarschuwing ................... 128
O
Om te beginnen ................................... 13
Onderhoud ............................... 82, 139, 146
Op de persoon afstemmen ........................... 89
Opstartprocedure .................................. 18
Oriëntatie ................................... 114, 115
Overzicht van de totale hoeveelheid insuline per dag ....... 83
Overzicht van gebeurtenissen ...................... 79, 82
P
Plaatsen van de ampul .............................. 26
Plaatsen van de batterij ............................. 14
Pomp, geheugen ................................... 14
Pompinstellingen ................................. 104
Q
Quick info ........................................ 52
R
Resterende looptijd ................................. 84
man_06455298001_D_nl.indb 202 04.05.2016 11:39:50
203
Totale hoeveelheid insuline per dag .................... 83
Trilling ......................................... 107
Type bolus .......................... 4, 5, 55, 57, 62, 65
U
Uitsteltijd ..................................... 4, 125
V
Verminderd .................................. 110, 184
Verplaatsen door .................................... 6
Verstoppingen ...................................... 4
Vertraagde bolus ................................. 4, 62
Visueel gehandicapte personen ..................... 2, 110
Vliegtuigmodus ................................. 85, 97
Volume ......................................... 106
Voorbereiding ..................................... 13
Vulhoeveelheid ................................... 127
Vulhoeveelheid slang .............................. 127
Vullen ........................................... 31
W
Waarschuwing ............................ 82, 139, 144
Wekkerfunctie ..................................... 5
Wizard ........................................... 1
Wizard Instellen ................................... 18
S
Signaal ..................................... 107, 108
Signaalmodus .................................... 105
Signaal uitstellen ................................. 108
Slang ........................................... 31
Slang vullen .................................. 32, 127
Slechthorendheid ................................. 110
Snelle bolus ...................................... 57
Software van de insulinepomp ........................ 84
Standaardbolus ............................... 4, 55, 57
Stel uitsteltijd in ................................ 3, 126
STOP-waarschuwing ............................... 42
T
Taal ....................................... 104, 113
TBD annuleren .................................... 73
TBD-gegevens .................................... 83
TBD-overzicht ..................................... 83
Therapie-instellingen .............................. 117
Tijdelijke basale dosering (TBD) ....................... 70
Tijd, instelling ................................. 21, 129
Tijdweergave .................................... 131
Toedieningssnelheid ............................... 122
Toetsblokkering ......................... 2, 18, 104, 111
Toetsblokkering uitschakelen ......................... 18
Toetsen .......................................... 6
man_06455298001_D_nl.indb 203 04.05.2016 11:39:50
204
Bluetooth
®
registration
Please note that in Italy and France Bluetooth
®
wireless
technology is for indoor use only.
Note: This equipment has been tested and found to comply with
the limits for a Class B digital device. These limits are designed
to provide reasonable protection against harmful interference in a
residential installation. This equipment generates, uses and can
radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference
to radio communications. However, there is no guarantee that
interference will not occur in a particular installation. If this
equipment does cause harmful interference to radio or television
reception, which can be determined by turning the equipment off
and on, the user is encouraged to try to correct the interference
by one or more of the following measures: Reorient or relocate
the receiving antenna. Increase the separation between the
equipment and receiver. Connect the equipment into an outlet on
a circuit different from that to which the receiver is connected.
Consult the dealer or an experienced radio / TV technician for
help. Changes or modifications not expressly approved by the
party responsible for compliance could void the user’s authority
to operate the equipment.
man_06455298001_D_nl.indb 204 04.05.2016 11:39:50
202


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for ACCU-CHEK Insight insulinepomp at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of ACCU-CHEK Insight insulinepomp in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 6,37 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of ACCU-CHEK Insight insulinepomp

ACCU-CHEK Insight insulinepomp User Manual - English - 202 pages

ACCU-CHEK Insight insulinepomp Additional guide - Dutch - 1 pages

ACCU-CHEK Insight insulinepomp Additional guide - Dutch - 2 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info