653973
4
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/24
Next page
nnn
AI'T'
ASEA BROWN BOVERI
M
5010
Meet- en
testinstrument
Gebruiksaanwijzing
U
ABB
METRAWATT
NL-VA
522
L
lnhoudsopgave
1.
2.
3.
4.
4.1
4.2
4.3
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.4
4.5
4.6
4.6.1
Toepassing
blz.
4
4
lngebruikname
De bedieningen
en aanduidingen
en
hun
Íunctie
Meten en testen
met de
M
5010
Algemene
meetrichtlijnen
Tèsten
vàn verliésstroom-
(aardlek-)schakelaars
Testen met
nominale
Íoutstroom
-
Meetresultaat
aan
de
nominale
foutstroom
gerelateerd
Testen
met stijgende
foutstroom
Testen
van in§tàllaties
met
selectieve
aardlekschakelaars
5.
Technische
kenmerken
18
6. Onderhoud
21
7.
Reparatie- en onderdelenservice
21
4
7
7
I
I
I
10
11
Testen
van de overbelastingsbeveiliging
(Meten
van de
lusweerstand,
vaststellen
van de
kortsluitstroom)
Meten
van de
inwendige
weerstand
van
het net
R1
Meten
van
de
aardingsweerstand
RE
Meten van de aardelektrodespanning
Ue
12
14
15
17
Type M
5010-02
ldent-Nr. GTM 501
0000
R0002
Nominale
spanning
230 V
(1)
Digitale
LCD-display
(21
Functieschakelaar
(3)
Omhanggordel
(4)
Houder voor teststekker
voor
stopcontacten
(5)
Meetadapter
(6)
Teststekkervoorwandcontactdozen
(71
SchuiÍschakelaar
(8)
contactvlak
voor
vingercontact
(9)
Aansluitbus
voor
sonde
(10)
Schakelaar
voor stijgende
Íoutstroom
(11)
Schakelaar
voor testen
van
installaties
met
selectieve
aardlekschakelaars
en
vaststelling
van
aardelektrodespanning
(12)
Lampje "PE"
(13)
Lampje
"Netz"
(14)
Lampje
"Us"
f15)
Lampje
"Fl"
(JG)
Scharnier
(17)
Bevestigingsoog
Type M
5010-03
ldent-Nr. GTM
501 0000
R0003
Nominale
spanning
127 V
Type
M
5010-04
ldent-Nr. GTM 501
0000
R0004
Nominale spanning
230 V
met
SEv-stekker
a@@
A@
4
(18)
Beknopte
gebruiksaanwijzing
(19) Testpunt
(20)
Batterijhouder
(21\
Zekeringen
F1i250
G
(22)
Reserve
zekeringen
F11250 G
(23)
Deksel
van
het
batteri.ivak
(24)
Digitale
meetwaarde-aanduiding
(25)
Symbool
voor
"Meetwaarde
is
aan
de
fout-
stroom
gerelateerd"
(26)
Symbool
voor
"Meting
met
stijgende
foutstroom
met de
veiligheidsgrenzen
UB
=
50
V
resp.
Ue=
25 V"
(27)
Symbool
voor
"Vaststelling
aardelektrode-
spanning"
(28)
Symbool
voor "Testen
van
installaties
met se-
lectieve aardlekschakelaars"
(29) Aanduiding van de m€stgrootheid
(30)
Symbool
voor
"Netspanning
lager dan
toelaat-
baar
minimum"
(31)
Symbool
voor
"Netspanning hoger dan toelaat-
baar
maximum"
Type-uitvoeringen
1.
Toepassing
Het
elektronische
meet-
en testinstrument
met micro-
processor
M
5010
dient voor het
rationeel
testen van
de veiligheids-maatregelen
volgens
VDE0100/DlN
57100
en
OVE-EN 1.
(Oostennjk),
SEV 3569
(Zwitserland)
en de
geldende
KEMA/REI
voorschriften
in
Nederland.
Het instrument
beantwoordt
aan
de
VDE-richtlijnen
voor
"lnstrumenten
voor
het
testen
van
de veiligheids-
maatregelen
in
elektrische
installaties"
volgens
vDE
0413/DrN
57413,
Deel
3: Meetinstrumenten
voor netlusweerstand
Deel
6: lnstrumenten
voor
het
testen van verlieS-
stroom-schakelaars
en Deel 7:
Aardingsmeetinstrumenten
volgens
het
stroom-spannings-meetprincipe.
