WiFi-instellingen
Onder de Wi-Fi-instellingen kunt u het gewenste netwerk
selecteren waarmee de camera voor de internettoegang moet
worden gebruikt.
Bij de selectie van het menupunt worden alle netwerken in de
omgeving weergegeven. Selecteer uw netwerk en voer uw
persoonlijke Wi-Fi-wachtwoord in.
Beveilig uw netwerk door codering met WPA/WPA2/WPA2-
PSK om toegang door onbevoegden te voorkomen.
Nadat de instellingen zijn opgeslagen, start de camera
opnieuw. Vergeet niet om de ethernet-adapterkabel (indien bij
eerste installatie gebruik) eruit te trekken.
Indien de opbouw van de verbinding niet succesvol was of
verkeerde WiFi-gegevens werden ingevoerd, drukt u 5
seconden op de resettoets om de camera op
fabrieksinstellingen terug te zetten.