Nederlands
12
Werking van de alarmoproep
De gesproken teksten A, B, C en D kunnen zo worden ge-
programmeerd, dat deze alleen aan bepaalde telefoonnummers
worden doorgegeven. De tekst A bv. moet alleen aan de
telefoonnummers 1, 3 en 4, maar niet aan 2 worden doorgegeven.
In het display staat
A) 1-34.
1. Zorg ervoor, dat de SD1+ werd geïnitialiseerd en in het
display
READY te lezen is (zie pagina 8).
2. Druk a.u.b. op
7en in het display is ROUTE- te lezen.
3. Door drukken op de toets
e wordt weergegeven, dat
de tekst A op de nummers 1, 2, 3 en 4 wordt doorgegeven
A) 1234.
☞
Door indrukken van de toetsen 1234 kiest u de
in geval van alarm te kiezen bestemmingsnummers.
☞
Indien nodig, kunnen ook B) 1234, C) 1234 en
D) 1234, worden geprogrammeerd. Voor het wisselen
moet steeds de toets
B worden ingedrukt.
4. Druk a.u.b. op
eom de keuze te bevestigen en in het
display is
READY te lezen.
SD1+
READY
ROUTE-
????
7
e
Tekst A aan nr. 1,2,3,4
A) 1234
Tekst B aan nr. 1,2,3,4
B) 1234
Tekst C aan nr. 1,2,3,4
C) 1234
Tekst D aan nr. 1,2,3,4
D) 1234
READY
e
B
B
B