Het
toepassingsgebied
van het
instrument
strekt zich
uit over alle
enkel-
en
driefasige wisselspanningsnetten
met
als nominale
spanning
220 V
tegen
de aardleider
(PE)
of
nulleider (N)
en als nominale
frequentie
S0
Hz.
2. lngebruikname
Plaatsen
van
de batterii
Voor
de werking
heeft
de
M
S010 zes Mignon-batterijen
1,5
V, volgens
IEC
R
6
nodig.
Met
een
set
batterijen
kunnen
ongeveer
2000
metingen
uitgevoerd
worden;
met
alkali-mangaan-batterijen
3500 metingen.
Let
op:
Voordat
men het
batterijvak
opent, het
instrument
van
de meetkring (het
net) loskoppelen.
-
Aan
de
achterzijde
van het
instrument
de
schroeven
van
het
deksel van het
batterijvak
(29)
losdraaien
en het
deksel verwijderen.
-
De
batterijhouder (20)
verwijderen
en
de
zes
Mignon-batterijen
t,5
V, in
de houder
plaatsen,
met
de
polariteit
overeenkomstig
de
aangegeven
symbolen.
De
batterijhouder (20)
terug in
het
batterijvak
schuiven.
De
batterijhouder
kan
slechts
op één
manier
in
het
instrument geschoven
worden.
Verkeerd
inschuiven
is
niet mogelijk.
Het
deksel van
het
batterijvak
(23)
terugplaatsen
en
vastschroeven.
Het
instrumsnt
is nu
klaar
om
gebruikt
te worden.
4pparaat
inschakelen
en meting
starten
Automatische
uitschakeling
-
De
schuifschakelaar
(7)
kort naar
voren
schuiven in
de
positie
V. De
positie
van
de
keuzeschakelaar
is
hierbij
onbelangrilk.
Het
apparaat
wordt
hierdoor
ingeschakeld
en test
de
LCD
en de LED's.
Daarbij
worden
alle
segmenten
van
de display
(1)
en na
elkaar alle vier
de LED's
(12)
tot
en met
(15)
aangestuurd.
trt ft trt T,',-": i
!-t f* !-! V kO
El.El.n
MAKA
3. De
bedieningen
en
de aanduidingen
met
hun functie
@
PE
@@@
Netz
Us Fl
Drrect
daarna start de meting
automatisch.
De
M
5010 schakelt
circa 15
seconden
na het loslaten
van
de schuiÍschakelaar
(7)
automatisch
uit.
Bij
een
meting met
stijgende
Íoutstroom,
bij het
testen
van
installaties
met
selectieve
aardlekschakelaars
en bij
het
meten van
de
aard-
elektrodespanning
kan
de
inschakeltijd,
afhankehjk
van
de
íunctie,
tot
S0
seconden
oplopen.
Batterijtest
De
batterijtest
kan
slechts
uitgevoerd
worden
als de
M
5010
niet
op de netspanning
aangesloten is.
-
De functieschakelaar
(2)
in
de
stand
Ul-ru of Ul_pe
plaatsen.
-
De
schuifschakelaar
(7\
in
de
.stand
Y,
schuiven
(naar
voren),
daarna
in
de
stand
I
(naar
achter)
terug schuiven
en
in
deze
stand
houden.
-
De
batterijspanning
wordt
aangeduid
op de digitale
aanduiding
(1)
zolang
de
schuifschakelaar
(7)
in
de
stand I
gehouden
wordt.
De
batterijspanning is
voldoende, wanneer
de
aangeduide
waarde
tussen
5,5 V en 10,0
V ligt.
Bij
een
te
lage
batterij-
spanning
wordt
automatisch
het
meetverloop
geblokkeerd.
Het
instrument
schakelt
automatisch
uit, circa
15
seconden na
het loslaten
van
de
schuifschakelaar
(7).
(1
)
Digitale
LCD-display
Op
de
LCD-display
met
drie
cijfers, 18
mm hoog,
wordt
zowel
de
getalswaarde
als
de meetgrootheid
aangeduid.
De meetwaarde
wordt
digitaal
in
het
geheugen
opgenomen,
zodat
de aangeduide waarde
niet
verandert
tot aan
de start
van
een nieuwe meting
of
tot
het
automatisch
uitschakelen
van
het instrument.
