NEDERLANDS - 19
NEDERLANDS
OO
OO
NN
NN
DD
DD
EE
EE
RR
RR
HH
HH
OO
OO
UU
UU
DD
DD
((
((
vv
vv
ee
ee
rr
rr
vv
vv
oo
oo
ll
ll
gg
gg
))
))
Luchtfilter
Reinigen van het luchtfilter
Het luchtfilter moet na ongeveer iedere 100 gebruiksuren worden schoongemaakt zoals hieronder
wordt beschreven.
1. Schakel de projector uit en trek de stekker uit het stopcontact.
2. Maak het luchtfilter met een stofzuiger schoon.
Vervangen van het luchtfilter
Vervang het luchtfilter als u het niet meer schoon kunt maken, of wanneer het beschadigd is.
1. Verwijder de filterklep.
2. Verwijder de oude filter.
3. Doe de nieuwe filter en filterklep.
Overig onderhoud
Onderhoud in het inwendige van het apparaat
Om veiligheidsredenen moet u het inwendige van het apparaat iedere 2 jaar door uw dealer laten
controleren en schoonmaken. U mag dit onderhoud niet zelf uitvoeren.
Schoonmaken van de lens
Maak de lens voorzichtig met een lensreinigingsdoekje schoon. Raak de lens niet met uw vingers aan.
Schoonmaken van de behuizing en de afstandsbediening
Gebruik een zachte doek. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil kunt u de doek met water
bevochtigen, of met een mild zeepsopje. Wrijf na het schoonmaken met een zachte, droge doek na.
• Schakel de projector uit en trek de stekker uit het
stopcontact alvorens u met het onderhoud begint. Lees de "Veiligheidgids op
Product" aandachtig door zodat het onderhoud correct wordt uitgevoerd.
• Vervang het luchtfilter indien de verontreinigingen niet verwijderd kunnen
worden of als het filter beschadigd is. Neem in dat geval contact op met uw
dealer. Zie
"ACCESSOIRES" op blz.24
voor het modelnummer van het los
verkrijgbare luchtfilter.
• Gebruik het apparaat niet wanneer het luchtfilter niet is aangebracht.
• Wanneer het luchtfilter verstopt is wordt de projector automatisch uitgeschakeld
om te voorkomen dat de temperatuur in het inwendige te hoog oploopt.
• Schakel de projector uit en trek de stekker uit het
stopcontact alvorens u met het onderhoud begint. Lees de "Veiligheidgids op
Product" aandachtig door zodat het onderhoud correct wordt uitgevoerd.
• Gebruik geen reinigingsmiddelen of chemicaliën (bijv. benzeen of
verfverdunner), anders dan de hierboven vermelde middelen.
• Gebruik geen reinigingssprays.
• Klop niet tegen de apparatuur en wees voorzichtig dat deze ook
niet op andere wijze wordt beschadigd.