(Behalve
spannlngsmetingen
in
het
bereik
U1_s en
Ur-pe.)
Op
de
LCD-display
worden
bovendien ingeschakelde
meetfuncties
en
ontoelaatbare
c.q. hoge netspanningen
gesignaleerd.
(2)
Functieschakelaar
Met
deze schakelaar kunnen
de volgende
functies
ingesteld
worden:
spanningsmeting,
verlies- (lek-)
stroomschakelaar,
netlusweerstand,
inwendige
weer-
stand van het net,
aardingsweerstand
en hun meet-
bereiken.
la5 lp:uij
50V
25V
UE
tr
i
(3)
Draagriem
Bevestig de draagriem,
die
meegeleverd
wordt,
aan de
bevestigingsogen
aan de
linker en
rechter zijde
van het
instrument. Zo
kan het
instrument omgehangen
worden
en
ziln
beide
handen
vrij voor de
meting.
(4)
Houder voor
teststekker
voor
wandcon-
tactdozen
ln
deze
houder
kan de
teststekker
voor
wand-
contactdozen
(6)
met
zonder
meetadapter
(5)
vast-
geklikt
worden.
(5)
Meetadapter
Om te
kunnen meten
in
installaties zonder
wandcon-
tactdozen,
bij
voorbeeld bi.i
vaste aansluitingen,
in ver-
deelborden
en bij alle
driefasige
contactdozen
sluit
men
het instrument aan
via de
opsteekbare
meetadapter
met
twee
testpunten.
(Opgestoken
testpunt
aan
aarde
PE
of
N, afzonderlijk testpunt
(17)
aan
fase
L!
Let op:
De meetadapter
is
alleen
geschikt
voor
gebruik
in combinatie
met de teststekker
voor
wandcontactdozen.
Gebruik
voor
andere
doeleinden
is
niet
toegestaan.
(6)
Teststekker voor
wandcontactdozen
Dankzij
de stekker
voor
wandcontactdozen
kan
de
M
5010
rechtstreeks aangesloten
worden op
wandcon-
tactdozen
met
aarding.
Hierbij
moet niet
gelet
worden
op de
richting
van de stekker.
Het instrument
test zelf
de
ligging van
de
faseleider
L
en
van de nulleider
N en
poolt,
indien
nodig, de aansluiting
automatisch
om.
Uitgesloten
hierbij
is
enkel
de spanningsmeting
in
het
bereik Ul-pr
De aansluiting
voor
L en
N is
aangegeven
op de teststekker.
(7)
Schuifschakelaar
Met
de schuifschakelaar
wordt het
instrument
ingeschakeld
of
een
meetcyclus
gestart.
De
schuif-
schakelaar
kort
(naar
voren)
in
de stand
V schuiven.
Na
circa
'15
seconden
wordt
het instrument automatisch
uitgeschakeld.
Wordt
de
schuifschakelaar
binnen
15
seconden
nog
eens
bediend,
dan
wordt een
nieuwe
meetcyclus
gestart
en
de tijdmeting
begint
opnieuw
vanaÍ nul.
Wordt
binnen
de
inschakelduur
van circa
15
seconden de schakelaar
(naar
achter)
in de stand
geschoven,
dan
wordt:
-
in
de
functie aardlekschakelaartest
(lar'r)
de
aardlekschakelaar
uitgeschakeld
en de
aardings-
weerstand c.q. uitschakeltijd
aangegeven.
-
in
de
Íunctie aardlekschakelaartest
met
stijgende
foutstroom
(lp7)
de
uitschakelstroom
aangegeven.
-
in
de
functie lusweerstand en
inwendige
weerstand
van
het net
de,
met de
weerstand
overeen-
komstige, kortsluitstroom
gemeten (R1).
-
en
in de spanningsbereiken
de batterijspanning
aangeduid.
(8)
Contactvlak
Br; het
vastpakken van de teststekker
(6)
wordt
automatisch
het
contactvlak
voor
de
potentiaaltest
van
de aardleider
aangeraakt.
Bij
een
potentiaalverschil
van
>100
V,
tussen
de
aan-
sluiting
van de aardleider
(aardingscontact van de
teststekker
of opgestoken
testpunt
van de
meet-
adapter) en
het
aangeraakte
contactvlak,
licht
het
lampje
"PE"
(10)
op.
De
potentiaaltest
verloopt
onaÍhankelijk
van de
meetcyclus
en
is niet in
werking
in
de
bereiken
Uu-ru
en
ft
van
functieschakelaar
(2)
en, bij
ingeschakeld
apparaat,
de
stand
Ul-pe.
een
uitgeschakeld
apparaat
brandt
de
lamp
"PE"
(12)
in de stand
Ul-n
en
ft
van de
functieschakelaar
(2),
wanneer tussen
het aangeraakte
contactvlak
(8)
en
de
met N
aangeduide
aansluiting
van
de
teststekker
een
potentiaalverschil van
à
100V
bestaat.
Het contactvlak
is
galvanisch
gescheiden
van
de
aansluitingen
en
van
de
meetschakeling.
De
M
5010
is
daardoor
een
fasentester, beschermingsklasse
ll.
(9)
Aansluitbus
voor
de sonde
De sondeaansluiting
(aan
het
potentiaal
van de
aarde)
kan
gebruikt worden voor de
meting
van de
aanraakspanning
bij de
test
van verliesstroom-
schakelaars
(aardlekschakelaars)
en
is noodzakelijk
bij
de
meting
van
de
aardingsweerstand.
Bij
het insteken
van een
banaanstekker
wordt
het
instrument
automatisch
op
de sondenmeting
geschakeld.
(10)
Schakelaar
"lE
2"
Met deze
schakelaar
kunt u,
na
ontgrendeling,
de
functie
"Test van
de aardlekschakelaar
met
stijgende
foutstroom"
inschakelen.
Bij
deze
meting
wordt
de
aanraakspanning
bij de uitschakelstroom
van de
aardlekschakelaar
berekend
en de
uitschakelstroom
aangegeven.
Let op:
Ter beoordeling
van een
aardlekschakelaar
mag volgens de
DtN
VDE
0100,
deel 600,
met
een oplopende
Íoutstroom
worden
gemeten.
Uit de
gemeten
waarden
mag de
aanraakspanning
Us
bij de
nominale
foutstroom
l6x
berekend
worden.
Een basis
foutstroom in de
installatie beïnvloedt
de
meetresultaten
negatieÍ!
(1
1) Schakelaar
"[S]
/
Us"
Met deze
schakelaar
kunnen,
na ontgrendeling,
de
functies
"Testen van installaties
met selectieve
aardlekschakelaars"
en
"
Meten
van de
aard-
elektrodespanning"
worden
ingeschakeld.
(12)
Lampie
"PE"
Het
lampje
"PE"
licht
rood
op,
wanneer tussen
het
aardingscontact
van
de teststekker
(6)
de
opgeplaatste
testpunt
van de
meetadapter
(5)
en
het
(aangeraakte)
contactvlak
(8)
een
potentiaal
staat
>
100V
(Niet
in werking
in
de bereiken
U1-p
en
R1.
Aanwijzing:
Het.
kan voorkomen,
dat
door
de
manier
van
vastpakken
een
potentiaalverschuiving
ontstaat
die
het
oplichten
van
de
lamP
"PE"
(12)
veroorzaakt.
Dit kan biivoorbeeld
ontstaan,
wanneer
men de
meet-
adapter
(5)
gebruikt
met de testpunt
(19)
in
de ene
hand de
fase L aanraakt,
met
de
andere
hand
het
contactvlak
(8)
van
de teststekker
(6)
aanraakt
en
op
een
geïsoleerds
vloer staat.
Er
wordt
dan een capacitieve
spanningsdeler
gevormd.
de
in
(13)
Lampje
"Netz,,
Flet
lampje
"Netz"
werkt
alleen
wanneer
het instrument
ingeschakeld
is.
Het
heeft
geen
functie
in
de
spanningsbereiken
U1_p
en
Ul_pr.
Het
brandt
groen
als
de teststekker (6) gebruikt
wordt
gn
qe nelspanning
bij
de MSO1O-02/04
(Ur,r=230V)
in
het
bereik 198...253V
respectievelijk
bij
de MS010-03
(Uru=
127V)
in
het
bereik 107...147V
ligt.
Het
_knippert
groen
als
de meetadapter
(5)
op de
proefstekker
(6)
is
aangebracht
en
de Àetspanning
bij
de M5010-02/04
(UN=230V)
in
het
bereik
198...2S3V
respektievelijk
bij
de MS010-03
(Urrr=127V)
in
het
bereik
1
07...147V
tigt.
Roodlnipperlicht:
wanneer
de netspanning
<
1gg
V
of
>
253
V is.
Het
lampje
"Netz"
knippert
ook
rood
of
groen,
wanneer
een
of
beide zekeringen
F
1/250
G
doorgeslagen
ztjn.
De
kleur
is
onafhankelrlk
van
de richling
-ran
ie
aansluitingen
en van
de ingestelde
testfunctie-.
(14)
Lampj€
"U8"
Het
lampje
"Us"
licht
rood
op, wanneer
bij
de test van
een
verliesstroomschakelaar
(aardlekschakelaar)
de
aanraakspanning
hoger
is
dan S0 V
bij nominale
lekstroom
en wanneer
bij
de meting
van
de lusweer-
stand
Ug"61.
en van
de inwendige
weerstand
van
het
net
de
gemeten
waarde
hoger
is
dan 20
O.
(15)
Lampie
"Fl"
Het lampje
"Fl"
licht
rood
op, wanneer
bij
de test van
de verliesstroomschakelaars
(aardlekschaÉelaars)
deze
bij het
1,1-voud
van
de
nominale
lekstroom
niet
binnen
200
ms
uitschakelt.
(16)
Scharnier
Het
scharnier
met
vaste
standen
biedt
de mogelijkheid
de
digitale
aanduiding
zo
naar
voor
of naar
àchler
te
draaien,.dat
altijd
een
optimale
afleeshoek
ingesteld
kan
worden.
(17)
Bevestigingsogen
4"^ leze
bevestigingsogen
kan
bijvoorbeeld
de
draagriem
bevestigd
worden.
(1
8)
Beknopte gebruiksaanwijzing
(19)
Testpunt
De
testpunt
is
een
deel
van
de meetadapter
(5)
en
wordt
gebruikt
in
installaties
zonder
wandcontactdozen.
Met
de
testpunt
wordt
de Íase
L
met
het
apparaat
verbonden.
(20)
Batterijhouder
h.
d"
bj{teri.ihouder
moeten
zes
batterijen
1,5
V
Mignon-lEC
R
6
geplaatst
worden.
Hierbij
moet
u erop
letten
dat
de
polariteit
van
de
batterijen
overeenstemt
fet
d.9
polariteitssymbolen
op de
batterijhouder.
De
batterijhouder
kan
slechts
op
een
manier
in
het
batterijvak geplaatst
worden.
(21)
Zekeringen
F 1/250
G
De
standaard
zekeringen
F
1/250
G beveiligen
het
instrument
bij overbelasting.
Faseleider
L
en
nuÍeider
N
zijn
aÍzonderlijk
beveiligd.
Na
het
doorslaan van
een
of
beide zekeringen
knippsrt
het
lampje
,'Nstz"
in
het
rood
of
het
groen,
afhankelijk
van
de ingestelde
Íunctie
en
de
richting
van
de
aansluiting.
De
spanningsmeetbereiken
Ul_ru
en
Ur__pe
blijven
verder
in werking.
(22)
Reservezekeringen
F
1/2SO
G
(2
stuks)
(23)
Deksel
van
het
batterijvak
Let
op: Na het
wegnemen
van
het
deksel mag
het
instrument
niet
meer
op
het
net
aangesloten
worden!
(24)
Digitale
meetwaarde-aanduiding
18
mm
hoge
cijfers
geven
de meetwaarde
aan in
drie
decaden,
inclusief
komma.
(25)
Symbool
"14p"
Het
symbool
"lAlr"
geeft
aan
dat
bij
de
test van
de
aardlekschakelaar
de
aanraakspanning
Us met
betrekking
tot
de Íoutstroom
lar.r
van
de
aardlekschakelaar
bepaald
is
en
de
uitschakeling
door
lp
het
gevolg
is.
(26)
Symbool"lTa
Us
50V
25V,'
H_et..symbool
"lrz
Us 50V" respectievelijk
,,lFz
l)B
25V"
geeft
aan
dat
de test
van
de aardiekschakelat
met
een
oplopende
foutstroom
plaatsvindt.
Daarbij
kan
gekozen
worden
tussen
de
grenswaarde
van
de
aanraakspanning
Us
=
50V
en
Us
=
25 V.
(27)
Symbool
,,Us"
Het
symbool "UE" geeft
aan
dat
de meting ',Bepaling
van
de
aardelektrodespanning
UE,' ingesinafeiO
is.
Deze
kan
alleen
in
het
bereik
r'RE
2OO"
bij een
aansluiting
via
de
teststekker
(6)
en
sonde
geactíveerd
worden (Zwitserse
norm
SEV
3569).
(28)
Symbool
"[S]"
Het
symbool
"[S]'
wordt
zichtbaar
als
de meting
"Test
van
installaties
met
selectieve
aardlekschakelaàrs"
is
ingeschakeld.
(29)
Aanduiding
meetgrootheid
Bij
de meetwaarde
wordt
altijd
de meetgrootheid
aangeduid.
(90)
/
(9t
)
§.ymQool
voor
,,Netspanning
tager
respectieveliik
hoger
dan
dd toelalatbàre
grenswaarden"
Opdat
onderkend
kan
worden
of
de netspanning
lager
hoger
dan het
toelaatbare
gebied
ligt,
wordt
nàast
de
rood
knipper.q(e
lamp
"Netz"
(19)
het
symbool
"U<UNmin"
(30)
het
symbool'"U>UNmaxl'
(31)
weergogeven.
4.3 Het testen van
verliesstroom-
(aardlek-)
schakelaars
Het
testen
van
verliesstroomschakelaars
(aardlekschakelaars)
omvat
het inspecteren,
het
testen
en
het meten.
Voor het meten
kunt
u de
M
5010
gebruiken.
Aansluiting
L1
L2
L3
N
PE
Sluit de
M 5010 aan overeenkomstig
het
schema,
met
ofwel
de
teststekker
(6)
ofwel
de
meetadapter
(5).
Meestal
wordt een
meting
zonder
sonde uitge-
voerd.
Bij een meting met sonde
wordt verondeísteld, dat de
sonde
het
potentiaal
van
de
referentie-aarde aangeeft.
Dat wil zeggen: ze moet
geplaatst
worden buiten de
spanningstrechter
van
de aarding
van
de
verliesstroom-
beveiligíng.
De
afstand tussen
aarding en sonde
moet
minstens
20
m
bedragen.
De
aansluiting
van
de
sonde
gebeurt
via
een
banaanstekker
met
een diameter
van 4
mm. Bij het
insteken van
de sonde-aansluiting
in
de bus
(9)
schakelt de
M 5010 automatisch
over op
"sondemeting".
Aanwijzing:
Om
foutmetingen
door een
slechte
sonde-aansluiting
te
vermijden,
dient
men
paragraaÍ
4.1
"Testen
van
de
sonde-aansluiting"
goed
te bestuderen.
4.3.1 Testen met nominale
foutstroom
-
Meetresultaat aan de
nominale
foutstroom
gerelateerd
Meetmethode
Volgens VDE
0100
moet vastgesteld worden dat:
-
bij
nominale verliesstroom de optredende
aanraak-
spanning
niet
hoger is
dan de
maximaal toelaatbare
aanraakspanning voor die
installatie.
-
de
verliesstroomschakelaar bij
nominale verlies-
stroom binnen de 0,2 seconde
(bij
selectieve
verliesstroomschakelaars
0,5 seconde) uitschakelt.
Voor
het
bepalen
van
de aanraakspanning
Ug
bij de
nominale
verliesstroom l6x meet de
M
5010
met
een
stroom,
die ongeveer
'll3
van
de
nominale
verlies-
stroom
bedraagt.
Daardoor wordt
verhinderd, dat
hierbij
de
verliesstroomschakelaar uitschakelt.
Het
grote
voor-
deel
van
deze
meetmethode
is,
dat aan
elk stopcontact
snel
en eenvoudig de aanraàkspanning
kan
gemeten
worden,
zonder
dat de
verliesstroomschakelaar
uitschakelt.
De
gangbare
en omvangrijke
meetmethode
om
op een
plaats
de
werking
van de
verlies'
stroomschakelaar
te
testen,
en
vervolgens aan te tonen
dat
al de andere delen
van
de
installatie, die beveiligd
moeten worden, over
de
aardleider
PE
laagohmig en
betrouwbaar
verbonden
zijn
met
de
geteste
plaats
kan
vervallen.
Na
het bepalen
van
de
aanraakspanning
kan
men
met
de
M
5010
testen of de
verliesstroomschakelaar
uit-
schakelt
bij
het 1,1-voud van
de
nominale
verlies-
stroom,
binnen een tud
van max. 0,2 seconde,
respectievelijk 0,5 seconde.
Schakelt
de
verliesstroomschakelaar uit,
geeft
de
M
5010
automatisch de aardverspreidingsweerstand
en
naar
keuze
ook de uitschakeltijd
aan.
De
aardver-
spreidingsweerstand
kan
ook
zonder uitschakeltest
vastgesteld
worden
als de
M
5010
eerst
van
het net
wordt
gekoppeld.
Deze wordt dan
van de
aanraakspanning
afgeleid.
Schakelt
de
verliesstroomschakelaar bil deze test
niet
uit,
wordt dit aangeduid door
het
lampje
"Fl" (15)
en de
aanduiding
"OL".
De
uitschakeltest
moet voor
elke
verliesstroom-
schakelaar
slechts op een
enkele
meetplaats uit-
gevoerd
worden.
Richtlijn: Stoorspanningen
op de aardleider,
de aarde
of op de sonde beinvloeden
het meet-
resultaat niet. Ze kunnen bepaald
worden
door een spanningsmeting
met
de
meet-
adapter
(5).
De M
5010
kan
slechts
span-
ningen met
een Írequentie
van 50
Hz ver-
werken.
MeUng
Funstie
inschakelen
-
iret
de
functieschakelaar (2)
de verliesstroom
instellen,
die
overeenkomt
met
de
verliesstroom-
schakelaar
in
de
te
testen installatie.
llleten
van
de
aanraakspanning
-
Schuifschakelaar
kort
(7)
in
de stand
V. De
meet-
cyclus wordt
gestart.
-
D9
aanraakspanning
op
de digitale
display
(24)
aflezen.
Opmerking:
Let
op,
dat
bij kleine
aardver-
spreidingsweerstanden
zoals
deze in
de
praktijk
vaak
voorkomen,
de aanraakspanning
kleinei
dan'.,|
V kan
zijn. ln
deze
gevallen
wordt
in
de
display
(1)
"0-1V'aangegeven.
Voorbeeld:
Foutstroom
laru
=
30mA
Aardverspreidingsweerstand
RE
=
1
Oe
->
Aanraakspanning
Ue
=
30mA' 10O
=
0,3V
Ars
de met
1/3
;Ï:ïj::ï,1;'Ï","ten
aanraak-
spanning
Us
>50V,
dan
brandt
de lamp
,,Us,,(14)
rood.
Aanraakspanningen
tot 70
V worden
aangegeven.
B1i-
hogere
waarden
votgt
de aanduiding
bvértoaO
"oL
V".
Wordt
tijdens
de
meting
de
aanraakspanning
Us>SOV,
dan wordt
de meting
veiligheidsÉalve'onderdrokén,
licht
het.lampje
"Us"
(14)
rood
op en volgt
de
aanduiding
"oL
V".
Grenswaarden
voor
blijvend
toelaatbare
aanraak-
spanningen
De
grens
voor
continu
toelaatbare
aanraakspanning
bedraagt
voor
wisselspanning
Ue
=
25V
(een
internatiol
nale.
overeenkomst).
ln
speciale
toepassingen
wordt
een
lagere
waarde
vereist.
Uitschakeltest
-
De
schuiÍschakelaar
(Z)
tijdens
de inschakeldtrur
van
15
seconden
kortstondig
in
de
stand I
schuiven.
Schakelt
de
aardlekschakelaar
uit,
dan knippert
de
lamp
"N.etz"
(13)
rood.
Dat
wil zeggen:
de
netspanning
werd
uitgeschakeld.
Gelijktijdig
wordt
de
àardverl
spreidingsweerstand
berekend
en weergegeven.
ls
de
aanraakspanning
Us bij
de
uitschàkàtest
>
S0 V,
dan.volgt
veiligheidsaÍschakeling
ILamp
"Us" (14)
licht
rood
op,
aanduiding
"OL
V"l.
Schakett
de
aardlekschakelaar
niet
uit, dan licht
de
lamp
"Fl"
(15)
rood
op
en volgt
de aanduiding
,,OL
V,,.
-
Schuif
de
schakelaar (7)
tijdens
de inschaketduur
van
15
seconden
nogmaals
naar
achter
in
de
positie
I
en houd
deze
in
die
positie.
De
M
5010
geeft
dan
de
uitschakeltijd,
tot maximaal
2OO
seconden,
van
de
aardlekschakelaar
aan.
Als
de
schakelaar
weer
losgelaten
wordt,
verschijnt
op
de LCD-disptay
(1)
de
aardverspreidings-
weerstand.
lndien
de
aardverspreidingsweeÍstand
moet
worden
gsín€ten
zondeÍ
dat
de
uitschakeltest
plaatsvindt,
moet
het
instrument
niet
op het
nót
worden
aangesloten
als
de schuiÍschakelaar
in
de stand
t wordt
gebracht.
ls
de netspanning
binnen
de
toleranties,
dan
licht
de
lamp "Netz" (13) groen
op
als
de
proefsteker
(6)
met
het net
wordt
verbonden.
Bij
gebruikmaking
van
de
meetadapter (5)
knippert
deze
groen.
Bij
een
te
hoge
aanraakspanning
of het
niet
uitschakelen van
de verliesstroomschakelaar,
moet
de
installatie gecontroleerd
worden (aardingsweerstand
te
hoog,
verliesstroomschakelaar,
enzovoorts).
Bij
drieÍasige
netten
moet
vooÍ
een
correcte
controle
van
de
verliesstroomschakelaars
de meting
van
de
aanraakspanning
en
de
uitschakeltest
op
alle
drie
faseleiders (L1,
L2
en L3)
gebeuren.
4.3.2
Testen
met
stijgende
foutstroom
Principe
van
de meting
Om
aardlekschakelaars
te
testen
genereert
de M
5010
in
het
net
een
stijgende
foutstroom
van
0,3
x
lnom
tot
'l,0xlnom.
Het
instrument
slaat
de op net
uitsChàfet-
moment
aanwezige
meetwaarden
van
de
aanraak-
spanning
en de uitschakelstroom
op
en
geeft
ze
aan
in
de
display.
Bij
het meten
met
stijgende
foutstroom
kan
tussen
de
aanraakspanningen
Ue=50V
en
Ue=25V
gekozen
worden.
Let
op: Een
eventuele
reeds
aanwezige
stroom in
de
installatie
wordt
bij
de door het instrument
opgewekte
stroom
opgeteld
en leidt
tot
meetfouten.
.
Om
een
aardlekschakelaar
te kunnen
beoordelen
is
het
votgens
DtN
VDE
0100,
deel
600,
toegestaan
met
een
oplopende
foutstroom
te meten
en
uit
de meet-
resultaten
de
aanraakspanning
bij
een
nominale
foutstroom
l6x
te
berekenen.
De
snellere,
eenvoudige
en risicouitsluitende
meetmethode
volgens
hoofdstuk
4.3.1
is
daarom
aan
te bevelen.
Meting
Functie
inschakelen
-
Kies
met
de functieschakelaar
(2)
de
foutstroom
van
de zich
in
de installatie
bevindende
aardlekschakelaar.
Om
te voorkomen
dat
de
functie
"Testen
met
oplopende
Íoutstroom" per
ongeluk
wordt
ingeschakeld
is
de
schakelaar "lpa"
(Ol
vergrendeld.
Om
de
schakelaar
te
ontgrendelen
dient men
als volgt
te
handelen:
-
Druk
de
schakelaar
"lpa"
(10)
in
en houd
deze
ingedrukt.
-
SchuiÍ
de
schakelaar (71
kort
naar
voren
in
de
positie
V.
-
Laat
de schakelaar
"1p1"
(10)
los
als in
de LCD-
display
(1),
na
de LCD-test,
het
symbool
"lp7
Us 50V"
(26)
verschijnt.
4


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules
1

Forum

abb-metrawatt-m5010
  • Izgubio sam upute za instrument. Ako netko ima da mi pošalje upute. Submitted on 25-11-2022 at 22:40

    Reply Report abuse


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for ABB Metrawatt M5010 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of ABB Metrawatt M5010 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 21,7 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info